Facebook censureert eerlijke discussie over Hiv
Het is alweer een tijd geleden dat ik iets op mijn blog heb gepubliceerd. De voornaamste reden is dat ik mijn energie vooral in andere zaken heb gestoken. In de eerste plaats het afmaken van mijn studie, die nu in een BA/MA structuur is omgezet. Op dit moment ben ik bezig om alsnog mijn masters Arts & Culture in Leiden te halen. Een intensief, maar ook buitengewoon inspirerend programma. Dit vraagt wel mijn gehele intellectuele focus. Het bloggen daarnaast heb ik om vooral om die reden wat op de lange baan geschoven.
Verder is er nog iets in mijn persoonlijke leven gebeurd. Hoewel ik zeker van plan was om daarover schrijven, wilde ik het eerst laten bezinken en zelf alles goed op een rijtje krijgen. Dit speelt sinds augustus 2014. Als seksueel actieve (bi)homoman met, het is niet anders, wisselende contacten, is het een goed gebruik om je regelmatig te laten testen op Seksueel Overdraagbare Aandoeningen, oftewel SOA’s. Hoewel ik mij vrij goed aan de Safer Seks regels heb gehouden (redelijk consequent gebruik van condoom bij anale seks, of het nu actief of passief is—‘top of bottom’ in het jargon- laat ik het maar expliciet zeggen) heb ik in de loop der jaren best wel eens iets kleins opgelopen. Een paar keer een kleine SOA, die met een antibioticum injectie weer was verholpen (Gonoerroe, Chlamydia, niets ernstigs, zie verder dit nummer van Najib Amhali, zeker herkenbaar). Alleen kwam het slechte nieuws in de zomer van 2014 dat ik helaas toch HIV had opgelopen.
Tegenwoordig is, in de westerse wereld althans, Hiv geen dodelijke ziekte meer. Het is zelfs goed te behandelen met Hiv remmers, zonder al te ernstige bijwerkingen (al zijn die er wel). Maar er valt goed mee te leven. Al kom je er, althans, volgens de huidige stand van zaken, nooit meer van af. Er is nog geen genezing.
Wel is het mogelijk dat, mits je altijd je medicijnen inneemt, met virus zo wordt teruggedrongen dat je het niet meer kunt overdragen. Het is dan ook niet meer in je bloed aantoonbaar en bij een test is de uitslag dan ook negatief. Dit blijft alleen zo als je consequent je remmers slikt. Als je daarmee zou stoppen komt het virus onherroepelijk terug.
Toen het virus bij mij ontdekt werd ben ik door de GG&GD Amsterdam meteen doorverwezen naar de Hiv poli van het OLVG. Daar is door mijn Hiv consulent en internist een behandelprogramma opgesteld, dat buitengewoon goed aanslaat. Ik zit op de nieuwste combinatietherapie. Aanvankelijk twee pillen per dag (Kivexa en Tivicay), nu samengevoegd in een pil (Triumeq). Hoewel het wel twee maanden duurde voordat de pillen beschikbaar waren- onze minister was een beetje langzaam met het zetten van de noodzakelijke handtekening die deze therapie in Nederland van start kon laten gaan (bedankt Edith Schippers, dat je alsnog een krabbeltje hebt gezet, ik heb daar nu veel profijt van), lagen de medicijnen eind oktober 2014 in de Nederlandse apotheken.
Toen ik met de medicatie begon had ik een hoge viral load, wat normaal is in de eerste periode na de besmetting. Gelukkig was mijn afweer (mijn cd4 cellen) nog nauwelijks aangetast. Nadat ik aan de pillen was begonnen en ik twee weken later terug moest komen voor controle, bleek het virus al ondetecteerbaar te zijn. Dat betekent dat mijn viral load zo laag was geworden, dat ik voor een HIV test als negatief uit de bus zou komen. Het belangrijkste is om dat nu zo te houden. Het enige wat je daarvoor moet doen is om iedere dag je medicijnen te nemen (in mijn geval dagelijks een Triumeq pil).
Misschien is er nog iets belangrijks om te vermelden. Nu ik inmiddels al maanden ondetecteerbaar ben, is het eigenlijk vrijwel uitgesloten dat ik het virus kan overdragen- de kans is in ieder geval zeer klein (minder dan 1: 1000). Dat kan dus niet via bloedcontact of via sperma, de enige twee mogelijkheden voor een Hiv transmissie. Zo lang je je medicijnen neemt is het dus alsof je Hiv negatief bent en ben je de facto onbesmettelijk (niet onprettig voor je sekspartners- en je eigen gemoedsrust).
Wellicht is het zinvol om dit verband het zg Zwitserse Standpunt ter sprake te brengen (de artsen van de Zwitserse Aids Hilfe waren de eersten die dit standpunt hebben geformuleerd). Het Zwitserse Standpunt houdt in dat als je geruime tijd ondetecteerbaar bent, je medicijnen consequent inneemt (therapietrouw bent) en geen andere seksueel overdraagbare aandoeningen hebt, de situatie niet anders is dan als je Hiv negatief zou zijn, met als consequentie, dat je geen condoom meer hoeft te gebruiken om veilige seks te hebben. De Nederlandse gezondheidsautoriteiten willen overigens nog niet aan het Zwitserse standpunt, al is er tegenwoordig wel veel beweging en is er ook in Nederland onder artsen een toenemende welwillendheid naar deze grondhouding. Dit is me uit verschillende hoeken duidelijk geworden, al is de discussie in Nederland nog steeds in volle gang.
Ik ben zelf overigens zeker voor condoomgebruik (en pas het ook toe), alleen maak ik soms weleens een uitzondering als ik goede redenen heb om aan te nemen dat het met een Hiv positieve maar verder SOA vrije partner is. En ook de setting veilig is. Soms zijn er genoeg indicaties om daar inderdaad vanuit te gaan. Al staat veiligheid bij mij wel voorop.
Hoewel ik wel enige tijd nodig had om alles op een rijtje te zetten- je krijgt best wel een klap- valt leven met Hiv in de praktijk nogal mee. Althans in mijn geval- ik heb gelukkig geen extra complicaties en ik bevind me in de gelukkige positie dat de verzekering mijn dure medicatie vergoedt (waar ook premie voor is betaald, dus dat is niet meer dan terecht, voordat er daar weer discussies over komen).
Al jaren, ook toen ik nog Hiv negatief was, de ziekte nooit ver weg was uit mijn dagelijkse omgeving- ik heb, omdat ik mij toch vrij veel in het homoseksuele milieu begeef, al jaren relatief veel vrienden die Hiv positief zijn- is het nu een deel van mijn leven geworden. Ik heb me er zelf ook bij neergelegd en er valt goed mee te leven. De wetenschap dat ik het niet meer kan overdragen heeft mij zeker rust gebracht, je hebt dan echt een zorg minder. Kortom, het valt best mee. In delen van de wereld waar goede, toegankelijke en betaalbare medicatie voorhanden is het leven met Hiv niet heel anders dan zonder.
Tot zover mijn eigen situatie.
Zeer onlangs (23 juni 2015) besteedde het NOS Journaal aandacht aan een nieuw Hiv medicijn, waarmee binnenkort een proef van start gaat in Amsterdam. Helemaal nieuw is het medicijn trouwens niet, het gaat om de Hiv- remmer Truvada, die al een paar jaar in de roulatie is. Was wel nieuw is, althans in Nederland, is de toepassing. Naast een werking als Hiv remmer heeft Truvada nog een andere eigenschap. Het kan, bij regelmatige inname, bij een Hiv negatief persoon een Hiv besmetting voorkomen. Het werkt dus ook als een preventief medicijn, althans in meer dan 80% van de gevallen. Het kan dus een krachtig middel zijn ter voorkoming van nieuwe Hiv besmettingen. In die zin is het middel een mijlpaal.
In het NOS journaal komt Pieter Cleays aan het woord, alweer een paar jaar een bekend gezicht van de Amsterdamse gay-community, vooral van de leatherscene (hij was Mr. Leather Amsterdam, Mister Leather Europe , dat soort dingen). Hij is ook nauw betrokken bij diverse feesten, waar ik zelf als vrijwilliger bij ben betrokken (in en rond Club Church, hier in Amsterdam). Zodoende kennen we elkaar al een poosje. Zie hier trouwens zijn blog.
In het NOS journaal bepleit Pieter het gebruik van Truvada als PrEP (Pre Exposure Profilaxis), als preventief medicijn tegen Hiv dus. Zelf sta ik daar overigens gematigd positief tegenover. Wel ben ik een voorstander van condoomgebruik, nog altijd de simpelste en meest effectieve preventie, maar ik zie ook dat er in de gayscene een afnemende bereidheid is om het condoom consequent te gebruiken. Een belangrijke reden is natuurlijk het ondetecteerbaar worden van Hiv patiënten, waardoor de besmettingskans afneemt. Plus dat het geen dodelijke, maar een chronische ziekte is geworden.
Dit is een issue dat natuurlijk veel discussie uitlokt. Hoewel ik zeer voor het promoten van condooms ben, zie ik ook wel dat PrEP een belangrijke aanvulling kan zijn, al weet ik niet of ik de zorg kan onderschrijven dat daardoor een zorgvuldig en consequent condoomgebruik nog meer zal afnemen. Maar dat is iets waar je over zou moeten kunnen discussiëren. Móeten inderdaad, daarvoor is het onderwerp te belangrijk.
Om deze reden plaatste ik een topic op mijn facebookpagina, met een link naar de bijdrage van Pieter Claeys in het journaal. Ook verwees ik naar een buitengewoon relevante uitzending van de VPRO radio, een tijdje terug, over hetzelfde onderwerp. Het ging om de radio-documentaire Kan dat condoom nu wel af? van 26 oktober 2014. In de uitzending kwamen oa aan het woord Gert Hekma en Laurens Buijs, gespecialiseerd in homostudies en verbonden aan de UvA, Richard Keldoulis, oprichter van Club Church en Stichting Gala, de eerder genoemde Pieter Claeys, Leo Schenk, oprichter van Poz & Proud, de afdeling voor homomannen van de Hiv Vereniging Nederland en twee stellen waarvan een van de partners Hiv positief is en de ander Hiv negatief. Alle relevante aspecten van deze discussie kwamen wel aan bod. Dus alle reden om een link op Facebook te plaatsen, nav de actualiteit en wat er in het journaal aan de orde was geweest.
Binnen de kortste keren hadden er zo’n twintig mensen gereageerd en waren er meer dan 100 bijdragen aan de discussie geplaatst. De meningen over Truvada blijken zeer verdeeld. De een is bang dat PrEP een pretpil kan worden en vindt een zwaar medicijn als Truvada niet geschikt voor dit soort gebruik, terwijl de ander dit een noodzakelijk middel vindt om de Hiv epidemie in te dammen. Voor beide standpunten valt overigens iets te zeggen en beide visies zijn hoe dan ook legitiem.
Maar, wat doet Facebook? Nadat er een levendige discussie was ontstaan, waarin de meest uiteenlopende meningen alle ruimte had gekregen, verwijderde Facebook opeens het topic van mijn wall. De reden? Er zou sprake zijn van pornografisch materiaal. Wat was dan de steen des aanstoots?
De site van de VPRO toont als beeldmateriaal bij de radiodocumentaire van oktober 2014 op haar site een foto van Rene Zuiderweld geplaatst, binnen de Amsterdamse homoscene een zeer bekende fotograaf. Zijn werk is zeker niet vrij van erotiek, maar vooral bijzonder esthetisch. Bijna altijd staat het naakte mannelijk lichaam in zijn werk centraal. Zeker seksueel getint, maar niet aanstootgevend. Zie zijn website http://renezuiderveld.tumblr.com/ . De bewuste foto wordt hier trouwens getoond.
Wat bij de VPRO kan, kan bij Facebook echter niet. Zelfs zo verschrikkelijk niet, dat ook de toch best actuele en, al zeg ik het zelf, ook relevante en zeker kwalitatief goede discussie moest worden verwijderd. Goed, het is maar facebook, maar aan de andere kant pretendeert Facebook wel een sociaal medium te zijn, waar informatie vrij kan worden uitgewisseld. IS, allerlei extreemrechtse groepen en andere politiek zeer controversiële clubs hebben daar alle gelegenheid om een platform te creëren. Waarom mogen dan homomannen geen discussie voeren over een onderwerp dat hun eigen gezondheid, maar ook die van anderen aangaat? Je zou zelfs kunnen zeggen dat in dit verband het algemeen belang is gediend bij een vrije informatie-uitwisseling. Maar vanwege een ingetogen en esthetische foto van een fotograaf die regelmatig in serieuze galeries exposeert, wordt het hele item gecensureerd. Ik had de hoop dat Facebook graag een boegbeeld wilde zijn van de vrije gedachte, van de vrijheid van meningsuiting en een vrije ruimte wil zijn voor diverse geluiden. Maar op deze manier lijkt het helemaal nergens op.
Zeer geachte Mark Zuckerberg, of wie hem vertegenwoordigt, zoek de discussie terug en kijk er nog eens naar. En kom dan op je schreden terug, al dan niet met het spreekwoordelijke schaamrood op de kaken. Want om uit een misplaatst puritanisme een kunstwerk en een bijzonder relevante discussie over een issue dat ons allemaal aangaat te censureren, zoiets mag niet kunnen en is een vrij platform, wat Facebook graag wil zijn, absoluut onwaardig. Vandaar mijn oproep, kom hierop terug en herstel de stomme fout die jullie hebben begaan. Want, hoe afgezaagd het ook klinkt, dit is namelijk wel een principiële kwestie. Niets meer, maar zeker ook niets minder!
Floris Schreve
Hieronder nog wat materiaal dat in de gecensureerde discussie aan de orde kwam, te beginnen de webpagina van de uitzending van de VPRO met de wondermooie foto van Rene Zuiderveld!
Klik op afbeelding om naar de site te gaan en de uitzending te beluisteren
Zie hier de website van Poz & Proud, de sectie voor homomannen van de HVN
Zier hier het item in het NOS journaal over Truvada van maandag 22-6-2015
Een, zeker wat mij betreft, niet onbelangrijk tegengeluid in de Volkskrant van 24-6, van huisarts Adri Heijnen, die een praktijk op de Wallen houdt en veel homoseksuele mannen uit de desbetreffende doelgroep onder zijn patiënten heeft (hij is bovendien ook mijn eigen huisarts, maar dat terzijde). Het type homoman dat hij beschrijft herken ik zeker, al weet ik niet of ik (geheel) in die categorie thuishoor.
Hoewel niet helemaal actueel meer, is de tweedelige film HIV and Me (BBC, 2007), van de Britse acteur Stephen Fry wat mij betreft nog altijd bijzonder de moeite waard. Hier deel 1, daarna doorklikken naar deel 2
Update 30 december 2015:
In actie voor PrEP in Amsterdam met een aantal mensen van het COC, de HIV Vereniging, Poz&Proud en vrijwilligers van Club Church/Stichting Gala:
Gisteravond, in de kelder van de Schreierstoren in Amsterdam, kwamen deze mannen bij elkaar om te praten over wat de beste acties zijn om druk op de minister te zetten om PrEP zo snel als mogelijk beschikbaar te maken, en om plannen te maken over hoe de homogemeenschap klaar te stomen voor de PrEP-revolutie.
Het was een inspirerende avond met veel actiebereidheid. De komende weken, maanden zullen we de vruchten zien van dit initiatief! #PrEPNu
Foto: Remon van den Kommer
zie ook het Britse Prepster, http://prepster.info/
Floris Schreve
Ondertussen is het 2018. Stemadvies van Jennifer Hopelezz, voor de komende Gemeenteraadsverkiezingen:
Putins hetze tegen homoseksuelen
Miss Tina Tampax op de Amsterdam Gaypride (botenparade van 3-8-2013), De vertaling van de Russische tekst luidt: “Lieve vrienden en vriendinnen, jullie zijn niet alleen!”
(foto: Floris Schreve)
Afgelopen week (8-8-2013) verscheen er een hartenkreet van de Britse acteur en schrijver Stephen Fry, bekend van oa zijn indrukwekkende vertolking van Osacar Wilde in de film Wilde (1998), in diverse media (in Nederland oa in de Volkskrant). De open brief van Fry, gericht aan David Cameron en aan de leden van het IOC, stond niet op zichzelf. Hier in Amsterdam bijvoorbeeld stond de Gaypride van deze maand voor een belangrijk deel in het teken van protest tegen Putins krankzinnige ‘anti-homo-propagandawet’. Ook op dit blog wil ik stilstaan bij de protestacties, die ik van harte ondersteun. Hieronder de open brief van Stephen Fry en verder een kleine compilatie van foto’s en ander materiaal van de protestacties gedurende het Amsterdamse Gaypride weekend.
Open brief aan David Cameron en het IOC (de Volkskrant, 8-8-2013):
Geachte minister-president, geachte leden van het IOC,
Ik schrijf u in de oprechte hoop dat allen die de sport en de olympische gedachte een warm hart toedragen, willen nadenken over de smet die op de Vijf Ringen werd geworpen toen in 1936 de Olympische Spelen in Berlijn werden gehouden, met als beschermheer een jubelende tiran die twee jaar daarvoor een wet had ingevoerd waardoor een minderheid, wier enige misdaad het feit van haar geboorte was, het slachtoffer werd van bijzondere vervolging. Hitler weerde de Joden uit de academische wereld en uit openbare functies, liet de politie de andere kant opkijken als Joden mishandeld, bestolen of vernederd werden en hij verbande en verbrandde alle door Joden geschreven boeken. Hij beweerde dat zij de puurheid en traditie van alles wat Duits was ‘vervuilden’, dat ze een gevaar vormden voor de staat, voor de kinderen en voor de toekomst van het Rijk.
Tegelijk gaf hij hun, hoe tegenstrijdig ook, de schuld van de misdaden van het communisme en van het in handen hebben van het internationale kapitaal en de banken. Hij beschuldigde hen van het verwoesten van de cultuur, met hun liberalisme en anders-zijn.
Destijds schonk de olympische beweging totaal geen aandacht aan dit kwaad en ging de beruchte Berlijnse olympiade gewoon door. Die bood een opgewekte Führer een podium waardoor hij zijn status zowel in eigen land als in het buitenland kon verhogen. Het gaf hem zelfvertrouwen, daarover zijn alle historici het eens. En wat hij daarmee deed, weten we allemaal.
Poetin is deze krankzinnige misdaad op griezelige wijze aan het herhalen, dit keer tegen Russen die lesbisch, homo- of biseksueel of transgender zijn. De politie negeert dat ze mishandeld, vermoord en vernederd worden. Iedere verdediging van of zinnige discussie over homoseksualiteit is bij wet verboden. Iedere uitspraak, bijvoorbeeld dat Tsjaikovski homo was en dat dat in zijn kunst en leven tot uitdrukking kwam en andere homoseksuele kunstenaars inspireerde, kan iemand op gevangenisstraf komen te staan.
Het volstaat niet om te zeggen dat homoseksuele olympiërs al dan niet veilig zijn in het Olympisch Dorp. Het IOC moet absoluut namens de menselijkheid die zij verondersteld wordt te vertegenwoordigen een ferm standpunt innemen tegen de barbaarse, fascistische wet die Poetin er bij de Doema heeft doorgedrukt. Laten we niet vergeten dat de olympische nummers ooit niet alleen atletiek betroffen, maar dat het ook ging om culturele ontmoetingen. We moeten ons ervan bewust zijn dat sport in feite cultuur is. Sport bestaat niet onder een glazen koepel, geïsoleerd van samenleving en politiek. Het idee dat sport en politiek los van elkaar staan, is erger dan dom, het is kwaadaardig en moedwillig fout. Iedereen weet dat politiek met alles verbonden is, want het is afgeleid van het Griekse begrip ‘met de mensen te maken hebbend’.
Een totale boycot van de Russische Winterspelen van 2014 in Sochi is van het allergrootste belang. Hou ze maar ergens anders, in Utah, in Lillehammer, waar dan ook. Ten koste van alles moet de indruk worden vermeden dat Poetin de goedkeuring van de beschaafde wereld kan wegdragen.
Hij maakt homoseksuelen tot zondebok, net zoals Hitler met de Joden heeft gedaan. Daar mag hij niet mee wegkomen. Ik weet waarover ik het heb. Ik ben in Rusland geweest en ben de confrontatie aangegaan met de politicus die in Sint Petersburg de eerste van dergelijke wetten heeft ingevoerd. Ik heb de man recht aangekeken en voor het oog van de camera geprobeerd een redelijk gesprek met hem te voeren, hem weerwoord te geven en hem te doen inzien waar hij mee bezig was.
Het enige wat ik van hem terugkreeg, was wat Hannah Arendt zo treffend ‘de banaliteit van het kwaad’ heeft genoemd. Ik stond tegenover een domme man, maar wel een man die, als zoveel tirannen, een feilloos instinct heeft voor het manipuleren van verbitterde mensen door zondebokken aan te wijzen.
Poetin kan dan wel beweren dat de Rusische ‘waarden’ niet die van het Westen zijn, maar dat is wel in lijnrechte tegenspraak met het gedachtegoed van tsaar Peter de Grote en met datgene waarop miljoenen Russen hopen. Russen die niet in de greep zijn van dat giftige mengsel van skinheadgeweld en intolerante religie. Russen die gebukt gaan onder het terugschroeven van de democratie en de opkomst van een nieuwe autocratie in hun moederland, dat al zoveel geleden heeft (en waarvan ik de muziek, de literatuur en het toneel zo hartstochtelijk liefheb).
Ik ben homoseksueel. Ik ben een Jood. Mijn moeder heeft meer dan tien familieleden verloren door Hitlers antisemitisme. Iedere keer dat er in Rusland een homoseksuele tiener tot zelfmoord wordt gedreven, een lesbische vrouw ‘corrigerend’ wordt verkracht, homo’s worden doodgeslagen door neonazituig, terwijl de Russische politie erbij staat en niets doet, wordt de wereld een stukje slechter en ik ben een van die mensen die weer moeten wenen als ze zien hoe de geschiedenis zich herhaalt. ‘Het enige wat nodig is om het kwaad te laten zegevieren is dat goede mensen niets doen’, schreef Edmund Burke. Worden jullie, mannen en vrouwen van het IOC, die ‘goede mensen’ die het kwaad laten zegevieren?
De Olympische Zomerspelen van 2012 waren voor mij en voor mijn land absoluut een glorieus moment. Als er echter Russische Winterspelen komen, is de beweging voor altijd bezoedeld en zou veel van die glorie teniet worden gedaan. Dan zouden de Vijf Ringen voor altijd besmeurd en beklad zijn, en voor het oog van de beschaafde wereld in duigen liggen.
Ik vraag u met klem weerstand te bieden aan de druk van pragmatisme, geld en van de glibberige lafheid van diplomaten, en vastberaden en trots op te komen voor de hele mensheid, iets wat uw beweging gezworen heeft te doen. Zwaai met trots met uw olympische vlag, zoals wij homoseksuele mannen en vrouwen met trots met onze regenboogvlag zwaaien.
Wees zo dapper om u te houden aan de geloften en protocollen van uw beweging, waaraan ik u hieronder letterlijk herinner.
Artikel 4 – Werk samen met competente publieke of private organisaties en overheden bij het streven om de sport in dienst te stellen van de mensheid en zo de vrede te bevorderen.
Artikel 6 – Treed op tegen iedere vorm van discriminatie die de Olympische Beweging schade berokkent.
Artikel 15 – Moedig initiatieven die sport vermengen met cultuur en onderwijs aan en ondersteun deze.
Ik doe met name een beroep op u, de premier, voor wie ik het grootst mogelijke respect heb. Als leider van een partij waartegen ik mij zowat mijn hele leven heb verzet en waaraan ik intuïtief een hekel heb, hebt u een vastberaden, hartstochtelijke en duidelijk eerlijke betrokkenheid getoond door op te komen voor de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders. U hebt u ingezet om het homohuwelijk door zowel het Lagerhuis als het Hogerhuis geaccepteerd te krijgen, terwijl zovelen in uw eigen kamp zich daar fel tegen hebben verzet. Daarvoor zal ik u altijd bewonderen, ook al zijn we het over zoveel andere dingen niet eens. Maar ik denk dat u, als puntje bij paaltje komt, heel goed weet wat goed is en wat slecht. Vertrouw nu alstublieft op uw gevoel.
Hoogachtend, wanhopig hopend voor de mensheid,
Stephen Fry.
Stephen Fry is een Engelse komiek, schrijver, acteur en presentator.
Vertaling Leo Reijnen
Tot zover Stephen Fry. Hieronder nog een paar foto’s, die ik maakte gedurende het afgelopen gaypride-weekend. Ook wil ik wijzen op de facebook-actie From Amsterdam with Love, zie HIER
Van de Botenparade van 3/8:
The Diamond Divas
de boot van Amnesty stond in het teken van de LGBT rechten in Rusland
De Hermitage Amsterdam had zich voor deze dag ook met een grote regenboogvlag getooid. Een duidelijk statement.
Putins anti-homo beleid, wat houdt het in? Een gesprek met een Russische Nederlander over de achtergronden
Er is de afgelopen tijd in veel verschillende media ruime aandacht besteed aan de anti-homo propagandawet van Putin. Wat ik soms een beetje miste, ook om er zelf een goed beeld van te krijgen, was het verhaal van de mensen om wie het gaat, de Russische homoseksuelen zelf. Daarom leek het mij zinvol om in ieder geval een van hen hier aan het woord te laten.
Onderstaand verhaal is voornamelijk gebaseerd op een gesprek dat ik voerde met iemand van Russische afkomst, die inmiddels geruime tijd in Nederland woont maar nog altijd zeer geëngageerd is met de positie van homoseksuelen in zijn geboorteland. Het gaat hier om de persoon achter de Amsterdamse Drag Queen Letty Libresse, overigens ook degene die achter het initiatief van de boot van de Diamond Divas op de gaypride zat (zie foto aan het begin van dit artikel) en uiteraard ook de Russische tekstbordjes heeft verzorgd.
‘Letty’ ontmoet ik ergens in augustus in de Amsterdamse Balie, waar hij mij uitgebreid vertelt over de positie van de homoseksuelen in Rusland. Hieronder een kleine samenvatting van ons gesprek.
De recente door de Russische staat gestuurde campagne heeft alles te maken met de malaise en de algehele identiteitscrisis, waarin de Russische Federatie in terecht is gekomen sinds de val van het communistische systeem. Nadat de Sovjet Unie ontmanteld was, is Rusland er niet in geslaagd om met een nieuw eigen verhaal te komen. Ook gaat het immense gebied gebukt onder een economische crisis en spelen er ook verschillende regionale/etnische conflicten. Het teruggrijpen op de mythe van het imperium en het ophemelen van traditionele ‘Russische’ waarden (wat die ook zijn mogen) moeten de nieuwe leegte voor een deel compenseren. Het regime van President Putin probeert hierop in te spelen op allerlei manieren. Het zoeken naar zondebokken is hierbij een effectieve methode gebleken. Tot een van deze zondebokken behoren nu ook de Russische homoseksuelen, of, in de gedachtegang van de Russische staatscampagne: de (buitenlandse) propaganda die de Russen blootstelt aan decadentie, met, als grootste kwaad, homoseksualiteit.
De terreur tegen homo’s in Rusland geschiedt op twee verschillende manieren. In de eerste plaats is er de formele wettelijke component, die direct onder de verantwoordelijkheid van de Russische overheid valt. Het ‘verbod op homo-propaganda’ betekent dat er geen informatie mag worden gegeven over seksuele diversiteit. Het is niet eens zo dat homoseksualiteit is ‘verboden’, maar door een verbod op voorlichting, of het zelfs ter sprake brengen van homoseksualiteit, wordt ieder zichtbaar initiatief effectief de kop in gedrukt.
Onder het communisme was iedere vorm van homoseksualiteit bij wet verboden. In 1993 zijn deze bepalingen echter uit het wetboek van strafrecht gehaald. Met Putins anti-homo propagandawet beschikt de regering weer over een wettelijk middel, dat, juist vanwege de onduidelijke omschrijving, willekeurig kan worden ingezet, wat als terreurmiddel misschien nog effectiever is, omdat daardoor niemand echt weet waar de grens ligt.
Daarnaast, wellicht nog belangrijker voor de repressie van homoseksualiteit, is er de informele component. Geweld tegen homoseksuelen wordt oogluikend toegestaan, of zelfs subtiel of heimelijk door de overheid gestimuleerd. Homo’s zijn op die manier vogelvrij geworden en kunnen ieder moment ten prooi vallen aan willekeur, zonder dat er enige wettelijke bescherming is.
Terreur tegen homoseksuelen geschiedt ogenschijnlijk informeel en de daders zijn officieel niet gelieerd aan de Russische overheid. Maar dat betekent niet dat er geen georganiseerd verband bestaat. Ogenschijnlijk los van elkaar staande bendes van Kozakken, bikers en skinheads worden wel degelijk aangestuurd. Een belangrijke sleutelfiguur is de beruchte crimineel en neonazi Maxim Tesak (zie hier wiki ). In 2007 belandde hij in de gevangenis, maar in 2011 kwam hij vrij. Sinds die tijd is hij ook gesignaleerd in de entourage van de Russische president, voor wie hij nu als een soort boeman fungeert en op informele basis de vuilste kanten van zijn politiek uitvoert. De knokploegen van Tesak vormen de ruggengraat van het Russische terreurbeleid naar homoseksuelen. Er circuleren verschillende (overigens goed bekeken) filmpjes op het internet hoe Tesaks bendes al dan niet vermeende homoseksuelen mishandelen, waaronder, of vooral ook tieners. Eea is op youtube te vinden, wie het wil zien moet het maar googlen. Ik wil wel waarschuwen dat ze te walgelijk zijn om aan te zien, wat mij betreft ook als er geen zichtbaar fysiek geweld gebruikt wordt (de verbale intimidatie van de vaak jonge slachtoffers is al weerzinwekkend genoeg). Deze ‘stoottroepen’ hebben al vele ernstige mishandelingen of erger op hun geweten, maar worden door de Russische justitie volledig vrij gelaten. Mishandelingen die gefilmd zijn vinden trouwens ook overdag in de openbare ruimte plaats en worden door omstanders gezien, zonder dat iemand actie durft of wil ondernemen. De terreur en zeker ook die filmpjes hebben een belangrijke functie en zijn essentieel om iedere vorm van protest of insubordinatie tegen Putins anti-homo wetten de kop in te drukken. Als de formele wetgeving niet doeltreffend is om iemand het zwijgen op te leggen, is er nog altijd de informele methode van Tesak, die volledig zijn gang kan gaan.
Een andere methode om homo’s dwars te zitten zijn bepaalde facebookpagina’s, die zijn opgezet als een soort dating-netwerk (zoals hier bijvoorbeeld gayromeo, of gay.nl, of zoals het Amerikaanse Grindr). De bedoeling is echter om homo’s in de val te lokken. Een aantal van die facebookpagina’s zijn al aangegeven als ongepast -de Russische LGBT beweging, ook vanuit het buitenland, voert hier permanent campagne tegen, maar het probleem steekt steeds weer de kop op. Tesak zou al zo’n 500 van dit soort groepen hebben opgezet.
Zie meer over deze Tesak hier en hier. Wie op internet zoekt kan overigens veel meer vinden. Er zijn ook veel (informele) netwerken die deze informatie en achtergronden over de sociale media verspreiden. Binnen het Nederlandse taalgebied heb ik er overigens nog (te) weinig over teruggevonden (eigenlijk alleen dit artikel uit Trouw), maar het is mijns inziens essentieel dat deze informatie bekend is en onder een breed publiek verspreid wordt. Ook de politiek zou zich dit moeten aantrekken. De aankondiging van burgemeester Eberhard van der Laan om een statenklacht in te dienen tegen Rusland, verdient mijns inziens alle ondersteuning. Zie meer hierover op de website van het COC, of teken hier een petitie om zijn initiatief te steunen.
Verder natuurlijk alle dank aan ‘Letty’ voor het delen van deze informatie. Hoe meer dit soort kennis verspreid wordt hoe beter. Dit is natuurlijk van wezenlijk belang om de gure homofobe storm die nu in Rusland woedt te begrijpen en, als het mogelijk is, in te dammen of het liefst te stoppen.
Floris Schreve
Amsterdam, augustus 2013
Letty Libresse op de Amsterdamse Gaypride van 2012 (foto Esther van de Molen)
Letty goes 20s
Nog wat extra documentatie (bron https://www.allout.org/ ) :
Brutal videos fuel Russian anti-gay campaign – BBC, 1 September 2013 www.bbc.co.uk/news/world-europe-23901290
Gay teenager kidnapped and tortured by Russian homophobes claimed to have died from injuries – Pink News, 6 August 2013 www.pinknews.co.uk/2013/08/06/gay-teenager-kidnapped-and-tortured-by-russian-homophobes-believed-to-have-died-from-injuries/
Russian anti-gay law prompts rise in homophobic violence – The Guardian, 1 September 2013 www.theguardian.com/world/2013/sep/01/russia-rise-homophobic-violence
Russian Law Isolates Gay Teenagers, Washington Post, 1 September 2013 www.washingtonpost.com/world/russias-gay-law-isolates-lgbt-teenagers/2013/09/01/9eec54fc-0c19-11e3-89fe-abb4a5067014_story_1.html
Russian LGBT Network: Anti-gay laws have increased homophobic violence in Russia – Pink News, 2 September 2013 www.pinknews.co.uk/2013/09/02/russian-lgbt-network-anti-gay-laws-have-increased-homophobic-violence-in-russia/
First Russian Gay Activist To Be Convicted Under Propaganda Law – Gay Star News, 2 September 2013 www.gaystarnews.com/article/first-russian-gay-activist-be-convicted-under-%E2%80%98propaganda%E2%80%99-law020913
Gay Russian Teens Avoid Propaganda Law – The Guardian, 10 August 2013 www.theguardian.com/world/2013/aug/10/gay-russian-teens-avoid-propaganda-law
Gay rights activists protest Russia law – Agence France-Presse, 3 September 2013 www.globalpost.com/dispatch/news/afp/130903/gay-rights-activists-protest-russia-law-0
Foreign Office confirms David Cameron will raise Russian anti-gay laws with Putin at G20 – PinkNews, 3 September 2013 www.pinknews.co.uk/2013/09/03/foreign-office-confirms-david-cameron-will-raise-russian-anti-gay-laws-with-putin-at-g20/
Obama invites Russian rights activists to meeting alongside G20 summit – Reuters, 3 September 2013 www.reuters.com/article/2013/09/03/us-g20-russia-obama-rights-idUSBRE9820PZ20130903
De Drag Queen Olympics van 2/8:
De Amsterdamse Queen Vicki Leaks voert actie
Vooraan (vlnr): de Amsterdamse Drag Queens Windy Mills, Vicki Leaks, Jennifer Hopelezz en Viola Volt van The House of Hopelezz. Achter: Miss Baksel (België)
Foto’s: Floris Schreve, tenzij anders aangegeven
Dolly Bellefleur tijdens het bezoek van Prsesident Putin aan Nederland, afgelopen voorjaar
Update (http://amsterdam.gaycities.com/events/259577-from-russia-with-love):
From Russia, with Love
On this free festival the public can experience the Russian culture ‘in all its beauty and diversity’.On july 1st a law was adopted that forbids visible homosexuality.
This law stands in stark contrast to the message that the festival wants to wear out.
Currently a normal life, as we are common with, is being made impossible for LGBT’s by intimidations, threats, violence, torture and murder.We therefore call on everyone to illuminate the darker side of the Russian culture with us. By confronting people, including visitors to this festival, with the harsh reality, we want to give an alarm signal.We want the repression and violence against LGBT’s to stop!Come in great numbers and show what could happen to you if you lived in Russia.
To do so, imitate injury, use dramatic amounts of fake blood or paste a band-aid.
Join us in making the suffering visible!
Of course, the rainbow in any form can support the statement.We do not have intentions on disturbing the festival with noise.
The performing artists are not responsible for the policies of Russia.Sander & Sandor*******From Russia, with Love***Het Rossotrudnichestvo, onderdeel van het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken, organiseert op zondag 25 augustus vanaf 20.00u het festival ‘Constellation of Russia’ op het Museumplein in Amsterdam.
Op dit gratis festival kan het publiek de Russische cultuur ‘in al zijn schoonheid en diversiteit’ beleven.De op 1 juli aangenomen wet die zichtbare homoseksualiteit verboden maakt, staat in schril contrast met de boodschap die het festival uit wil dragen.
Op dit moment wordt LGBT’s een normaal leven, zoals wij dat kennen, door intimidaties, bedreigingen, geweldplegingen, martelingen en moord onmogelijk gemaakt.Wij roepen daarom iedereen op om met ons de schaduwzijde van de cultuur van Rusland te belichten.
Door zoveel mogelijk mensen, dus ook de bezoekers van het festival, te confronteren met de harde realiteit, willen wij een noodsignaal geven.Wij willen dat de repressie en het geweld tegen LGBT’s stopt!Kom massaal en laat zien wat jou aangedaan kan worden als je in Rusland zou wonen. Dus boots verwondingen na, gebruik dramatische hoeveelheden nepbloed of plak een pleister.
Geef samen met ons een gezicht aan het leed!
Natuurlijk kan de regenboog in elke vorm het statement ondersteunen.Wij zijn niet uit op het luidruchtig verstoren van het festival.
De artiesten zijn namelijk niet verantwoordelijk voor het beleid van Rusland.Sander & Sandor
Van der Laan spreekt op anti-Ruslandconcert

Burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam ondersteunt het initiatief voor het To Russia With Love-concert dat homobelangenorganisaties COC en Pride United op 25 augustus organiseren op het Museumplein. Hij zal zelf ook spreken op de bijeenkomst voorafgaand aan het omstreden Russische galaconcert Constellation of Russia, dat daarna plaatsvindt.
- © ANP.
Dat hebben het COC en Pride United maandag na een gesprek met Van der Laan laten weten. De twee organisaties hadden de burgemeester eerder gevraagd de vergunning voor het concert in te trekken, als protest tegen de omstreden nieuwe Russische wetten die de homoseksuele gemeenschap in Rusland zwaar treffen. Het Russische galaconcert is bedoeld om de schoonheid en diversiteit van het land tot uiting te brengen. Maar COC en Pride United vinden dat dat flink botst met de toegenomen agressie en intolerantie jegens homo’s in Rusland.
De homobelangenorganisaties spraken Van der Laan op zijn eerste dag na de vakantie. Op het To Russia with Love-concert willen COC en Pride United Rusland de schoonheid en diversiteit van Nederland en de homoseksuele gemeenschap tonen. De organisaties roepen het publiek op massaal regenboogvlaggen mee te nemen naar de bijeenkomst. Aan de verdere invulling van het concert wordt op dit moment gewerkt.
Het concert vindt zondag tussen zes en acht uur ’s avonds plaats op het Museumplein. Op Facebook hebben al 6000 mensen aangegeven te komen
Je eigen twibbon op facebook en twitter?
Persberichten
Update manifestatie Museumplein
‘Zee van regenboogvlaggen tijdens To Russia With Love’
Kleurrijk protest rondom Russisch Galaconcert in Amsterdam
Pride United en COC kondigen tegengeluid aan
Trek vergunning Russisch galaconcert in Amsterdam in
Programma
Opening om 18.00 uur met een spectaculair optreden van Simon Feenstra met 18-koppige bandPresentatoren: Peter van der Vorst en Zarayda GroenhartDJ GinaCoalitie van Human Right Fighter Coalition – Amnesty International, Netherlands Helsinki Committee, Free Press Unlimited, Aids Foundation East West, United Against Racism en Aids Fonds. Marc Beaugendre van Introdans voert special voor deze gelegenheid een moderne bewerking uit van De stervende zwaan Pride United voorzitter Frank van Dalen en COC voorzitter Tanja Ineke Message “To Russia with Love”Mathilde Santing met een speciaal nummer voor deze gelegenheidBariton Maarten Koningsberger treedt op met pianist Nico van der LindenBurgemeester van der Laan met wethouders Carolien Gehrels en Andrée van EsSimon Feenstra met 18-koppige band ondersteund door Zo! Gospel ChoirDJ Gina
Afsluiting Dolly Bellefleur
Mars naar Constellation-podium
Bijwonen galaconcert met spandoeken, posters en regenboogvlaggen, heel veel regenboogvlaggen
Organising partners
foto-verslag manifestatie ‘To Russia with Love’
(foto’s Floris Schreve, tenzij anders aangegeven)
Verzamelen bij de Trut
De rouwstoet vertrekt
bovenstaande foto door Mark Bennett
Aankomst Museumplein
Onze vrienden uit Uganda. Ook hun zaak verdient alle aandacht, zie http://www.amnesty.org/en/appeals-for-action/uganda-anti-homosexuality-bill
Het ritueel wordt uitgevoerd
Opblaas-Putin…Propaganda? 😉
Ook Russisch Protest
De regenboog ontvouwt zich
een paar vrienden van mij van de ‘donderdagkerk’
Roze in Blauw
Roze in Blauw anders (op z’n Russisch)
De manifestatie begint
Mark Bennett (van oa Club Church) en Gerrit Jan Wielinga (van het COC) voor de foto-actie (voor Facebook, zie HIER) ‘From Amsterdam with Love’
Mijn bijdrage (foto Mark Bennett)
Mathilde Santing treedt op
Burgemeester Eberhard van der Laan
de enige echte Dolly Bellefleur
ikzelf in actie-verpakking
Het gezelschap verplaatst zich naar het officiële gebeuren van Constellation of Russia, een manifestatie georganiseerd door de Russische staat
De afgesloten tribune voor ‘het echte publiek’ (hooguit 500 man) is omringd met een zee van regenboogvlaggen. Volgens de berichten bestaat het ‘regenboogpubliek’ uit zo’n 2500 man
het omsingelde publiek 😉
De Show begint.
Een verkitschte Russische Pastorale of een regenboogvlag: welke van de twee lijkt het meest op propaganda?
echte en vermeende propaganda in een beeld
Het ‘concert’ (eigenlijk meer een show) was geen presentatie van Russische topmusici (laten we niet vergeten, op dat gebied heeft Rusland veel te bieden- bovendien zou ik er dan enigszins moeite mee hebben gehad om te demonstreren tegenover musici die ik ook bewonder) en ook geen lofzang op de grote Russische kunst. Het was vooral een verzameling volksdansgroepen, waar overigens niets mis mee is, want ook op dat gebied kent het immense gebied dat onder Russische Federatie valt, een bloeiende en rijke traditie. Waar wel wat mis mee was, was de presentatie en de algehele setting. Het was een soort ode aan het Russische Imperium. Het meest schrijnend was dat er maar liefst drie Tjetjeense dansgroepen optraden (toch veel naar verhouding, als je weet hoeveel verschillende volkeren er binnen de Russische Federatie leven). Het doel was duidelijk politiek. Overduidelijke propaganda. Het was eigenlijk alsof we in een live-uitzending waren beland van een soort Stalinistische staatsomroep. Wie nu de beelden kent van Noord Koreaanse of Syrische staatstelevisie (en zeker tot een tijdje terug de Libische staatstelevisie) zou veel overeenkomsten zien. Wat mij betreft een symptoom dat er ook buiten de kwestie van de anti-homo propagandawet op dit moment veel mis is in Rusland.
Maar het mooiste was toch dat dit festijn was omringd door regenboogvlaggen, het ultieme symbool van ‘homo-propaganda’. Dat gaf het geheel een onbedoelde, maar fascinerende surrealistische lading.
En toen… Matroosjes! Homo’s zijn er dol op! Een pandemonium brak uit…
Propaganda 😉 Onbedoelde camp op meta-niveau!
De belangrijkste slogan van de dag was:
En tot slot:
De Nederlandse vertaling van de tekst het slotkoor op groot scherm. Toepasselijker kon deze afsluiting van dit door de Russische staat georganiseerde gebeuren niet zijn!
foto’s Floris Schreve (tenzij anders aangegeven)
de Volkskrant van 26 augustus 2013, zie ook deze foto-reportage van de Volkskrant
To Russia with Love from Eline Verdonk on Vimeo.
Ikzelf tijdens de Pride 2013 (Op de Drag Olympics, bij het homo-monument en Pink Point, naast de Westerkerk)
Floris Schreve, Amsterdam, augustus, 2013
No To Constellation of Russia, Floris Schreve, Letty Libresse, Tina Tampax, Jennifer Hopelezz, Vicky Leaks, Vladimir Putin, Putin Putout, COC, To Russia with Love, Amsterdam Gaypride, Poetin, Stephen Fry, Tesak, Homorechten in Rusland, Dolly Bellefleur, Eberhard van der Laan, Statenklacht, Rusland, Gaypride 2013, Constellation of Russia, Simon Feenstra, Mathilde Santing, Drag Olympics, de Trut, Club Church, Amnesty International, Winterspelen 2013 Sochy
Video-verslag Amsterdam Gay-pride 2012
Een impressie van het Amsterdam GayPride weekend en een overdenking van de huidige stand van zaken van het debat over homoseksualiteit in Nederland (video-post)
Mijn allereerste videopost op dit blog. En dan meteen een hele uitgebreide. Ik zal bij deze beloven dat ik er geen gewoonte van ga maken (misschien is dit wel de enige keer). Ik heb deze camera nog niet zo lang en de filmkunst nog lang niet onder de knie (misschien gebeurt dat wel nooit). Bij voorbaat excuses! Ook voor dat ik een vooraf geschreven script opdreun. Dat doe ik nooit als ik ergens een lezing geef, of anderszins een verhaal in het openbaar moet houden. Maar met de camera heb ik gewoon vrijwel geen ervaring, dus dat dwong me enigszins om een voorgekookt sjabloon op te dreunen (al dan niet hakkelend, bij het onprofessionele gewiebel van mijn camrecorder). Nogmaals excuses! Maar ik wilde me toch een keer aan dit experiment wagen.
Ik heb een uitgebreid verslag gemaakt van het afgelopen gaypride weekend in Amsterdam (2-5 augustus 2012). Ik heb dit omlijst met een korte inleiding op de geschiedenis van de homo-emancipatie in Nederland en de oorsprong van het fenomeen Gaypride (de Stonewallrellen in New York). Verder bevat deze post een verslag van de Tears of Pride Walk, gehouden op donderdag 2 augustus en natuurlijk een uitgebreid verslag van de dag van de Canal Parade, op zaterdag 4 augustus, van de parade zelf en een aantal omringende festiviteiten. Ik heb de Canal Parade bekeken samen met de mensen van Secret Garden, een organisatie voor homo’s en lesbo’s afkomstig uit de Islamitische wereld en met Iran LGBT Nederland, ergens op de kade langs de Oude Schans. Verder heb ik een uitgebreide wandeling door de stad gemaakt en het nodige vastgelegd en becommentarieerd. Daarbij gaat het vooral om de opmerkelijke, leuke en soms ludieke kanten van het gebeuren.
Naast een verslag van de Pride is het ook een overview van de Amsterdamse homoscene zoals ik die nu meer dan tien jaar ken en waar ik, tot op zekere hoogte, ook deel van ben gaan uitmaken- als de barmannen en de portiers van verschillende uitgaansgelegenheden je beginnen te kennen kun je dat wel zeggen, met het risico dat je op een gegeven moment zelfs tot een meubelstuk verwordt (of dat voor mij opgaat laat ik aan anderen). Hoewel, er is niet zoiets als een homoscene. Zoals ik ook in deze bijdrage probeer te laten zien, zijn er talloze subculturen (waarvan ik met sommige wel wat heb, met andere helemaal niets). Op mijn manier heb ik er ook een beetje een ‘voorlichtingsfilm’ van gemaakt, al heeft het verder geen pretenties. Het issue veilige seks en HIV preventie laat ik wel aan de orde komen, omdat ik vind dat dit nog altijd verteld moet worden.
In het tweede gedeelte heb ik het vooral over mijn grootste zorg van dit moment. Ik heb het daar al vaker over op dit blog gehad. Het gaat om hoe de inmiddels alweer drie verschillende rechts populistische bewegingen van de afgelopen tien jaar hebben geprobeerd het homo-emancipatie issue te kapen, om zich tegen de moslims in Nederland af te zetten, van Pim Fortuyn, via Rita Verdonk, tot en met de PVV van Geert Wilders. Zelf heb ik me daar zeer aan geërgerd (zie ook eerdere bijdragen op dit blog, zoals hier, hier, of hier) en vind ik ook dat dit misschien wel het grootste gevaar is voor de homo-emancipatiebeweging. Wat mij betreft kan dit de intergriteit van de homo-beweging aantasten (al is dat gelukkig nog niet gebeurd, want de liefdesverklaring is tot nu toe vooral van een kant gekomen, al schenen veel homo’s toentertijd wel vooral Rita Verdonk erg enig te vinden) en ten tweede zal dit, naar mijn mening althans, vooral de emancipatie van de homoseksuelen in islamitische kring belemmeren. Want ook daar zijn mensen, zij het niet altijd even openbaar, bezig om homoseksualiteit bespreekbaar te maken. Ik licht dit punt in het tweede gedeelte van mijn film nader toe, hoewel de emancipatie-discussie in islamitische kring een belangrijke rode draad is in het totale verslag.
Hieronder mijn film, opgeknipt in 11 delen van youtube (duur totaal ong. 72 minuten). Daaronder volgen nog enkele links, die relevant zijn voor wat er in deze ‘film’ (het blijft een amateuristisch en schots en scheef in elkaar geknutseld rommeltje, ik kan me niet genoeg indekken 😉 ) aan de orde komt.
officiële site Amsterdam gaypride: http://www.weareproud.nl/
sites mbt homoseksualiteit, van emancipatie, belangenorganisaties tot ongecompliceerd uitgaan, die mijn sympathie/instemming/ voorkeur hebben
- Abdellah Taïa, A Boy to be sacifiedNew York Times, 24-2-2012 0
- al-QawsalQaws for Sexual & Gender Diversity in Palestinian Society 0
- Arabs4Tolerance0
- COC Nederlandbelangrijkste organisatie voor homoseksuelen in Nederland 0
- Connecting Differences0
- DarkangelGoed (grassroots) initiatief ter bevordering van veilige seks en AIDS preventie (oorspronkelijk uit Duitsland) 0
- De homo als nieuw rechts troetelkinddoor Thomas von der Dunk (de Volkskrant, 09-08-2010) 0
- gay blogvoor allerlei nieuwtjes en issues uit de wereld der gelijkgeslachtelijke geaarden 0
- Gay Middle East0
- Gay Muslims (Channel 4, 2006)aangrijpende documentaire (6 delen) 0
- Gerrit Komrij, De Knuffelhomo; Waarom zijn Nederlanders zo dol op homoseksuelen? MOSSE LEZING – 17 september 2008, COC nederland0
- Habibi Anade enige openlijk Arabische homokroeg ter wereld, hier in Amsterdam 0
- Hespress- مثليّو المغرب يصدرون أوّل عدد من مجلّة خاصّة بهمMarokkaans tijdschrift voor Homoseksuelen 0
- Holebi Christenen punt nl0
- Iranian Railroad for Queer Refugees0
- Iraqi LGTBFor Human Rights in Iraq- LGTB Rights Group 0
- Nighttours.comhandige online gids en forum voor diverse activiteiten (vooral uitgaan) in de gayscene 0
- Pink Istanbuluitwisselingsproject/organisatie van grote feesten van de gayscene van Istanbul met die van Amsterdam 0
- Secret GardenSecret Garden is een Stichting van homo-/bi-seksuelen/lesbische/transgender moslims en sympathisanten, gevestigd in Amsterdam 0
- Strijders voor de liefdeDocumentaire in het kader van de Gay Pride waarin Sipke Jan Bousema in binnen- en buitenland op zoek gaat naar de mannen en vrouwen die een dagelijkse strijd moeten leveren om hun liefde openlijk en veilig te mogen uiten. 0
- The Celluloid Closetdocumentaire van Rob Epstein en Jeffrey Friedman (1995) over de representatie van homoseksualiteit en homoseksuelen in Hollywoodfilms door de jaren heen 0
- Uit de Kast de sympathieke serie, waarin jongeren uit de kast komen, met Arie Boomsma online 0
Ikzelf filmend gesnapt door de camera van ‘Fotograaf Erik’, op donderdag 2 augustus 2012 bij de Westerkerk (zie http://partyhotshots.nl/2012/08/tears-of-pride-walk/ )
Hieronder nog een aantal foto’s (snapshots) uit het door mij gefilmde materiaal (klik op de foto’s voor vergrote weergave):
twee bovenstaande foto’s http://www.clubrapido.com/videos/
bovenstaande foto door Erik (http://partyhotshots.nl/2012/08/tears-of-pride-walk/ )
Floris Schreve,
Amsterdam, augutus 2012
regenboog boven Amsterdam, augustus 2012
Canal-Parade 2011 (Prinsengracht)
Foto’s Floris Schreve (tenzij anders aangegeven)
Right to feel safe? Vanzelfsprekend, maar hoed ons voor de ‘Pimse’ opportunisten
Recent werd ik opgeschrikt door het volgende bericht (van de locale Amsterdamse zender AT5):
woensdag 25 augustus 2010 13:33:
Een homostel is het afgelopen weekend in het centrum in elkaar geslagen door een groep jongens.
De twee stonden om één uur ’s nachts na een avondje stappen op het Singel met twee vrienden nog wat na te praten, toen uit het niets een groep van vier of vijf jongens hen begon uit te schelden en op hen in begon te slaan. Volgens de slachtoffers gebeurde dit omdat ze homo zijn.
De twee mannen werden in hun gezicht en buik geslagen en getrapt. Opvallend is dat er op dat moment veel mensen op straat waren. Pas nadat de daders wegrenden, schoten omstanders te hulp.
Het slachtoffer en zijn vriend kwamen er met lichte verwondingen vanaf. Ze hebben aangifte gedaan. Van de daders ontbreekt elk spoor.
De politie laat aan AT5 weten dat het op basis van de getuigenverklaringen niet met zekerheid kan zeggen dat het hier om zogenaamd homogerelateerd geweld ging.
De afgelopen maanden zijn homo’s echter regelmatig doelwit geweest van geweld. In een straat in West werd een lesbisch stel de afgelopen maanden zelfs systematisch geterroriseerd. Burgemeester Eberhard van der Laan heeft aangekondigd keihard op te treden tegen homogerelateerde agressie.
Tot zover dit bericht van de AT5 site (de reportage is te bekijken op de site zelf). Los van dat het mij sowieso raakt (het had mij ook kunnen gebeuren), was ik ook getroffen dat dit is gebeurd op een steenworp afstand van waar ik woon (zo’n 300 meter). Sterker nog, ik loop vrijwel dagelijks langs deze plek en het ligt ook precies op mijn ‘uitgaansroute’ (dus van mijn huis naar het hart van het homoseksuele uitgaansleven). Ik kan me zelfs herinneren dat ik, alweer zo’n tien jaar geleden, op ongeveer dezelfde plek werd nageroepen toen ik daar gearmd met mijn toenmalige vriend liep. Erg vond ik het toen niet; dit was hartje Amsterdam en ik voelde me op dat moment vrijwel onaantastbaar. Er is geen plek in Nederland waar je je als homo veiliger zou kunnen voelen als daar. Een opgestoken middelvinger en een grote bek terug van mijn toenmalige vriend, die op dat gebied iets roekelozer was dan ik, was voldoende. Zo werkt dat in Mokum, althans zo zou het moeten werken.
Dit bericht is hoe dan ook schokkend. In de eerste plaats natuurlijk voor die jongens zelf en voor mij misschien omdat het opeens wel heel erg dichtbij komt. Eerlijk gezegd voelde ik me en voel ik me nog steeds niet onveilig in dit gedeelte van Amsterdam. Dit is voor mij nog steeds de plek waar ik gewoon kan zijn wie ik ben, zonder dat ik me genoodzaakt voel om dat deel van mijzelf verborgen te houden. Amsterdam, vooral het centrum, is voor mij de plaats waar je onbezorgd openlijk homo kunt zijn en waar de gaypride gewoon een feestje is en geen politiek statement uit bittere noodzaak (zoals bijvoorbeeld in Oost Europa of elders).
Mede naar aanleiding van dit soort incidenten is er in Amsterdam een nieuwe actiegroep in het leven geroepen met de naam Right to feel Safe. Ik geef hier de doelstellingen weer van de website:
Natuurlijk ben ik het met de doelstelling eens, al heb ik persoonlijk nog steeds geen slechte ervaringen met de veiligheid in het centrum van Amsterdam. Ik beschouw mijn woonomgeving nog altijd als een soort veilige oase voor homoseksuelen. Dat is tenminste mijn gevoel, los van of dat terecht is (en uit dat bericht van AT5 blijkt dus dat dit niet altijd terecht is). Zeker als ik het vergelijk met andere plaatsen. Waar ik nu zit voel ik me, op dit gebied althans, redelijk op mijn gemak. Er zijn plekken die minder paradijselijk zijn, dat weet ik enigszins uit eigen ervaring.
Zonder nu alle details van mijn coming out verhaal te gaan vertellen, kan ik wel het volgende kwijt. Zelf ben ik opgegroeid in Twente. Gedurende mijn middelbare schooltijd werd ik mij er opeens bewust van dat ik me, naast enigszins tot vrouwen, vooral voelde aangetrokken tot mannen. Dat was natuurlijk best even schrikken, want ik was als puber sowieso niet erg zeker van mezelf (ik was en ben misschien nog steeds wel een enigszins wereldvreemde boekenwurm, oftewel een typische ‘nerd’ 😉 ) en dit was het laatste dat ik erbij kon hebben. Wel putte ik een paar jaar later enige hoop uit een interview dat ik las in Elsevier. Ik had het voornemen om naar Leiden te gaan en het lag ook enigszins voor de hand dat ik dan lid zou gaan worden van het Corps Minerva, al had ik ook toen mijn aarzelingen (het corps stond bekend als behoorlijk reactionair en dat bleek uiteindelijk in verschillende opzichten terecht). Maar hoopgevend was dat ik in Elsevier een interview las met een zekere Floris Michiels van Kessenich, die erg zijn nek had uitgestoken voor de emancipatie van homoseksuelen in de kringen van het studentencorps. Michiels van Kessenich had dit interview gegeven kort voordat hij overleed aan AIDS (het was ook de tijd van de grote epidemie), dus hem heb ik nooit ontmoet. Maar het was wel iets dat me enige hoop gaf. Want al zat ik op een buitengewoon vrijzinnige middelbare school (in Hengelo), voor mij was het toen nog uitgesloten dat ik enige stappen zou zetten om me in Twente op de gelijkgeslachtelijke liefde te oriënteren. Achteraf niet helemaal terecht, want vooral Enschede kent een kleine maar actieve en redelijk bruisende homoscene, maar dat was toen nog niet iets dat boven mijn horizon kwam.
Ik had dus grote verwachtingen van mijn verhuizing naar de Randstad, in dit geval Leiden. Hoezeer mijn gang naar Leiden ook een breuk was met alles van wat ik daarvoor kende, zowel in positief als in negatief opzicht, in dit opzicht was het een grote tegenvaller. Eerder heb ik op dit blog uitgebreid geschreven op dit blog over mijn ervaringen bij het corps in het algemeen, zie https://fhs1973.wordpress.com/2008/08/04/het-grote-nagaans-lullo-universum/) Wat betreft de houding naar homo’s kan ik daar het volgende over kwijt: Hoewel de meerderheid van mijn vriendenkring uit die tijd daar echt niet bekrompen over dacht, was de cultuur van Minerva in het algemeen niet bepaald homovriendelijk. Uit die tijd ken ik dan ook maar een paar mensen (hooguit vijf) die in de tijd dat ze daar rondliepen volledig uit de kast waren of van wie hun geaardheid algemeen bekend was. Dat is schrikbarend weinig, zeker als ik het vanuit het perspectief van nu bekijk. Ik ken er namelijk nu vrij veel. Het is zelfs zo dat mijn jaarclub bijna een soort over vertegenwoordiging van homo’s kent (maar liefst vier van de zestien en dat is achteraf gezien bizar veel). Maar in de tijd dat we nog actief op Minerva rondliepen was er nog geen van ons uit de kast (inclusief ikzelf, overigens was ik pas de derde die uit de kast kwam). Dat was ook niet zo vreemd; in de heersende cultuur van Minerva werd er vooral erg bekrompen over homo’s gedacht, overigens over bijna alles wat van de gangbare norm afweek. Althans, dat was nog zo in de jaren negentig. Misschien is het nu beter.
In die jaren ben ik heel voorzichtig mijn eerste stappen gezet om die toen nog zogezegd verborgen kant van mijzelf te ‘exploreren’. Dat deed ik vanzelfsprekend niet in het ‘dorp’ Leiden, voor mij lag Amsterdam meer voor de hand. Heel simpel was dat niet, want ik leefde in een nogal hechte gemeenschap. Het nadeel van de gesloten structuren als studentenhuis, jaarclub en vereniging is dat er bijna altijd wel iemand is die zou moeten weten waar je uithangt. Zonder ook maar iets af te willen doen aan de hechte kring waarin ik toen verkeerde, was dit absoluut in mijn nadeel. En ik wilde me eerst zelf oriënteren voordat ik er behoefte aan had om er met iemand over te praten.
Maar voor mij was het in eerste instantie uitgesloten om het COC Leiden te bezoeken of om een keertje op donderdagavond in het café Odessa te gaan kijken (de enige twee uitgaansgelegenheden voor homo’s in Leiden, in die tijd althans). Dat zeg ik niet omdat ik iets tegen het locale COC en Odessa zou hebben. Helemaal niet zelfs, en ik heb later beide gelegenheden ook bezocht, maar op dat moment voelde ik me, terecht of niet, teveel gekluisterd aan het Leidse circuitje om echt vrij te zijn. Gelukkig was het de tijd van de OV jaarkaart (mede met dank aan Fortuyn, dat dan weer wel 😉 ) en had ik ook een paar vrienden in Amsterdam. Nu hing ik de laatste jaren dat ik in Leiden woonde toch al veel in Amsterdam, dus dat was een ‘ideale ontsnappingsroute’. Op die manier ben ik een keer uit Leiden vertrokken met het verhaal dat ik in Amsterdam bij een oude schoolvriend zou blijven slapen. Dat werd mijn eerste bezoek aan de It, de roemruchte discotheek uit die tijd (inmiddels alweer jaren dicht). Vanaf daar gebeurde het dat ik met iemand mee naar Den Haag ging. De volgende ochtend kwam ik weer aan in Leiden en ging iedereen ervan uit dat ik een avondje met een oude schoolvriend op het Amsterdamse corps had rondgehangen. Een paar keer heb ik zo’n kunstje uitgehaald. Zo ben ik ook een keer in Nijmegen (!) terechtgekomen (ik zou zogenaamd bij mijn ouders in het oosten van het land zijn). Was overigens niet heel spannend, maar het was wel veilig en ver weg. Nijmegen heeft overigens wel een redelijk bruisende homoscene, maar ik was toen nog niet erg goed geïnformeerd en wist de juiste plaatsen nog niet helemaal te vinden.
Achteraf moet ik enigszins lachen om dit ingewikkelde en vooral onhandige gedoe. Maar echt leuk was het natuurlijk niet. Het heeft me er wel van bewust gemaakt hoe fragiel en daarmee ook hoe kostbaar de vrijheid is om jezelf te mogen zijn. Bij mij heeft dit ‘dubbelleven’ gelukkig niet lang geduurd (het was ook toen mijn vaste voornemen om het niet lang te laten duren). Terugkijkend realiseer ik me wel dat er nog altijd veel mensen zijn die op die manier hun leven moeten inrichten. Ik was toen nog een jonge twintiger, dus voor mij was het vooral een spannend avontuur, maar wat als je veertig bent, of ouder? Toch weet ik dat ook dit nog altijd voorkomt. Daarom zal het altijd de moeite waard zijn om de vrijheid om te zijn wie je bent te bevechten.
Als ik er nu op terugkijk had ik best in die tijd uit de kast kunnen komen, voor het grootste deel van mijn vrienden had het niets uitgemaakt. Maar dat ik het er op Minerva niet makkelijker op zou hebben gehad werd mij duidelijk toen ik een keer laat van de sociëteit naar huis liep. Zonder dat ik het aanvankelijk door had was een van mijn allergrootste vijanden met een van zijn huisgenoten mij achterna gelopen. In de Diefsteeg, het steegje schuin tegenover de sociëteit waar ik altijd doorheen liep sloegen ze toe. Ik ontving een paar rake klappen terwijl ze mij iets toeriepen van: ‘Je bent een gore flikker, want we hebben je met een kerel betrapt’. Dat soort teksten. Dit is de enige keer dat ik ooit met homofoob geweld te maken heb gehad. Dat was dus niet van Marokkanen, of andere ‘islamieten’, neen dat was van ‘keurige’ medeleden van de Leidse Studentenvereniging Minerva. Je kunt er nog over twisten of dit het geval was vanuit hun optiek; ze konden op dat moment namelijk onmogelijk weten dat ik inderdaad weleens iets met een man had uitgevoerd, dus wellicht was het gewoon agressie en riepen ze maar wat. Overigens maakte ik me geen enkele illusie over of ze me anders zouden hebben bejegend als ze ook geweten hadden dat ik weleens met een man tussen de lakens was gekropen. In die tijd waren homo’s bij dit soort volk geen volwaardige mensen, dat zou pas veranderen nadat politiek rechts ‘de homo’ zou ontdekken (de opkomst van Pim is volgens mij een belangrijke cesuur geweest).
Kort na dit ‘incident’ hebben deze zelfde lieden zich kort daarna ook tegen een paar huisgenoten misdragen, waarop ik het tijd vond om naar het Collegium (het verenigingsbestuur van Minerva) te stappen om een klacht in te dienen. Tot enige sancties heeft het niet geleid, maar zij woonden dan ook in een ‘belangrijk’ corpshuis aan het Rapenburg en ik in een ‘dubbel gemengd huis’ aan de Vliet (‘dubbel gemengd’ wil zeggen meisjes en jongens en dan ook nog van verschillende verenigingen, dus geen corpshuis). En bewoners van ‘het Rap’ waren nu eenmaal belangrijk, want dat waren veelal ook de club en huisgenoten van degenen die op Minerva de bestuursbaantjes vervulden. Misschien is er een keer gebeld met het verzoek of ze mij niet meer lastig zouden vallen, want ik heb daarna nooit meer iets van ze gemerkt, maar een sanctie, die ze ook volgens het reglement van Vereniging hadden verdiend (dat werd heel pretentieus ‘de wet’ genoemd), hebben ze nooit gekregen. Minerva was in die tijd corrupt tot op het bot en niet bepaald bevorderlijk voor het geloof in de goedheid van de mens, om het maar eufemistisch te formuleren. Dat is bij mij menigmaal op de proef gesteld, maar zie daarvoor nogmaals mijn eerdere artikel. Overigens heb ik ook weleens gezien dat homofobe agressie naar iemand anders gedoogd werd; dat gebeurde zelfs in de grote zaal onder toeziend oog van de commissie, die de orde moest handhaven. Neen, Minerva was toen geen paradijsje voor homoseksuelen. Maar misschien is het nu beter, ik heb zelfs wel enige aanwijzingen dat er op dit gebied in de laatste tien jaar inderdaad iets veranderd is. Per slot van rekening is ‘de homo’ tussen 1990 tot ongeveer 2005 wel erg gezonken cultuurgoed geworden, dus misschien nu ook bij het corps.
Mijn plotselinge kans om in de tweede helft van de jaren negentig naar Amsterdam te verhuizen kwam dan als geroepen. Met twee jongens uit Leiden had ik de kans om in de Jordaan te gaan wonen. Toen ik daar een paar maanden zat en ik nogmaals het hoofdstedelijke gebeuren ging verkennen besloot ik dat het tijd was om uit de kast te komen (ik was inmiddels 24, dus wat betreft een latertje). Ook dat was nog niet zo simpel en werd door een paar mensen erg moeilijk gevonden. Het leidde er in ieder geval toe dat ik binnen Amsterdam (overigens samen met een trouwe huisgenoot) nog een keer ben verhuisd. Maar uiteindelijk heb ik een aantal jaar gelukkig gewoond met twee van mijn beste Leidse vrienden, beide hetero, maar die het alleen maar grappig vonden als ik iets aan de haak had geslagen na een avond stappen in de Reguliersdwarsstraat (waar ik aanvankelijk begon, ik heb mijn circuit is in de loop der tijd wel wat verlegd). Zij hadden hun vriendinnen en ik mijn vriendjes en dat werkte allemaal goed :). We hebben in ieder geval op die manier een aantal jaar gelukkig met z’n drieën gewoond.
Het was overigens ook in die tijd dat ik het gezelschap voor homoseksuele corpsleden van de eerder genoemde Floris Michiels van Kessenich ontdekte. In mijn tijd in Leiden waren ze voor mij altijd erg onzichtbaar gebleven (maar dat lag er ook aan dat ik mij in Leiden niet op dit pad durfde te begeven). Maar het bestaat nog steeds, de Donderdagavond Eet Club (DEC), voor mannelijke corpsleden (al is dat iets verbreed) met een homoseksuele geaardheid. Een keer in de maand hebben ze een borrel in Amsterdam, waarna de doorzakkers nog gezamenlijk uitgaan in ‘de scene’. Goed dat ze er zijn. Het gezelschap bestaat, of bestond, in ieder geval wel bij de gratie van enige discretie, wat ik goed kan begrijpen. Ik heb die bijeenkomsten in mijn eerste Amsterdamse jaren regelmatig bezocht, maar uiteindelijk verwaterde dat. Ik was toen al bezig om mijn vleugels verder uit te slaan, dus het kwam voor mij op een moment dat de DEC voor mij niet meer een noodzakelijkheid was (als het dat in mijn geval ooit geweest was, maar sommige anderen is dit misschien wel het geval. Overigens heb ik met een aantal leden nog goed altijd overweg en heb ik nog steeds contact). Maar alle lof voor dit gezelschap en wellicht zijn ze nog altijd hard nodig.
Tot zover mijn persoonlijke ‘coming out’ geschiedenis. Hoewel de emancipatie van homoseksuelen eigenlijk vanaf de jaren zestig begonnen is, heb ik gemerkt dat deze pas echt ingebed raakte aan het eind van de jaren negentig. Toen het er onder het Paarse kabinet het homohuwelijk werd geïntroduceerd had ik het gevoel dat de acceptatie van homo’s door de meeste Nederlanders wel een feit was. Natuurlijk waren er ook toen nog genoeg homofoben te vinden, maar het leek er, in mijn omgeving althans, meer op dat je als homofoob wat had uit te leggen dan als homoseksueel. Ik was mij er overigens toen ook wel van bewust dat er voor verschillende groepen in onze samenleving homoseksualiteit problematisch was. Te denken viel natuurlijk aan bepaalde Christenen (we hadden de affaire Leendert van Dijke, het kamerlid van de RPF/Christen Unie die homo’s met dieven had vergeleken) en Moslims (zoals opeens bleek in de affaire van de Marokkaanse imam Khalil El Moumni). Wat betreft de laatste groep, ook daar begon het emancipatieproces vorm te krijgen. De Stichting Yusuf was er al iets langer, maar in die tijd kwamen de eerste Turkse homo-organisaties op (ik kan me IPOTH nog herinneren) en vooral dat er de eerste openlijke Arabische homokroeg ter wereld werd geopend, de Habibi Ana, hier in Amsterdam. De Habibi Ana heb ik vaak bezocht en ik heb er zelfs nog een kortstondig vriendje aan overgehouden (een Iraniër). Voor mij leek het toen dat het in Nederland langzaam goed zou komen. Het had nog de schijn dat je als progressief of links liberaal zij aan zij stond met de homobeweging en de zich emanciperende etnische minderheden.
De factor ‘Pim’
De gebeurtenis dat dit enigszins idealistische beeld teniet deed was 11 september 2001. In Nederland vertaalde zich dit in de opkomst van Pim Fortuyn. Hoewel Pim er ontegenzeggelijk voor heeft gezorgd dat rechts Nederland de ‘homo’ ontdekte, heeft zijn ‘revolutie’ mijns inziens weinig goeds gebracht (hooguit dat het ‘debat’ iets vrijer is geworden en iets minder ‘politiek correct’).
Overigens had ik al vanaf het begin de jaren negentig wel het eea van Fortuyn gelezen. Ik kan me herinneren dat mijn eerste ‘kennismaking’ nog dateerde uit mijn laatste jaren van de middelbare school. Fortuyn had in Vrij Nederland opgeroepen tot een nauwere samenwerking tussen VVD, D66 en PvdA. Zij zouden een soort links liberale progressieve volkspartij moeten vormen, waarbij het individu, kosmopolitisme en culturele progressiviteit centraal stond dat als tegenwicht moest dienen tegen het ‘conservatieve’ CDA, ouderwetse vakbondssocialisten, de kleine Christelijke partijen en eventuele VVD stemmers, die eigenlijk meer conservatief waren dan liberaal. Volgens Fortuyn was het traditionele onderscheid tussen links en rechts voorbij en werd de politiek nu volgens andere parameters bepaald. Eigenlijk nam Fortuyn toen een soort voorschot op paars. Ik kan me herinneren dat ik dit een hele interessante gedachte vond en ik besloot zijn artikelen en columns verder te volgen.
In mijn eerste jaren in Leiden las ik ook zijn column in de SUM (een gratis verspreid studentenblaadje, dat in diverse universiteitsgebouwen werd gedistribueerd, waar Fortuyn later weer met slaande deuren is vertrokken, overigens in dat geval niet geheel ten onrechte). Toen begon ik hem eigenlijk steeds vervelender te vinden, maar wat voor mij de deur dicht deed was, toen het paarse kabinet er inmiddels zat, hij plotseling een pleidooi begon te houden voor gezinswaarden (als ik het me goed kan herinneren in een interview met Karel van der Graaf voor de Avro). Zijn gelonk naar het CDA vond ik niet kloppen met zijn eerdere pleidooi voor de Progressieve Sociaal Liberale Volkspartij (ik meen me te herinneren dat hij zo zijn ideaal voor een ‘paarse partij’ had omschreven). Ook begon hij Elco Brinkman de hemel in te prijzen. Dat mocht hij natuurlijk doen, maar ik vond het nogal haaks staan op wat hij kort daarvoor had verkondigd. Ik vond Fortuyn een opportunistische draaikont en voor mij had hij afgedaan.
Tenenkrommend vond ik ook dat hij zichzelf begon aan te prijzen als ‘minister van gezinszaken’ (in die periode was dat idee ook in CDA kring ontstaan). Dit had wel van een erg hoog ‘Prof. Dr. Ir. Akkermans’ gehalte (Koot & Bie waren toen nog net op de buis) en bovendien, waarom juist Fortuyn voor die functie? Als uitgesproken vrijgevochten homo vond ik hem toch wat authentieker. Dat hij zich hiervoor zo hijgerig aanbood was wat mij betreft zo gênant dat ik niet eens snapte dat de publieke omroep hem hiervoor een podium bood. Vanaf dat moment vond ik Fortuyn een ‘verschrikkelijke eikel’ (ik kan me nog herinneren dat ik me dit net iets te luid heb laten ontvallen in een groot gezelschap met allemaal hele nette mensen toen iemand vol lof zijn boek ‘Zakenkabinet-Fortuyn’ aanprees).
Iets later hoorde ik wel hele verontrustende verhalen over Fortuyn van iemand die bij de publieke omroep werkte. Fortuyn was te gast geweest in een programma waar zij voor werkte en zij had na afloop een tijd met hem nagepraat. Zij vertelde me dat tot haar verbazing hij dezelfde opvattingen had gedebiteerd als Hans Janmaat, toen natuurlijk de absolute paria van de Nederlandse politiek. Hij had deze opvattingen niet in het programma zelf geuit (dat ging toen over een heel ander onderwerp), maar zij vertelde me dat hij hiermee kwam na afloop van de uitzending, in een gesprek met enkele medewerkers van de omroep. Ik kwam tot de conclusie dat het een hele rare man was. Eerst een pleidooi houden voor een sociaal liberale alliantie en een soort paarse coalitie, toen opeens de traditionele waarden van het gezin ophemelen en zelf Minister van Gezinszaken willen worden, terwijl hij zelf nooit te beroerd was om in geuren en kleuren te vertellen over zijn belevenissen in de darkroom. Ik meen me zelfs te herinneren dat hij het een keer over de smaak van sperma heeft gehad, zodat gans het volk wist: ‘hé, die slikt zaad, die doet het dus niet veilig’. Je kunt je afvragen of hij daarmee de acceptatie homoseksuelen in Nederland zo’n goede dienst bewees, toen net de Aids-epidemie enigszins werd ingedamd door alle vrij veilig campagnes (zeker als je een publiek bekende homoseksueel bent). Ik meen me ook te herinneren dat hij heeft verklaard dat hij zich nooit zou laten testen. Dat was natuurlijk zijn eigen beslissing, maar waarom moest hij dat ook publiekelijk verklaren? In die zin vond ik hem eerder een wandelende antireclame voor de geëmancipeerde homoseksueel dan een boegbeeld. Natuurlijk, hij deed gewoon waar hij ‘zin an’ had en had lak aan wat sociaal wenselijk was (dat was misschien een deel van zijn charme), maar aan de andere kant, dat liet hij ook weer varen als hij zich opzichtig probeerde in te likken bij de macht. Daarin was hij wel een opportunist en juist niet de non-conformist die hij ook graag wilde zijn. Een man met vele tegenstrijdigheden en verschillende gezichten, maar wat mij betreft steeds het verkeerde gezicht. Ik kan vele paradijsvogels waarderen, maar dit exemplaar had voor mij precies die trekjes die telkens weer mijn ergernis opwekten. Maar hoe dan ook, Fortuyn liet ook zijn flirt met het CDA varen en verlegde zijn politieke koers, om uiteindelijk tegen Janmaat aan te schurken. Zo keek ik er althans toen tegenaan, later zou blijken dat Fortuyn eigenlijk een trendsetter was en het oude extreem rechts verving door het nieuwe rechtspopulisme, waarmee we tegenwoordig zoveel te maken hebben.
Niet lang nadat ik van de hiervoor genoemde medewerkster van de omroep over Fortuyns meningen over de aanwezigheid van vreemdelingen had vernomen, trad Fortuyn met zijn opvattingen naar buiten en verscheen zijn pamflet ‘Tegen de islamisering van onze cultuur’ (1996). Aan dit werkje heb ik elders op dit blog aandacht besteed, dus daarvoor verwijs ik naar dit eerdere artikel, inclusief de recensie van arabist Hans Jansen uit het Parool (en dat was nog een andere Hans Jansen dan degene die we nu kennen, want ook Jansen heeft, zacht uitgedrukt, nogal een ontwikkeling doorgemaakt). Ik ga het hier niet uitvoerig over Fortuyns standpunten inzake de islam hebben, dat voert voor dit stuk een beetje ver, maar ik was het dus niet met hem eens. Het waarom heb ik eerder toegelicht. Zie ook het krankzinnige interview dat hij had met John Simpson van de BBC, een paar dagen voordat hij werd vermoord door Volkert van der G. Dat interview zegt eigenlijk alles. Wat vooral fascinerend aan dat interview is, is dat John Simpson, itt de meeste van zijn Nederlandse collegae, zich goed in de geschiedenis van Fortuyn had verdiept en wist dat hij nogal een politieke zwalker was. Simpson pakt Fortuyn stevig aan en vergelijkt zijn uitspraken met die van Le Pen (demoniserend!), die precies dezelfde dingen had gezegd. Maar Fortuyn gaat pas echt door het lint als Simpson wijst op zijn Marxistische verleden. Dat kan Fortuyn niet hebben en hij schopt Simpson zijn tuin uit. Dat vond Fortuyn dus erger dan dat hij stevig onder vuur werd genomen over die ‘achterlijke cultuur’. Misschien had Fortuyn het niet verwacht en had hij gewoon geen antwoord klaar (vrijwel niemand van de Nederlandse pers bevroeg hem hierover). Maar dat is de reden dat Fortuyn uiteindelijk stennis gaat trappen met Simpson en in verbijsterend slecht Engels tegen hem begint te sneren over de ondergang van het Britse Imperium. Het is hoe dan ook toptelevisie.
Kort na de moord kan ik me herinneren dat iemand uit het LPF kamp beweerde dat dankzij de ‘demonisering’ van Fortuyn in de vaderlandse pers, ook de buitenlandse pers verkeerd was voorgelicht. Simpson werd ook genoemd. Maar uit alles blijkt dat Simpson veel degelijker onderzoek had gedaan dan welke andere Nederlandse journalist op dat moment. Want het was slechts Simpson die hem vroeg ‘Did you say the same things in the time you were a Marxist?’ Dat was waar het echt om ging en Fortuyn van zijn stuk bracht, met zijn ‘are you a communist?’ Om vervolgens in zijn typische Engels te riposteren: ‘No, no, no, I don’t like this, Mister Simpson. I want this interview to be finished’. Daarom alleen al is dit korte interview een grote aanrader (hier nogmaals de link).
Maar terug naar 1996, toen Fortuyn voor het eerst zijn visie op de islam wereldkundig maakte. Ook toen maakte ‘Tegen de islamisering’ veel los. Berucht was het buitengewoon grove debat van Fortuyn met Marcel van Dam in het Vara debat-programma ‘Het Lagerhuis’. Dat ontaardde echt in een ordinaire scheldpartij, zeker als ik het nu terug zie. Erg inhoudelijk was het niet. Dat ‘debat’ is hier te bewonderen: http://www.youtube.com/watch?v=tMxS_xSKujU. Zinvoller vond ik van Dams daarop volgende column in de Volkskrant (zie http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article711352.ece/BESCHERMER_VAN_VOLK_EN_VADERLAND). De column betoogt in grote lijnen hetzelfde als wat ik hierboven heb uiteengezet. Waar ik wel een bezwaar tegen heb is de ‘Eichmann-vergelijking’. Al zegt van Dam dat slechts het uiterlijk van Fortuyn hem aan Eichmann deed denken, wat mij betreft was het meer dan terecht dat Fortuyn daar ziedend over was (en ook dat hij daarin hard van zich heeft afgebeten). Zou je dan alle kalende mannen met Eichmann mogen vergelijken? Het lijkt me niet. Bovendien, er zijn van Eichmann nauwelijks foto’s bekend (hij was berucht om zijn waakzaamheid dat geen camera hem kon vastleggen, al zijn er wel foto’s van na zijn arrestatie, maar toen was het al een oude man), maar op grond van de weinige foto’s die er van Eichmann uit zijn gloriedagen bestaan, vind ik dat Fortuyn helemaal niet op Eichmann lijkt. En verder zijn er ook geen overeenkomsten. Los van de misdadigheid van Eichmann (die überhaupt iedere vergelijking mank doet gaan), was Eichmann een grauwe en gezagsgetrouwe ambtenaar. Dat is wel het laatste wat je de flamboyante Fortuyn kan zeggen. Dus in vrijwel alle opzichten is deze vergelijking, los van dat ik het ook immoreel vind, een miskleun. Ik denk dat ik in deze duidelijk genoeg ben geweest.
Van Dams beschrijving van Fortuyns ronduit ‘draaikonterige’ politieke carrière is echter wel degelijk juist. Om die reden kreeg ik ook enigszins de lachstuipen toen weer wat jaren later diverse LPFers, als Mat Herben en anderen, zo gewichtig zaten te doen over Pim’s gedachtegoed. De tragedie ervan zag ik overigens ook; Fortuyn was immers vermoord, al vond ik niet dat die LPFers erg gewetensvol met zijn erfenis omgingen, uitgezonderd misschien Mat Herben (al kan ik me vergissen, want daar wordt verschillend over gedacht) en op zijn manier Harry Mens. Of Theo van Gogh (met zijn ‘de Goddelijke Kale’), hoewel die weer erg op Mat Herben was gebeten. Het is mij nooit helemaal duidelijk geworden hoe het precies zat.
Degene die misschien het beste heeft verwoord hoe ik tegen Fortuyn aankeek was Martin van Amerongen, in de Groene Amsterdammer van 25 november 2000 (zie http://www.groene.nl/2000/47/profiel-pim-fortuyn). Hier wat passages:
‘Pim Fortuyn. Een katholieke middenstandsjongen die met het marxisme flirtte, met slaande deuren de Partij van de Arbeid de rug toekeerde, zich ogenschijnlijk op de rechtervleugel van de VVD posteerde, ondertussen het platte populisme van de Socialistische Partij praktiserend, door de CD’er Hans Janmaat een kamerzetel kreeg aangeboden en inmiddels overal tégen is, zowel tegen «de mooi-weerpremier» Wim Kok als tegen de «snibbige» koningin Beatrix. Hij is de stand-up comedian van ondernemend Nederland, hij is een groothandelaar in meningen en meninkjes, die allemaal worden gepresenteerd met een aangebrandheid («Ik ben het zat. U ook?») alsof hij een bananenrepubliek bewoont in plaats van een hoogontwikkelde, liberale democratie waarin iedereen, «Prins Pim» (moeder Fortuyn over haar zoontje) niet uitgesloten, mag zeggen en schrijven wat hij wil.
Hij is de goeroe van de Elsevieryup die uitsluitend in beursnotities en xenofobe categorieën denkt. Gelaten laat hij zich de bewondering van marginale denkers als Harry Mens en Bob Smalhout aanleunen. Verbitterd hengelt hij naar iets van erkenning vanuit de wereld der mensen die er in werkelijkheid iets toe doen, zonder dat dit verlangen ooit zal worden gehonoreerd. Hij leeft al vanaf zijn jongelingsjaren in een wereld van schone schijn. Zeventien jaar was hij toen zijn parochie hem benoemde tot voorzitter van de werkgroep Huwelijk, Gezin en Seksualiteit, «een voorzitter die over deze thema’s het hoogste woord voert, wiens ervaring niet verder reikt dan een driemaal daagse afrukpartij». Burgemeester wilde hij worden, of paus, of desnoods minister-president (…)
Pim Fortuyn, de vleesgeworden ijdelheid der ijdelheden uit Prediker 12:8, is echter exclusief met zichzelf getrouwd. Hij is naar eigen zeggen «een geboren leider», «een gewiekst onderhandelaar», «een scherp debater», «een man met een missie», «de koningin van het feest» en «een held, soms een gemankeerde, dan weer een tragische of komische, maar toch een held». (…)
Het is een curieuze mengeling van vulgair ultralinks en agitatorisch ultrarechts, zoals dit sinds de liquidatie van De Waarheid en de opheffing van Volk en Vaderland in ons land geheel in ongerede leek te zijn geraakt. Eén column ging zelfs de redactie van Elsevier te ver. Het was Fortuyns beschouwing over het echtpaar Peper-Kroes, dat onlangs in ongerede is geraakt omdat het met de sociaal-liberale vingertjes in de suikerpot zou hebben gezeten. Schuldeloos waren «het brutaaltje» en «haar mannie» waarschijnlijk niet. Ook op de «consensus-masturbant» Kok en de ten stadhuize geposteerde «schijthuizen met kilo’s boter op hun hoofd» valt ongetwijfeld iets aan te merken. Niettemin, wat is er in Pim Fortuyn gevaren toen hij zijn column schreef? Was hij dronken? Was hij gedrogeerd? Was zijn gebitsprothese in een zijner favoriete jongemannenkontjes blijven steken?
«Lief echtpaar», besloot ons nationale geweten zijn bijdrage, «elk woord van deze column, wat zeg ik, elke letter daarvan, is bedoeld als een affront tegen jullie misselijkmakende praktijken. Ik en ik alleen ben hiervoor verantwoordelijk! Ik daag jullie publiekelijk uit een proces tegen mij aan te spannen wegens smaad. Ik lust jullie rauw, of zoals ze bij ons in Holland zeggen, ik maak jullie in met boter en suiker. Kom maar op als je durft, hou de weinige eer die jullie nog rest aan jullie zelf en spoedt jullie weg met het eerste het beste vliegtuig dat gaat, non-valeurs van de ergste soort!»
Dat kon dus niet, zelfs niet in Elsevier. Dus zette Pim Fortuyn zijn geweigerde bijdrage op zijn website. Wat wij reeds vermoedden werd bewaarheid. Hij beschikt over een echte fanclub. «Klasse, Pim!» Het zijn «allemaal zakkenvullers», met name die lui «uit de rood-fascistoïde hoek». Jij bent «een columnist met ballen». «Dat was prima gesproken, Pim.» «Als u eens wist wat die rode flikkers (!! FS) 45 jaar terug aan gegevens uit de Tweede Wereldoorlog hebben vernietigd, dan braak ik nog van woede.» «Sodeju, ferm geschreven!» «Dit moet op de voorpagina van de zaterdag-Telegraaf gepubliceerd worden.» Helaas voor de schrijver, voor zoiets is De Telegraaf te beschaafd en te gematigd’.
Tot zover deze passages uit dit briljante portret van Pim door Martin van Amerongen (zie overigens hier de complete geweigerde column van Fortuyn). Een week nadat Fortuyn werd vermoord overleed van Amerongen, dus de LPF heeft hij niet meer meegemaakt. Maar als je ziet wat voor ‘reaguurders’ (de fanclub) hij heeft geciteerd. Neelie Kroes als een onderdeel van de ‘Rode Flikkers’, hoe bedenk je het? En dat uitgerekend als een adhesiebetuiging aan Pim… Die ‘fanclub’ zegt wat mij betreft alles over de latere LPF en vermoedelijk nu over het PVV electoraat.
Wie misschien het eerlijkst over Fortuyn is geweest en wellicht ook het meeste wist, is de fotograaf Ari Versluis, bekend van zijn serie portretten die hij met Ellie van Uyttenbroek maakte (die ik overigens erg goed vind, zie bijv. http://www.digischool.nl/ckv2/bevo/kunstvakken2_2008/uyttenbroek/ariversluis.htm) . Versluis had ook een relatie met Fortuyn gehad en Fortuyn heeft hem later vele malen ‘zijn grote liefde Ari’ genoemd. In een interview met de NRC (van 14 juli 2007), waarin Versluis overigens zeer respectvol over Fortuyn sprak, zei hij ook: ‘De andere kant daarvan was de angst voor alles wat niet westers en christelijk humanistisch was. Liepen we in Parijs in de straten bij de Bastille, volkomen zwart, dan pakte hij mijn arm vast. Ik wil hier niet doorheen. (…) Natuurlijk liepen ze [de zwarten] te intimideren. Het is straatgedrag. Mij kon het niet schelen, maar hij had het zweet op zijn voorhoofd staan.’
Tot zover de voorgeschiedenis en mijn verhouding tot Pim. Zijn opkomst in de nationale politiek en de verschrikkelijke moord op hem ga ik hier niet uitgebreid bespreken, dat is al door vele anderen gedaan. Ik wil me in deze aansluiten bij wat Kees van Kooten over deze kwestie heeft gezegd (in het Marathoninterview dat hij samen met Wim de Bie gaf). Van Kooten: ‘Fortuyn als premier, ik had het hem willen zien doen, met die fractie van hem’. Achteraf gezien was dat mijns inziens het allerbeste geweest. Misschien had dat helend gewerkt en waren we dan nu van het rechtspopulisme verlost geweest, dat nu weer de kop opsteekt in een wellicht veel gevaarlijker vorm.
Dat Fortuyn tot grootste Nederlander aller tijden werd verkozen, vond ik bezopen, maar misschien veelzeggend. Wat ik wel weer van armoede vond getuigen is dat zijn politieke nazaten in Rotterdam zo makkelijk zijn huis en zijn boekencollectie hebben verpatst. Dat had nooit gemogen en dat zegt wel iets over hoe respectvol ze echt naar ‘hun’ Pim waren. Hoe je ook tegen het verschijnsel Fortuyn aankijkt, hij heeft wel zijn plaats in de vaderlandse geschiedenis veroverd en zijn huis en vooral zijn boekencollectie hadden bewaard moeten blijven, al was het maar voor wetenschappelijk onderzoek. Daarvoor hadden die vastgoedjongens hun portemonnee moeten opentrekken, dat was zinvoller geweest dan alle investeringen in de LPF daarna. Het zou een goede zaak zijn als er van de ‘grondlegger van het eenentwintigste-eeuwse Nederlandse populisme’ een degelijke intellectuele biografie verschijnt en daarvoor is zijn boekencollectie natuurlijk onmisbaar. Uitgerekend de socioloog Dick Pels, een vroegere collega, maar zeker geen vriend of medestander, heeft terecht gepleit voor het behoud van het ‘Pim Fortuynhuis’, met alles wat daarbij hoorde, maar zijn ‘discipelen’ lieten het afweten. Dat was belangrijker geweest dan dat onbenullige gedoe over dat bronzen standbeeld van hem, dat uiteindelijk door een botsing met een viaduct werd onthoofd op precies hetzelfde moment dat ook alle bronzen gedrochten van Saddam Hoessein in Irak omver werden getrokken (begin april 2003), een wel erg lullige samenloop van omstandigheden. De timing kon bijna niet ongelukkiger. In die zin heeft hij zeker pech gehad met zijn erfgenamen. Het fenomeen Fortuyn verdient het om goed bestudeerd te worden en hoe je het ook wendt of keert, in verschillende opzichten heeft hij zonder meer geschiedenis geschreven. Die eer komt hem hoe dan ook toe.
Dick Pels heeft overigens een verhelderend boek geschreven, ‘De geest van Pim; het gedachtegoed van een politieke dandy’, Anthos, Amsterdam 2003. Voor wie meer wil weten van het al dan niet vermeende ‘gedachtegoed van Pim’ (je kunt je namelijk terecht afvragen of er wel sprake is van een coherent gedachtegoed, in plaats van een verzameling sterk wisselende opinies), kan ik deze studie van harte aanbevelen.
Homo’s zijn ‘in’
Wat Pim Fortuyn zeker voor elkaar heeft gekregen is dat er nu hele volksstammen zijn die opeens ‘de homo’ (mijn soort mensen) op een voetstuk zijn gaan plaatsen. Ook types die aanvankelijk niets van ‘die flikkers’ moesten hebben (zie de door Martin van Amerongen geciteerde reacties onder de geweigerde column van Pim) blijken opeens idolaat van homo’s te zijn. Ik wil hier nog een keer wijzen op een essay van Gerrit Komrij, Waarom is Nederland zo dol op homoseksuelen? , op dit blog al eerder besproken. Met de trefwoorden ‘homo’s’ en ‘de Verlichting’ kun je tegenwoordig goede sier maken bij de ergste Archie Bunkers, wie had dat ooit gedacht? En dat is precies wat de meeste rechtspopulisten doen, zie Verdonk, zie Wilders. En het is goed scoren, want, van de academici van de Burke Sticting, via Ehsan Jami tot Henk en Ingrid, iedereen is voor ‘de homo’s’ en voor ‘de Verlichting’ (alhoewel, niet iedereen, zie Andreas Kinneging, maar ook Edmund Burke was oorspronkelijk juist weer geen voorstander van de Verlichting. Dat kunnen die Burkianen echter beter uitleggen dan ik). Net zo goed als dat diezelfde meute, Henk en Ingrid incluis, nu ook voor de ‘Joods-Christelijke en Humanitische Traditie’ is. Het is jammer dat Theo en Thea daar nooit een aflevering aan hebben gewijd. Zou wel mooi zijn geweest, in de vorm van een toneelstukje met Henk en Ingrid in de hoofdrol en met een leuke homo (of een moslim) die de Verlichting van Henk en Ingrid op de proef komt stellen. ‘Verlichting…errug hé? want iedereen heeft last van Verlichting’. Wie niet meer weet waar dit over gaat moet maar even op youtube zoeken, daar zijn genoeg oude afleveringen van Theo en Thea terug te vinden.
Je vraagt je af waarom de Verlichting tegenwoordig zo’n hoge vlucht neemt en opduikt waar je dit het minst zou verwachten. Ik denk dat ik wel een deel van het antwoord wel weet. Want er zijn ook mensen die niet voor de homo’s, niet voor ‘de Verlichting’ en ook niet voor de ‘Joods-Christelijke Humanistische Traditie’ zijn, tenminste daar gaan we van uit (ik heb het overigens niet over de SGP). En met die mensen hebben we een probleem…
Ergens doet me deze ontwikkeling een beetje denken aan het ‘Rad van Crow’. Thomas Crow is een Canadese socioloog die een theorie heeft ontwikkeld, die ook in de kunstgeschiedenis wordt toegepast. Het ‘Rad van Crow’ komt ongeveer op het volgende neer. Crow heeft als voorbeeld de impressionisten van eind negentiende eeuw genoemd. Deze stroming of stijl werd ontwikkeld binnen een subcultuur, zonder dat er veel waardering bestond bij de grote massa. Op een gegeven moment ontdekt de elite dit fenomeen en wordt deze stijl een deel van de ‘Hoge Cultuur’. Vanuit die positie wordt het langzaam gepopulariseerd en zinkt het af naar de massa’s, totdat het bijna een onderdeel is geworden van de populaire cultuur. In het geval van de impressionisten is dat duidelijk. Wat begon als een radicale avant-gardegroep, werd de smaak van de elite, om vervolgens te eindigen op reproducties in talloze huishoudens. Gezonken cultuurgoed dus. Goed, de vergelijking gaat misschien niet helemaal op, maar het lijkt er bijna op dat er met de ‘subcultuur’ van de homo’s (of met de ‘subcultuur’ van de Verlichting) in het vroeg eenentwintigste eeuwse Nederland ongeveer hetzelfde aan de hand is. Overigens zou je het verschijnsel Pim ook zo kunnen beschouwen, maar dan wel als een soort Rad van Crow dat de verkeerde of tegendraadse kant oprolt (het past wel bij de man). Pim begon ontegenzeggelijk als een subcultuur, werd ontdekt door de massa’s en nu doet de elite erg zijn best om te laten merken dat de Boodschap goed is aangekomen. Maar dat terzijde.
Al tijdens de opkomst en vooral direct na de moord op Fortuyn merkte ik al in mijn eigen omgeving dat uit naam van de hele westerse beschaving de homo plotseling ‘in’ is. Zolang die zich maar de omhelzing van de verlichte Pim aanhang laat welgevallen . Goed, veel vrienden van mij hebben me vaak voor de grap toegesneerd dat ik wel voor Fortuyn moest zijn (‘want hij is toch van jouw soort?’), maar ik heb het ook weleens niet ironisch bedoeld te horen gekregen. Van twee verschillende mensen, die ik nog kende uit mijn tijd bij Minerva in Leiden, die ik in het verleden menigmaal op ‘die gore flikkers’ had horen afgeven, heb ik te horen gekregen dat ze het onbegrijpelijk vonden dat ik zo kritisch naar Pim was. Zij waren er namelijk heel enthousiast over en ze konden niet begrijpen dat ik dat niet was. Juist ik zou dat moeten zijn, werd mij bijna bestraffend medegedeeld. Wees blij dat we jou nu wel accepteren. Ik was wel een beetje ondankbaar naar Pim.
Nu waren dit niet de slimste mensen, maar het is misschien wel exemplarisch hoe opeens de homo-emancipatie bijna is gekaapt door types waar ik me normaalgesproken niet bij thuis voel. Het blijkt dat uitgerekend de meest vulgaire rechtspopulisten opeens het hardst schreeuwen dat homoseksuelen moeten worden beschermd, tegen, jawel, de ‘Marokkaanse straatterroristen’, om met Geert Wilders te spreken. Maar ook Rita Verdonk begon opzichtig naar ‘de homo’ te lonken en kennelijk waren daar een aanzienlijk deel van mijn soortgenoten gevoelig voor, zoals bleek uit een enquête van Nova toen Rita net haar TON lanceerde (zie http://www.novatv.nl/page/detail/uitzendingen/5967).
Voordat er misverstanden ontstaan, ik vind ook dat dit probleem van Marokkaanse hangjongeren die zich schuldig maken aan agressie naar homoseksuelen (net als sommige autochtonen), niet met de mantel der liefde moet worden bedekt. En eventueel hard moet worden aangepakt, als dat nodig is. Maar er wordt nu ongeveer gedaan alsof er een dichotomie bestaat tussen ‘homo’s’ en ‘moslims’. Veel moslims zullen het daar overigens ook mee eens zijn, alleen is er een probleem: het is een biologische onmogelijkheid. Er bestaan namelijk ook homoseksuele moslims, of in ieder geval, onder de moslimpopulatie is naar alle waarschijnlijkheid een zelfde percentage homo als onder de rest van de bevolking. Maar daar heeft niemand oog voor, of dat wordt botweg ontkend. Dat hebben de Pim aanhangers gemeen met Imam Khalil El-Moumni.
Pim zelf heeft weleens iets over homoseksuelen met een islamitische achtergrond geschreven, in zijn roemruchte pamflet ‘Tegen de islamisering’. Overigens pas na een eindeloze verhandeling over zichzelf waarin hij zoal mededeelt: ‘Begonnen met mijn academische studie in 1967 belandde ik na een jaar in het studentenprotest en nam daar al snel een leidinggevende positie in. Dat was niet zo moeilijk, daar de beweging tamelijk anarchistisch was en wel wat bestuurlijk, denkend en sturend talent kon gebruiken. Het was allemaal erg vrij, ongeregeld en vooral open. Zo kon het gebeuren dat ik in korte tijd een gewaardeerde representant van de beweging werd, ondanks mijn vasthouden aan een korte haardracht en bij voorkeur driedelig grijs en blauw. Men vond het wel leuk en in elk geval praktisch. Door voorkomen, manieren en inzet was ik een uitstekende vertegenwoordiger van de beweging bij professoren, het universiteitsbestuur en zelfs ministers’ (Tegen de Islamisering, p. 64). Juist, zo kennen we Pim weer. Dit gaat nog een hele tijd zo door. Pim kakelt maar door over zijn eigen voortreffelijkheden. Vervolgens komen er allerlei sappige verhalen over zijn diverse seksuele escapades, om na tien pagina’s een paar mededelingen te doen over de islam en Islamitische homo’s. Na een paar gemeenplaatsen over de islam, zegt Pim bijvoorbeeld:
‘Hoezeer homoseksualiteit onder druk staat moge blijken uit het gedrag van homoseksuele islamitische mannen in homoclubs in Nederland. Binnen de omheining van de clubs gedragen zij zich net zo als autochtone homo’s en zijn zij volledig geaccepteerd, niet in de laatste plaats omdat zij nogal eens het ideale beeld van de homoman representeren. Daarbuiten beleven zij hun homoseksualiteit volkomen ondergronds. Familie, vrienden en kennissen weten zogenaamd van niets. Er openlijk voor uitkomen is er niet bij. De enkeling die de moed heeft om dat toch te doen, wacht in veel gevallen uitstoting in de vorm van een volledig sociaal en familiaal isolement, barbaarser kan het nauwelijks! Temeer, indien men zou beseffen dat homoseksualiteit veelal geen bewuste individuele keuze is, maar een genetische speling van de natuur. Voor een gelovig mens- jood, christen of islamiet- zijn wij geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Zou het Hem behagen homoseksuelen te scheppen en hen voorts heel sadistisch te verbieden om naar deze natuurlijke geaardheid te leven en ervan te genieten en deze vorm te geven in liefde en seksualiteit? Het lijkt me nogal onlogisch, meneer van Dijke van de RPF en bevindelijke imam van Rotterdam, meneer Elmoumi! (curs. FS) Er valt dus nog een wereld aan emancipatie te winnen!’ (p. 75)
Je hoort het hem bijna zeggen. Maar dit is het zo’n beetje. Voor een serieuze beschouwing over dit onderwerp vind ik dit enigszins magertjes. Bovendien presteert Pim het ook nog om in dit korte stukje tekst dat er nog een beetje toe doet de naam van Khalil el-Moumni verkeerd te spellen. Maar met die ‘exotische’ namen heeft Pim het sowieso een beetje moeilijk. Uit de recensie van de arabist Hans Jansen:
‘Hoe serieus kun je een boek nemen waarin (we nemen hier de bladzijden 33 tot en met 38) de namen van de premier van Israël, de president van Bosnië en de belangrijkste Algerijnse fundamentalistische beweging fout worden geschreven ? Zulke fouten zijn ook daarom zo ernstig omdat studenten aan hbo en universiteit ten koste van veel belastinggeld moeten leren dat het van belang is namen goed te spellen, bijvoorbeeld ‘Fortuyn’ en niet ‘Fortuin’. Kunnen of willen ze dat niet leren, dan krijgen ze een negatief ‘bindend studieadvies’. Maar die professor doet het zelf, kunnen ze nu roepen. Ik zie de warrige beroepszaken al voor me. Gaat het boekje eigenlijk wel over islamisering of de islam ? Zou het niet een goed idee zijn om, als je over de islam schrijft, eens iets uit- of na te zoeken, over de islam en over godsdienst in het algemeen, of over de band tussen godsdienst en politiek ? Maar ja, wie zijn vermaningen loopt te dicteren, heeft voor iets nakijken natuurlijk geen tijd’.
Aldus Hans Jansen in ‘Fortuyn roept maar wat over de islamisering’, Het Parool, 2 januari, 1997. Dat was overigens wel de Hans Jansen van toen. Tegenwoordig gaat Hans Jansen nog veel verder dan Pim. Ook staat hij blijkbaar zeer welwillend tegenover de huidige Pim-aanhang, althans wat er nog van over is. Zo stelde hij recent mede de bundel ‘Eindstrijd; de finale clash tussen het vrije westen en een traditionele islam’ samen, uitgegeven door de WSP Fortuynstichting in 2009 (zie hier het voorwoord van Mat Herben en de inleiding van Hans Jansen). Deze publicatie zal ik later uitvoerig bespreken in een nog te verschijnen bijdrage. Maar wat ik er alvast over kwijt kan is dat dit apocalyptische boekwerk (alleen de titel al) dichter bij het gedachtegoed van Wilders staat dan bij de gezellige polderxenofobie van Pim Fortuyn. Veel van Wilders buitenlandse vrienden, als Robert Spencer, Daniel Pipes, Douglas Murray, Lars Hedegaard, Ibn Warraq en Bat Ye’or, hebben hier een bijdrage aan geleverd. Daarbij vergeleken is Pim slechts kinderspel. Wie op de website van Wilders grote Amerikaanse vriendin Pamela Geller kijkt, komt ze allemaal tegen. Dat geldt helemaal voor de International Free Press Society. Daar staat iedereen op die toe doet in de wereld der anti-islamactivisten. Geller, Wilders, maar ook Jansen, prijken prominent op dit trefpunt van het ‘Internationale Genootschap der Islambashers’. Maar daar ga ik nog op een later tijdstip uitgebreid aandacht aan besteden. Wie alvast een voorproefje wil nemen, kan ik verwijzen naar Jansens artikel De terreur van de brandende afgunst, dat hij in 2004 publiceerde in De Internationale Spectator (Clingendael), zie hier. Hierbij is Fortuyn de gematigdheid zelve. Het is zelfs zo extreem dat ik het eigenlijk te pijnlijk vind en ook niet goed weet wat ik ermee aan moet, maar ik voel me bijna enigszins verplicht om het nog een keer te bespreken, net als de apocalyptische bundel Eindstrijd. Wordt dus nog vervolgd.
Maar terug naar de Hans Jansen van vroeger. Wat betreft Jansens opmerkingen over de spelling van de namen, Fortuyn schrijft ‘Izetbegović’ als ‘Izobegovitsj’ en ‘FIS’ als ‘FIZ’. Een verkeerd gespelde naam van een premier van Israël heb ik niet kunnen terugvinden, maar ik heb een latere uitgave uit 2001. Wellicht heeft Fortuyn, immers een groot fan van Israël, het eea gecorrigeerd voor deze latere editie. De naam Rabin valt twee keer, maar die heeft Fortuyn correct gespeld (in deze editie althans, ik ben overigens wel benieuwd wat Fortuyn daarvan zou hebben gemaakt in de editie van 1997). Maar wat betreft de islam (begrippen en namen), vindt Fortuyn de details niet al te belangrijk. Het gaat hem meer om zijn ‘grootse en meeslepende visie’.
Over de vluchtelingenproblematiek schrijft Fortuyn onder meer: ‘Het betekent voorts het onmiddelijke opzeggen van het Verdrag van Schengen en daarmee herstel van de landgrenscontroles- voor Schiphol bij de slurf, zodat ongewenste bezoekers onmiddelijk naar het betreffende vliegtuig kunnen worden teruggestuurd, dat zal de vliegtuigmaatschappijen leren hun verantwoordelijkheid te aanvaarden!-het opzeggen van het verouderde VN-vluchtelingenverdrag uit 1951 en het buiten werking stellen van het merendeel van van de wet op gezinshereniging. Een bruid of bruidegom zoekt betrokkene maar in dit land, broertjes en zusjes, neefjes en nichtjes, ooms en tantes, vaders en moeder e.d. zijn helaas niet meer welkom. Het valt voor ons niet te controleren en we weten inmiddels maar al te goed dat hier op grote schaal door belanghebbenden de hand mee is en wordt gelicht, dus helaas, pindakaas!’ (p. 47).
Het staat er echt. Mijn hemel, wat een tekst. En was het maar zo simpel. Je vraagt je ook af of homoseksuele asielzoekers, die op de vlucht zijn voor vervolging in Iran, Sudan of Afghanistan ook zo’n behandeling van Fortuyn mogen krijgen. Of is dat ook voor Fortuyn: ‘hup de slurf weer in’ en ‘helaas pindakaas?’ Dat hier hele volksstammen voor warmliepen, gezien het electorale succes van de LPF. Goed, die partij bleek een ramp te zijn en was ook snel weer verdwenen, maar Pim kon er zelf ook wat van. Alleen is dat electoraat er nog wel, dat zijn vermoedelijk dezelfde proleten die nu achter Wilders aanlopen.
Maar het gaat hier om de kwestie ‘homo’s’, zoals die door Fortuyn is aangekaart. En dan moet ik zeggen dat de observatie van Fortuyn wat betreft islamitische bezoekers van het homsoseksuele uitgaansleven wel klopt, tenminste ik herken daar ook wel mijn eigen waarnemingen in. En dat er een wereld aan emancipatie valt te winnen, daar ben ik het helemaal mee eens. Maar denkt Fortuyn dat hij de door hemzelf aangekaarte broodnodige emancipatie helpt door met ‘grenzen dicht voor islamiet (helaas pindakaas)’ en ‘achterlijke cultuur’ te gaan schermen? Het lijkt me niet. Wat Fortuyn kennelijk ook toen is ontgaan is dat homoseksuele moslims wel degelijk bezig zijn om zich te organiseren en, soms in alle stilte, aan hun emancipatie werken. Er bestaan verschillende organisaties, verenigingen en ontmoetingsplaatsen waar homo’s met een islamitische achtergrond zichzelf kunnen zijn, als homo en als moslim. Ik ken ze wel. Maar daar hoor je de platte populisten als Fortuyn en zijn leerlingen, mevrouw Verdonk en Geert Wilders nooit over. Want dat past niet in hun agenda. Voor hen zijn de moslims het probleem en zijn de homo’s een excuus. Was Fortuyn misschien nog enigszins oprecht geïnteresseerd in het welzijn van de islamitische homoseksuelen (alhoewel ik ook daar mijn twijfels over heb) voor zijn opvolgers zijn homo’s niet meer dan een middel om op diverse etnische minderheden af te geven. Samen met ‘de Verlichting’ zijn ‘de homo’s’ het ideale instrument geworden van xenofoob populistisch rechts, wie had dat ooit kunnen bedenken?
Gaypride Toronto 2008 (bron: http://www.gaymiddleeast.com/). In de werkelijke emancipatiestrijd van islamitische homoseksuelen, die overigens hard nodig is, zijn rechtspopulisten als Fortuyn, maar ook Wilders, Verdonk en geestverwanten, niet geïnteresseerd. Overigens, mochten ze plotseling wel deze interesse ontwikkelen, zou ik, als ik in hun schoenen zou staan, de boot afhouden. Want ook dan zou de homokwestie verworden tot een middel voor een xenofobe agenda. Praten met bestuurders als Ahmed Marcouch (die op dit gebied overigens zeker zijn nek uitsteekt, waarvoor hulde) lijkt me veel zinvoller.
De Januskop
Hoe enthousiast de erfgenamen van Pim echt zijn, wanneer ze worden geconfronteerd met wat homoseksualiteit daadwerkelijk inhoudt, blijkt uit het volgende recente voorbeeld. Van de website ‘Het Vrije Woord’, een site van de Fortuynistische jongerenbeweging (http://www.hetvrijewoord.org/?p=289 ):
Gemeente vuistdiep in perverse homoclub
Door Alexander van Hattem
‘De gemeente Eindhoven mag zich graag afficheren als ‘technology’ en ‘design’ stad, maar menigeen blijft de stad associëren met de affaire rond het Anne Frankplantsoen van enkele jaren geleden. Toenmalig burgemeester Welschen (PvdA) voelde zich zelfs geroepen om PSV-directeur Fons Spooren publiekelijk aan de schandpaal te nagelen als HIV-besmette bezoeker van dit park – nog voordat de rechter zich in deze zaak had uitgesproken. Al met al weinig bevorderlijk voor het imago van de stad, maar nog minder voor homoseksuelen in z’n algemeenheid. In plaats van zich als overheid echt in te zetten voor de belangen van homoseksuelen, die door haatuitbarstingen van islamitische achterlijkheid steeds meer in een hoek gedrongen worden of niet meer normaal voor de klas kunnen staan (wat een leraar op een school in het naburige Nuenen heeft ondervonden – zonder enige steun van de laffe schooldirectie), ondersteunt de gemeente een organisatie die niet bepaald bezig is met de publieke belangen van homoseksuelen, maar met perverse seksfeesten.
Uiteraard is er sprake van seksuele vrijheid waarbinnen eenieder zijn eigen vrijheid en verantwoordelijkheid kent, maar welk publiek belang is er bij gediend om als overheid ondersteuning te verlenen aan een organisatie die zich bezig houdt met “fetish parties, bijvoorbeeld SM, Leather & Law, Fistfuck en Golden Shower” – waarmee Stichting Het Vagevuur het Eindhoven zich afficheert. Wie zich van deze activiteiten geen beeld kan vormen, heeft weinig verbeelding nodig bij een bezoek aan hun website www.vagevuur.com.
Nu blijkt dat deze organisatie al enkele jaren gemeentelijke ondersteuning heeft ontvangen en dit mogelijk in het vervolg nog steeds zal ontvangen. Een vreemde zaak, waar actualiteitenrubriek Netwerk vanavond 23 oktober aandacht aan zal besteden’.
Tot zover deze opmerkelijke tekst van Alexander van Hattem. Het lijkt me interessant om deze tekst gedetailleerd te bespreken. Allereerst de affaire Fons Spooren. Hoewel ik deze zaak niet tot in alle details ken, is Spooren voor zijn escapades uiteindelijk veroordeeld. Het is een uitermate pijnlijk verhaal van een getrouwde man die een dubbelleven erop na hield en buiten zijn huwelijk stiekem seks had met minderjarige jongens en het ook niet zo nauw scheen te nemen met de basale safe seks regels. Verder heb ik weinig behoefte om over deze zaak uit te wijden. De man is veroordeeld en naar wat ik ervan heb begrepen terecht.
Dan die docent in Nuenen. Dat lijkt me een buitengewoon schrijnend verhaal en wat mij betreft had die schoolleiding moeten optreden. Er is in verschillende media aandacht besteed aan deze kwestie (hier een bericht van de site van de Gay krant) en ik denk dat het om meer redenen een weinig verkwikkende zaak is. Als ik het zo lees waren bepaalde elementen in de schoolleiding ook niet helemaal vrij van homofobie. Schandelijk ook dat iemand van de schoolleiding aan em had gevraagd of misschien niet ook pedofiel was. Dat stinkt al behoorlijk naar een homofoob klimaat. Dus helemaal verkeerd.
Wat mij niet helemaal duidelijk is, waarom deze Alexander van Hattem de kwestie van de school in Nuenen in verband brengt met ‘haatuitbarstingen van islamitische achterlijkheid’. Waren het dan leerlingen met een islamitische achtergrond die de docent treiterden en bedreigden. Was dat directielid dat over pedofilie begon een moslim? Ik heb uitgebreid gezocht, maar heb er niet de minste aanwijzing voor gevonden. Waarom dan deze zaak in verband brengen met ‘islamitische achterlijkheid’? Ik heb niet het idee dat het daarom ging. En geloof me, er is soms nog steeds sprake van homofobie in autochtone kring. Dat is echt nog niet weg.
Dan de kwestie van ‘het Vagevuur’. Alleen de titel van die column al: ‘Gemeente vuistdiep in perverse homoclub’. Pardon?? Moet ik hieruit begrijpen dat de erfgenamen van Pim homo’s best leuk vinden, zolang ze maar geen dingen doen die ze met hun eigen gesundes Volksemfinden niet kunnen bevatten en zelfs pervers vinden? Van je mag het wel zijn, maar het niet doen, laat staan op die manier?
Pijnlijk is het dat dit wolvengehuil in naam van ‘Pim’ gebeurt. Het schoot me weer te binnen dat Theo van Gogh de LPF en andere aanhangers van ‘de goddelijke Kale’ steevast ‘pygmeeën’ noemde. Als je dit ziet begrijp je wat hij bedoelde, zij het dat ik de beeldspraak wat minder geslaagd vind.
Ik realiseer me dat dit ook een beetje de tragiek van Fortuyn was. Zelf wilde hij alles groots en flamboyant doen, niets liever dan Oscar Wilde in zijn dandyisme overtreffen, maar erkenning kreeg hij slechts van de meest bekrompen kleinburgers. Alleen al de onderstaande reacties. Ik geef er hier twee weer:
‘Je zou toch niet willen dat de ‘ad melkerts’ van Nederland niet meer naar de sm-kelder zouden kunnen gaan?
Pedoseksuelen ok, die moeten maar naar Thailand. De rest van het ambtenarenapparaat (leernichten etc.) moeten gewoon door de belastingbetaler aan hun behoefte worden voldoen’.
of deze:
‘Te gruwelijk voor woorden: kwetbare werkelozen te werk stellen in bordeel of homoclub.
Om nog maar te zwijgen over de toename van mensen met HIV, wat de gemeenschap een vermogen kost.
Bezoekers van het vagevuur, maar ook hetero/homofeest wasteland-Amsterdam, nemen bewust een risico om met HIV infectie op te lopen, en vervolgens kan de maatschappij daarvoor opdraaien.
Hetero of homo, ieder mens is gelijkwaardig, maar dit is schandalig!!!!!!!’
Zie hier het ware gezicht van de echte Pim-gelovige. En waarom Ad Melkert erbij halen? Ik denk dat, als je aan het speculeren slaat, het realistischer is om te denken aan de eigen leidsman. Het zou zomaar kunnen….
Goed, over de zaak zelf valt wel wat op te merken. Je kunt je afvragen of een club als het Vagevuur wel subsidie van de gemeente had moeten krijgen. Dat vind ik ook enigszins discutabel. En om er werklozen te werk stellen, dat was echt een heel stom plan. Maar dat vervolgens uitgerekend de locale LPF zich in Pims naam er sterk voor heeft gemaakt om deze ‘zedeloosheid’ de das om te doen, laat zien dat de discipelen toch iets minder ruimdenkend zijn dan zij zich graag voordoen, vooral naar de moslimpopulatie. Zelf ken ik een paar vroegere bezoekers van het Vagevuur en die vonden het op z’n zachtst gezegd nogal vreemd om door de aanhangers van uitgerekend Pim Fortuyn zo op de goede zeden gewezen te worden.
Overigens zou het geen gek idee zijn dat er, eventueel in nauwe samenwerking met de plaatselijke GG&GD, ervoor gezorgd had kunnen worden dat alle safe seks maatregelen in acht zouden worden genomen en dat er ook gratis condooms, glijmiddel, etc. (vul zelf maar in) waren gefaciliteerd. Ook in Amsterdam werken dit soort clubs of organisaties vaak nauw samen met de GG&GD en dat is alleen maar goed. Dus dan is er ook sprake van enige samenwerking met de overheid. Het lijkt me niet dat die LPFers daarop tegen zouden kunnen zijn. Of toch? Want het was wel heftig wat daar gebeurde. Alleen denk ik dat je het het moeilijk niet in de geest van Pim zou kunnen vinden. Want geloof me, Pim had namelijk precies die liefhebberijen die in het Vagevuur beoefend werden.
Misschien moet ik hier wijzen op een serie foto’s van de inmiddels ter ziele gegane Shaft in Rotterdam. Ook Fortuyn is hier te bewonderen De foto’s zijn overigens stevig (zeker 18+), daar wil ik bij deze voor waarschuwen. Maar omdat ze openbaar op internet zijn gezet door iemand die waarschijnlijk nauw betrokken was bij dit gebeuren, voel ik me niet bezwaard om een linkje te plaatsen. Het gaat dus niet om een persoonlijk of discreet profiel, maar om een openbare site. Dus het plaatsen van een link vind ik in dit geval specifieke geval wel kunnen. Met verder alle respect voor de personen die hier in beeld zijn gebracht, inclusief Fortuyn zelf, zeker in dit geval. Bij deze: ‘The Shaft, a Rotterdam Legend; a sentimental journey’ http://www.homowebmuseum.nl/log/shaftpix.html
Ik kan me voorstellen dat mensen dit shockerend vinden, zeker als je zoiets nog nooit gezien hebt. Maar goed, de Shaft was binnen een bepaald segment van de homogemeenschap echt een monument (dat was het Vagevuur in bepaalde mate ook, maar met dat soort fijngevoeligheden hoef je bij de kleinburgers die zich Pims ‘erfgoed’ hebben toegeëigend natuurlijk niet aan te komen). Zelf heb ik het allemaal niet meer meegemaakt, maar ik ken redelijk wat mensen die de Shaft nog in volle glorie hebben gekend. Als ik die foto’s zie vind ik ze eigenlijk wat aandoenlijk en ook alweer enigszins gedateerd. Je ziet dat het van een tijd geleden is. De mode is ook op dit gebied iets veranderd (al die snorren zie je eigenlijk niet meer) en dit soort plekken zien er tegenwoordig een beetje anders uit (vooral strakker en ‘cleaner’). Maar het is iets dat nog steeds bestaat. En gelukkig maar, want daar is niks mis mee, hooguit voor de brave volgelingen van Pim. Die hadden namelijk een veel idyllischer beeld van ‘knuffelhomo’, zie het essay van Komrij. Zo van ‘homo’s zijn lief, zolang ze het maar niet met elkaar doen’. ‘Carlo Bosschart op de TV mag wel, maar dat vuistwerk in die duistere krochten gaat echt alle perken te buiten’. Alleen vrees ik voor de brave LPF aanhangers dat Pim vooral een representant van de laatste categorie was.
De brave locale aanvoerder van de LPF, Rudy Reker, vindt het trouwens ‘langs de beesten af’, zoals hij EO Netwerk liet weten (zie hier de uitzending, waar overigens een heleboel op is aan te merken, zie deze uitstekende analyse van studenten van de School voor Journalistiek). Deze meneer Reker van de LPF Eindhoven zegt verder: ‘Want daar zijn mannen bezig in de modder, met hangmatten (! FS) en met maskers op’. Toch wel geestig om zo’n type te horen omschrijven waar die rare nichten volgens hem mee bezig zijn. Hij heeft ongetwijfeld iets gezien, maar heeft hij ook begrepen wat hij precies heeft gezien? Het is bijna schattig. Misschien moet deze brave maar boze meneer een blik werpen op de ‘Shaftpics’. Want precies die activiteiten die door hem worden opgesomd zijn daar te bezichtigen (en nog veel meer). En Pim? Ja, Pim ook. Dat de echte Pim zich aan hem moge openbaren. Alhoewel hij net zo goed het verzamelde werk van zijn grote leidsman kan raadplegen, want Pim was niet te beroerd om regelmatig zijn van eigen avonturen getuigenis te doen.
Dat dit effect heeft gehad blijkt wel uit een mededeling op de site van het vroegere Vagevuur (http://www.vagevuur.com/). Daar lezen we: ‘Zoals wellicht bekend is het Vagevuur onderwerp geworden van negatieve media aandacht (reportage in EO’s Netwerk, stukken in de pers) naar aanleiding van vragen van de Eindhovense gemeenteraadsfractie van de LPF. Geconfronteerd met deze externe druk, denkend aan mogelijke gevolgen voor medewerkers en bezoekers, is het bestuur tot de conclusie gekomen dat voortzetting van onze party activiteiten niet langer op een verantwoorde manier mogelijk is’. Goed, het gaat mij er niet om of er perse werklozen hadden moeten worden ingezet. Ik denk niet dat dit verstandig was, al schijnt het uiteindelijk maar om een geval te zijn gegaan. Bovendien gebeurde dit niet eens de gemeente zelf, maar door een bedrijf dat als tussenpersoon optrad. Maar dat dit alles om zeep is geholpen door een provinciale fatsoensrakker, die zogenaamd in de geest van Pim handelde, is wel een beetje krankzinnig.
Zie hier de hypocrisie van de hedendaagse volgelingen van Pim. ‘Zo zou Pim het gewild hebben’, ik zie het de locale LPFers al reutelen. Helemaal in de geest van Pim! Ik dacht het niet. Je zou bijna wensen dat de Geest van Pim zou nederdalen om deze verzameling kleingeestige apostelen toe te sneren: ‘Een hangmat?? Zoiets heet een sling, meneeer!’ Kortom, het lijkt me eerder dat met deze daad van de kort daarna opgeheven LPF het laatste stukje authenticiteit van Pim ten grave is gedragen. Een bijna symbolisch einde van de partij die zijn naam droeg. Het is trouwens wel ironisch dat juist deze overactieve afdeling Eindoven vorig jaar nog van zins was om de opheffing van de LPF middels een kort geding ongedaan te maken, zie hier. Opheffen die handel, juist die afdeling. En herstel het Vagevuur weer in ere. Uit naam van Pim!
Al gaat het niet helemaal op, ergens doet me deze kwestie denken aan het poezelige beeld dat er in de jaren negentig van de multiculturele samenleving bestond. Dat was allemaal een grote multiculturele harmonie, totdat men ontdekte dat de ‘knuffelmarokkaan’ eigenlijk niet bestond. De verontwaardiging die daarop volgde resulteerde in de Leefbaar Rotterdam en de LPF. Nu bestaat er nog iets van het kitscherige beeld van de knuffelhomo, maar… om met Gerrit Komrij te spreken: ‘Macht blijft macht. Ik kan, als homoseksueel uit een verloren tijd, nog signalen lezen. En al die signalen geven te kennen dat er iets zwaait voor de homoseksuelen als ze niet langer aan de eis van knuffelbaarheid voldoen’.
Ik kan me herinneren dat er kort na de El Moumni affaire in de NRC, linksonder op de voorpagina, een Kamagurka (of waren het nog de wereldbolletjes, of misschien toch Fokke en Sukke?) ons op de volgende tekst tracteerde: ‘Blijf met je rotpoten van onze rotpoten af!’. Wat mij betreft is daarmee alles gezegd over de huidige homovriendelijkheid van xenofoob populistisch rechts.
Pim schijnt ooit gezegd te hebben: ‘Vind je mij al eng? Dan moet je mijn aanhang eens zien’. Ik denk dat ik het daarin wel met hem eens ben. Het is gewoon ‘van de beesten af’. Die aanhang zal in brede zin op dit blog nog uitgebreid ter sprake komen, de PVV van Wilders, maar ook de bundel Eindstrijd, die door de WSP Fortuyn Stichting werd gepubliceerd. Wordt hoe dan ook vervolgd.
Floris Schreve
Tot zover Fortuyn en de Fortuynisten. Terug naar de actiegroep Right to feel safe, waar ik dit stuk mee begon. Hoewel ik langzamerhand een beetje huiverig ben geworden voor dit soort manifestaties (tenminste, ik was er bang voor dat er ook types als Rita Verdonk zouden rondlopen die hun krokodillentranen zouden laten vloeien om ‘mijn rechten’), ben ik toch gaan kijken. De demonstratie was gelukkig niet een verlengstuk van de huilende wolven. Er was geen Rita Verdonk (zie mijn allereerste blog artikeltje) of een nog ergere representant van het nieuwe homovriendelijke populisme die het podium besteeg. Ik denk dat de demonstratie multicultureler was dan menig LPFer lief is (maar dat is wel aan de foto’s te zien). Hier een kleine impressie. De foto’s zijn van mijzelf en afkomstig van Erik (www.partyshots.nl ), zo’n beetje de bekendste fotograaf van de Amsterdamse homoscene, die ik alweer een poosje ken.
Dolly Bellefleur, boegbeeld van de Amsterdamse homo-scene met een agente van het netwerk roze in blauw van de politie Amsterdam, zie http://www.volkskrant.nl/binnenland/article448808.ece/Wij_zijn_geen_theedrinkend_homoclubje
D66 kamerlid Boris van der Ham
Christenen….althans, sommigen
Dit gaat voor een keertje niet over moslims. Van de facebookgroep Ik scheur het Reformatorisch Dagblad in kleine stukjes (waarbij ik me na dit bericht meteen heb aangesloten):
“Het Reformatorisch Dagblad heeft zich maandag in een hoofdredactioneel commentaar teleurgesteld getoond dat de president van Malawi snel is overgegaan tot het verlenen van gratie aan een veroordeeld homopaar. De twee mannen kregen door een rechtbank in de stad Blantyre een gevangenisstraf van 14 jaar opgelegd vanwege ‘grove obsceniteit en onnatuurlijke daden’, maar kregen gratie na een gesprek tussen secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon en president Bingu wa Mutharika.
Het Reformatorisch Dagblad noemt het ‘jammer dat de Malawische president zo snel door de knieën ging’, ook al is 14 jaar gevangenisstraf ‘fors, zeker voor westerse begrippen’. Het commentaar vervolgt: ‘Als de burgers van Malawi willen weten waar dit spoor eindigt, moeten ze de komende tijd de politieke verslaggeving uit Nederland volgen.’
Het dagblad doelt daarbij op het initiatiefwetsvoorstel van D66 om het voor scholen niet langer mogelijk te maken leraren te weren op grond van hun homoseksuele levenswijze. ‘Een ruime Kamermeerderheid steunt dit voorstel en dat zal door de komende verkiezingen nauwelijks veranderen. Het is niet uitgesloten dat hier straks het omgekeerde gebeurt van wat de rechters in Malawi deden: niet degenen die zich openlijk homoseksueel gedragen, worden bestraft, maar juist christenen en moslims die dat gedrag zondig noemen.’
Ook is de krant niet gelukkig met de protesten van minister Verhagen en hoofdredacteur van de Gaykrant Henk Krol, die meende dat het de morele plicht is te protesteren omdat Nederland als eerste land ter wereld het homohuwelijk invoerde. ‘Dat dat haaks staat op de Afrikaanse cultuur en indruist tegen de opvatting van de overgrote meerderheid van de bevolking, nemen homolobbyisten voor lief.’
Ook Ban Ki-moon moet het ontgelden. ‘Kennelijk had deze kwestie een hoge prioriteit voor de VN, terwijl Ban Ki Moon zich nog niet zo vaak druk heeft gemaakt over folteringen van christenen’, zo meent het dagblad.
Op Twitter reageren verscheidene politici boos op het commentaar. PvdA-Kamerlid Diederik Samson noemt het ‘ronduit stuitend’. Femke Halsema (GroenLinks) vraagt aan André Rouvoet (ChristenUnie). ‘Ha @andre_rouvoet, kun jij Hoofdredactioneel Ref.Dagbl over Malawi niet veroordelen? Heeft meer effect dan wanneer ik dat doe.’ Boris van der Ham (D66) heeft het over een ‘schandalig stuk’. VVD-Kamerlid Helma Nepperus is ‘echt geschrokken’.”
bron: Volkskrant 31 mei 2010
De site van het Reformatorisch Dagblad is op dit moment uit de lucht, dus ik kan voorlopig niet verwijzen naar de volledige tekst (wat ik het liefst had gedaan). Maar hoe dan ook, weer een reden om op 9 juni vooral progressief, vrijzinnig en seculier te stemmen. Voor mij dus geen homofobie, islamofobie en zelfs geen christenfobie. Zolang religie en politiek gescheiden blijven. Liever een land met hoofddoek en gaypride dan zonder. En voor de goede orde, in een eerder artikel heb ik mij positief over Rouvoet uitgelaten (dus zo’n scherpslijper ben ik niet). Maar, om met Femke te spreken: ‘Andre, laat wat van je horen!’ En misschien is dit ook een kwestie waar Refo Anders, een club waar ik toch wel bewondering voor heb, al zou ik nooit de keuzes maken die zij voorstaan (je mag het wel zijn maar het niet doen), zich over moet uitspreken. Of iets voor kandidaat-kamerlid voor de Christen Unie Jonathan van der Geer. Of misschien Sander Chan, zie zijn blog hier. En Arie Boomsma natuurlijk, maar die doet al genoeg goed werk (zie hier). Mijn zegen hebben jullie. Succes!
Floris Schreve
Update: Hier de volledige tekst van het commentaar uit het Reformatorisch Dagblad van 2 juni 2010(http://www.refdag.nl/opinie/commentaar/commentaar_homowetten_1_481591 ):
Commentaar: Homowetten
02-06-2010 20:45
De Verenigde Naties konden in het verleden rekenen op forse kritiek vanuit de hoek van onder andere de SGP. Ds. Kersten schroomde niet om de organisatie te betitelen als het „gouden kalf” waar bijkans de hele wereld omheen danste. In later jaren is dat beeld wat bijgesteld, maar orthodoxe christenen blijven een unheimisch gevoel houden bij de manier waarop de VN de wereldvrede nastreven.
Dat zal niet verbeterd zijn door het recentste wapenfeit van de VN. Twee homo’s in Malawi zijn zaterdag vrijgelaten nadat ze een enkele week eerder veroordeeld waren tot veertien jaar gevangenisstraf. De secretaris-generaal van de VN, Ban Ki Moon heeft zaterdag persoonlijk het parlement in Malawi toegesproken om zijn afkeer te uiten van de strenge antihomowetten in het land. Nog dezelfde dag verleende de president van het land hun gratie. Het homostel was al in december opgepakt, direct na hun verloving, omdat uitingen van homoseksualiteit in Malawi verboden zijn, zoals in veel Afrikaanse landen. De mannen waren van plan dit jaar te trouwen. Daarmee zouden ze het eerste homopaar in zuidelijk Afrika zijn.
Kennelijk had deze kwestie een hoge prioriteit voor de VN, terwijl Ban Ki Moon zich nog niet zo vaak druk heeft gemaakt over folteringen van christenen. Ban benadrukte in zijn toespraak voor het parlement ook dat Malawi zijn wetten moet aanpassen aan „internationale standaarden.” Dat roept echter wel de vraag op wie hierin de norm bepaalt. Want terwijl plaatselijke christelijke en islamitische leiders de veroordeling van de mannen hadden toegejuicht, voerden diverse landen een lobby tegen de regering van Malawi. Ook Nederland heeft een reputatie op dit gebied: minister Verhagen noemde het vonnis vrijwel direct „meer dan afschuwelijk.” In de Volkskrant noemde homobelangenbehartiger Krol het protest tegen het Afrikaanse land onze morele plicht, omdat Nederland het eerste land ter wereld was dat het homohuwelijk legaliseerde. Dat dat haaks staat op de Afrikaanse cultuur en indruist tegen de opvatting van de overgrote meerderheid van de bevolking, nemen homolobbyisten voor lief.
Veertien jaar is fors, zeker voor westerse begrippen. Toch is het jammer dat de Malawische president zo snel door de knieën ging. Als de burgers van Malawi willen weten waar dit spoor eindigt, moeten ze de komende tijd de politieke verslaggeving uit Nederland volgen. Zaterdag was er een voorproefje: D66 kondigde aan eerdaags de veelbesproken initiatiefwet in te dienen die de enkelefeitconstructie ongedaan maakt. Als deze wet van kracht wordt, kunnen christelijke scholen niet langer docenten met een homoseksuele leefwijze weren.
Een ruime Kamermeerderheid steunt dit voorstel en dat zal door de komende verkiezingen nauwelijks veranderen. Het is niet uitgesloten dat hier straks het omgekeerde gebeurt van wat de rechters in Malawi deden: niet degenen die zich openlijk homoseksueel gedragen, worden bestraft, maar juist christenen en moslims die dat gedrag zondig noemen.
Of zou Ban Ki Moon dan ook onze Tweede Kamer komen toespreken en het opnemen voor deze intolerantie jegens religieuzen?
Tot zover het de oorspronkelijke tekst van het commentaar. Overigens, als je op zondag deze link aanklikt word je getracteerd op de volgende tekst:
‘Fijn dat u belangstelling hebt voor refdag.nl, de nieuwssite van het Reformatorisch Dagblad.
Vandaag is het zondag. We wijden deze dag in het bijzonder aan de dienst van God. Wij beschouwen de zondag als een rustdag, een opdracht van God en een geschenk, waar we dankbaar voor mogen zijn. Om die reden actualiseren we onze site vandaag niet.
Staat het nieuws dan stil op zondag? Nee, dat niet – we leven in een jachtige tijd waarin het verschil tussen zondagen en werkdagen helaas steeds kleiner wordt.
Morgen brengen we u graag weer op de hoogte van de dagelijkse gebeurtenissen, voorzien van achtergronden, commentaar en opiniërende artikelen. Zoals u dat van ons gewend bent.
Informatie over kerkelijke gemeenten, kerkdiensten en predikanten kunt u desgewenst vinden op onze site www.kerktijden.nl.
Hoofdredactie Reformatorisch Dagblad’
Daaraan herken je de ‘ware gelovige’ 😉
Regelrecht bizar is de verklaring van het Reformatorisch Dagblad achteraf (uit een bericht van NU.nl):
Reformatorisch Dagblad blijft bij commentaar homo’s
Uitgegeven: | 1 juni 2010 13:43 |
Laatst gewijzigd: | 1 juni 2010 15:53 |
AMSTERDAM – Het Reformatorisch Dagblad neemt niets terug van een omstreden hoofdredactioneel commentaar, waarin de krant maandag kritiek leverde op de inzet van VN-chef Ban Ki-moon voor de vrijlating van twee mannen die in Malawi lange celstraffen hadden gekregen vanwege hun homoseksuele relatie.

Wel zegt hoofdredacteur Wim Kranendonk te betreuren dat de krant de indruk heeft gewekt dat die “mensen met een homoseksuele levensstijl zou discrimineren” (curs. FS). Het commentaar ging in op de gratieverlening aan twee homoseksuele mannen in het Afrikaanse land Malawi.
Eerder waren die veroordeeld tot veertien jaar celstraf, omdat ze zich zouden hebben verloofd. Onder zware druk van onder andere secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties werden de twee vorige week vrijgelaten (http://www.nu.nl/binnenland/2259790/reformatorisch-dagblad-blijft-bij-commentaar-homos.html)
Update: Bovenstaand noemde ik Arie Boomsma al. Gelukkig heeft hij samen met Ronald Plasterk een verklaring opgesteld, die ook als brief is ingezonden aan het Reformatorisch Dagblad. Vanzelfsprekend alle lof! Hier de link naar de brief van Boomsma en Plasterk.
Zie verder ook de (geweigerde) brief van het roze netwerk van de PvdA, hier te lezen.
Homo’s!…het gelijk van Komrij
Homo’s!…het gelijk van Komrij
Een half jaar geleden schreef ik op mijn weblog het ietwat sneerderige en daarmee ‘typisch nichterige’ stukje ‘Warm badje met homo-moeder Rita’. Ik liet toen al merken dat ik de omarming van het platte Archie Bunker electoraat, opgezweept door foute politici, hoogst onaangenaam vond. Gelukkig bleek ik niet de enige te zijn. Kort geleden publiceerde Gerrit Komrij een mij uit het hart gegrepen essay ‘Waarom is Nederland zo dol op homo’s?’ (de Groene Amsterdammer, 26-09-2008). Vooral de passage over Rita Verdonk klonk mij als muziek in de oren. Komrij: ‘Omdat haar naam nu weldra vergeten zal zijn, ondanks haar robuuste aanwezigheid de laatste jaren en ondanks de amechtige kalverliefde waarmee de journalisten haar op een voetstuk plaatsten, wil ik even vastleggen wie Rita Verdonk is. Rita Verdonk is een in haar motoriek ietwat boerse vrouw met beperkte verstandelijke vermogens, afkomstig uit het gevangeniswezen waar men, boef of cipier, alles weet van onderdrukte seksuele verlangens’. Hoera, dacht ik, eindelijk iemand die dit ook vindt en dit veel mooier onder woorden kan brengen dan ik het ooit zou kunnen. Ik ben een groot liefhebber van Komrij, zolang hij maar geen dichter des vaderlands is of een ongelukkig gedicht schrijft over de ‘zittende politicus’, die het ‘echte monster niet ziet’ (rond de moord op Pim Fortuyn). Dat vond ik helaas een misser en ik was even bang dat hij zijn kunstenaarschap had verloren aan het platte volksgevoel en het gebrul van de meute. Maar gelukkig had Komrij daar ook snel ‘tabak van’, zoals hij middels een afscheidsgedicht liet weten.
Komrij als vrij kunstenaar heb ik echter zeer hoog zitten. Zijn roman ‘Verwoest Arcadië’ vind ik een van de hoogtepunten van de Nederlandse literatuur wanneer het homoseksualiteit betreft, net als alle boeken van de nog steeds geheel ten onrechte vrij onbekende schrijver Willem Melchior. Qua wat oudere Nederlandse literatuur de suggestieve juweeltjes van Louis Couperus tot het gewaagde directe van Jacob Israël de Haan. Moedig dat zij aan het begin van de twintigste eeuw deze verhalen durfden en zelfs konden schrijven rond dit thema, los van de grote literaire kwaliteit. Ook erg mooi is de serie ‘Geheim dagboek’ van Hans Warren. Ik ben zelf niet zo’n grote liefhebber van Reve, maar dat wil dat wel nederig aan mijn eigen beperktheid wijten. Misschien zie ik op dat gebied nog een keer het licht.
Maar goed, homo’s dus. Er is de laatste tijd rond mijn soort mensen veel te doen geweest dus wellicht moet ik zelf maar eens duidelijk maken hoe ik tegen mijn eigen soort aankijk en vooral, wat ik vind van hoe allerlei hetero’s er tegen aan kijken, van goedbedoeld tot kwaadwillig.
Aan een kant gaat het goed met de homo’s. Homo’s zijn populair, zijn lief, grappig en ze zouden zo je ideale schoonzoon zijn. De soppende huisvrouw heeft de homo ontdekt, wat dat betreft geheel eens met Komrij. Je zou haar bijna het liefst een darkroom in een van de donkerste holen van de Warmoestraat in willen sturen maar wat als ze dat ook enig vindt? Koot en Bie waren al profetisch met hun Frank en Carla van Putten, in hun scène ‘niet wijzen, moeder’ (hier terug te zien http://www.youtube.com/watch?v=-xfTlBSqCQY ). Briljante sketch, maar dit lijkt zo’n beetje de prijs te worden die je moet betalen bij de algehele emancipatie. Alhoewel, homo’s zijn vooral leuk als ze weliswaar middelmatig zijn, maar toch net een beetje voldoen aan het clichébeeld dat veel hetero’s (en veel homo’s zelf overigens) van deze soort hebben. Dat is namelijk de januskop van de zo geliefde homo. De hetero’s moeten er wel hun eigen stereotype denkbeelden in bevestigd zien, anders is het niet meer leuk. Nederland houdt niet zozeer van homo’s, Nederland houdt van een cliché van homo’s. En laat dit nu net de valkuil zijn. In Komrij’s woorden: ‘Er loopt een directe lijn van de Canal Parade naar de Paralympics!’
Elders op mijn blog is het verschijnsel exotisme in verschillende bijdragen vaak langsgekomen. Exotisme wil zeggen dat het beeld van de ander belangrijker is dan de ander zelf. Het beeld kan naar hartenlust worden ingezet voor de eigen doeleinden. Arabieren zijn enerzijds wellustig en anderzijds gevaarlijk (handig als je een vijand nodig hebt, zie hier). Indianen zijn oud en wijs en hun ras representeert de ‘avondschemering der mensheid’ (handig in dit geval voor Rudolf Steiner en de antroposofie, als je een theorie nodig hebt waarin het Arische ras het summum en de bloei van de schepping zou moeten zijn, zie hier, sommige hedendaagse indianen zelf over deze stereotypen, zie hier). Rita Verdonk houdt ook van homo’s en host graag met ze mee (om de moslims te schoppen, we hebben het al eerder gezien). Allemaal vormen van exotisme. Zelfbevestigdend exotisme bestaat ook. Het is hier allemaal langsgekomen. ‘Zelfbevestigend oriëntalisme’, Ba’thisme (Saddams variant van Arabisch nationalisme) en négitude (Senghors oproep aan alle zwarten om je vooral heel erg je op je Afrikaanse ‘roots’ te richten). De ander is hoe dan ook anders, soms in positieve zin, soms in negatieve zin, uitsluitend omdat we dan zelf zo zeker weten hoe wij zijn. Zie ook alle overbodige debatten over Nederlandse identiteit, ook al zo’n stompzinnige trend (geheel eens met Prinses Maxima overigens). Een positieve bijkomstigheid is dat er opeens veel aan geschiedenis wordt gedaan. Hopelijk is dat een kans om juist uit te leggen dat zo’n eigen identiteit helemaal niet bestaat en dat wij/zij denken volkomen zinloos is. Zouden we van de geschiedenis kunnen leren, als je dit soort lessen uit de geschiedenis kunt leren. Ook dat is twijfelachtig.
Maar hoe dan ook, heel onlangs bleek dat de homo’s zo actueel zijn dat ook het NCRV discussie programma ‘Rondom tien’ er een aflevering aan wijdde (hier terug te zien http://player.omroep.nl/?serid=182). Aanleiding was het stuk van Komrij. Daar bleek het volgende: sommige ‘homo’s’ hebben zelf genoeg van die lading stereotypen die door die ‘domme hetero’s’ zo hartstochtelijk worden gekoesterd, ook als dat zogenaamde positieve stoplappen zijn. Dit waren hele gewone homo’s, maar ze hadden hetzelfde als Komrij. Ik kan mij hier geheel in vinden. Stemde me weer positief.
Maar dan die anderen in dat programma. Er waren namelijk ook boze homo’s. Zij waren minder gecharmeerd van Komrij’s speldenprikjes. Maar zien jullie het dan niet? Hoe jullie gereduceerd worden tot een stereotype, een gebruiksartikel voor foute populisten. Soms handig om in te zetten, maar soms ook niet. En dat Geer en Goor zich daarvoor laten lenen is hun probleem. Geef mij dan maar Komrij’s hautaine vertoog. En laat de cliché-nichten maar aan de hetero’s, al zie ik het soms met lede ogen aan.
Wat mijn probleem is met ‘homo-exotisme’ is dat het altijd een agenda dient die niet de jouwe is (zeg ik als homo). Het is altijd iets interessants om voor buitenstaanders (hetero’s in dit geval) mee aan de haal te gaan. Dat kan soms bloedlink zijn. Hetero’s kunnen op die manier gaan uitmaken wat typisch homo is en wat niet. Er is zo sprake van een discours-vorming buiten jouw invloed om. Over jou en niet met jou. Uiteindelijk is het ook de hetero die de marges bepaald waarbinnen je wel of geen homo mag zijn (wat zag Michel Foucault dit soort zaken toch goed, zie hier een nog altijd huiveringwekkend goede en beroemde tweegesprek met Noam Chomsky http://www.youtube.com/watch?v=WveI_vgmPz8, een van de mooiste hoogtepunt van het ‘postmodernisme’ ). Discoursvorming hangt uiteindelijk samen met machtsuitoefening, wat dat betreft nog altijd eens met Foucault, al is deze denker tegenwoordig weer een beetje ‘uit’. Foucault was trouwens ook homo, maar dat heeft er voor mij niets mee te maken. Hooguit zou je dan sneller bewust kunnen zijn van dit soort processen van macht, van insluiting en uitsluiting, maar ik denk dat je dat ook heel goed kan als je tot een andere vreemde minderheid behoort. Ik zou ook kunnen verwijzen naar mijn eerdere artikel over de kunstenaar Jimmie Durham (zie Moderne kunst van Indiaans Noord Amerika), of wat verschillende kunstenaars uit de Arabische wereld hierover te vertellen hebben. Heb juist voor dat thema altijd een grote fascinatie gehad. Ga dat hier overigens niet psychologisch proberen te verklaren door aan oninteressante introspectie te doen, dat laat ik liever aan anderen. Ik heb trouwens een grondige hekel aan vrijblijvend amateur psycholoog spelen, naar mezelf en naar anderen.
Maar goed, om toch iets over mezelf te zeggen, hoe beleef ik mijn eigen homoseksualiteit? Aan een kant zou je mij bijna een ‘assimilant van de heterocultuur’ kunnen noemen, zoals dat in de jaren van radikale aksie heette (in die dagen diende je soms zo militant mogelijk je identiteit uit te dragen, net alsof je als mens een geworden was met je identiteitssjabloon). Zo beleef ik het dus duidelijk niet. Wat wel leuk is aan het postmodern homo zijn is dat je kan shoppen uit verschillende subculturen. Een soort prettige vorm van schizofrenie dus. Nu heb ik ook geen vaste relatie en ben ik nog relatief jong, dus heb daar volop gelegenheid toe. Het is dus veel vrijheid blijheid en veel mag, maar niets hoeft. Rare verkleedpartijtjes voor diverse gelegenheden, die weer heel erg komisch zijn als je er ook weer met gepaste afstand naar kan kijken. Dan kun je er ook vaak erg om lachen. Dat zo’n beetje. Zolang je maar niet door een kleine nalatigheid je eigen leven en dat van anderen in gevaar brengt. Die verantwoordelijk heb je namelijk wel en in dat opzicht ben ik erg rechtlijnig. Voor zo’n Groninger affaire dus geen greintje begrip. Voor ander onveilig gedrag ook niet. Dat is eigenlijk alles.
Wat dat ‘identiteits-shoppen’ betreft het is altijd weer grappig om te zien hoe er in diverse kringen aan groepsvorming wordt gedaan. Er is geen wereld zo trendgevoelig als de homowereld (ik kan beter zeggen ‘homowerelden’ want deze is verdeeld in allerlei verschillende soorten scenes). Trends komen en gaan daar bijna sneller dan in de ‘normale’ en ‘hetero’ boze buitenwereld. Of het nu om de leerscene gaat of om de meer trendy jongenscultuur van de Reguliersdwars. Er is vaak niets leukers dan met mede homoseksuelen badinerend te ouwehoeren over hoe lomp, onelegant en smakeloos die domme heterowereld is, die er vaak niets van heeft begrepen. Heel erg navelstaarderig is dat ook, zo niet bijna dorps. En ja, iedere kudde heeft een vijand van buiten nodig, dat is wel weer het jammere maar ook het onvermijdelijke er aan. Maar soms wel erg grappig, zolang je er niet in verzuipt.
Wat voor mij ‘typisch’ homo is, is iets wat ik zelf uitmaak. Dat hoeft mij niet te worden uitgelegd door opportunistische buitenstaanders, die menen in hun zelfverklaarde tolerantie en ruimhartigheid de grenzen te mogen bepalen. Het betreft ook mijn persoonlijke keuzes en zolang ik daar niemand mee benadeel gaat het ook niemand iets aan. Wel kan ik me erg storen aan sjabloondenken en kuddegedrag. ‘Dat jij niet op Pim stemt, jij als homo zou toch beter moeten weten’ heb ik een keer te horen gekregen van iemand, die net als ik lid was geweest van het Leidse corps Minerva. Hij had net ontdekt en bedacht dat homo’s ook leuke mensen zijn, zolang ze maar wel een beetje anders blijven. Dankzij Pim zijn homo’s op een gevaarlijke manier ‘in’ geworden. Dat is al iets om waakzaam voor te zijn. Want wat als je niet aan het beeld voldoet wat zo dodelijk wordt omhelsd? Wellicht is een nog sterkere afwijzing en uitsluiting het gevolg. Oppassen dus. De uitzending van ‘Rondom tien’ laat zien dat er nog altijd redenen zijn om oplettend te zijn. Voor je het weet word je in het hokje van de ‘Pride homo’s’ geduwd. Het volk vindt dat nu even fantastisch maar wee je gebeente als de stemming omslaat. Komrij heeft dus gelijk, al is het maar hoe hij instemmend wordt aangehaald op Geen Stijl: ‘Albert Verlinde, Geer & Goor en alle andere zogenaamd hilarische fladdernichten bukken jullie even? ‘s-Lands homoseksueelste mooischrijver Gerrit Komrij vraagt uw aandacht voor zijn gebalde vuist tot vér achter het schaambot’ (http://www.geenstijl.nl/mt/archieven/2008/09/komrij_poept_op_homos.html). Het is een bijna selffulfilling prophecy. Alleen het slot van dat stuk al: ‘Zo. En nu weer buttsecksen allemaal’ (met die spelling, laat staan dat die idioten weten waar ze het over hebben). Komrij waarschuwt ons juist voor dit geluid, alleen hebben die idioten van Geen Stijl dat niet eens door. Wel beangstigend, en hoe dom de meeste stukjes van geenstijl.nl ook zijn, zij komen meestal wel uit de diepste riolen van de samenleving en laten helaas wel zien hoe even later het ‘Gesundes Volksempfinden’ eruit ziet wanneer het bovengronds komt. Dat hebben we al in het geval van de moslims gezien.
Om geheel instemmend met Gerrit Komrij af te sluiten: ‘Macht blijft macht. Ik kan, als homoseksueel uit een verloren tijd, nog signalen lezen. En al die signalen geven te kennen dat er iets zwaait voor de homoseksuelen als ze niet langer aan de eis van knuffelbaarheid voldoen’. Wie kan zich nog Rotterdam Culturele hoofdstad 2001 herinneren? Het voorbeeld van multiculturele tolerantie, waar buurstad Antwerpen met zijn Dewinter een voorbeeld aan zou moeten nemen? Hoe ‘knuffelig’ er toen over Marokkanen werd gepraat? 11 september kwam en binnen een jaar was het de stad van de leefbaren en Pim Fortuyn.
De woorden op nationale onderbuik Geen Stijl geven genoeg te denken. Ga toch ‘buttsecksen’. Blijkbaar zowel een randdebiel achter het toetsenbord als tussen de lakens. En bemoei je verder niet met zaken waar je geen verstand van hebt.
gaypride, Amsterdam 2008
Het grote nagaans-lullo universum
Nu meer dan tien jaar geleden schreef ik voor de Correl, het blad van de Leidse Studentenvereniging Minerva, het artikel ‘Het grote nagaanslullo-universum’. Ik had toen verschillende redenen om dit te schrijven. Hoewel ik aan mijn lidmaatschap van deze vereniging een deel van mijn allerbeste vrienden te danken heb (die dat ook nu nog zijn) en veel gezelligheid, leuke onzin, kansloos doorzakken en andere aangename ervaringen en herinneringen heb overgehouden, begon de cultuur, dat wil zeggen de leefregeltjes, de mentaliteit, de maniertjes, de alles overheersende groepsdwang, de intolerantie en de soms regelrechte excessen die ik in mijn omgeving waarnam, mij steeds meer tegen te staan.
Eigenlijk had ik al veel bedenkingen toen ik in 1992 lid werd van deze letterlijk roemruchte studentenvereniging, maar deze bedenkingen werden in de loop der tijd alleen maar sterker. Een paar concrete gebeurtenissen waar ik hier niet al te zeer op in wil gaan, deden mij in voorjaar 1997 besluiten om een beschouwing te schrijven voor het verenigingsblad Correl. Ik hield er aanvankelijk rekening mee dat mijn bijdrage geweigerd zou worden omdat ik een aantal zaken aan de orde wilde stellen die tot dan toe volstrekt onbespreekbaar waren. Maar ik wilde het hoe dan ook geprobeerd hebben. Ook vermoedde ik dat ik de wind wel eens een klein beetje mee zou hebben; door een voor mij gelukkige samenloop van omstandigheden zat er toen een collegium (verenigingsbestuur) dat zelf een aantal misstanden wilde aanpakken, zoals de vriendjespolitiek waar dit stuk overigens zijdelings over gaat (hoewel dit verhaal vaak is uitgelegd als een aanklacht tegen de vriendjespolitiek, beschouwde ik dit toen en nu nog steeds als een bijverschijnsel van iets anders, waar dit stuk wel over gaat). Dit laatste en toen zeker moedige en ongekend vernieuwende streven van dat toenmalige Collegium (zoiets was in die tijd bijna ondenkbaar) was overigens geen reden om juist toen dit stuk te schrijven, het kwam toevallig zo uit. Ik had er zelf schoon genoeg van en ik vond dat ik er een keer iets van moest zeggen, anders kon ik naar mezelf niet meer maken dat ik lid van deze vereniging was geweest.
Toen het stuk (eigenlijk meer een statement dan een artikel) eenmaal geplaatst was heb ik vanuit mijn directe vriendenkring eigenlijk alleen maar positieve reacties gekregen. Ik weet dat ik toen ook een paar mensen heel erg woedend heb gemaakt, maar deze hebben dit nooit direct aan mij gemeld. Die werden meestal aan vrienden en bekenden van mij medegedeeld, met het doel dat zij indirect mij bereikten (zo werkte dat toentertijd in die kringen). Naast in principe normale mensen kende Minerva ook veel kruiperige lakeien tot en met agressieve bullebakken, die overigens zelden een confrontatie aandurfden als het echt ergens over ging, dus ik had ook niets anders verwacht. Ook heeft er meegespeeld dat ik kort na het verschijnen (minder dan een maand) opeens de mogelijkheid kreeg om naar Amsterdam te verhuizen. Dit kwam totaal onverwacht maar ik heb die gelegenheid aangegrepen, dus ik heb een eventuele nasleep ervan niet eens direct mee kunnen maken. Ik was snel na het verschijnen (juni 1997) vertrokken, want diezelfde september zat ik al in Amsterdam.
Ik snakte dan ook naar iets meer ademruimte want de benepen groepscultuur in Leiden begon me steeds meer tegen te staan. Ik bedoel hiermee natuurlijk niet de universiteit en ook niet mijn huis, waar ik goede herinneringen aan heb (toen ik er kwam een Quintus/Minerva huis, later verbreed tot het hele scala van corps t/m Catena en van Blauwe Schuit t/m CM), maar de benepen cultuur en de ’sociale controle’ (een in mijn ogen per definitie onzinnig en zelfs fout begrip) van mijn studentenvereniging des te meer. Heb overigens ook nooit enig begrip gehad voor de roep om ‘meer sociale controle’ als er weer eens een gewelddadig exces tijdens de KMT of op een ander tijdsstip had plaatsgevonden, in regel angstig binnenskamers gehouden en gladgestreken, afhankelijk van de positie in de verenigingshiërarchie van de daders. Als iemand uit de lagere regionen zich te buiten ging werd er soms veel misbaar van gemaakt. Overigens werd dan vaak geroepen dat de dader ‘gefrustreerd’ was en zich alleen tijdens de KMT vertoonde (de zogenaamde ‘KMT leden’, die je de rest van het jaar nooit zag). Die mensen waren er zeker, ik heb daar ook altijd een hekel aan gehad, maar om dit verschijnsel als excuus te gebruiken om de aandacht van de eigen wandaden af te leiden was regelrecht grotesk en schaamteloos.
Minerva stikte van de ’sociale controle’ en kwam om in de ‘normen en waarden’, dichtgeplamuurd met allerlei semi-ethisch geneuzel. Dat was nu juist een deel van het probleem. Maar iets als meer individuele vrijheid of zelfs een humanistische basiswaarde als tolerantie of wellicht ‘leven en laten leven’, is nooit echt boven de horizon gekomen, al stemde de overgrote meerderheid wel op een liberale partij, vermoedelijk uit diep doorleefde liberale verlichtingsidealen.
Terugkijkend kan ik nu zeggen dat dit stuk bijna een soort afsluiting van een fase in mijn leven was. Hoewel ik mijn beste vrienden uit die periode nog geregeld zie en zelfs tot vrij korte tijd geleden met een aantal van hen in een huis woonde (mee verhuisd naar Amsterdam), ben ik sinds die tijd nog maar vijf keer op mijn oude vereniging terug geweest. Mijn verhuizing is een tamelijk radicale breuk geweest. Als ik nu op die periode terugkijk, denk ik dat mijn standpunt alleen maar meer uitgesproken is geworden. Ik vind dat ik mijn stuk toentertijd nog vriendelijk heb afgesloten, maar achteraf begrijp ik nauwelijks meer wat ik in die wereld te zoeken had, los van een aantal goede vriendschappen en een aantal andere bijzondere contacten en bekenden die ik daar heb opgedaan. Op Minerva lopen net zoveel goede en slechte mensen rond als daarbuiten, het ging mij dus om systeemkritiek, niet om personen. Mijn bezwaren gingen en gaan zelden om individuele mensen (echte vijanden die ik helaas ook heb gemaakt zijn op een hand te tellen) maar die wereld is, los van een aantal dierbare vriendschappen die ik daar heb opgedaan, nooit iets voor mij geweest en mijn leven van toen lijkt ook nauwelijks meer op mijn leven van nu.
Dit stuk is ook nooit bedoeld als een aanval op de ‘bovenlaag’ van het hier bekritiseerde systeem. Waar je terecht komt is vaak iets willekeurigs en hangt er net vanaf in welke kring je verkeert, direct na de kennismakingstijd. Ik heb in de loop der tijd ook gemerkt dat er ook net zoveel goede als slechte mensen rondlopen in de bovenlaag als in de onderlaag. In de toplaag kunnen hele prettige mensen voorkomen en onderaan de meest verschrikkelijke kruipers. Omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde. Wel speelt de bereidheid tot het doen van concessies aan het hier omschreven systeem een rol of je wordt toegelaten tot de hogere regionen. In die zin is het wel een kritiek, zij het dat die bovenlaag alleen kan bestaan bij de acceptatie van de onderlaag, die dat in regel ook doet, zij het dat er voortdurend over geklaagd werd, maar nooit publiek. ‘Officieel’ bestond het probleem niet, maar iedereen wist dat dit de allesbepalende factor was. Maar toentertijd werd opportunisme bijna als een deugd gezien, want ‘zo werkt het nu eenmaal, ook in de maatschappij. Dit is een speeltuin waar je dat kan oefenen’ (veelgehoorde mantra).
Een van de meest krankzinnige aspecten van ‘het systeem’ (hieronder ‘het grote nagaanslullo-universum’) was dat het ook allesbepalend was voor wat je wel en niet mocht doen en met wie je wel en niet mocht omgaan. Voor dit aspect heb ik nooit enig begrip gehad en het verbaasde me iedere keer weer. Ik heb daar de vijf jaar dat ik er rondliep nooit aan kunnen wennen, al werd je daar in de een of andere vorm continue mee geconfronteerd. Een goed voorbeeld is mijn eigen subvereniging Sempre (koor en orkest), waarvan ik een jaar in het bestuur heb gezeten. Ik heb vaak meegemaakt dat er druk werd uitgeoefend op potentiele nieuwe leden die goed een instrument konden bespelen, om zich niet bij ons aan te sluiten omdat Sempre laag stond aangeschreven in de pikorde. Sempre was dan ook een ‘open subvereniging’ waar ook niet-Minervaleden zich bij konden aansluiten. En met ‘knorren’ diende je natuurlijk niet om te gaan, wilde je een beetje belangrijk worden gevonden. Veelal bezweken deze mensen voor de alom aanwezige druk van hun nieuwe circuitje. Het gevolg was dat er dan weer eens een goede violist of cellist spreekwoordelijk het Rapenburg werd ingezogen, om het instrument de voor een paar jaar niet meer aan te raken. Een ander voorbeeld was het veelgehoorde ‘advies’ om met oude schoolvrienden te breken, omdat vrienden van vroeger per definitie ‘knorrig’ waren. Ook is er wel eens druk uitgeoefend op nieuwe eerstejaarsbewoners van mijn huis om weg te gaan, omdat het niet goed voor je status zou zijn om in huis te wonen met leden van andere verenigingen. De bovenstaande voorbeelden waren geen incidenten maar gebeurden structureel, telkens weer opnieuw. Geen van die veelal eerstejaars rekende ik het toen aan dat zij niet bestand waren tegen die druk, de vereniging als geheel des te meer. Een groepscultuur als deze haalde niet vaak het beste in de mens naar boven, eerder het omgekeerde. Het verbijsterende was dat dit door bijna iedereen als volstrekt normaal werd ervaren en als je dat niet kon, dan werd er wel voor gezorgd dat je het normaal ging vinden. Het ter discussie stellen van deze krankzinnigheid was volledig taboe. Daarom vond ik het juist leuk om het wel te proberen.
Overigens moet ik wel de nuance aanbrengen dat het omgekeerde ook bestond. Sommige vrienden van mij uit andere circuits (studie, koffiemaatjes van de letterenfaculteit, mensen uit de muziekscene) waren in het begin soms erg afhoudend omdat ze mij aanzagen voor zo’n vreselijke reactionaire corpsbal. Ik heb vaak te horen gekregen als ik iemand gedurende een wat langere periode wat beter had leren kennen: ‘Jij bent echt heel anders dan de rest, helemaal niet zo’n corpsbal als ik gedacht had’. Waarop ik me dan weer genoodzaakt voelde om uit te leggen dat de meerderheid van die corpsballen ook uit normale mensen bestond. Overigens waren de ergste ‘corpshaters’ in hun stijl, maniertjes en meningen vaak net zo eendimensionaal als de meest dichtgetikte corpsbal, en in hun zelfgenoegzame alternatieve identiteit net zo uniform en eenkennig (lekker alternatief en tegendraads zijn door zoveel mogelijk op elkaar te lijken). In die zin waren de verhoudingen soms wel eens wat gepolariseerd, maar het is voor mij duidelijk gebleken dat de naar binnen gekeerde groepscultuur van Minerva hier een grote bijdrage aan leverde. Kuddegedrag bestaat overal en iedere tribale groepering heeft zijn eigen dingetje, maar ik heb het nergens zo dwingend ervaren als bij Minerva, waar tribalisme tot levenskunst werd verheven. Ik heb het dan niet over de verschillende colloquia goede manieren en stijl, waar werd uitgelegd hoeveel gaatjes je in je brogues mag hebben (die waren, als het goed gebeurde, erg geestig), maar wel over het platte conformisme.
Het eindeloos emmeren over niets was trouwens wel een van de leukere aspecten van het corps. De beste voorbeelden die ik ervan heb meegemaakt waren de eeuwig durende ALV’s van mijn subvereniging Sempre, maar zeker ook de streekgezelschappen, waar allerlei corpskakkers elkaar toeschreeuwden in het dialect van de provincie waarin zij zelf toevallig waren opgegroeid en zelf eigenlijk niet beheersten (in mijn geval Twents, en bij deze excuses aan iedere echte Twentenaar). Ook was de helft van de KMT, voor de buitenwereld vaak het grimmigste aspect van dit hele gebeuren, een groot toneelstuk, waarin de dingen vaak niet waren zoals ze leken te zijn. Maar toch, heel vaak viel het mij op dat er juist een te groot gebrek aan ironie en relativeringsvermogen was. In ‘Soldaat van Oranje’ (het boek dus, niet de film, overigens heel belangrijk want gansch het Leidsche corps zat en zit potentieel bij het verzet, tenminste als je de dwepers van nu zou moeten geloven) schreef Erik Hazelhoff Roelfzema ‘Wat het Corps van onuitstaanbaarheid redde was dat het zichzelf nooit helemaal au sérieux nam. Het trok een ernstig gezicht, maar kon ieder moment in lachen uitbarsten’. Misschien was dit lachende gezicht er vroeger meer, maar ik heb het te weinig gezien. Daarvoor namen teveel mensen het allemaal te serieus, de vele uitzonderingen daargelaten. En zonder de nodige ironie werden de zaken soms wat onnodig grimmig.
Dat ik kort na mijn vertrek uit Leiden uit de kast ben gekomen wat betreft mijn homoseksualiteit heeft zeker een rol gespeeld in mijn persoonlijke proces van vervreemding; op een redelijk aantal tolerante individuen na is Minerva geen prettige omgeving voor homoseksuelen, althans niet in mijn tijd (al gebeurde daar ook genoeg in het geheim en bestaat er zelfs een corporaal homodispuut, dat echter wel bij de gratie van enige discretie functioneert, overigens hulde daarvoor). Maar los van de meeste normaal denkende leden heb ik een paar dingen meegemaakt of gezien (mijzelf een enkele keer overkomen en verder anderen) die meer dan schandelijk waren. Dit aspect is overigens nooit het hoofdmotief voor het schrijven van dit stuk geweest; het ging mij om het gebrek aan tolerantie in het algemeen. Minerva is in regel intolerant naar alles wat van de voor haar gangbare norm afwijkt, tenminste in de tijd dat ik daar rondliep. Ik kon de dominante cultuur van mijn studentenvereniging niet meer rijmen met de ontwikkeling die ik zelf doormaakte. Dat is voor mij het belangrijkste geweest. Al een jaar voor mijn verhuizing zocht ik mijn vertier vaker in Amsterdam dan in Leiden. Ik vond dat ik in een soort spagaat leefde met aan de ene kant de wereld buiten het corps (Universiteit en ook veel vrienden die niet aan Minerva gelieerd waren) en anderzijds nog steeds die paar goede vrienden en veel grotere groep bekenden, die deel uitmaakten van die voor mij steeds vreemdere wereld. En dat proces voltrok zich bij mij steeds sneller. ‘Je gaat het pas zien als je het door hebt’ zei universeel denker, nationaal orakel en koning van de diepzinnige oneliners Johan Cruijff ooit en in dit geval had hij zeker gelijk. ’s Middags volgde ik op de universiteit college over Michel Foucault en zijn theorie over discipline en straf en zijn idee van de mechanismen van macht en ’s avonds kon ik op ‘de Tent’ deze zelfde principes (zij het op betrekkelijke schaal) met eigen ogen waarnemen. Klinkt misschien wat extreem maar tot op bepaalde hoogte ging dit zeker op. Vond ik overigens best interessant. Voor mij was het steeds meer Hans Christian Andersen. Er moest een keer geroepen worden dat de keizer naakt was. Zal ook niet ontkennen dat toen ik eenmaal zover was, ik met veel plezier aan het onderstaande stuk gewerkt heb. Altijd leuk om de spreekwoordelijke knuppel in het spreekwoordelijke hoenderhok te deponeren, zeker als dat kippenhok Minerva heet. En een kippenhok was het, zoniet een legbatterij of zelfs een kippenflat, met vele verdiepingen van trapsgewijs gestapelde en dichtgetimmerde leghokjes, compleet met oorverdovend gekakel, gevuld met gouden, zilveren, koperen, ceramische, platina en houten kippen en haantjes, allen druk bezig met het organiseren en reorganiseren van hun ondoorzichtige en mysterieuze pikorde. Je zou er bijna anders van naar die bakstenen doos aan de Breestraat gaan kijken.
Mijn artikel was ik sinds mijn verhuizing naar Amsterdam kwijtgeraakt. In 1998 is mij een keer gevraagd door de redactie van het nieuw te verschijnen lustrumboek voor 1999 of zij het mochten plaatsen. Tot mijn grote verrassing had de redactie mijn verhaal tot ‘best of Correl, seizoen 1996-1997′ verklaard. Ik heb daar toestemming voor gegeven, maar heb dat lustrumboek nooit in handen gehad. Tot heel recent. In een antiquariaat in Amsterdam vond ik een exemplaar met inderdaad mijn stuk erin. Hoewel het toentertijd voor insiders geschreven was (ik denk dat je ook lid moet zijn geweest om het helemaal te begrijpen, omdat je de hier beschreven verschijnselen simpelweg zelf ervaren moet hebben en bovendien was het ook bedoeld als interne kritiek, niet voor een publiek buiten de vereniging), denk ik dat het meer dan tien jaar later wel op mijn blog kan verschijnen. De mensen die daar toen rondliepen zijn inmiddels wel uitgevlogen, hopelijk is alles goed gegaan met de hervormingen en het lustrumboek lag gewoon in de reguliere handel, dus ik zal er weinigen mee voor het hoofd stoten. Bij deze:
HET NAGAANSLULLO-UNIVERSUM (verschenen in ‘Correl’, LSV Minerva, Leiden, juni, 1997)
Het is alweer anderhalf jaar geleden dat Jiskefets geniale lullocreatie het levenslicht zag. Samen met de rest van Nederland kon Minerva minnend Leiden zien hoe de corpsstudent op onnavolgbare wijze gepersifleerd werd. Het begrip lullo is hierna een geheel eigen leven gaan leiden. Bijna iedereen van ons is dit predicaat wel eens een keer naar het hoofd geslingerd, door zo’n wandelend trainingspak in de Haarlemmerstraat. Er klopt alleen iets niet. Dat trainingspak snapt er niets van. Wat ongelooflijk naïef! Gelukkig maar, lief trainingspak, dat je de waarheid niet kent. Je zou eens moeten weten hoe het echt zit. In Leiden bestaat de lullo namelijk niet, helaas wel de nagaanslullo.
De nagaanslullo is een soort lullo die niet noodzakelijkerwijs zitting heeft in een nagaanscommissie; hij is immers zelf zijn eigen nagaansinstituut. Dat wil zeggen dat hij, vanuit zijn inquisitiestoeltje, constant bezig is met het ‘nagaan’ van anderen, vooral wat betreft de vermeende fouten. De spelregels zijn simpel; jij weet zelf niet wat goed voor je is, alleen anderen weten dat. Dit heeft het enorme voordeel dat jij over iedereen mag meebeslissen. Hanteert iedereen zo’n beetje dezelfde criteria, dan streven we gezellig naar hetzelfde ideaalbeeld en gaan we hopelijk op elkaar lijken. Wat democratisch! Wat ongelooflijk egalitair en nivellerend. Het lijkt wel jaren zeventig socialisme, maar dan in een reactionaire variant. Dit zorgt ervoor dat het in Leiden zo knus kan zijn en dat je tenminste weet wat je aan de ander hebt, omdat je hem direct in een hokje kunt plaatsen.
De nagaanslullo verdedigt zijn spelletje met de vreemdste argumenten. Zo spreekt hij graag van sociale controle, terwijl zijn handelingen weliswaar alles met controle te maken hebben maar toch zeker niet sociaal kunnen worden genoemd. De nagaanslullo noemt zijn gedrag een oefening voor het later functioneren in de maatschappij. Een zeer onaangenaam vooruitzicht. Wanneer dit ook maar iets met de maatschappelijke realiteit te maken zou hebben, zou de wereld er direct een ecologische ramp bij hebben, die van een alles doordringende spruitjeslucht. Dit terwijl het lidmaatschap van het corps pretendeert van alles te zijn, zolang het maar niet burgerlijk is. Wanneer je slachtoffer bent geworden van een nagaanslullo offensief word je verteld dat je er iets van leert. Wat je dan leert kan niemand je uitleggen, maar het lijkt me ver af staan van academische vorming, toch het primaire doel van ons vertoeven in studentenstad Leiden.
Wanneer wij de ideeënwereld van de nagaanslullo, het grote nagaanslullo-universum, eens nader onderzoeken, vallen er vreemde dingen op. De zaligmakende beoordelingscriteria, die de nagaanslullo hanteert voor de zieleheil van zijn medemens, zijn op zijn zachtst gezegd nogal vaag. Er is sprake van een ideaalbeeld waar naar gestreefd dient te worden, maar wat dat precies is wordt niet geheel duidelijk. Meestal wordt het aangeduid met fallisch gefixeerde begrippen als ‘Mooie Lul’ of ‘Geile Pik’, of soortgelijke pornografisch getinte koosnaampjes. Het gaat hier om de Godsfiguur van het nagaanslullo-universum. Onder dit archetype, dat het beste als ‘Zijne Geiligheid’ kan worden omschreven, bevinden zich vele rangen en standen, die in principe vast liggen. Non-descripte kreten als ‘ik zie jou mooi bezig’ (multi-toepasbaar), of ‘hij heeft er niets van begrepen’ (zeer typische nagaanslullopraat en helemaal multi-toepasbaar) illustreren niet zozeer niet zozeer een stijging of een daling op de hiërarchische ladder maar dienen vooral als een bevestiging van de bestaande orde. Een nagaanslullo-veroordeling of predicaat dient dan ook zeker niet het doel het lot van de ander te verbeteren, maar is slechts bedoeld om de eigen positie te herbevestigen en te versterken.
Zelfbevestiging is het belangrijkste voedsel van voor het nagaanslullo-universum. Hoewel de belijders van deze religie veel blaten over ‘Leidse relativerende humor’ weten zij maar al te goed dat iedere vorm van zelfspot funest kan zijn voor hun grootse wereldbeeld. Relativeringsvermogen laat immers zien dat de fundamenten van hun dogmatische visie op drijfzand zijn gefundeerd en moet dus tot elke prijs worden voorkomen. Critici hebben het niet begrepen en worden dan ook bestraft met een verbanning naar de meest duistere uithoeken van dit universum om vervolgens als ‘knor’ door het leven te gaan. Op deze wijze ontstaat er een soort verbod om het hoofd boven het maaiveld uit te steken. Leg dat maar eens uit aan dat eerder genoemde trainingspak.
Het moge duidelijk zijn; het grote nagaanslullo-universum is een groot luchtkasteel. Het is niet eens een leuk luchtkasteel, zoals een briljante fantasie, een mooie droom of een onhaalbaar ideaal, waar je tegen beter weten in toch voor wilt vechten. Het is fantasieloos, humorloos en vooral dodelijk voor iedere vorm van creativiteit. Deze schijnvertoning is slechts een manifestatie van narcisme, zelfbevlekkende navelstaarderij en, in bepaalde mate, van xenofobie (alles wat afwijkt wordt als een bedreiging gezien). Het is een kermis van uiterlijkheden en meer een cursus ja-knikken dan een zinvolle vorming voor de leden van de grootste en oudste studentenvereniging van een universiteit die Civitas Libertatis als lijfspreuk hanteert. Is het wel echt zo realistisch om aan te nemen dat de buitenwereld op deze muffe luchtballon zit te wachten?
Het hiërarchische systeem (clubje één, twee, drie, tien, achtenveertig, obscuur, enz.) is de laatste tijd binnen de muren van onze sociëteit weer een belangrijk punt van discussie geworden, omdat het leidt tot vriendjespolitiek en interne corruptie. Men moet zich echter wel realiseren dat de oorzaak van dit verschijnsel het onvermijdelijke gevolg is van de nagaanslullo mentaliteit. Het absurde nagaanslullo-universum ontleent niet zozeer haar bestaan aan de toplaag van deze gebakken luchthiërarchie; iedereen die het principe ‘Likken naar boven en trappen naar beneden, ellebogen niet geschuwd en conformisme tot elke prijs’ aanhangt, draagt hier mede verantwoordelijkheid voor.
Onze vereniging staat een periode van enorme hervormingen te wachten. Gelukkig wordt hier vooralsnog op een integere wijze aan gewerkt. Alles is op dit moment meer in beweging dan ooit tevoren. Kwesties die vroeger taboe waren worden nu openlijk uitgesproken. Het grote nagaanslullo-universum kraakt inmiddels in al zijn voegen. Hopelijk stort het in. Het zou in ieder geval onze vereniging een liberaler, eigentijdser en vooral een meer inspirerend gezicht geven. Als iedere nagaanslullo zichzelf per direct zou afschaffen om weer normaal mens te worden, ja dan zou ons corps, waar wij allen toch van houden, bruisend de volgende eeuw in kunnen gaan.
Tot zover mijn beschouwing uit 1997. Optimistisch ben ik niet echt, zie artikel uit het Universeitsblad Mare uit 2006: http://www.sleutelstad.nl/cgi-bin/news/gen1.pl?action=artikel&id=8416 Dit zijn de uiteindelijke verschijnselen, al ben ik niet op de hoogte van de details van dit specifieke geval en gaat dit over iets van lang na mijn tijd. Ik weet dus niet meer dan wat er in dit artikel staat, maar het komt me wel authentiek over, al gaat dat verhaal van die aanranding wel heel ver en kan ik me niets vergelijkbaars herinneren uit mijn eigen tijd. Dat lijkt me dus wel een uitzonderlijk exces, mocht het precies zo gegaan zijn. De rest is helaas wel herkenbaar en ik herinner me soortgelijke gevallen meer dan eens. De hier beschreven muziekrepetitie zal naar alle waarschijnlijkheid de Sempre repetitie zijn geweest, waarvoor je met je instrument langs de kolkende zaal waar alles gebeurde moest lopen. Was altijd een speciale ervaring voor de niet-Minervaleden van Sempre. Let verder vooral op wat leden anoniem melden over doofpotten, dat is wat mij het meest frappeerde. De achterliggende mechanismen van dit soort incidenten heb ik hierboven wel uitgelegd.
Literatuurtips:
Onno te Rijdt, ‘Mores’, uitgeverij Podium, Amsterdam, 2001. Een sterke, nietsontziende eerlijke en min of meer autobiografische roman, over de belevenissen van een eerstejaars in een prominent corpshuis in Leiden. Staat overigens heel ver van mijn ervaringen af. Ik was daarvoor te veel een buitenstaander en heb nooit zo diep in de inner circle verkeerd. Hij beschrijft de harde kern van Minerva (’Pallas’, in deze roman) van binnenuit. Een leuke bijkomstigheid is dat, hoewel alle namen van straten, studentenhuizen en andere locaties (een klein beetje) veranderd zijn, alles tot in de kleinste details klopt. Iedereen die in deze wereld heeft rondgelopen zal veel herkennen. Voor mijzelf en vrienden van mij die het gelezen hebben was het in ieder geval een sterke ‘O ja, zo was het’ ervaring. Hoewel zeker beklemmend vaak heel erg geestig.
Jos Versteegen, ‘De Roze Jonker; Floris Michiels van Kessenich, homo-activist in corps, kerk en politiek’, Schorer-boeken, Amsterdam, 2000. Biografie van de inmiddels overleden oprichter van de Donderdagavond Eet Club, het gezelschap voor homoseksuele corpsleden, die daar in betrekkelijke anonimiteit en veiligheid bijeenkomen.
Warm badje met homomoeder Rita
Niet fascistoïde, wel zeldzaam ordinair, in de beste traditie van het populisme. De speech van Rita Verdonk (http://pauwenwitteman.vara.nl/artikelen.php?id=29) deed mij sterk denken aan de volksmennerij van William Randolph Hearst, krantenmagnaat, multimiljonair en grondlegger van de ‘Populist Party’, waar de term populisme vandaan komt. Een soort Rupert Murdoch maar in zijn tijd nog veel gevaarlijker. Wie vergeten is wat het oorspronkelijke populisme ook alweer inhield kan ik de grootse filmklassieker Citizen Kane aanraden, het meesterwerk van Orson Welles uit 1941, tegenwoordig overal op dvd te krijgen. Overigens is over het tot stand komen van deze film weer een prachtige documentaire gemaakt, ‘The battle over Citizen Kane’, uit 1997, waarin het verhaal verteld wordt hoe Welles en Hearst elkaar in de haren vlogen. Is bijna nog fascinerender dan de film zelf. Aanrader voor iedereen die wil weten wat het populisme (een term die vaak te pas en te onpas wordt gebezigd) oorspronkelijk was, als politieke beweging in Amerika, begin 20e eeuw.
Verder heeft mevrouw Verdonk afgelopen maand in een interview met Winq (een kwebbelglossy voor ‘mijn soort andersgeaarde medemensen’) verklaard dat zij zich een soort ‘moeder voelt voor alle homo’s’. Ook zegt ze dat ze graag uitgaat in de Reguliersdwarsstraat en dat ze zich onder mijn soort mensen voelt als in een warm badje. Tsja, interessant. Het is dat ik niet meer zo heel vaak in de Regulier kom, maar ik heb haar daar nog nooit mogen ontmoeten. Zou ook niet weten wat ik haar zou moeten zeggen mocht ik haar tegen het lijf lopen. Zou haar hooguit vragen waarom de islamitische Republiek Iran onder het bewind van Mahmood Ahmadi-Najad tegenwoordig zo homovriendelijk is dat Iraanse mijnsoortmensen rustig kunnen worden uitgezet met een enkeltje Evin gevangenis te Teheran (de Iraanse equivalent van Saddams Abu Ghraib ). Wist niet dat ex-gevangenisdirecteur Verdonk zo’n vertrouwen had in het beulskapdragende personeel van de Evin, of is dat nu juist de vorm van islam die zij wel toejuicht? Goed zo Rita, echt een fijne moeder voor alle homo’s. Maar goed, als ik de scene bezoek is dat meestal om andere redenen en als ik iemand in een warm badje wil uitnodigen is het toch zeker niet mevrouw Verdonk. Het idee al, ‘samen met Rita in bad…’.
Wat ik echt niet begrijp is waarom Rita zich ‘in een warm badje voelt’ in een omgeving van willekeurige mannen die slechts met elkaar gemeen hebben dat ze op andere mannen vallen en daar vooral samenzijn om juist dat in de praktijk te brengen. Wat heeft ze daar eigenlijk te zoeken? Maar misschien is ze op dat gebied ook een beetje vreemd. Kan ze net zo goed ’s nachts het Vondelpark in banjeren. Ik zie haar al in het donker als een soort drieste neushoorn door de struiken stampen, op zoek naar homoseksueel electoraat. Misschien wil ze op dat gebied ook een beetje op Pim lijken. En Pim haalde graag een frisse neus, daar heeft hij regelmatig in woord en geschrift getuigenis van gedaan. Alleen van Pim begreep ik het, van haar niet.
Het zou ook kunnen dat ze bang is om door opdringerige mannen in de billen te worden geknepen en meer van dat soort ellende. Er zijn meer vrouwen die het daarom prettig vinden om te vertoeven in de etablissementen der anders geaarden. Als dat zo is toont ijzeren Rita opeens wel heel erg haar kwetsbaarheid. Had ik trouwens niet achter haar gezocht. Je zou het bijna vertederend gaan vinden. Ben trouwens wel benieuwd hoeveel heteromannen Rita in de billen durven te knijpen. Als je dat durft ben je echt een vent.
Het logo van TON ziet er overigens ook al zo sympathiek uit. Net het embleem van de Hell’s Angels, of zijn dat tegenwoordig ook de beste vrienden van de homo’s? Is in dit geval wel aardig om de oude notie ‘Ornament und Verbrechung’ van de Weense architect Adolf Loos, begin twintigste eeuw, weer van stal te halen. De omschrijving zegt denk ik wel genoeg.
Vind het wel eng en erg dat een heleboel ‘soortgenoten van mij’ hebben aangeven op deze mevrouw te willen gaan stemmen, zoals bleek uit de Nova enquête van vanavond, ism Gay.nl. Heb een paar weken geleden nog zelf die enquête ingevuld, maar ik schijn tot de linkse minderheid te behoren. Dom van al die nichten; net alsof de Rita aanhang van frauduleuze makelaars, frituurvetblokken vretende Archie Bunkers, economische vluchtelingen in Baerle Nassau (Nina Brink schijnt ook mee te doen) en ander xenofoob gespuis ook maar een zak geeft om homorechten. Homo’s zijn hooguit een handig excuus om tegen de moslims te schoppen. Nog twee Groninger HIV zaken en het voormalige LPF/ Verdonk vastgoedgajes is bereid een kongsi te vormen met de baardige Salafistische imams om die decadente nichten het leven zuur te maken. Voel me toch iets veiliger in die ouderwetse en politiek correcte linkse kerk, mits gedoseerd met een flinke portie libertinisme, vrijheid blijheid en leven en laten leven. Was dat trouwens niet de oorspronkelijke bedoeling van het liberalisme? Tot zover mijn eigen kleine, ietwat populistische antidotum
Floris Schreve
zie verder beide commercials:
http://www.youtube.com/v/ikK7Rd7umzo&hl=en
en
http://www.youtube.com/v/4Hkts-Jk8Ps&hl=en
Dat dit stukje toch enigszins serieus is blijkt uit dit bericht. Ik denk dat het voor zich spreekt:
http://www.weljongniethetero.be/viewtelex.asp?id=3199
update 9 juni 2010. Het ziet er naar uit dat TON niet meer in de kamer terugkeert. Bij wijze afscheid hieronder een compilatie van Rita’s laatste campagne filmpjes en de analyse van Jan Jaap van der Wal, die ik van harte kan aanbevelen. Bye bye Rita, we zullen je missen.
leave a comment