Mijn hersenspinsels en gedachtekronkels

Antroposofie en racisme 7: De Hokjesman (Michaël Schaap, VPRO) van 21-2-’13…Antroposofen

Zie ook Antroposofie en racisme deel 1, deel 2, deel 3, deel 4 en deel 5. Deel 6, dat vooral (maar niet uitsluitend) hierover zal gaan, verschijnt zeer binnenkort op dit blog, hopelijk nog voor de uitzending

Van: http://programma.vpro.nl/hokjesman/afleveringen/aflevering-7-de-antroposofen.html

Aflevering 7: De antroposofen

Uitzending op donderdag 21-02-2013, om 21.35 op Nederland 3

HERHALING: donderdag 22 augustus, 21.00, Nederland 3

Onze hokjesman onderzoekt deze opmerkelijke combinatie van wetenschap en mystiek en aanschouwt hoe deze zelfbouwpakket-religie-zonder-god leidt tot een worsteling tussen de aanhangers onderling en met de non-believers.

Zoom

Er was er eens een godsdienst die geen godsdienst was…

Antroposofie (van het Griekse anthropos “mens” en sophia “wijsheid”) is een spirituele filosofie en occulte wetenschap gebaseerd op de leer van Rudolf Steiner (1861–1925), die het bestaan postuleert van een geestelijke wereld die toegankelijk zou zijn via innerlijke ontwikkeling.

De antroposofie gaat er vanuit dat de reguliere wetenschap veel te beperkt is, omdat die enkel uitgaat van empirie en deductie. Nee, er is ook een geesteswereld waar de wetenschappelijke wetten niet gelden. En zo is de antroposoof bereid het bestaan te aanvaarden van geesten, onzichtbare wezens; van klein tot groot, van bos tot heelal. En dat alles om te pogen een verklarend systeem te vinden voor de opkomst en ondergang van volken, rassen en beschavingen; want de mens en zijn ontwikkeling staan centraal.

Onze hokjesman onderzoekt deze opmerkelijke combinatie van wetenschap en mystiek en aanschouwt hoe deze zelfbouwpakket-religie-zonder-god leidt tot een worsteling tussen de aanhangers onderling en met de non-believers. Hoe het in pacht hebben van de wijsheid verplicht tot het verspreiden en toepassen ervan op veel terreinen. Zoals vrije schoolpedagogie, heilpedagogie, euritmie, spraakvorming, kunstzinnige therapieen, antroposofische geneeskunde, sociale driegeleiding, en biologische landbouw.
Hoe verder de hokjesman afdaalt in deze geestelijke mijnen van Koning Salomo hoe duisterder de diepten worden.

Is er terugkeer mogelijk als hij zelf de wijsheid eenmaal heeft mogen ontvangen?

<img

Klik HIER om de aflevering te bekijken

de hokjesman 2

Met ‘de Hokjesman’ (Michaël Schaap) tijdens de opnames.

Regie: Jurjen Blick & Michael Schaap
Research: Sigrid Burg, Miek Hehenkamp
Camera: Maarten Kramer, Gregor Meerman, Pim Hawinkels,
Pierre Rezus
Geluid: Frenk van der Sterre, Hens van Rooij
Eindredactie: Robert Wiering
Productie: Malva Blom, Mirjam de Heus
Assistent productie: Iris Fransen
Montage: Jurjen Blick, Paul Delput
Mixage: Jaim Sahuleka
Kleurcorrectie: Richard Laarman
Mediamanagement: Fred ’t Hart
Stagiair: Floris Koch
Postproductie: Barbara Duives

http://gids.vpro.nl/2013/02/21/in-esoterie/

In Esoterië

De hokjesman

Nederland 3, 21.35-22.30 uur

In de zesde aflevering begeeft de hokjesman zich onder antroposofen.

‘Goethe, kennen jullie die écht niet?’ De antroposofische boer die een klas Achterhoekse pubers rondleidt op zijn biologisch-dynamische bedrijf kan het haast niet geloven. Hij heeft net verteld hoe hij ‘kosmische muziek in de mest brengt’ en waar zijn kennis vandaan komt. Maar hoe meer er wordt uitgelegd over zijn inspiratiebronnen, des te groter de kloof wordt tussen antroposofie en de rest van de wereld. En daar lijkt de hokjesman ook wel een beetje last van te hebben. Want met elke deur die voor hem opengaat, lijkt zijn verbazing te groeien. Het is ook wel wat veel van het esoterische. Bewegend leren rekenen, een bouwstijl die een beetje danst en hemelwater dat eerst gevitaliseerd moet worden voordat het weer door de aderen van moeder aarde mag stromen. En dan blijkt bovengenoemde boer zijn vader ooit als vermist te hebben opgegeven, terwijl die begraven lag in de tuin. De vraag rijst: is het wetenschap of geloof wat Rudolf Steiner heeft nagelaten?

Hugo Hoes

boze geesten antrovista

www.antrovista.com. Boze Geesten 😉

Mijn commentaar op de uitzending

Al met al vond het een boeiende en bij vlagen ook hilarische uitzending. Er viel veel te lachen. Ontroerend vond ik het verhaal van de BD boer Erik, die de strijd van zijn vader voor de Biologisch Dynamische landbouw in een vijandige omgeving voortzette. Ook mooi dat hij zijn vader op zijn eigen land heeft begraven. Voor dat soort dwarsheid (en toewijding) heb ik altijd een zwak, hoe maf anderen dit wellicht vinden.

Maf zijn natuurlijk wel allerlei andere zaken die aan bod kwamen. Creatieve vakken zijn vaak het uithangbordje van de vrije school, maar de invulling die eraan gegeven wordt bleek in de loop der jaren niet te zijn veranderd. Net als in mijn eigen tijd op de vrije school (eind jaren zeventig, tot halverwege de jaren tachtig) wordt er voortdurend dezelfde antroposofische esthetische norm gehanteerd, die sinds de beginjaren van de beweging eigenlijk niet is veranderd. Naar mijn smaak een kitscherige aftakking van de Jugendstil/art nouveau. Over ‘decadente aftakking’ gesproken 😉 Ook heel versteend, bijna symbolisch voor hoe de woorden van Steiner in steen zijn gebeiteld. Want Steiners inzichten loslaten is in de ‘geesteswetenschap’ een onmogelijkheid, wat Paul Mackay daar ook over beweert. Er is immers geen antroposoof na Steiner geweest, die zo diep kon schouwen als hij, laat staan dat iemand zijn geesteswetenschappelijke inzichten heeft kunnen toetsen, dan wel corrigeren of bijstellen. Dat laatste is toch zo’n beetje de kern van wetenschap. Dat is in de antroposofie niet mogelijk en dat maakt het wat mij betreft meer een levensbeschouwing (voorzichtig geformuleerd). Het is,  naar mijn bescheiden mening althans, vooral een geloof. De antroposofie kent ook zeker sektarische elementen, zij het dat niet iedereen die in een van de werkgebieden van de antroposofie actief is, zich onvoorwaardelijk overgeeft aan het door Steiner doorgegeven wereldbeeld. Mijn ervaring is dat meer dan de helft van de mensen die binnen de antroposofische sector op de een of andere manier actief zijn, vaak nauwelijks op de hoogte zijn van de inhoud van Steiners boeken en voordrachten. Daarover waakt een klein gilde van ‘beroepsantroposofen’. En antroposofen, ze zijn er zeker, al bevindt bijna iedereen die in het programma werd geïnterviewd zich in de ontkenningsfase.

Overigens vind ik niet dat de rassenleer ‘de kern’ van de antroposofie is (dat kwam er in het interview niet helemaal goed uit). Wel dat de rassenleer zich bevindt in de kern van de antroposofie. En dat is het antroposofische idee van de aarde-evolulutie; het grote verhaal van waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe. Binnen dat verhaal is Steiners notie van het begrip ‘ras’ wel een van de cruciale factoren.

Mijn eigen gesprek met Schaap dan (opgenomen in mei 2012, bij het openluchttheater de Lichtenberg, iets buiten Weert, zie hier). Zoals dat nu eenmaal gaat is niet het hele interview uitgezonden. Ik heb nog veel meer passages van Steiner voorgelezen, ook over het ‘zwarte ras’, bijv. uit Vom Leben des Menschen und der Erde (1923, GA 349):

 “Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn“

oftewel:

“In de ‘neger’ wordt voortdurend gekookt en wat het vuurtje aanwakkert… dat zijn zijn achterhersenen”

De van Baarda-commissie vond dit overigens een categorie 2 uitspraak, dwz. ‘waarbij sprake is van schijnbare discriminatie, maar niet als deze uitspraak wordt beoordeeld vanuit de antroposofie als geheel’….tja
.

En verder ben ik juist uitgebreid op het rapport van de Commissie van Baarda ingegaan, dat er mijns inziens niet in slaagt om de stelling ‘Géén sprake van rassenleer’ hard te maken.  De commissie heeft weliswaar zestien passages van Steiner ‘opgeofferd’, waarin hij echt over de schreef is gegaan, maar heeft Steiners echte rassenleer buiten schot gehouden en proberen weg te moffelen, soms met de meest waanzinnige (en ook hilarische) gelegenheidsargumenten. Ik heb er op dit blog al veel aandacht aan besteed. Zie vooral mijn vijfde bijdrage uit deze reeks, waarin ik, althans dat denk ik, toch flink wat onvolkomenheden van dit rapport heb laten zien.

Tijdens de opnames heb ik daar ruime aandacht aan besteed, maar dat is er niet ingekomen. Achteraf jammer (wat mij betreft), want Mackay kon op die manier wel erg makkelijk zeggen dat met het rapport alles was opgelost.

Nog een opmerking over iets wat in de uitzending naarvoren kwam. De dame in de boekhandel zei dat er geen boeken over de antroposofie beschikbaar zijn van niet niet-antroposofen, althans niet in het Nederlands. Qua Nederland heeft zij bij mijn weten inderdaad gelijk, al zijn er in het verleden best wel wat kritische publicaties verschenen zoals van JD Immeman (over pedagogoek) en Gjalt Zondergeld (over de racisme-kwestie). Kleinere publicaties/brochures zijn er verschenen van Gjalt Zondergeld (samen met Evert van der Tuin en August de Roode), Bram Moerland (hier te raadplegen) en Toos Jeurissen (hier te raadplegen). Maar bestaan wel degelijk studies naar de antroposofie door buitenstaanders. Het belangrijkste standaardwerk van nu is van Helmut Zander, hoogleraar geschiedenis aan de Humboldt Universiteit in Berlijn, al vaak aangehaald op dit blog: Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland; Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945, Band 1&2, Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 2007. Maar ik kan ook de boeken van Peter Bierl en Peter Staudenmaier aanbevelen.

Hieronder wil ik in ieder geval mijn eigen aantekeningen weergeven, die ik heb gemaakt voor het interview voor de Hokjesman van mei 2012. Voor de volledigheid. Ter aanvulling van dit verder zeer informatieve en ook zeker mooi gemaakte en vaak erg geestige portret van de antroposofische scene in Nederland.

 Klik HIER om de aflevering te bekijken

antroposofenhokjesman-621x328

Steiner stelt de diagnose

Een van de highlights uit het van Baarda-rapport (het ‘onafhankelijke rapprt’ van ‘antroposofische wetenschappers’, hier de concluderende ‘slotopmerkingen’ van het derde hoofdstuk): Steiner stelt de Diagnose! En natuurlijk hebben ‘zwarte mensen’ andere ‘therapieën’, ‘didactische aanwijzingen’, etc. nodig dan blanken 😉 Laat staan de indianen, die in Steiners grootse visie louter de functie hebben om dood te gaan. Deze tekst is maar een voorbeeld, maar het rapport kent veel van dit soort pareltjes. Zie voor een bespreking van het bovenstaande en andere delen van het rapport mijn vijfde antroposofie-artikel. Zie voor een andere soortgelijke uitwerking van Steiners rassenleer een verhandeling van vrije schoolleraar Maarten Ploeger, uit de bundel ‘Antroposofie ter discusssie’ (red. Jelle van der Meulen, Vrij Geestesleven, Zeist, 1985) hier te raadplegen. Zie overigens hier een commentaar van Peter Staudenmaier (Cornell University en een van ’s werelds toonaangevende experts op dit gebied) op het rapport.

de hokjesman still (met Michael) - kopie

Notities interview voor de documentaire van  Michaël Schaap over de antroposofie (lang niet alles is tijdens het interview gebruikt en daarvan is een kleine selectie uitgezonden)

Wat is antroposofie?

Antroposofie is een levensbeschouwing die is vormgegeven aan het begin van de twintigste eeuw door de Oostenrijkse esotericus Rudolf Steiner. Antroposofie biedt een alomvattend wereldbeeld en pretendeert antwoord te geven op grote vragen als ‘waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe?’ of ‘Heeft de schepping of de evolutie een doel en wat is de rol van de mens daarin?’

De antroposofie heeft ook allerlei uitwerkingen en praktische toepassingen en biedt voor de aanhangers antwoorden op vragen als: ‘waarom word ik ziek?’ ‘Waarom is mijn kind hyperactief?’ Tot en met ‘Wat is gezonde voeding?’

Hoofdconclusie van Baarda-rapport: Géén sprake van rassenleer! Steiner heeft zich slechts zestien keer vergaloppeerd in geísoleerde uitspraken, verspreid over zijn enorme oeuvre. Dus niets aan de hand, volgens het rapport en de AViN (conclusies grotendeels overgenomen in het Frankfurther Memorandum van de Duitse antroposofische Vereniging).

Mijn stelling: de hoofdconclusie van het rapport klopt niet, er is wel degelijk sprake van rassenleer. Steiners opvattingen over rassen horen bij zijn grotere verhaal over de evolutie van de mens

Antroposofische evolutiemodel:

model Poppelbaum 

Poppelbaum (1926)

 

 poppelbaum detail

Poppelbaum detail

 

 

 

Steiner 1907 (GA 100) 1 (is eigenlijk hetzelfde als de bovenstaande uitsnede van Poppelbaum, maar dan van de hand van Steiner zelf):

 

 

 

 

 

 

Steiner 1907 (GA 100) 2:

 

 

Aus der Akasha-Chronik (GA 11, 1907), hoofdstuk 2, Unsere Atlantische Forvahren (cruciaal citaat, niet in het rapport opgenomen);

Nur ein kleiner Teil der lemurischen Menschheit war zur Fortentwickelung fähig. Aus diesen bildeten sich die Atlantier. – auch später fand wieder etwas ähnliches statt. Die größte Masse der atlantischen Bevölkerung kam in Verfall, und von einem kleinen Teil stammen die sogenannten Arier ab, zu denen unsere gegenwärtige Kulturmenschheit gehört. Lemurier, Atlantier und Arier sind, nach der Benennung der Geheimwissenschaft, Wurzelrassen der Menschheit. Man denke sich zwei solcher Wurzelrassen den Lemuriern vorangehend und zwei den Ariern in der Zukunft folgend, so gibt das im ganzen sieben. Es geht immer eine aus der andern in der Art hervor, wie dies eben in bezug auf Lemurier, Atlantier und Arier angedeutet worden ist. Und jede Wurzelrasse hat physische und geistige Eigenschaften, die von denen der vorhergehenden durchaus verschieden sind. Während zum Beispiel die Atlantier das Gedächtnis und alles, was damit zusammenhängt, zur besonderen Entfaltung brachten, obliegt es in der Gegenwart den Ariern, die Denkkraft und das, was zu ihr gehört, zu entwickeln.

Aber auch in jeder Wurzelrasse selbst müssen verschiedene Stufen durchgemacht werden. Und zwar sind es immer wieder sieben. Im Anfange des Zeitraumes, der einer Wurzelrasse zugehört, finden sich die Haupteigenschaften derselben gleichsam in einem jugendlichen Zustande; und allmählich gelangen sie zur Reife und zuletzt auch zum Verfall. Dadurch zerfällt die Bevölkerung einer Wurzelrasse in sieben Unterrassen. Nur hat man sich das nicht so vorzustellen, als ob eine Unterrasse gleich verschwinden würde, wenn eine neue sich entwickelt. Es erhält sich vielleicht eine jede noch lange, wenn neben ihr andere sich entwickeln. So leben immer Bevölkerungen auf der Erde nebeneinander, die verschiedene Stufen der Entwickelung zeigen’

 

 

Citaat Mission GA 121, 1910 4e voordracht:

Nicht nur etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten.

Noemen: Ploeger en Wiechert hebben het over Wounded Knee

Maarten Ploeger:

‘Er blijkt zelfs een opmerkelijke affiniteit te bestaan tot grensoverschrijding tussen leven en dood. Al in een vroeg leeftijdsstadium vertonen indianen scherp getekende gelaatstrekken. Bij de prairie-indianen werd een belangrijkste krijgers inwijding gevonden in strijdsituaties met een welhaast zeker dood voor ogen (de eer behalen door een gewapende vijand aan te tikken met een stok)…(…) Met deze karakteristieken voor ogen kan Steiners uitspraak in de Volkszielen (vrij weergegeven): ‘De indianen moesten uitsterven en de kolonisten waren het uiteindelijke instrument’, in en juist daglicht worden gesteld. Het is allerminst een excuus voor het botvieren van de blanke moordcapaciteit; die schuld hebben wij hoe dan ook op ons geladen (evenmin kan de nog steeds voortgaande uitroeiing van de Amazone-indianen hiermee op welke wijze dan ook aanvaardbaar worden gemaakt). Zoals een ouder mens aan een op zichzelf niet zo dramatische ziekte licht kan bezwijken, zo betekende de confrontatie met de blanke expansiedrift voor de indianen meer dan een reeks ongelijke oorlogen. De indiaanse cultuur had à priori de bevattelijkheid om hieraan te gronde gaan (zie bijvoorbeeld de Wovoka-episode, uitmondend in de ‘zelfdestructie’ onder leiding van Sitting Bull bij Wounded Knee)’. (Antroposofie ter discussie, p.43-44)

Christoph Wiechert (in het Ikon radioprogramma ‘Het voordeel van de twijfel):

Ik denk dat dit gen beladen uitspraak is. Want als je ziet toen de Europeanen zich met de negers gingen bemoeien. Dat volk is niet te gronde gegaan (..) Terwijl je bij de indianen inderdaad, als je ziet wat er in Wounded Knee gebeurd is, dat is toch een ongelooflijke tragedie, daar zie je echt iets uitgeblust worden, onvoorstelbaar (…)Dus in die zin is de gedachte aannemelijk, gewoon uit de waarneming, ja, dat je ziet, ja, dat eindigt in reservaten. Ongelooflijk tragisch, bij negers zie je: dat eindigt helemaal niet in reservaten, die hadden ook wel kunnen sterven, bij wijze van spreken, want de Europeanen gingen daar ook niet zachtzinnig mee om. (eindrapport, pp. 636-637)

Commissie vergelijkt met Jarett Diamond Guns Germs and Steel

NB Waarom zei Steiner op 10 juni 1910 in Oslo dat de indianen niet zijn uitgestorven ‘omdat de Europeanen het beviel’, maar ‘omdat de indianen zelf de krachten moesten verwerven die tot hun uitsterven zouden leiden’? Ging hij op deze plaats voorbij aan de volkerenmoord op de indianen? Praatte hij die volkerenmoord goed, zoals sommigen beweren, met een zogenaamde ‘karmische noodzaak’? Kennelijk besefte hij dat hij misverstanden kon oproepen, want hij liet de uitspraak over indianen vooraf gaan dor de opmerking: ‘ich bitte das nicht mißzuverstehen, was eben gesagt wird: es bezieht sich nur auf den Menschen, insofern er von den physisch-organisatorischen Kräften abhängig ist, von den Kräften, die nicht  sein Wesen als Menschen ausmachen, sondern in Denen er lebt’. De irreguliere geesten van de vorm bewerkstelligeden in de lichaamskrachten van de indianen een element van ouderdom. Als ras stierven de indianen volgens Steiner daarom uit.

In het verzamelde werk van Steiner zijn in hoofdzaak twee redenen te vinden voor het (gedeeltelijk) uitsterven van indianen. De ene ligt in de verschillende constitutionele eigenschappen van de indianen, zoals beschreven in het onderhavige citaat. En in de lezingen van 27 oktober 1909 (citaat 1353), 12 juni 1910 (citaat 116) en 3 maart 1923 (citaat 130). De andere is de uitroeiing van de indianen door de blanke veroveraars uit Europa. Er zijn talrijke plaatsen te vinden waarin hij deze uitroeiing beschrijft. Hierboven zijn al enkele aangehaald, namelijk citaten 155, 157, 159, 161, 163, en 164. Ook in citaat 166 wordt over uitroeiing van de indianen door de Europeanen gesproken.

Het gebruik van de term ‘uitroeiing’ (‘Ausrottung’, ‘ ausrotten’) geeft aan dat Steiner het doden van de indianen door de Europeanen impliciet veroordeelde. Uit sommige citaten blijkt nog duidelijker hoe hij daarover dacht, zoals in ‘…man die damilgen Amerikaner, die amerikanischen Indianer massakriert hat. Diese Art von Kulturausdehnung, das war die erste Etappe auf dem Wege, auf dem wir dann nach und nach weitergegangen sind’ (citaat 155) en ‘Sehen Sie, die Indianer haben allmählicg kennengelernt die ‘besseren’ Menschen, die über sie gekommen sind, bevor diese sie ausgerottet haben’ (citaat 159). Ook in de opmerking ‘weil es den Europäern gefallen hat’ (citaat 103) klinkt een veroordelende ondertoon ten aanzien van de Europeanen.

Waar het hem in de lezing op 10 juni 1910 om te doen was, was om de aanwezige theosofen te laten zien dat er bij die beslissende historische gebeurtenis niet alleen uiterlijk-fysieke factoren een rol speelden, maar ook innerlijk-geestelijke. Se uitspraak: ‘Nicht nur etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat’ zou meer in overeenstemming zijn geweest met zijn andere uitlatingen erover.

Het komt bij Steiner vaker voor dat hij innerlijke en uiterlijke oorzaken voor iets aangeeft. Bij belangrijke gebeurtenissen spelen immers altijd verrschillende factoren een rol. Hij drukte het verschijnsel van innerlijk geestelijke en uiterlijk fysieke factoren eens uit als: ‘Es verletzt jemand bei einer Rauferei einen anderen mit einem Messer, er hatte ein altes Rachegefühl, der andere sagt, das Messer war die Ursache. –Beide haben recht. Das Messer war die letzte physische Ursache, aber dahinter liegt die geistige. Wer nach geistigen Ursachen sucht, wird immer die physischen gelten gelassen.’ Uit de laatste zin blijkt dat voor hem de geestelijke oorzaak niet belangrijker is dan de fysieke, of dat daardoor de laatste zou vervallen. In het kader van het uitsterven van indianen betekent dat met zoveel woorden: ook al ligt geestelijk gesproken de oorzaak ervan in het lot van de indianen als ras, de verantwoordelijkheid voor de daad van uitroeiing door de Europeanen op fysiek niveau wordt er daarom op geen enkele manier minder op.

Ook het ontstaan van ziektes spelen zowel innerlijke als uiterlijke oorzaken een rol. Daarover uitte Steiner zich in dezelfde lijn als hierboven als volgt: ‘…daß aber alles, was materiell zum Ausdruck kommt, Seine geistige Hintergründe hat und daß  diese geistigen Hintergründe zum Heile der Menschheit gesucht werden müssen. Diejenigen aber, welche in den Kampf gern einstimmen möchten, die sollen auch daran erinnert werden, daß die geistigen Ursachen nicht immer in derselben Weise aufgelaßt werden dürfen und auch nicht in der gleichen Art bekämft werden können wie die gewöhnlichen materiellen Ursachen. Und man darft auch nicht denken, daß man durch das Bekämpfen der geistigen Ursachen enthoben ware der Bekämpfung der materiellen Ursachen (…). Ook hier wordt niet de geestelijke oorzaak boven de fysieke geplaatst.

In 1997 verscheen onder de veelzeggende  titel Guns, Germs and Steel; The fates of Human Societies, een studie van Jarett Diamond, waarin deze aantoont dat het gemak waarmee de Europese veroveraars het Amerikaanse continent konden bedwingen en de decimering van de locale bevolking niet alleen het gevolg waren van militair overwicht, maar ook nog van hekle andere factoren. Hij maakt aannemelijk, dat de Europeanen een menigte ziekteverwekkende bacteriën met zich meebrachten waartegen de indianen niet bestand waren. De Europeanen waren voor deze bacteriën immuun geworden.  Van oordprong waren het namelijk ziektekiemen van dieren die de bewoners van Europa en Azië in de loop van vele duizenden jaren hadden gedomesticeerd, zodat hun immuunsysteem zich in die tijd daaraan had kunnen aanpassen. Deze domesticatie vond door de geologische gesteldheid in Europa en Azië in veel grotere mate plaats dan in Amerika. Diamond toont met andere woorden aan dat ook geologisch-culturele factoren een rol hebben gespeeld bij de massale sterfte van de indianen in Amerika’  (eindrapport, pp. 422- 423)

Citaat GA 349/7 (1923, voor de arbeiders in Dornach) over ‘der Neger’:

Überall nimmt er Licht und Wärme auf, überall. Das verarbeitet er in sich selber. Da muß etwas da sein, was ihm hilft bei diesem Verarbeiten. Nun, sehen Sie, das, was ihm da hilft beim verarbeiten, das ist namentlich sein Hinterhirn. Beim Neger ist daher das Hinterhirn besonders ausgebildet. Das geht durch das Rückenmark. Und das kann alles das, was da im Menschen drinnen ist an Licht und Wärme, verarbeiten. Daher ist beim neger namentlich alles das, was mit dem Körper und mit dem Stoffwechsel zusammenhängt, lebhaft ausgebildet. Es hat, wie man sagt, ein starkes Triebleben, Instinktleben. Der Neger hat also ein starkes Triebleben. Und weil er eigentlich das Sonnige, Licht und Wärme, da an der Körperoberfläche in seiner Haut hat, geht sein ganze Stoffwechsel so vor sich, wie wenn in seinem Innern von der Sonne selber gekocht würde. Daher kommt sein Triebleben. Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn.

Manchmal wirft die Einrichtung des Menschen noch solche Nebenprodukte ab. Das kann man gerade beim Neger sehen. Der Neger hat nicht nur dieses kochen in seinem Organismus, sondern er hat auch noch ein furchtbar schlaues und aufmerksames Auge. Er guckt schlau und sehr aufmerksam.

 

Commentaar commissie:

 

‘Samengevat heeft een donkere huidskleur volgens Steiner de volgende betekenis voor de mens: het licht en de warmte uit de omgeving van de mens worden totaal opgenomen. Door de intensieve inwerking op de huid bij een bijna loodrechte zonnestand werd deze zwart (NB Hiermee wordt dus een ander proces beschreven dan de tijdelijke verandering van de huidskleur onder invloed van de zon in de huidige tijd). Het aandeel van de warmte en het licht dat niet door de zintuigen kan worden waargenomen, worden dieper in de mens verteerd door de stofwisseling. De stofwisselingspool en daardoor ook het instinct- en driftleven (het onbewuste wilsleven dat zijn oorsprong heeft in de stofwisselingspool) zijn om die reden extra ontwikkeld. De achterste hersenen spelen daarbij een belangrijke regulerende rol en als gevolg van het feit dat de oogzenuwen in deze hersenen uitmonden kijkt hij ‘schlau’ uit zijn ogen, wat in het Nederlands opmerkzaam en slim, maar ook sluw kan betekenen.

NB De formuleringen van Steiner wekken wel enige bevreemding (??!! FS). Zelf liet hij de volgende opmerking op het bovenstaande volgen: ‘Wenn man das anfängt zu verstehen, so wird einem alles klar. Ber solche betrachtungen, wie wir sie jetzt wieder machen, die macht die heutige Wissenschaft gar nicht. Sie versteht daher nichts von all dem’. Antroposofie gaat zoals gezegd niet alleen over zintuiglijk waarneembare feiten, maar verbindt deze met bovenzinnelijke waarnemingen’.

 ‘Bovenstaande uiteenzettingen over de regulerende werking van de achterste hersenen bij de verwerking van licht en warmte in de stofwisseling beschrijven processen die zich voor een deel in het bovenzinnelijke deel van de mens afspelen en zijn daarom alleen in dat licht te begrijpen. Door fysiologisch onderzoek zou kunnen worden nagegaan of ook op materieel niveau zulke verbindingen te leggen zijn, maar dat valt buiten het kader van dit rapport’.(eindrapport , pp. 383-384)

Steiner GA 349/7:

 Und so ist es ganz wirklich interessant. Auf der einen Seite hat man die Schwarze Rasse, die am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen geht, stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse, die mitten zwischen Erde und Weltenall ist. Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun, gliedert sich zu viel dem Weltenall an, stirbt aus. Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche, poetische, dichterische, geistige indische Kultur aus. Wenn sie jetzt nach dem Westen geht, wird sie eine Geistigkeit ausbilden, die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber die äußere Welt in ihrer Geistigkeit begreift.

 

Uitleg cultuurperiodes. Na Atlantis ging het blanke/arische ras naar India, om vanuit daar langzaam richting het westen de ene cultuur na de andere stichten (Ariër Mythe). Alle obstakels op die weg moesten verdwijnen, zo ook de Indianen in Amerika

Evt vergelijking Blavatsky Secret Doctrine:

‘(before the Sixth Root-Race dawns), the white (Aryan, Fifth Root-Race), the yellow, and the African negro – with their crossings (Atlanto-European divisions). Redskins, Eskimos, Papuans, Australians, Polynesians, etc., etc. – all are dying out. Those who realize that every Root-Race runs through a gamut of seven sub-races with seven branchlets, etc., will understand the “why.” The tide-wave of incarnating Egos has rolled past them to harvest experience in more developed and less senile stocks; and their extinction is hence a Karmic necessity’.

De ‘waarschuwing’ (juridisch dreigement, zie oa hier) uit het van Baarda-rapport:

‘Geen enkele cultuur of maatschappelijke stroming kan of mag uitsluitend worden beoordeeld aan de hand van bestaande of vermeende onvolkomenheden. De antroposofische beweging is daarop geen uitzondering. De lezer wordt er dan ook aan herinnerd dat elk eenzijdig of selectief gebruik van de in dit rapport genoemde gezichtspunten en bevindingen -inclusief de in dit rapport besproken citaten van Rudolf Steiner- met het doel daaraan conclusies te verbinden die voor de antroposofie in het algemeen gelden, misbruik betekent van dit rapport‘.

Enkele stills uit de uitzending:

Hokjesman still 1 Hokjesman still 2 hokjesman still 3 hokjesman still 4 hokjesman still 5 hokjesman still 6 hokjesman still 7 hokjesman still 8 hokjesman still 9 hokjesman still 10 hokjesman still 11 hokjesman still 12 hokjesman still 13 hokjesman still 14 hokjesman still 15

hokjesman still 16

 

Floris Schreve

Commentaar Driegonaal 😉 :

23 februari 2013

Ontdekkingen van De Hokjesman

Het is hier, op deze website, geheel buiten de orde maar het lijkt zo stil in het land van antroposofen sinds de uitzending van De Hokjesman.

Is iedereen blij dat ‘we’ er zó van af gekomen zijn? Had het veel erger kunnen zijn? De antroposofie in Nederland best mooi getroffen?

Helaas zullen we onkundig blijven van het materiaal dat De Hokjesman buiten zijn uiteindelijke uitzending liet. Maar het verslag van zijn expeditie door antroposofenland bevatte een paar leerrijke ontdekkingen:

1. Het is kennelijk onmogelijk in Nederland een mens te vinden die er rond voor uitkomt en die gewoon zegt: “Jawel, ik ben antroposoof”.
2. Voor zover antroposofen van de gelovige soort zijn leiden ze aan een onhebbelijke drang tot bekeren.
3. Voor zover antroposofen van de wetenschappelijke tak zijn, verstoppen ze zich onder een verstikkende deken van wetenschappelijke relativisme: laat 1000 hypotheses bloeien en pluk je eigen boeketje.

De vooruitgang van de antroposofie in Nederland is verleden tijd, dat is mijn conclusie.

Heel anders is het commentaar van Michel Gastkemper (oa bestuurslid van de AViN en  van de blog Antroposofie in de Pers). In de woorden van Michel kan ik me zeker vinden (http://www.facebook.com/hokjesman/posts/397459230349802):

Beste Hokjesman,

Je hebt via Twitter al laten weten dat ik, antroposoof zijnde, zeer te spreken ben over de aflevering over de antroposofen. Dat statement wil ik hier graag ook wel een keer expliciet maken. Vanochtend kwam op mijn weblog een reactie die nogal typerend is voor hoe er vanuit antroposofische hoek naar de uitzending wordt gekeken:

‘Ik had gehoopt dat de antroposofische beweging duidelijker en “hedendaagser” in de wereld zou staan. Het zal wel aan de makers van het programma liggen (?) maar waar was Weleda, het Bolkinstituut, de BD-vereniging, Warmonderhof, de Wervel en de tientallen andere antroposofische initiatieven? Door deze hokjesmankeuze leek het of ik een programma terug zag uit de jaren 80 van vorige eeuw. Niet in deze tijd staand. De “tijdsgeest” verloochenend. En ook jammer dat een aantal geïnterviewden ten stelligst ontkenden antroposoof te zijn… zo leek het alsof men dan “besmet” zou zijn.’

Ik heb hierop net de volgende reactie geschreven, en die wil ik hier graag ook weergeven:

‘De Hokjesman was op zoek naar antroposofen, niet naar antroposofische instellingen of organisaties. Laat staan de antroposofie zelf. Dat heeft hij expliciet buiten beeld gelaten. Anders was het helemaal niet te doen. Nu heeft hij een stuk of drie protagonisten uitgekozen, die niet verschillender van elkaar konden zijn. Er komen nog meer mensen in het programma voor, maar deze drie worden met voor- en achternaam genoemd: achtereenvolgens Erik van Ipenburg, Floris Schreve en Paul Mackay. Die worden volledig in hun waarde gelaten; de Hokjesman gaat uiterst respectvol met hen om en maakt geen van allen belachelijk. Maar laat wel zien hoe verschillend zij zijn en hoe verschillend zij met de antroposofie omgaan. En dat klopt helemaal, want antroposofie is uiteindelijk een zeer individuele aangelegenheid waarin ieder vrij is. De antroposofie is eigenlijk iets heel wonderlijks, want het staat ieder volledig vrij ter beschikking, waarbij iedereen zelf mag weten hoe hij of zij ermee omgaat. Dat vond ik in dit programma meesterlijk in beeld gebracht. En natuurlijk hadden er nog heel andere mensen aan het woord kunnen komen, met een andere instelling, want weer een wat andere indruk had kunnen geven. Maar ja, zo zijn mensen en zo is het leven. Je kunt niet alles in een hokje van drie kwartier stoppen. Het moet ook nog genietbaar en enigszins spannend blijven. Wat dat betreft heb ik voor de makers van het programma de grootste bewondering. Deze aflevering vertelt duidelijk een verhaal, van begin tot eind, met kop en staart. Misschien valt het pas echt op als je het terugziet. Het is eigenlijk heel kunstzinnig (om in antroposofisch jargon te blijven), waar spanning wordt opgeroepen door naast these antithese te stellen, deze verder te volgen en uiteindelijk notabene in het Goetheanum samen te brengen, om niet te zeggen tot een synthese te voeren. Dat wordt in feite ook expliciet zo gezegd op het einde. Kan het mooier? Ik vind het geniale televisie en eigenlijk zouden de makers er een prijs voor moeten krijgen; speciaal voor deze aflevering, want ik vermoed dat die wel de moeilijkst te maken is geweest van alle acht.’

tijdens de opnames

5 Reacties

Subscribe to comments with RSS.

  1. a.h.s. reeskamp said, on 4 maart 2013 at 16:50

    Ben het met bovenstaande helemaal eens, knap gemaakt, want wie wil er nou theoretische ideaal typische plaatjes voorgeschoteld krijgen..nee: hoe pakt het nu uit als mensen er mee werken en leven op individueel niveau. dat is boeiend. en dat raakte mij, juist die persoonlijke noot.
    Goede vragen stellen, en de kijker kan dan zelf nadenken…over wat hij hoort en ziet. Ging het niet ergens over het zelfstandige denkvermogen? De z.g. scholingsweg, meditatiecursus bleef als centraal onderwijs van Steiner buiten beeld…graag een volgend keer eens over welke bronnen, religies Steiner uit putte, naast zijn ervaringen in de eigen geest. Een dialoog met andere meditatie wegen zou heel goed zijn. Wie zou zich wagen aan dit hart stuk van de esotherische leer? Wat doen leden van de vereniging daar mee?
    Maar dit was een heel goed beeldverhaal, waarin zelfs mijn diepgaande vragen over Steiners bronnen en de uitwerking van zijn methode voor mensen toch aanschouwelijk werden. Het werd niet allemaal bediscussieerd op interview niveau..maar het verhaal ontstond via de respectvolle vragen en de beelden en situaties. Echt knap gedaan en de meest interessante aflevering van deze serie! Graag meer goede reportages! ter compensatie van de vele onheils tijdingen op TV…

  2. Floris Schreve said, on 4 maart 2013 at 17:42

    Beste A.H.S. Reeskamp,

    Het is me niet helemaal duidelijk waar u het mee eens bent. Overigens, ik heb die documentaire niet gemaakt, ik was een van de geïnterviewden (die criticaster, die wel op de vrije school heeft gezeten, maar nu vooral over het racisme in Steiners leer schrijft, zie ook verder op dit blog). Ik ben zeker bekend met de esoterische scholingsweg, inwijding zo je wilt, maar ik ben, om het toepasselijk uit te drukken, ‘met hoofd en hart’ een non-believer. Met hoofd omdat ik bijv. niet kan meegaan in Steiners ideeën over de aarde-evolutie (u kent die geschiedenis vast, zie bijv. Geheimwissenschaft) en met hart omdat Steiners racisme/rassenleer me diep tegenstaat.
    Maar ik begrijp niet helemaal wat uw punt is,

    vriendelijke groet,
    Floris Schreve

    PS Voor ‘diepgaande vragen over Steiners bronnen en de uitwerking van zijn methode’ verwijs ik graag naar: Helmut Zander, ‘Anthroposophie in Deutschland; Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945’, Band 1&2, Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 2007. Ook goed is: Peter Bierl, ‘Wurzelrassen Erzengel und Volksgeister; die Anthroposophie Rudolf Steiners und die Waldorpädagogik’ (Aktualisierte und erweiterte Neuausgabe), Konkret Literatur Verlag, Hamburg, 2005

    • a.h.s. reeskamp said, on 5 maart 2013 at 20:41

      beste Floris,

      Zander grotendeels gelezen. Ik sloot mij aan bij de positieve evaluatie van de hokjesman. (hoorde al weer geluiden van boze mensen die zich wilden beraden om iets TEGEN de uitzending te schrijven, dus was ik blij een waarderende beoordeling te lezen). En nu heb ik mijn reactie kennelijk niet helemaal op de juiste plek gegeven. Excuus!
      De hele rassenleer heeft mij nooit bijster geïnteresseerd. Ik vond U in de uitzending iemand die goed zelfstandig nadacht..ik vond Schaaps vragen uitstekend. Evenzo Uw uiteenzetting.
      Ik benader de inzichten uit visionaire waarneming vanuit een andere discipline, namelijk vanuit de mind-training door meditatie. daarin heeft het visionaire een bepaalde plek, een stadium in de ontwikkeling van het individu. Daar wordt de vraag of alles wat zich ontwikkelt vanuit de eigen geest een geldigheid buiten die individuele geest heeft met nee beantwoord. Of anderen, bijvoorbeeld in dit geval de leerlingen van Rudolf Steiner, als zij zich door meditatie scholen tot het visionaire stadium, hetzelfde zouden waarnemen als hun leraar? Als dat zo zou zijn, dan is de realiteitswaarde van deze visies een punt. ook Steiner meldt in zijn esoterische cursus het uiteindelijk komen tot de leegte…hij nam duidelijk de reeds bestaande ontwikkeling over van oude leren, die nu nog steeds actueel zijn en niet achterhaald.

      Zander plaatst de leer van de antroposofie in een historische context. Steiner was een kind van zijn tijd en zeer belezen. Wat hem in de literatuur ter beschikking stond nam hij als basis, verdiepte vanuit zijn Geistesschau. maar als de wetenschappelijke ideeen uit zijn tijd worden aangevuld met zijn Geistesschau…dan krijg je helderziende waarneming op basis van theorieen die wij vandaag de dag niet meer hanteren omdat de wetenschap is voortgeschreden. Dat gaf Mackay ook aan. wat blijft dan over als kern van de antroposofie? de meditatiecursus, zodat mensen hun eigen geest ontwikkelen? de Angaben voor de diverse werkgebieden, als voorlopige werkhypothesen? door met dit laatse aan de slag te gaan leren mensen ook op een andere manier kijken naar b.v. de natuur, kinderen in ontwikkeling.
      Hoe wetenschappelijk is een leer van een helderziende Blavatski, waarop Steiner ook door borduurde met zijn occult science. Ondenkbaar dat mensen nu nog genegen zouden zijn zulke inhouden aan te nemen. Toen wel, er was grote behoefte aan dit soort onthullingen. Ook aan Steiners lezingen..men leze http://www.wikipedia.de/rudolf steiner.
      Dus wat is nu eigenlijk de essentie van deze leer in de huidige tijd? Dat was een beetje de vraag die bij mij bleef hangen.

      vriendelijke groet,
      a.h.s. reeskamp

      • Floris Schreve said, on 6 maart 2013 at 01:20

        Moeilijke vraag: wat is de essentie die zal blijven hangen. Wat mij betreft is antroposofie een ‘spirituele levensbeschouwing’ (zeker geen wetenschap). In het persoonlijke en spirituele is er zeker ruimte voor lijkt me, zoals dat ook voor andere religies geldt (het Christendom, de islam, of wat mij betreft ook de Schotse Ritus van de Vrijmetselarij). Wat mij betreft lijken me de ‘openbaringen’ van Steiner geen goede wetenschappelijke basis om het onstaan van de kosmos te verklaren, om maar iets te noemen. Antroposofie is wat mij betreft een soort religie (levensovertuiging op basis van een door Steiner geopenbaard mystiek wereldbeeld- hoe hij dat heeft samengesteld, zie Zander, is weer een andere kwestie). Ik denk dat je het daarmee wel kunt afdoen, althans wat mij betreft. Maar ikzelf geloof ook niet in de antroposofie.

  3. […] Zie ook Antroposofie en racisme deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5 en deel 7 […]


Plaats een reactie