Mijn hersenspinsels en gedachtekronkels

Antroposofie en racisme 7: De Hokjesman (Michaël Schaap, VPRO) van 21-2-’13…Antroposofen

Zie ook Antroposofie en racisme deel 1, deel 2, deel 3, deel 4 en deel 5. Deel 6, dat vooral (maar niet uitsluitend) hierover zal gaan, verschijnt zeer binnenkort op dit blog, hopelijk nog voor de uitzending

Van: http://programma.vpro.nl/hokjesman/afleveringen/aflevering-7-de-antroposofen.html

Aflevering 7: De antroposofen

Uitzending op donderdag 21-02-2013, om 21.35 op Nederland 3

HERHALING: donderdag 22 augustus, 21.00, Nederland 3

Onze hokjesman onderzoekt deze opmerkelijke combinatie van wetenschap en mystiek en aanschouwt hoe deze zelfbouwpakket-religie-zonder-god leidt tot een worsteling tussen de aanhangers onderling en met de non-believers.

Zoom

Er was er eens een godsdienst die geen godsdienst was…

Antroposofie (van het Griekse anthropos “mens” en sophia “wijsheid”) is een spirituele filosofie en occulte wetenschap gebaseerd op de leer van Rudolf Steiner (1861–1925), die het bestaan postuleert van een geestelijke wereld die toegankelijk zou zijn via innerlijke ontwikkeling.

De antroposofie gaat er vanuit dat de reguliere wetenschap veel te beperkt is, omdat die enkel uitgaat van empirie en deductie. Nee, er is ook een geesteswereld waar de wetenschappelijke wetten niet gelden. En zo is de antroposoof bereid het bestaan te aanvaarden van geesten, onzichtbare wezens; van klein tot groot, van bos tot heelal. En dat alles om te pogen een verklarend systeem te vinden voor de opkomst en ondergang van volken, rassen en beschavingen; want de mens en zijn ontwikkeling staan centraal.

Onze hokjesman onderzoekt deze opmerkelijke combinatie van wetenschap en mystiek en aanschouwt hoe deze zelfbouwpakket-religie-zonder-god leidt tot een worsteling tussen de aanhangers onderling en met de non-believers. Hoe het in pacht hebben van de wijsheid verplicht tot het verspreiden en toepassen ervan op veel terreinen. Zoals vrije schoolpedagogie, heilpedagogie, euritmie, spraakvorming, kunstzinnige therapieen, antroposofische geneeskunde, sociale driegeleiding, en biologische landbouw.
Hoe verder de hokjesman afdaalt in deze geestelijke mijnen van Koning Salomo hoe duisterder de diepten worden.

Is er terugkeer mogelijk als hij zelf de wijsheid eenmaal heeft mogen ontvangen?

<img

Klik HIER om de aflevering te bekijken

de hokjesman 2

Met ‘de Hokjesman’ (Michaël Schaap) tijdens de opnames.

Regie: Jurjen Blick & Michael Schaap
Research: Sigrid Burg, Miek Hehenkamp
Camera: Maarten Kramer, Gregor Meerman, Pim Hawinkels,
Pierre Rezus
Geluid: Frenk van der Sterre, Hens van Rooij
Eindredactie: Robert Wiering
Productie: Malva Blom, Mirjam de Heus
Assistent productie: Iris Fransen
Montage: Jurjen Blick, Paul Delput
Mixage: Jaim Sahuleka
Kleurcorrectie: Richard Laarman
Mediamanagement: Fred ’t Hart
Stagiair: Floris Koch
Postproductie: Barbara Duives

http://gids.vpro.nl/2013/02/21/in-esoterie/

In Esoterië

De hokjesman

Nederland 3, 21.35-22.30 uur

In de zesde aflevering begeeft de hokjesman zich onder antroposofen.

‘Goethe, kennen jullie die écht niet?’ De antroposofische boer die een klas Achterhoekse pubers rondleidt op zijn biologisch-dynamische bedrijf kan het haast niet geloven. Hij heeft net verteld hoe hij ‘kosmische muziek in de mest brengt’ en waar zijn kennis vandaan komt. Maar hoe meer er wordt uitgelegd over zijn inspiratiebronnen, des te groter de kloof wordt tussen antroposofie en de rest van de wereld. En daar lijkt de hokjesman ook wel een beetje last van te hebben. Want met elke deur die voor hem opengaat, lijkt zijn verbazing te groeien. Het is ook wel wat veel van het esoterische. Bewegend leren rekenen, een bouwstijl die een beetje danst en hemelwater dat eerst gevitaliseerd moet worden voordat het weer door de aderen van moeder aarde mag stromen. En dan blijkt bovengenoemde boer zijn vader ooit als vermist te hebben opgegeven, terwijl die begraven lag in de tuin. De vraag rijst: is het wetenschap of geloof wat Rudolf Steiner heeft nagelaten?

Hugo Hoes

boze geesten antrovista

www.antrovista.com. Boze Geesten 😉

Mijn commentaar op de uitzending

Al met al vond het een boeiende en bij vlagen ook hilarische uitzending. Er viel veel te lachen. Ontroerend vond ik het verhaal van de BD boer Erik, die de strijd van zijn vader voor de Biologisch Dynamische landbouw in een vijandige omgeving voortzette. Ook mooi dat hij zijn vader op zijn eigen land heeft begraven. Voor dat soort dwarsheid (en toewijding) heb ik altijd een zwak, hoe maf anderen dit wellicht vinden.

Maf zijn natuurlijk wel allerlei andere zaken die aan bod kwamen. Creatieve vakken zijn vaak het uithangbordje van de vrije school, maar de invulling die eraan gegeven wordt bleek in de loop der jaren niet te zijn veranderd. Net als in mijn eigen tijd op de vrije school (eind jaren zeventig, tot halverwege de jaren tachtig) wordt er voortdurend dezelfde antroposofische esthetische norm gehanteerd, die sinds de beginjaren van de beweging eigenlijk niet is veranderd. Naar mijn smaak een kitscherige aftakking van de Jugendstil/art nouveau. Over ‘decadente aftakking’ gesproken 😉 Ook heel versteend, bijna symbolisch voor hoe de woorden van Steiner in steen zijn gebeiteld. Want Steiners inzichten loslaten is in de ‘geesteswetenschap’ een onmogelijkheid, wat Paul Mackay daar ook over beweert. Er is immers geen antroposoof na Steiner geweest, die zo diep kon schouwen als hij, laat staan dat iemand zijn geesteswetenschappelijke inzichten heeft kunnen toetsen, dan wel corrigeren of bijstellen. Dat laatste is toch zo’n beetje de kern van wetenschap. Dat is in de antroposofie niet mogelijk en dat maakt het wat mij betreft meer een levensbeschouwing (voorzichtig geformuleerd). Het is,  naar mijn bescheiden mening althans, vooral een geloof. De antroposofie kent ook zeker sektarische elementen, zij het dat niet iedereen die in een van de werkgebieden van de antroposofie actief is, zich onvoorwaardelijk overgeeft aan het door Steiner doorgegeven wereldbeeld. Mijn ervaring is dat meer dan de helft van de mensen die binnen de antroposofische sector op de een of andere manier actief zijn, vaak nauwelijks op de hoogte zijn van de inhoud van Steiners boeken en voordrachten. Daarover waakt een klein gilde van ‘beroepsantroposofen’. En antroposofen, ze zijn er zeker, al bevindt bijna iedereen die in het programma werd geïnterviewd zich in de ontkenningsfase.

Overigens vind ik niet dat de rassenleer ‘de kern’ van de antroposofie is (dat kwam er in het interview niet helemaal goed uit). Wel dat de rassenleer zich bevindt in de kern van de antroposofie. En dat is het antroposofische idee van de aarde-evolulutie; het grote verhaal van waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe. Binnen dat verhaal is Steiners notie van het begrip ‘ras’ wel een van de cruciale factoren.

Mijn eigen gesprek met Schaap dan (opgenomen in mei 2012, bij het openluchttheater de Lichtenberg, iets buiten Weert, zie hier). Zoals dat nu eenmaal gaat is niet het hele interview uitgezonden. Ik heb nog veel meer passages van Steiner voorgelezen, ook over het ‘zwarte ras’, bijv. uit Vom Leben des Menschen und der Erde (1923, GA 349):

 “Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn“

oftewel:

“In de ‘neger’ wordt voortdurend gekookt en wat het vuurtje aanwakkert… dat zijn zijn achterhersenen”

De van Baarda-commissie vond dit overigens een categorie 2 uitspraak, dwz. ‘waarbij sprake is van schijnbare discriminatie, maar niet als deze uitspraak wordt beoordeeld vanuit de antroposofie als geheel’….tja
.

En verder ben ik juist uitgebreid op het rapport van de Commissie van Baarda ingegaan, dat er mijns inziens niet in slaagt om de stelling ‘Géén sprake van rassenleer’ hard te maken.  De commissie heeft weliswaar zestien passages van Steiner ‘opgeofferd’, waarin hij echt over de schreef is gegaan, maar heeft Steiners echte rassenleer buiten schot gehouden en proberen weg te moffelen, soms met de meest waanzinnige (en ook hilarische) gelegenheidsargumenten. Ik heb er op dit blog al veel aandacht aan besteed. Zie vooral mijn vijfde bijdrage uit deze reeks, waarin ik, althans dat denk ik, toch flink wat onvolkomenheden van dit rapport heb laten zien.

Tijdens de opnames heb ik daar ruime aandacht aan besteed, maar dat is er niet ingekomen. Achteraf jammer (wat mij betreft), want Mackay kon op die manier wel erg makkelijk zeggen dat met het rapport alles was opgelost.

Nog een opmerking over iets wat in de uitzending naarvoren kwam. De dame in de boekhandel zei dat er geen boeken over de antroposofie beschikbaar zijn van niet niet-antroposofen, althans niet in het Nederlands. Qua Nederland heeft zij bij mijn weten inderdaad gelijk, al zijn er in het verleden best wel wat kritische publicaties verschenen zoals van JD Immeman (over pedagogoek) en Gjalt Zondergeld (over de racisme-kwestie). Kleinere publicaties/brochures zijn er verschenen van Gjalt Zondergeld (samen met Evert van der Tuin en August de Roode), Bram Moerland (hier te raadplegen) en Toos Jeurissen (hier te raadplegen). Maar bestaan wel degelijk studies naar de antroposofie door buitenstaanders. Het belangrijkste standaardwerk van nu is van Helmut Zander, hoogleraar geschiedenis aan de Humboldt Universiteit in Berlijn, al vaak aangehaald op dit blog: Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland; Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945, Band 1&2, Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 2007. Maar ik kan ook de boeken van Peter Bierl en Peter Staudenmaier aanbevelen.

Hieronder wil ik in ieder geval mijn eigen aantekeningen weergeven, die ik heb gemaakt voor het interview voor de Hokjesman van mei 2012. Voor de volledigheid. Ter aanvulling van dit verder zeer informatieve en ook zeker mooi gemaakte en vaak erg geestige portret van de antroposofische scene in Nederland.

 Klik HIER om de aflevering te bekijken

antroposofenhokjesman-621x328

Steiner stelt de diagnose

Een van de highlights uit het van Baarda-rapport (het ‘onafhankelijke rapprt’ van ‘antroposofische wetenschappers’, hier de concluderende ‘slotopmerkingen’ van het derde hoofdstuk): Steiner stelt de Diagnose! En natuurlijk hebben ‘zwarte mensen’ andere ‘therapieën’, ‘didactische aanwijzingen’, etc. nodig dan blanken 😉 Laat staan de indianen, die in Steiners grootse visie louter de functie hebben om dood te gaan. Deze tekst is maar een voorbeeld, maar het rapport kent veel van dit soort pareltjes. Zie voor een bespreking van het bovenstaande en andere delen van het rapport mijn vijfde antroposofie-artikel. Zie voor een andere soortgelijke uitwerking van Steiners rassenleer een verhandeling van vrije schoolleraar Maarten Ploeger, uit de bundel ‘Antroposofie ter discusssie’ (red. Jelle van der Meulen, Vrij Geestesleven, Zeist, 1985) hier te raadplegen. Zie overigens hier een commentaar van Peter Staudenmaier (Cornell University en een van ’s werelds toonaangevende experts op dit gebied) op het rapport.

de hokjesman still (met Michael) - kopie

Notities interview voor de documentaire van  Michaël Schaap over de antroposofie (lang niet alles is tijdens het interview gebruikt en daarvan is een kleine selectie uitgezonden)

Wat is antroposofie?

Antroposofie is een levensbeschouwing die is vormgegeven aan het begin van de twintigste eeuw door de Oostenrijkse esotericus Rudolf Steiner. Antroposofie biedt een alomvattend wereldbeeld en pretendeert antwoord te geven op grote vragen als ‘waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe?’ of ‘Heeft de schepping of de evolutie een doel en wat is de rol van de mens daarin?’

De antroposofie heeft ook allerlei uitwerkingen en praktische toepassingen en biedt voor de aanhangers antwoorden op vragen als: ‘waarom word ik ziek?’ ‘Waarom is mijn kind hyperactief?’ Tot en met ‘Wat is gezonde voeding?’

Hoofdconclusie van Baarda-rapport: Géén sprake van rassenleer! Steiner heeft zich slechts zestien keer vergaloppeerd in geísoleerde uitspraken, verspreid over zijn enorme oeuvre. Dus niets aan de hand, volgens het rapport en de AViN (conclusies grotendeels overgenomen in het Frankfurther Memorandum van de Duitse antroposofische Vereniging).

Mijn stelling: de hoofdconclusie van het rapport klopt niet, er is wel degelijk sprake van rassenleer. Steiners opvattingen over rassen horen bij zijn grotere verhaal over de evolutie van de mens

Antroposofische evolutiemodel:

model Poppelbaum 

Poppelbaum (1926)

 

 poppelbaum detail

Poppelbaum detail

 

 

 

Steiner 1907 (GA 100) 1 (is eigenlijk hetzelfde als de bovenstaande uitsnede van Poppelbaum, maar dan van de hand van Steiner zelf):

 

 

 

 

 

 

Steiner 1907 (GA 100) 2:

 

 

Aus der Akasha-Chronik (GA 11, 1907), hoofdstuk 2, Unsere Atlantische Forvahren (cruciaal citaat, niet in het rapport opgenomen);

Nur ein kleiner Teil der lemurischen Menschheit war zur Fortentwickelung fähig. Aus diesen bildeten sich die Atlantier. – auch später fand wieder etwas ähnliches statt. Die größte Masse der atlantischen Bevölkerung kam in Verfall, und von einem kleinen Teil stammen die sogenannten Arier ab, zu denen unsere gegenwärtige Kulturmenschheit gehört. Lemurier, Atlantier und Arier sind, nach der Benennung der Geheimwissenschaft, Wurzelrassen der Menschheit. Man denke sich zwei solcher Wurzelrassen den Lemuriern vorangehend und zwei den Ariern in der Zukunft folgend, so gibt das im ganzen sieben. Es geht immer eine aus der andern in der Art hervor, wie dies eben in bezug auf Lemurier, Atlantier und Arier angedeutet worden ist. Und jede Wurzelrasse hat physische und geistige Eigenschaften, die von denen der vorhergehenden durchaus verschieden sind. Während zum Beispiel die Atlantier das Gedächtnis und alles, was damit zusammenhängt, zur besonderen Entfaltung brachten, obliegt es in der Gegenwart den Ariern, die Denkkraft und das, was zu ihr gehört, zu entwickeln.

Aber auch in jeder Wurzelrasse selbst müssen verschiedene Stufen durchgemacht werden. Und zwar sind es immer wieder sieben. Im Anfange des Zeitraumes, der einer Wurzelrasse zugehört, finden sich die Haupteigenschaften derselben gleichsam in einem jugendlichen Zustande; und allmählich gelangen sie zur Reife und zuletzt auch zum Verfall. Dadurch zerfällt die Bevölkerung einer Wurzelrasse in sieben Unterrassen. Nur hat man sich das nicht so vorzustellen, als ob eine Unterrasse gleich verschwinden würde, wenn eine neue sich entwickelt. Es erhält sich vielleicht eine jede noch lange, wenn neben ihr andere sich entwickeln. So leben immer Bevölkerungen auf der Erde nebeneinander, die verschiedene Stufen der Entwickelung zeigen’

 

 

Citaat Mission GA 121, 1910 4e voordracht:

Nicht nur etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten.

Noemen: Ploeger en Wiechert hebben het over Wounded Knee

Maarten Ploeger:

‘Er blijkt zelfs een opmerkelijke affiniteit te bestaan tot grensoverschrijding tussen leven en dood. Al in een vroeg leeftijdsstadium vertonen indianen scherp getekende gelaatstrekken. Bij de prairie-indianen werd een belangrijkste krijgers inwijding gevonden in strijdsituaties met een welhaast zeker dood voor ogen (de eer behalen door een gewapende vijand aan te tikken met een stok)…(…) Met deze karakteristieken voor ogen kan Steiners uitspraak in de Volkszielen (vrij weergegeven): ‘De indianen moesten uitsterven en de kolonisten waren het uiteindelijke instrument’, in en juist daglicht worden gesteld. Het is allerminst een excuus voor het botvieren van de blanke moordcapaciteit; die schuld hebben wij hoe dan ook op ons geladen (evenmin kan de nog steeds voortgaande uitroeiing van de Amazone-indianen hiermee op welke wijze dan ook aanvaardbaar worden gemaakt). Zoals een ouder mens aan een op zichzelf niet zo dramatische ziekte licht kan bezwijken, zo betekende de confrontatie met de blanke expansiedrift voor de indianen meer dan een reeks ongelijke oorlogen. De indiaanse cultuur had à priori de bevattelijkheid om hieraan te gronde gaan (zie bijvoorbeeld de Wovoka-episode, uitmondend in de ‘zelfdestructie’ onder leiding van Sitting Bull bij Wounded Knee)’. (Antroposofie ter discussie, p.43-44)

Christoph Wiechert (in het Ikon radioprogramma ‘Het voordeel van de twijfel):

Ik denk dat dit gen beladen uitspraak is. Want als je ziet toen de Europeanen zich met de negers gingen bemoeien. Dat volk is niet te gronde gegaan (..) Terwijl je bij de indianen inderdaad, als je ziet wat er in Wounded Knee gebeurd is, dat is toch een ongelooflijke tragedie, daar zie je echt iets uitgeblust worden, onvoorstelbaar (…)Dus in die zin is de gedachte aannemelijk, gewoon uit de waarneming, ja, dat je ziet, ja, dat eindigt in reservaten. Ongelooflijk tragisch, bij negers zie je: dat eindigt helemaal niet in reservaten, die hadden ook wel kunnen sterven, bij wijze van spreken, want de Europeanen gingen daar ook niet zachtzinnig mee om. (eindrapport, pp. 636-637)

Commissie vergelijkt met Jarett Diamond Guns Germs and Steel

NB Waarom zei Steiner op 10 juni 1910 in Oslo dat de indianen niet zijn uitgestorven ‘omdat de Europeanen het beviel’, maar ‘omdat de indianen zelf de krachten moesten verwerven die tot hun uitsterven zouden leiden’? Ging hij op deze plaats voorbij aan de volkerenmoord op de indianen? Praatte hij die volkerenmoord goed, zoals sommigen beweren, met een zogenaamde ‘karmische noodzaak’? Kennelijk besefte hij dat hij misverstanden kon oproepen, want hij liet de uitspraak over indianen vooraf gaan dor de opmerking: ‘ich bitte das nicht mißzuverstehen, was eben gesagt wird: es bezieht sich nur auf den Menschen, insofern er von den physisch-organisatorischen Kräften abhängig ist, von den Kräften, die nicht  sein Wesen als Menschen ausmachen, sondern in Denen er lebt’. De irreguliere geesten van de vorm bewerkstelligeden in de lichaamskrachten van de indianen een element van ouderdom. Als ras stierven de indianen volgens Steiner daarom uit.

In het verzamelde werk van Steiner zijn in hoofdzaak twee redenen te vinden voor het (gedeeltelijk) uitsterven van indianen. De ene ligt in de verschillende constitutionele eigenschappen van de indianen, zoals beschreven in het onderhavige citaat. En in de lezingen van 27 oktober 1909 (citaat 1353), 12 juni 1910 (citaat 116) en 3 maart 1923 (citaat 130). De andere is de uitroeiing van de indianen door de blanke veroveraars uit Europa. Er zijn talrijke plaatsen te vinden waarin hij deze uitroeiing beschrijft. Hierboven zijn al enkele aangehaald, namelijk citaten 155, 157, 159, 161, 163, en 164. Ook in citaat 166 wordt over uitroeiing van de indianen door de Europeanen gesproken.

Het gebruik van de term ‘uitroeiing’ (‘Ausrottung’, ‘ ausrotten’) geeft aan dat Steiner het doden van de indianen door de Europeanen impliciet veroordeelde. Uit sommige citaten blijkt nog duidelijker hoe hij daarover dacht, zoals in ‘…man die damilgen Amerikaner, die amerikanischen Indianer massakriert hat. Diese Art von Kulturausdehnung, das war die erste Etappe auf dem Wege, auf dem wir dann nach und nach weitergegangen sind’ (citaat 155) en ‘Sehen Sie, die Indianer haben allmählicg kennengelernt die ‘besseren’ Menschen, die über sie gekommen sind, bevor diese sie ausgerottet haben’ (citaat 159). Ook in de opmerking ‘weil es den Europäern gefallen hat’ (citaat 103) klinkt een veroordelende ondertoon ten aanzien van de Europeanen.

Waar het hem in de lezing op 10 juni 1910 om te doen was, was om de aanwezige theosofen te laten zien dat er bij die beslissende historische gebeurtenis niet alleen uiterlijk-fysieke factoren een rol speelden, maar ook innerlijk-geestelijke. Se uitspraak: ‘Nicht nur etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat’ zou meer in overeenstemming zijn geweest met zijn andere uitlatingen erover.

Het komt bij Steiner vaker voor dat hij innerlijke en uiterlijke oorzaken voor iets aangeeft. Bij belangrijke gebeurtenissen spelen immers altijd verrschillende factoren een rol. Hij drukte het verschijnsel van innerlijk geestelijke en uiterlijk fysieke factoren eens uit als: ‘Es verletzt jemand bei einer Rauferei einen anderen mit einem Messer, er hatte ein altes Rachegefühl, der andere sagt, das Messer war die Ursache. –Beide haben recht. Das Messer war die letzte physische Ursache, aber dahinter liegt die geistige. Wer nach geistigen Ursachen sucht, wird immer die physischen gelten gelassen.’ Uit de laatste zin blijkt dat voor hem de geestelijke oorzaak niet belangrijker is dan de fysieke, of dat daardoor de laatste zou vervallen. In het kader van het uitsterven van indianen betekent dat met zoveel woorden: ook al ligt geestelijk gesproken de oorzaak ervan in het lot van de indianen als ras, de verantwoordelijkheid voor de daad van uitroeiing door de Europeanen op fysiek niveau wordt er daarom op geen enkele manier minder op.

Ook het ontstaan van ziektes spelen zowel innerlijke als uiterlijke oorzaken een rol. Daarover uitte Steiner zich in dezelfde lijn als hierboven als volgt: ‘…daß aber alles, was materiell zum Ausdruck kommt, Seine geistige Hintergründe hat und daß  diese geistigen Hintergründe zum Heile der Menschheit gesucht werden müssen. Diejenigen aber, welche in den Kampf gern einstimmen möchten, die sollen auch daran erinnert werden, daß die geistigen Ursachen nicht immer in derselben Weise aufgelaßt werden dürfen und auch nicht in der gleichen Art bekämft werden können wie die gewöhnlichen materiellen Ursachen. Und man darft auch nicht denken, daß man durch das Bekämpfen der geistigen Ursachen enthoben ware der Bekämpfung der materiellen Ursachen (…). Ook hier wordt niet de geestelijke oorzaak boven de fysieke geplaatst.

In 1997 verscheen onder de veelzeggende  titel Guns, Germs and Steel; The fates of Human Societies, een studie van Jarett Diamond, waarin deze aantoont dat het gemak waarmee de Europese veroveraars het Amerikaanse continent konden bedwingen en de decimering van de locale bevolking niet alleen het gevolg waren van militair overwicht, maar ook nog van hekle andere factoren. Hij maakt aannemelijk, dat de Europeanen een menigte ziekteverwekkende bacteriën met zich meebrachten waartegen de indianen niet bestand waren. De Europeanen waren voor deze bacteriën immuun geworden.  Van oordprong waren het namelijk ziektekiemen van dieren die de bewoners van Europa en Azië in de loop van vele duizenden jaren hadden gedomesticeerd, zodat hun immuunsysteem zich in die tijd daaraan had kunnen aanpassen. Deze domesticatie vond door de geologische gesteldheid in Europa en Azië in veel grotere mate plaats dan in Amerika. Diamond toont met andere woorden aan dat ook geologisch-culturele factoren een rol hebben gespeeld bij de massale sterfte van de indianen in Amerika’  (eindrapport, pp. 422- 423)

Citaat GA 349/7 (1923, voor de arbeiders in Dornach) over ‘der Neger’:

Überall nimmt er Licht und Wärme auf, überall. Das verarbeitet er in sich selber. Da muß etwas da sein, was ihm hilft bei diesem Verarbeiten. Nun, sehen Sie, das, was ihm da hilft beim verarbeiten, das ist namentlich sein Hinterhirn. Beim Neger ist daher das Hinterhirn besonders ausgebildet. Das geht durch das Rückenmark. Und das kann alles das, was da im Menschen drinnen ist an Licht und Wärme, verarbeiten. Daher ist beim neger namentlich alles das, was mit dem Körper und mit dem Stoffwechsel zusammenhängt, lebhaft ausgebildet. Es hat, wie man sagt, ein starkes Triebleben, Instinktleben. Der Neger hat also ein starkes Triebleben. Und weil er eigentlich das Sonnige, Licht und Wärme, da an der Körperoberfläche in seiner Haut hat, geht sein ganze Stoffwechsel so vor sich, wie wenn in seinem Innern von der Sonne selber gekocht würde. Daher kommt sein Triebleben. Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn.

Manchmal wirft die Einrichtung des Menschen noch solche Nebenprodukte ab. Das kann man gerade beim Neger sehen. Der Neger hat nicht nur dieses kochen in seinem Organismus, sondern er hat auch noch ein furchtbar schlaues und aufmerksames Auge. Er guckt schlau und sehr aufmerksam.

 

Commentaar commissie:

 

‘Samengevat heeft een donkere huidskleur volgens Steiner de volgende betekenis voor de mens: het licht en de warmte uit de omgeving van de mens worden totaal opgenomen. Door de intensieve inwerking op de huid bij een bijna loodrechte zonnestand werd deze zwart (NB Hiermee wordt dus een ander proces beschreven dan de tijdelijke verandering van de huidskleur onder invloed van de zon in de huidige tijd). Het aandeel van de warmte en het licht dat niet door de zintuigen kan worden waargenomen, worden dieper in de mens verteerd door de stofwisseling. De stofwisselingspool en daardoor ook het instinct- en driftleven (het onbewuste wilsleven dat zijn oorsprong heeft in de stofwisselingspool) zijn om die reden extra ontwikkeld. De achterste hersenen spelen daarbij een belangrijke regulerende rol en als gevolg van het feit dat de oogzenuwen in deze hersenen uitmonden kijkt hij ‘schlau’ uit zijn ogen, wat in het Nederlands opmerkzaam en slim, maar ook sluw kan betekenen.

NB De formuleringen van Steiner wekken wel enige bevreemding (??!! FS). Zelf liet hij de volgende opmerking op het bovenstaande volgen: ‘Wenn man das anfängt zu verstehen, so wird einem alles klar. Ber solche betrachtungen, wie wir sie jetzt wieder machen, die macht die heutige Wissenschaft gar nicht. Sie versteht daher nichts von all dem’. Antroposofie gaat zoals gezegd niet alleen over zintuiglijk waarneembare feiten, maar verbindt deze met bovenzinnelijke waarnemingen’.

 ‘Bovenstaande uiteenzettingen over de regulerende werking van de achterste hersenen bij de verwerking van licht en warmte in de stofwisseling beschrijven processen die zich voor een deel in het bovenzinnelijke deel van de mens afspelen en zijn daarom alleen in dat licht te begrijpen. Door fysiologisch onderzoek zou kunnen worden nagegaan of ook op materieel niveau zulke verbindingen te leggen zijn, maar dat valt buiten het kader van dit rapport’.(eindrapport , pp. 383-384)

Steiner GA 349/7:

 Und so ist es ganz wirklich interessant. Auf der einen Seite hat man die Schwarze Rasse, die am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen geht, stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse, die mitten zwischen Erde und Weltenall ist. Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun, gliedert sich zu viel dem Weltenall an, stirbt aus. Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche, poetische, dichterische, geistige indische Kultur aus. Wenn sie jetzt nach dem Westen geht, wird sie eine Geistigkeit ausbilden, die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber die äußere Welt in ihrer Geistigkeit begreift.

 

Uitleg cultuurperiodes. Na Atlantis ging het blanke/arische ras naar India, om vanuit daar langzaam richting het westen de ene cultuur na de andere stichten (Ariër Mythe). Alle obstakels op die weg moesten verdwijnen, zo ook de Indianen in Amerika

Evt vergelijking Blavatsky Secret Doctrine:

‘(before the Sixth Root-Race dawns), the white (Aryan, Fifth Root-Race), the yellow, and the African negro – with their crossings (Atlanto-European divisions). Redskins, Eskimos, Papuans, Australians, Polynesians, etc., etc. – all are dying out. Those who realize that every Root-Race runs through a gamut of seven sub-races with seven branchlets, etc., will understand the “why.” The tide-wave of incarnating Egos has rolled past them to harvest experience in more developed and less senile stocks; and their extinction is hence a Karmic necessity’.

De ‘waarschuwing’ (juridisch dreigement, zie oa hier) uit het van Baarda-rapport:

‘Geen enkele cultuur of maatschappelijke stroming kan of mag uitsluitend worden beoordeeld aan de hand van bestaande of vermeende onvolkomenheden. De antroposofische beweging is daarop geen uitzondering. De lezer wordt er dan ook aan herinnerd dat elk eenzijdig of selectief gebruik van de in dit rapport genoemde gezichtspunten en bevindingen -inclusief de in dit rapport besproken citaten van Rudolf Steiner- met het doel daaraan conclusies te verbinden die voor de antroposofie in het algemeen gelden, misbruik betekent van dit rapport‘.

Enkele stills uit de uitzending:

Hokjesman still 1 Hokjesman still 2 hokjesman still 3 hokjesman still 4 hokjesman still 5 hokjesman still 6 hokjesman still 7 hokjesman still 8 hokjesman still 9 hokjesman still 10 hokjesman still 11 hokjesman still 12 hokjesman still 13 hokjesman still 14 hokjesman still 15

hokjesman still 16

 

Floris Schreve

Commentaar Driegonaal 😉 :

23 februari 2013

Ontdekkingen van De Hokjesman

Het is hier, op deze website, geheel buiten de orde maar het lijkt zo stil in het land van antroposofen sinds de uitzending van De Hokjesman.

Is iedereen blij dat ‘we’ er zó van af gekomen zijn? Had het veel erger kunnen zijn? De antroposofie in Nederland best mooi getroffen?

Helaas zullen we onkundig blijven van het materiaal dat De Hokjesman buiten zijn uiteindelijke uitzending liet. Maar het verslag van zijn expeditie door antroposofenland bevatte een paar leerrijke ontdekkingen:

1. Het is kennelijk onmogelijk in Nederland een mens te vinden die er rond voor uitkomt en die gewoon zegt: “Jawel, ik ben antroposoof”.
2. Voor zover antroposofen van de gelovige soort zijn leiden ze aan een onhebbelijke drang tot bekeren.
3. Voor zover antroposofen van de wetenschappelijke tak zijn, verstoppen ze zich onder een verstikkende deken van wetenschappelijke relativisme: laat 1000 hypotheses bloeien en pluk je eigen boeketje.

De vooruitgang van de antroposofie in Nederland is verleden tijd, dat is mijn conclusie.

Heel anders is het commentaar van Michel Gastkemper (oa bestuurslid van de AViN en  van de blog Antroposofie in de Pers). In de woorden van Michel kan ik me zeker vinden (http://www.facebook.com/hokjesman/posts/397459230349802):

Beste Hokjesman,

Je hebt via Twitter al laten weten dat ik, antroposoof zijnde, zeer te spreken ben over de aflevering over de antroposofen. Dat statement wil ik hier graag ook wel een keer expliciet maken. Vanochtend kwam op mijn weblog een reactie die nogal typerend is voor hoe er vanuit antroposofische hoek naar de uitzending wordt gekeken:

‘Ik had gehoopt dat de antroposofische beweging duidelijker en “hedendaagser” in de wereld zou staan. Het zal wel aan de makers van het programma liggen (?) maar waar was Weleda, het Bolkinstituut, de BD-vereniging, Warmonderhof, de Wervel en de tientallen andere antroposofische initiatieven? Door deze hokjesmankeuze leek het of ik een programma terug zag uit de jaren 80 van vorige eeuw. Niet in deze tijd staand. De “tijdsgeest” verloochenend. En ook jammer dat een aantal geïnterviewden ten stelligst ontkenden antroposoof te zijn… zo leek het alsof men dan “besmet” zou zijn.’

Ik heb hierop net de volgende reactie geschreven, en die wil ik hier graag ook weergeven:

‘De Hokjesman was op zoek naar antroposofen, niet naar antroposofische instellingen of organisaties. Laat staan de antroposofie zelf. Dat heeft hij expliciet buiten beeld gelaten. Anders was het helemaal niet te doen. Nu heeft hij een stuk of drie protagonisten uitgekozen, die niet verschillender van elkaar konden zijn. Er komen nog meer mensen in het programma voor, maar deze drie worden met voor- en achternaam genoemd: achtereenvolgens Erik van Ipenburg, Floris Schreve en Paul Mackay. Die worden volledig in hun waarde gelaten; de Hokjesman gaat uiterst respectvol met hen om en maakt geen van allen belachelijk. Maar laat wel zien hoe verschillend zij zijn en hoe verschillend zij met de antroposofie omgaan. En dat klopt helemaal, want antroposofie is uiteindelijk een zeer individuele aangelegenheid waarin ieder vrij is. De antroposofie is eigenlijk iets heel wonderlijks, want het staat ieder volledig vrij ter beschikking, waarbij iedereen zelf mag weten hoe hij of zij ermee omgaat. Dat vond ik in dit programma meesterlijk in beeld gebracht. En natuurlijk hadden er nog heel andere mensen aan het woord kunnen komen, met een andere instelling, want weer een wat andere indruk had kunnen geven. Maar ja, zo zijn mensen en zo is het leven. Je kunt niet alles in een hokje van drie kwartier stoppen. Het moet ook nog genietbaar en enigszins spannend blijven. Wat dat betreft heb ik voor de makers van het programma de grootste bewondering. Deze aflevering vertelt duidelijk een verhaal, van begin tot eind, met kop en staart. Misschien valt het pas echt op als je het terugziet. Het is eigenlijk heel kunstzinnig (om in antroposofisch jargon te blijven), waar spanning wordt opgeroepen door naast these antithese te stellen, deze verder te volgen en uiteindelijk notabene in het Goetheanum samen te brengen, om niet te zeggen tot een synthese te voeren. Dat wordt in feite ook expliciet zo gezegd op het einde. Kan het mooier? Ik vind het geniale televisie en eigenlijk zouden de makers er een prijs voor moeten krijgen; speciaal voor deze aflevering, want ik vermoed dat die wel de moeilijkst te maken is geweest van alle acht.’

tijdens de opnames

Antroposofie en racisme 6: ‘In het Land der Blinden is Eenoog koning’

Een uitgebreide reactie op Stephan Geuljans ‘Rudolf Steiner; individu versus ras’ (gepubliceerd in De Aardespiegel) en over de ontspoorde koers van een ooit respectabel antroposofisch tijdschrift

Eerste gedeelte. Het artikel is helaas nog niet helemaal af (ik schat ongeveer 2/3). Ik wilde dit materiaal toch publiceren, ivm de uitzending van de Hokjesman van 21/2. De rest volgt zeer spoedig, onderaan dit bericht

Zie ook Antroposofie en racisme deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5 en deel 7

Hoewel het, op dit blog althans, een tijdje stil is geweest rond de kwestie ‘antroposofie en racisme’ zijn er voor mij diverse redenen om, na een pauze van zo’n drie jaar, toch de draad weer op te pakken.

De discussie heeft zeker niet stilgestaan, ook wat betreft mijn eigen betrokkenheid. Er zijn op diverse sites verschillende, soms intensieve debatten gevoerd waarin ik ook zelf participeerde. De belangrijkste was de discussie op de niet meer bestaande Volkskrantblog van de prominente Nederlandse antroposoof Hugo Vebrugh. De originele site bestaat niet meer, maar ik heb wel een kopie bewaard van deze discussie uit de zomer van 2010. Deze kopie, waar verder niets aan is toegevoegd, geredigeerd of weggelaten, is hier als gefixeerd worddocument te downloaden.

Verder hebben er nog wat zaken gespeeld op het LinkedIn forum Vrije School Alumni (zoals hier en hier) , en het eea op de blog van Michel Gastkemper. In het laatste geval  ging het vooral over het Belgische antroposofische tijdschrift de Brug en de website vrijgeestesleven.be, waarin vooral Gastkemper prijzenswaardig stelling nam tegen het regelrechte antisemitisme en het ontkennen van de Holocaust door de Belgische antroposofen Jos Verhulst en Francois de Wit (Lieven Debrouwere, ook verbonden aan de Brug, voerde het woord namens die partij). Zeer lezenswaardig, oa hier en  hier te raadplegen.

Ook op deze site is er wel wat gebeurd. Onder mijn eerste antroposofie-artikel startte een zekere Joost Alfrik (later bleek dat een pseudoniem te zijn van P.W.  een gepensioneerde leraar van de Vrije School uit Den Haag ) een discussie over de canon Flamme Empor, in mijn eigen schooltijd nog een onderdeel van het lied repertoire van de Vrije School, waarvan ik had beweerd dat dit een nogal besmet lied is geworden, omdat het werd gezongen bij boekverbrandingen in het Derde Rijk. ‘Joost Alfrik’ trachtte dat aan te vechten, maar bleek nogal onorthodoxe methodes te hanteren, waardoor ik me genoodzaakt voelde om de orde een beetje te handhaven, enz. De hele geschiedenis is na te lezen onder mijn eerste antroposofie artikel ‘Geloof in Kabouters’ Zie verder Gepensioneerd antroposofisch leraar ontpopt zich tot stalker op de site van Ramon de Jonghe, die overigens de meeste last van dit heerschap heeft gehad. Niet echt een reclame voor de vrije schoolbeweging , die meneer Alfrik.

Maar los van dit soort ruis is er op deze site veel minder op dit gebied  gebeurd, dan in de jaren daarvoor. Dus tijd om de draad weer op te pakken, nu er tenminste twee (eigenlijk drie)  aanleidingen zijn.

De eerste is een artikel van de Nederlandse antroposoof Stephan Geuljans, Rudolf Steiner- Individu versus ras, alweer anderhalf jaar geleden verschenen op de, wat mij betreft, vrij orthodoxe of in ieder geval rechtzinnige antroposofische website De Aardespiegel. Ik heb weleens eerder aandacht aan een andere bijdrage van Geuljans besteed (zie mijn tweede antroposofie-artikel, de Repliek aan Paul Heldens). Het artikel van Geuljans in de Aardespiegel is een hele kluif, maar vraagt om een degelijke behandeling, ook alweer anderhalf jaar na publicatie. Dus bij deze alsnog. Ik neem dan overigens ook zijn vervolgartikel mee, dat hij schreef naar aanleiding van een vraag van Ramon de Jonghe. Ook die bijdrage smeekt om een nadere bespreking.

Verder zal ik aandacht besteden, en dat is de tweede aanleiding,  aan  materiaal dat ik pas later in handen kreeg, al vermoedde ik alweer een tijd het bestaan. Het gaat hier om een aantal zeer ontspoorde bijdragen uit het antroposofische tijdschrift Driegonaal. Met ontspoord bedoel ik dus van hetzelfde kaliber als de op deze stek veelbesproken organen De Brug en vrijgeestesleven.be  (zie vooral in mijn vierde en Engelstalige bijdrage over deze kwestie).  Een klein zoektochtje in de Koninklijke Bibliotheek leverde heel wat op. Bovendien was het materiaal nog veel erger dan ik zelf had verwacht. Driegonaal blijkt zich in de loop der jaren te hebben ontwikkeld tot een platform voor oa de zeer omstreden Russische antroposoof Gennady Bondarew, die vanwege zijn ontkennen van de Holocaust zelfs door het hoofdbestuur in Dornach is geroyeerd en ook bij de Nederlandse Antroposofische Vereniging niet welkom is. Bij Driegonaal is men lyrisch over zijn werk. Ook de Vlaamse antroposoof, politiek activist en pleitbezorger voor allerlei Holocaustontkenners Jos Verhulst (mede oprichter van oa de radicaalrechtse weblog ‘The Brussels Journal’, die vooral buiten de antroposofie bekendheid geniet, oa omdat de aan Anders Breivik verwante Noorse blogger Fjordman er regelmatig publiceerde- kort na de aanslagen in Noorwegen was The Brussels Journal zelfs even wereldnieuws) mag in Driegonaal zijn twijfels uiten over het bestaan van de gaskamers, etc. Zo ernstig is het dus. Maar dat komt hierna allemaal uitgebreid aan de orde.

En dan de derde aanleiding om juist nu met dit stuk te komen. Binnenkort, op donderdag 21 februari as, zal er een aflevering worden uitgezonden van het VPRO programma De Hokjesman, van documentairemaker Michael Schaap, die gewijd is aan de antroposofie. Ikzelf heb daar ook een bijdrage aan geleverd. Voor die uitzending wilde ik in ieder geval klaar zijn met het materiaal dat ik nog had liggen. Dus hoog tijd om er nu werk van te maken.

In de komende verhandeling zullen de bovenstaande zaken, in onderlinge samenhang- want die is er zeker, uitgebreid besproken en/ of gefileerd worden. Het materiaal krijgt de behandeling die het verdient. Bij deze mijn zesde deel uit de serie ‘antroposofie en racisme’.

Stephan Geuljans en de kunst van het weglaten

Ongeveer jaar geleden  verscheen er in De Aardespiegel, een digitaal antroposofisch tijdschrift voor, naar eigen zeggen,  ‘Geesteswetenschappelijk Onderzoek’, een uitvoerige beschouwing van de Nederlandse antroposoof Stephan Geuljans (een van de meest uitgesproken vertegenwoordigers van de meer rechtzinnige/conservatieve richting, hij is op dit blog vaker ter sprake gekomen) een beschouwing met de titel ‘Rudolf Steiner-Individu versus ras’ (hier te raadplegen). Recent werd dit stuk opnieuw gepubliceerd, althans weer op de voorpagina van de website, nu gedateerd als van 16 december 2012 (al zijn de reacties daaronder dus van eerder). Opmerkelijk overigens. De dag daarvoor, op 15 december berichtte Michel Gastkemper, op zijn blog Antroposofie in de Pers, over de aanstaande uitzending van de Hokjesman en dat ik daarin iets zou gaan doen, zie hier (hij had de aankondiging en wat foto’s van de opnames op mijn facebookpagina gezien). Zou het opnieuw plaatsen van Geuljans artikel daar iets mee te maken kunnen hebben? 😉

Ik had al veel eerder onder Geuljans artikel een korte reactie geplaatst, waarin ik aankondigde dat ik nog uitgebreid wilde terugkomen op zijn verhandeling.  Belofte maakt schuld, dus dat wil ik bij deze alsnog doen. Het lijkt me interessant om Geuljans betoog  punt voor punt na te lopen.

Het stuk begint als volgt:

“Een 21-jarige student, de heer Leon Korteweg vraagt of het waar is dat Rudolf Steiner binnen de antroposofie een rassenleer heeft ontwikkeld. Stephan Geuljans gaat in op deze vraag en zal laten zien dat Steiner geen rassenleer maar het ethisch individualisme ontwikkelde: niet de erfelijkheid, de soort-gebondenheid, maar de individuele verantwoordelijkheid staat centraal in de ontwikkeling van de mens. Juist deze filosofie van de vrijheid vormde het sterkste tegenwicht om de destijds opkomende rassenidealen en de schaduwzijde van het darwinisme te bestrijden. Ook in onze tijd is niet politieke correctheid, maar ethisch individualisme het beste wapen tegen racisme en discriminatie”.

 Antroposofie het beste wapen tegen racisme en discriminatie? Het zal niemand verbazen dat ik daar een beetje mijn twijfels bij heb. Want hoe kan het dogmatisch navolgen van het gedachtegoed van een guru die zich gedurende vrijwel zijn hele loopbaan, in ieder geval van zijn toetreden tot de theosofische Vereniging in 1902, tot zijn overlijden in 1925, zich herhaaldelijk aan racisme heeft bezondigd? Geuljans kan dan wel proberen om alles te relateren aan Steiners begrippenapparaat uit ‘Filosofie der Vrijheid’ uit 1894, maar Steiner begaf zich pas daarna op het esoterische/occulte pad. De rassenleer van Rudolf Steiner is nu juist diep verankerd in zijn esoterische leringen. Steiner verwijst in zijn voordrachten over ‘rassen’ zelf niet eens naar Filosofie der Vrijheid, of de begrippen die hij in dat werk hanteerde. Wel heeft hij het over hele andere zaken, zoals Atlantis, of de na-Atlantische cultuurperiodes. Steiners rassenleer is vooral geworteld in zijn esoterische visie op de zg Aarde -Evolutie.

Steiner ontleende zijn opvattingen over ‘de Aarde-Evolutie’ en zijn daarmee samenhangende rassenleer aan Helena Blavatsky, de grondlegster van de theosofie. Nadat Steiner de Theosofische Vereniging had verlaten en de antroposofische beweging startte, heeft hij de ideeën van Blavatsky over evolutie en ras verder uitgewerkt en aangekleed met typerende antroposofische opsmuk, zoals blijkt uit zijn arbeidersvoordracht uit 1924 (GA 349, derde voordracht, online versie hier). Daarin verkoopt aan zijn toehoorders, de bouwvakkers van het tweede Goetheanum, de meest grove racistische denkbeelden, gegoten in typische antroposofische kaders. Voorbeeld, Rudolf Steiner over ‘der Neger’:

 “Überall nimmt er Licht und Wärme auf, überall. Das verarbeitet er in sich selber. Da muß etwas da sein, was ihm hilft bei diesem Verarbeiten. Nun, sehen Sie, das, was ihm da hilft beim verarbeiten, das ist namentlich sein Hinterhirn. Beim Neger ist daher das Hinterhirn besonders ausgebildet. Das geht durch das Rückenmark. Und das kann alles das, was da im Menschen drinnen ist an Licht und Wärme, verarbeiten. Daher ist beim neger namentlich alles das, was mit dem Körper und mit dem Stoffwechsel zusammenhängt, lebhaft ausgebildet. Es hat, wie man sagt, ein starkes Triebleben, Instinktleben. Der Neger hat also ein starkes Triebleben. Und weil er eigentlich das Sonnige, Licht und Wärme, da an der Körperoberfläche in seiner Haut hat, geht sein ganze Stoffwechsel so vor sich, wie wenn in seinem Innern von der Sonne selber gekocht würde. Daher kommt sein Triebleben. Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn. Manchmal wirft die Einrichtung des Menschen noch solche Nebenprodukte ab. Das kann man gerade beim Neger sehen. Der Neger hat nicht nur dieses kochen in seinem Organismus, sondern er hat auch noch ein furchtbar schlaues und aufmerksames Auge. Er guckt schlau und sehr aufmerksam”.

Of:

“Gehen wir jetzt vom Schwarzen zum Gelben herüber. Beim Gelben- das ist schon verwandt mit dem Roten- ist es so, daß das Licht etwas zurückgeworfen wird, viel aber aufgenommen wird. Also da ist es schon so, daß der Mensch mehr Licht zurückwirft als beim Schwarzen. Der Schwarze ist ein Egoist, der nimmt alle Licht und Wärme auf”.

Of:

“Der Neger ist viel mehr auf Rennen und auf die äußere Bewegung aus, die von den Trieben beherrscht ist. Der Asiate, der Gelbe, der entwickelt mehr ein innerliches Traumleben, daher die ganze asiatische Zivilisation dieses Träumerische hat. Also er ist nicht mehr so in sich bloß lebend, sondern er nimmt schon vom Weltenall etwas auf. Und daher kommt es, daß die Asiaten so wunderschöne Dichtungen über das ganze Weltenall haben. Der Neger hat das nicht. Der nimmt alles in seinen Stoffwechsel herein und eigentlich verdaut er nur das Weltenall”.

Ik heb deze voordracht integraal besproken aan het slot van mijn vijfde antroposofie-artikel, dus wie het allemaal wil lezen (de integrale tekst is in dat stuk verwerkt) kan ik daarnaar verwijzen. Maar dat antroposofie het beste wapen zou zijn tegen racisme of discriminatie zou ik toch willen betwijfelen, zie de volgende passage uit diezelfde voordracht:

“Und so ist es ganz wirklich interessant. Auf der einen Seite hat man die Schwarze Rasse, die am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen geht, stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse, die mitten zwischen Erde und Weltenall ist. Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun, gliedert sich zu viel dem Weltenall an, stirbt aus. Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche, poetische, dichterische, geistige indische Kultur aus. Wenn sie jetzt nach dem Westen geht, wird sie eine Geistigkeit ausbilden, die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber die äußere Welt in ihrer Geistigkeit begreift”.

Steiners gehele oeuvre is doortrokken van de notie dat het blanke Arische ras de Drager van de Beschaving is. Na de ondergang van Atlantis zou dit ras eerst de Oer-Indische Cultuur hebben gecreëerd, vervolgens de Oud-Perzische om langzaam naar het westen trekkend de ontwikkeling van de mensheid tot een hoger plan hebben gebracht. Andere rassen zijn gedeformeerde restproducten, waarvoor het soms dodelijk kan aflopen, zie de bovenstaande passage. Dit idee heeft Steiner op verschillende momenten in zijn lange loopbaan uitgedragen, zie zijn beschrijvingen van de menselijke mutaties door de ‘abnormale geesten van de vorm’, uit Die Mission einzelner Volksseelen (GA121, 1910, online versie hier). Ik zal de bewuste passage nog een keer terughalen:

“Da haben Sie zum Beispiel (siehe Figur) einen Punkt, der im Innern von Afrika liegt. An diesem Punkte wirken gleichsam von der Erde ausstrahlend alle diejenigen Kräfte, welche den Menschen namentlich während seiner ersten Kindheitszeit ergreifen können. Später wird der Einfluß solcher Kräfte auf den Menschen geringer; er ist dann diesen Kräften weniger ausgesetzt, aber sie prägen sich ihm mit dem, was aus ihnen kommt, doch in der stärksten Weise auf. So also wirkt jener Punkt auf der Erde, auf dem der Mensch lebt, am allerstärksten in der ersten Kindheitszeit und bestimmt dadurch diejenigen Menschen, die ganz abhängig sind von diesen Kräften, ihr ganzes Leben hindurch so, daß jener Punkt ihnen die ersten Kindheitsmerkmale bleibend aufprägt. Das ist ungefähr eine Charakteristik aller derjenigen Menschen – in bezug auf ihren Rassencharakter -, die sozusagen um diesen Erdenpunkt herum die bestimmenden Kräfte aus der Erde heraus erhalten. Das, was wir schwarze Rasse nennen, ist im wesentlichen durch diese Eigenschaften bedingt.

Wenn Sie nun weiter nach Asien hinübergehen, da haben Sie einen Punkt auf der Erdoberfläche, wo die späteren Jugendmerkmale dem Menschen aus den Erdenkräften heraus bleibend aufgedrückt werden, wo das, was die besonderen Eigenschaften des späteren Jugendzeitalters sind, aus der Erdenwesenheit heraus auf den Menschen übertragen wird und ihm den Rassencharakter gibt. Die hier in Betracht kommenden Rassen sind die gelben und bräunlichen Rassen unserer Zeit.

Wenn wir dann weiter von Osten nach Westen gehen, so finden wir einen Punkt, der von Asien her gegen Europa zu liegt und der die spätesten Merkmale, diejenigen Merkmale, welche gerade in dem späteren, auf die erste Jugendzeit folgenden Lebensalter dem Menschen zukommen, dem Menschen bleibend aufdrückt, den Punkt, wo der Mensch nicht schon in der Kindheit von den Erdenkräften ergriffen wird, sondern dann, wenn die Jugend in das spätere Lebensalter übergeht.

In dieser Art wird der Mensch von den Kräften ergriffen, die von der Erde aus bestimmend für ihn sind, so daß wir, wenn wir diese einzelnen Punkte ins Auge fassen, eine merkwürdig verlaufende Linie erhalten. Diese Linie besteht auch für unsere Zeit. Der afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf. Das ist einfach eine Gesetzmäßigkeit. Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteiligung. Hier ist die Wahrheit zwar manchmal verschleiert, aber Sie sehen, man kommt mit Hilfe der Geheimwissenschaft doch auf merkwürdige Erkenntnisse.

Wenn wir dann diese Linie weiterziehen, so kommen wir weiter nach Westen nach den amerikanischen Gebieten hinüber, in jene Gebiete, wo diejenigen Kräfte wirksam sind, die jenseits des mittleren Lebensdrittels liegen. Und da kommen wir – ich bitte das nicht mißzuverstehen, was eben gesagt wird; es bezieht sich nur auf den Menschen, insofern er von den physisch-organisatorischen Kräften abhängig ist, von den Kräften, die nicht sein Wesen als Menschen ausmachen, sondern in denen er lebt -, da kommen wir zu den Kräften, die sehr viel zu tun haben mit dem Absterben des Menschen, mit demjenigen im Menschen, was dem letzten Lebensdrittel angehört. Diese gesetzmäßig verlaufende Linie gibt es durchaus; sie ist eine Wahrheit, eine reale Kurve, und drückt die Gesetzmäßigkeit im Wirken unserer Erde auf den Menschen aus. Diesen Gang nehmen die Kräfte, die auf den Menschen rassebestimmend wirken. Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten”.

In het zwarte ras worden de kenmerken van het kind geaccentueerd, in het Aziatische die van een puber. Het blanke ras is ‘gewoon volwassen’ en heeft ten opzichte van andere rassen ‘eigenlijk alleen maar voordelen en geen enkel nadeel’, in Steiners woorden: “…der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteiligung”. De Indianen, het mensenras waarvoor Steiner in regel het meest vriendelijk is, vertegenwoordigen de ouderdomsfase en” Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten”.

Juist! En laat dit niet de enige keer zijn geweest dat Steiner zich zo over de oorspronkelijke bevolking van Amerika uitliet. Ik zal verderop nog een paar interessante schema’s laten zien van hoe Steiner tegen de evolutie aankeek, waarin de indianen worden afgeschilderd als een ‘decadente aftakking’ van de mensheidsontwikkeling, maar ook in de arbeidersvoordracht van Steiner is het toch vooral van:

“Daher sterben sie als Indianer im Westen aus, sind wiederum eine untergehende Rasse, sterben an ihrer eigenen Natur, die zu wenig Licht und Wärme bekommt, sterben aus dem Irdischen. Das Irdische ihrer Natur ist ja ihr Triebleben. Das können sie nicht mehr ordentlich ausbilden, während sie noch starke Knochen kriegen. Weil viel Asche hineingeht in ihre Knochen, können diese Indianer diese Asche nicht mehr aushalten. Die Knochen werden furchtbar stark, aber so stark, daß der ganze Menschen an seinen Knochen zugrunde geht”.

En, nu ik toch bezig ben, voordat het inmiddels platgetreden argument in stelling wordt gebracht dat Steiners beschrijvingen van ‘de verschillen tussen rassen’ gaan over de situatie in een ver verleden, zoals oa Dieter Brüll beweerde in zijn artikel De Nieuwe Reactionairen (Driegonaal, 1986, nr. 1, hier te raadplegen), of dat de rasverschillen in de huidige tijd (Steiners tijd dus) geen rol van betekenis meer spelen, hier nog een passage uit de zesde voordracht van Die Mission einzelner Volksseelen (hier te raadplegen, bijna tegen het eind):

“Sehen Sie sich doch die Bilder (foto’s!!, dus op z’n vroegst tweede helft negentiende eeuw, FS) der alten Indianer an, und Sie werden gleichsam mit Händen greifen können den geschilderten Vorgang, in dem Niedergang dieser Rasse. In einer solchen Rasse ist alles dasjenige gegenwärtig geworden, auf eine besondere Art gegenwärtig geworden, was in der Saturnentwickelung vorhanden war; dann aber hat es sich in sich selber zurückgezogen und hat den Menschen mit seinem harten Knochensystem allein gelassen, hat ihn zum Absterben gebracht. Man fühlt etwas von dieser wirklich okkulten Wirksamkeit, wenn man noch im neunzehnten Jahrhundert (19e eeuw! FS) sieht, wie ein Vertreter dieser alten Indianer davon spricht, daß in ihm lebt, was vorher für die Menschen groß und gewaltig war, das aber die Weiterentwickelung unmöglich mitmachen konnte. Es existiert die Schilderung einer schönen Szene, bei welcher ein Führer der untergehenden Indianer einem europäischen Eindringling gegenübersteht (In ieder geval na Columbus, FS). Denken Sie sich, was da Herz gegen Herz fühlt, indem sich zwei solche Menschen gegenüberstehen: Menschen, die von Europa herüberkamen, und Menschen, die in frühester Zeit, als die Rassen verteilt wurden, nach Westen hinübergegangen sind. Da haben die Indianer nach Westen hinübergenommen alles, was groß war in der atlantischen Kultur. Was war für den Indianer das Größte? Es war, daß er noch ahnen konnte etwas von der alten Größe und Herrlichkeit eines Zeitalters, das in der alten atlantischen Zeit vorhanden war, wo noch wenig um sich gegriffen hatte die Rassenspaltung, wo die Menschen hinaufschauen konnten nach der Sonne und wahrzunehmen vermochten die durch das Nebelmeer eindringenden Geister der Form. Durch ein Nebelmeer blickte der Atlantier hinauf zu dem, was sich für ihn nicht spaltete in eine Sechs- oder Siebenheit, sondern zusammenwirkte. Das, was zusammenwirkte von den sieben Geistern der Form, das nannte der Atlantier den Großen Geist, der in der alten Atlantis dem Menschen sich offenbarte. Dadurch hat er nicht mit aufgenommen das, was die Venus-, Merkur-, Mars- und Jupiter-Geister bewirkt haben im Osten. Durch dieses haben sich gebildet alle die Kulturen, die in Europa in der Mitte des neunzehnten Jahrhunderts (alweer negentiende eeuw! FS) zur Blüte gebracht wurden. Das alles hat er, der Sohn der braunen Rasse, nicht mitgemacht. Er hat festgehalten an dem Großen Geist der urfernen Vergangenheit”.

Het gaat hier dus over de negentiende eeuw en niet over de situatie van vóór de Christelijke jaartelling, zoals Brüll beweert. Overigens vonden bepaalde hedendaagse antroposofen ook dat Wounded Knee viel te duiden aan de hand van Steiners ideeën (Maarten Ploeger en Christoph Wiechert). Laat ik het precies uitleggen. Steiner sprak deze woorden uit op 12 juni 1910. Wounded Knee vond plaats op 29 december 1890. Dat was dus precies negentien jaar, vijf maanden en veertien dagen daarvoor. Dan is het snel gegaan met die opheffing van de verschillen tussen de rassen. En jammer dat dit net te laat was voor de indianen, althans dat dit dan net in de korte tijd na Wounded Knee (periode december 1890-juni 1910) gebeurd is. Hoe je het ook bekijkt, de antroposofie is niet de meest vriendelijke levensbeschouwing voor de oorspronkelijke bewoners van het Amerikaanse continent, al zijn het slag antroposofie-sympathisanten dat zich beperkt tot BD voedsel, houten speelgoed en de vrije school van de kinderen helpen aankleden met herfsttafels, broodkippen bakken voor Palmpasen en lampionnen maken voor het Sint Maartensfeest zich hier totaal niet bewust van. Die zijn in regel dol op de al dan niet ingebeelde natuurwijsheden van de indianen en hebben meestal geen flauw benul van het feit dat Steiner het wel welletjes vond voor dit ‘decadent geworden ras’.

Tot zover deze remindertjes en wellicht is iedereen weer bij. En voor alle duidelijkheid, hierboven zijn linkjes geplaatst naar de teksten van de complete voordrachten. Dus, wellicht geheel ten overvloede maar voor degene die het niet vertrouwt, of mij ervan verdenkt manipulatief bezig te zijn (je weet maar nooit 😉 mochten sommigen, zoals Stephan Geuljans, het over die boeg willen gooien), alles is te checken. Dus aarzel vooral niet om de complete teksten langs te lopen. Voor wie liever een Nederlandse vertaling leest, hier is de Vrij Geestesleven-vertaling te raadplegen van de vierde en de zesde voordracht van Die Mission einzelner Volksselen (‘De Volkszielen’) door W. Jonkers-Driessen, uitgave Vrij Geestesleven, Zeist, 1983.  

Blijft de vraag waarom Stephan Geuljans het gedachtegoed van Steiner ziet als ‘het beste wapen tegen racisme en discriminatie’. Want over deze voordrachten en andere evident racistische werken van Steiner geen woord. Geuljans probeert van alles, maar hier durft hij zijn vingers kennelijk niet aan te branden. Terwijl, als je het hebt over Steiners opvattingen over ‘rassen’, dan bespreek je toch juist de teksten van Steiner die over dat specifieke onderwerp gaan? Tenminste dat lijkt mij het meest logisch. Tenzij het je opzet is om een rookgordijn op te werpen en bepaalde zaken uit het zicht wil houden. Het zou zomaar kunnen dat dit inderdaad de bedoeling van Stephan Geuljans is. Want je maakt mij niet wijs dat Geuljans die teksten niet kent. Ik denk alleen dat hij die niet zijn vrome lezertjes wil voorschotelen. Of het is een vorm van bezwering. Als je doet alsof ze er niet zijn, hoef je jezelf geen pijnlijke vragen meer te stellen, of zien vervelende buitenstaanders hopelijk die teksten dan ook niet meer en houdt het gezeur vanzelf op. Blikvernauwing en zelfbedrog als overlevingsstrategie in de ‘Geesteswetenschap’. In het land der blinden is eenoog koning, dat gaat bijzonder vaak op voor de volgelingen van ‘Herr Doktor’.

Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten

“Niet door het zoeken naar begripsmatige verbanden, maar door het associatief aan elkaar plakken van citaten, construeren deze aanklagers in het werk van Steiner een rassenleer die er helemaal niet in ligt. Je kan je afvragen in hoeverre hierbij sprake is van geschiedvervalsing”.

Zo vat Stephan Geuljans ‘de methode’ samen die ‘alle critici’, of wie verder ook Rudolf Steiner iets van racisme verwijt, zouden hanteren. Op zich is het wel ironisch om het verwijt ‘het associatief aan elkaar plakken’ van een antroposoof te krijgen. Zwarten associëren met kinderen, Aziaten met pubers en indianen met bejaarden… Hé, er blijft er nog eentje over, blanken dus maar met volwassenen, komt dat even leuk uit! Dat heeft natuurlijk niets te maken met associatief aan elkaar plakken, maar alles met authentieke en pure ‘geesteswetenschap’. Want de eigen grootmeester heeft zich nooit ofte nimmer bezondigd aan associatief plakwerk (dat valt trouwens nog op meer manieren uit te leggen, als we ook de plagiaatskwestie erbij betrekken, zie het centrale punt van Helmut Zander).

Geuljans stelt dus dat de rassenleer ‘een constructie is van aanklagers, die (er) helemaal niet in (het werk van Steiner) ligt’.  Zo langzamerhand (zie al mijn vorige bijdragen, waarvan de bronnen meestal direct te controleren zijn) wel een hele boude stelling. En hij suggereert ook nog dat wie het daar niet mee eens is zich schuldig maakt aan ‘geschiedvervalsing’. Dan vrees ik dat hij ook van mijn activiteiten vindt. Ben benieuwd, dus meer dan een goede reden om eens te gaan kijken waarmee Geuljans komt aanzetten. Dat moet dan wel een heel erg goed en doortimmerd verhaal zijn.

Het eerste wat opvalt is dat Geuljans zo’n beetje alles, wat met de antroposofische en theosofische ideeën  te maken heeft. weglaat (althans, hij probeert het, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ook Geuljans ontkomt niet aan antroposofische zweverigheden). Dat is geen onwetendheid, want Geuljans is met recht een door de wol geverfde antroposoof, die tot over zijn oren in Steiners esoterische leringen zit. Kortom Geuljans weet zelf heel goed wat hij weglaat uit zijn betoog. Maar hij weet ook dat dit niet aan iedereen even goed verkoopt, dus daarom probeert hij het over een andere boeg te gooien. Hij probeert Steiner vooral af te schilderen als filosoof en niet als esotericus. De rassenleer wordt veilig buiten beeld gehouden. We kunnen rustig stellen dat Geuljans niet helemaal eerlijk is. Zie ook de bovenstaande passages, waarvan Geuljans doet alsof ze niet bestaan.

De omstreden teksten van Steiner worden dus door Geuljans omzeild; hij durft er duidelijk niet zijn vingers aan te branden. Maar waar heeft Geuljans het dan wel over? Zo schrijft hij:

“Met name in Duitsland ligt het gevoelig te spreken over een “Volksgeist” en alleen al het woord roept associaties op met de ideologie van het nationaal-socialisme in de Tweede Wereldoorlog. Critici voeren graag citaten aan waar Rudolf Steiner spreekt over een “Volksgeist” slepen het nationaal-socialisme erbij en insinueren dat er een relatie is. De vraag is nu: wat laten zij weg? Welke informatie onthouden zij de lezer?
Rudolf Steiner staat met de antroposofie in de traditie van het Christendom. Hij stelt – eenvoudig weergegeven – dat ieder afzonderlijk mens begeleid wordt door een Engel, ieder volk door een Aartsengel of volksgeest en de mensheid als geheel door Christus. In de verbinding van een Aartsengel met een volk of hele beschaving ligt een cultuur-opgave besloten. Voor de Oude Griekse cultuur lag deze in het ontwikkelen van de filosofie, de logica en het denken zoals we dat aantreffen bij Socrates, Plato en Aristoteles. Voor de Romeinen bestond de opgave in het ontwikkelen van het recht waarin ruimte werd geschapen voor een individu, de civitas Romana, waarbij een burger een zelfstandige rechtspositie verwerft tegenover de almachtige staat. In de Duitse cultuur emancipeert het individu zich nog meer tot een individu dat zich vrij maakt door zelf verantwoording te nemen voor zijn leven.
De cultuur-opgave die uitgaat van de “Volksgeist” in Duitsland was en is gelegen in het ontwikkelen van het “Ik”, de vrije individualiteit in de filosofie, de kunst en de wetenschap zoals we dat zien in het Duitse Idealisme. Filosofen en dichters als Goethe, Fichte, Schelling en Hegel staan in deze traditie. De tegenstanders van Steiner laten deze essentiële informatie, Steiner’s opvattingen over de emancipatie van het individu als cultuur-opgave, onvermeld. Het effect is duidelijk; de ware betekenis keert volledig om en nu lijkt het of hij een soort nazi-ideologie er op nahield. De filosofische context, het Duitse Idealisme waarin het individu en het vrije denken centraal staan, wordt expres weggelaten en vervangen door een erbij verzonnen rassenleer. Een lezer zou zich gewoon eerlijk moeten afvragen: staat een cultuur-opgave die de emancipatie van het individu nastreeft, het ontwikkelen van de vrijheid vanuit de geest, in de traditie van het nationalisme of het Duitse Idealisme? Wie ook maar de geringste notie heeft van de geschiedenis van Duitsland, weet dat dat de nationaal-socialisten geprobeerd hebben het Duitsland van Goethe en Schiller te vernietigen*.”

Dan volgt er nog een klein voetnootje (*). Achter die noot zegt hij overigens hele pikante dingen, maar daar kom ik zo nog op terug. Eerst het bovenstaande verhaal.

Wat Geuljans hierboven beschrijft is inderdaad ook in het werk van Steiner te vinden. Sterker nog, huist dit aspect, ‘cultuuropgave’, ‘volksgeesten’ (maar ook ‘rasgeesten’, de zg. gevallen geesten van de beweging’, de Dynameis, of de ‘abnormale geesten van de vorm’, waarom gaat Geuljans trouwens daar niet op in?), maken deel uit van Steiners gedachtegoed en bepalen in een belangrijke mate Steiners visie op de geschiedenis en zelfs op de evolutie. De relatie tussen het gebruik van het begrip ‘Volksgeest’ door Rudolf Steiner en soortgelijke begrippen door de Nazi’s is er overigens zeker, zij het dat die zeer indirect is. Beiden hebben meer dan eens uit dezelfde troebele bron gevist, zij het dat de antroposofie er een andere invulling aan geeft dan bijv. het nationaalsocialisme. Bij de antroposofie zijn dit soort zaken (dus ook de rassenleer) altijd maar een onderdeel van de totaalomvattende visie op de evolutie van mens en aarde.

De ‘Engelenleer’ van Steiner is overigens maar zeer beperkt een Christelijke traditie. Steiner gebruikte weliswaar begrippen, of namen die hij aan ‘Engelensoorten’ gaf- die zijn ontleend aan de vroeg-middeleeuwse mysticus Dionysios de Areopagiet, alleen -en dat is bij Steiner vaker het geval (het Atlantis waar Steiner het over heeft is ook iets heel anders dan het Atlantis van Plato)- de manier waarop Steiner deze begrippen inzette is vooral heel erg negentiende-eeuws. In de middeleeuwen had niemand het over ‘rasgeesten’, of ‘volksgeesten’; dat zijn allemaal negentiende-eeuwse ideeën.  Wat wel weer klopt is dat de obsessie met ‘volksgeesten’, of de notie van ‘een volk als een organische eenheid’ op een bepaalde manier wel in de Duitse filosofische traditie staat. Dat is ook niet zo vreemd; in het versnipperde Duitsland werd er veel nagedacht over hoe de natie weer tot een eenheid te maken. Het denken over volkeren als organische eenheid is inderdaad heel typisch voor het vroege Duitse nationalisme (ik zeg dus niet nationaal socialisme, al heeft het latere nationaal socialisme wel degelijk uit dezelfde bron gevist). Zie bijvoorbeeld de romantische filosoof Johann Gottfried von Herder, die het begrip ‘Volksgeist’ lanceerde. Steiner  gebruikte allerlei negentiende-eeuwse ideeën, ook over mensenrassen (al waren die, ook begin 20e eeuw achterhaald), die hij eclectisch vermengde met allerlei esoterische en vroeg-Christelijke begrippen.  Daarom is de antroposofie ook zo’n typische ‘neo-beweging’ van het Fin du Siècle. Precies eigenlijk zoals Helmut Zander het in zijn omvangrijke standaardwerk Anthroposophie in Deutschland;  Theosophischen Weltanschauung und Gesellschaftlichen Praxis 1884-1945 (Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 2008) beschrijft, al hebben orthodoxe antroposofen,  zoals Stephan Geuljans, daar enigszins moeite mee.

Overigens ben ik het zeker niet met Geuljans eens dat Steiner in de  traditie van Hegel, Fichte of Schelling staat. Hooguit aan het begin van zijn carrière, de periode dat hij de eerste versie van Filosofie der Vrijheid schreef. Daarna verliet Steiner de filosofie en begaf hij zich op het terrein van de esoterie. De herkomst van zijn opvattingen over de evolutie en de rol die ‘mensenrassen’ in dit verhaal innemen zijn grotendeels te herleiden tot de occulte ‘openbaringen’ van Helena Blavatsky, al wist Steiner, een eclecticus pur sang, ze altijd te ‘samplen’ met verschillende andere elementen, zoals de Duitse filosofie van de decennia daarvoor. Maar mijn probleem met Geuljans uiteenzetting begint al met dat de Rudolf Steiner die een rassenleer ontwikkelde,  wat mij betreft geen wetenschapper, of een filosoof (meer) was. De Steiner van de theosofie en de antroposofie had de wetenschap en de filosofie vaarwel gezegd en was esotericus geworden, een occultist, die zijn eigen versie van de theosofie zou ontwikkelen, de meest invloedrijke ‘neo-religieuze bewegingen’ van de tijd (misschien wel de New Age van het Fin du Siècle). Wel maakte Steiner veel gebruik van allerlei wetenschappelijke theorieën van dat moment, zoals bijvoorbeeld de evolutie-leer, die toen net in opkomst was. De inmiddels als achterhaald beschouwde recapitulatie-theorie van Ernst Haeckel, tegenwoordig door de wetenschap terzijde geschoven ten gunste van Darwin, heeft Steiner wel degelijk diepgaand beïnvloed, zoals ook uit Steiners eigen teksten blijkt. Dat komt nog ter sprake bij de ‘indianentekeningen’ (evolutiemodellen), die Geuljans in zijn tweede artikel (het antwoord aan Ramon de Jonghe) bespreekt.

Maar alleen al het idee van ‘cultuuropgaven’ waar Geuljans mee komt aanzetten. Dat is al niet wetenschappelijk. Want wat is dat eigenlijk? Een cultuur zou ontstaan, omdat die een bepaalde functie heeft te vervullen in een groot evolutionair of universeel plan? En als dat taakje erop zit, wat dan? Dan moet zo’n cultuur onmiddellijk ontbonden worden? Dat zit inderdaad sterk in de antroposofie van Rudolf Steiner. Sterker nog, dat geldt, wat Steiner betreft, ook voor mensenrassen, zie de bovenstaande passages over de Indianen uit Die Mission Einzelner Volksseelen (GA 121). “Mission erfüllt, Verfall Programmiert, lautet die anthroposophische Grundregel”, schrijft de door Geuljans zo gehekelde Peter Bierl (in Wurzelrassen, Erzengel und Volksgeister; die Anthroposophie Rudolf Steiners und die Waldorfpädagogik, Konkret Literatur Verlag, Hamburg, 2005, p. 132) .  Alsof het om een soort historische wetmatigheid gaat.

Wat Geuljans beschrijft is overigens ook een hele typische negentiende-eeuwse manier van denken, of van net iets daarvoor. Johann Joachim Winckelmann (1717-1768), de historicus en archeoloog die vaak wordt gezien als de grondlegger van mijn eigen vak (kunstgeschiedenis) hanteerde inderdaad een theorie van ‘opkomst’, ‘bloei’ en ‘verval’. Dat was voor hem bijna een soort universele wetmatigheid. Alleen gebruikt niemand binnen de huidige serieuze wetenschap nog dit soort achterhaalde noties. Dit concept vind je wel terug in de antroposofie van Rudolf Steiner, door zijn aanhangers  versteend en aanbeden. Maar het laat ook zien hoe gedateerd veel van Rudolf Steiners ideeën zijn.

Ik vind overigens niet dat Steiner er een soort Nazi-ideologie op nahield. Maar Geuljans pathetische uithaal over een ‘door critici verzonnen rassenleer’ maakt het verhaal er niet geloofwaardiger op. Temeer Geuljans zich iets  later beroept op Jos Verhulst. Als er nu een iemand is die zijn uiterste best doet om een vorm van nationaal socialisme de antroposofie binnen te loodsen is het Verhulst wel. En Geuljans die daar zogenaamd niets van zou weten? In het beste geval heb je dan een plaat van gewapend beton voor je hoofd, of, mocht Geuljans wel op de hoogte zijn (en ik kan me nauwelijks voorstellen dat dit niet zo is) dan ben je bezig de boel te belazeren en is dat artikel van hem niets meer dan  een staaltje propaganda. Als hij over een door critici verzonnen rassenleer begint, heeft het een beetje de schijn van het laatste. Over Jos Verhulst en het verschijnsel ‘neonazisme in de antroposofie’ kom ik nog te spreken.

Dan nu dat voetnootje van Geuljans. Onderaan het artikel staat in het bijschrift het volgende:

“ Aangetoond is dat veel ‘professionele’ critici zoals Helmut Zander en Peter Bierl, deze informatie bewust achterhouden en citaten vervalsen. Lorenzo Ravagli wijst er bijvoorbeeld op dat volgens Zander de SA-Obergutachter Alfred Baeumler als nationaal-socialist de antroposofie omarmde. Als je de historische documenten waar zij zich op beroepen controleert, blijkt juist omgekeerd dat deze nazi de antroposofie afwijst, omdat hij vindt dat de menskunde van Rudolf Steiner onverenigbaar is met het nationaal-socialisme. De Antroposofische Vereniging werd dan ook in 1935 verboden door de nazi’s. Toen de heer Zander door Ravagli op deze geschiedvervalsing werd gewezen, zei Zander dat hij zich had vergist”.

Informatie achterhouden? Citaten vervalsen? Zo’n beschuldiging moet je dan wel goed onderbouwen lijkt me. En als Geuljans zo zeker is, waarom begint hij dan niet, samen met de heren Bader en Ravagli, een klachtenprocedure bij de gerenommeerde Humboldt Universität te Berlijn (waar Helmut Zander hoogleraar is)? Alleen wat is de bron van Geuljans? Hoe sterk is zijn eigen onderbouwing? Ik geef hier een gedeelte weer van de discussie onderaan het artikel, tussen Ramon de Jonghe (geen onbekende op dit blog en in de verschillende antroposofie discussies) en Stephan Geuljans (http://www.aardespiegel.nl/artikelen/rudolf-steiner-individu-versus-ras/):

Ramon DJV op 5 april 2012 om 11:52 schreef:

Ik lees in de richtlijnen voor reacties dat de Aardespiegel niet censureert? (‘Censuur wordt niet toegepast’) Hoe komt het dan dat mijn vraag naar de onderbouwing van enkele van Geuljans beweringen hier niet verschijnt? Ik probeer het dus nog een keer.

Geuljans zegt dat ‘aangetoond is dat veel ‘professionele’ critici zoals Helmut Zander en Peter Bierl, deze informatie bewust achterhouden en citaten vervalsen’.

Ik zou wel eens willen weten waar en hoe is aangetoond dat Zander en Bierl citaten vervalsen.

Geuljans beweert ook dat Zander zou gezegd hebben ‘dat hij zich heeft vergist toen Ravagli hem op geschiedvervalsing wees’. Bedoelde Zander dat Ravagli zich had vergist of had hij het over zichzelf? Dat is niet duidelijk. En ook wat dit betreft zou bronvermelding niet misstaan.

  • Beste Ramon, excuses voor de late reactie. Wegens een gebrek aan tijd wil ik hier alleen ingaan op de dingen die direct met het artikel te maken hebben.

    Helmut Zander is selectief in het aanhalen van de nazi SA-Obergutachter Baeumler. Baeumler zegt dat er overeenstemming is tussen nationaal-socialisme omdat volgens Steiner een ras “eine Naturwirklichkeit” ist. Baeumler heeft echter ook een conclusie die Helmut Zander weglaat. Baeumler zegt ook: “Zou men proberen het begrip ras op onze manier [lees: nazi manier] een biologisch gefundeerde betekenis te geven, dan zou men de menskunde van Steiner stuk schieten (“zersprengen”). Want het nationaal-socialisme gaat weliswaar uit van de werkelijkheid van het bloed, maar tegelijk ook van het onderscheid die tussen mensengroepen bestaan. … Vanuit de menskunde van Steiner vinden we geen ingang tot het erkennen van het de idee dat het historische denken door de rasmatige werkelijkheid bepaald wordt. De plaats die wij reserveren voor de mens zoals die zich historisch gezien vanuit het ras ontwikkelt, wordt bij Steiner ingenomen door een boven alle geschiedenis verheven geestmens.”
    Tot zover de nazi Baeumler.
    UIt: ‘Rassenideale sind die Niedergang der Menschheit – Anthroposophie und der Rassismus-vorwurf” door Hans-Jürgen Bader en Lorenzo Ravagli, noot 18 bladzij 18. Daar verwijzen Bader en Ravagli ook naar zijn correspondentie met Zander en waar Zander toegeeft dat hij zich ter zake het oordeel van Baeumler vergist heeft. Ook Peter Bierl gebruikt deze methode van het selectief citeren. De correspondentie tussen Zander en Ravagli kan u altijd opvragen bij Bader en Ravagli.

    Terzijde iets over de onwetenschappelijke methode om antroposofie te willen beoordelen door wat een nazi zegt of wat “men zegt”. Er zijn in de geschiedenis vooraanstaaande bisschoppen te vinden die geloven “dat de joden de holocaust op zich hebben afgeroepen, omdat zij Christus hebben vermoord”. Zegt die bewering iets zinnigs over het Christendom, of over het gebrek aan verstand van die bisschop?

    Ik wil hiermee zeggen ik mijn opvatting over Steiner niet laat afhangen van het oordeel van een of ander onbenul of een of andere nazi die Zander en Bierl aanhalen. Of van zogeheten antiracisten die letterlijk nazi-achtige methodes gebruiken, zoals in 2001 o.a. door Harald Biskup en de gebroeders Grandt. Zo werd Steiner in WO I door mensen belasterd die in de tijd van het nationaal-socialisme lid werden van de SS. Steiner werd toen door deze nazi’s neergezet als “der Sexualmagie verfallene Juden” en Biskup en Grandt nemen dat anno 2001 over. Ik vind het bijzonder ernstig als dit soort ‘kritiek’ (lees: smaad en laster) klakkeloos wordt overgenomen en verder verspreid. Ik wil er echter ook niet te veel tijd aan besteden.

    Met vriendelijke groeten,

    Stephan Geuljans

    • Bedankt voor de verduidelijking, Stephan.

      Niet gepubliceerde correspondentie tussen Zander en Ravagli als bron aanhalen vind ik een zwak punt in je betoog. Het zou handiger zijn geweest als die informatie beschikbaar was. Nu vind ik het een niet onderbouwde stelling.

      Ik heb nog een vraag i.v.m. volgende stelling van je:

      (…) Nu wordt het interessant omdat volgens Rudolf Steiner een ras altijd tot de afdalende evolutie of degeneratie behoort. Volgens hem hebben rassen hun oorsprong in de prehistorie en is hun ontstaan afgesloten aan het einde van de laatste ijstijd (10.000 v.Chr.). Hij noemt dat in aansluiting met Plato de Atlantische periode vanaf welke tijd het geen zin meer heeft over rassen als ontwikkelingsprincipe te praten.(…)

      Nu is er natuurlijk die bekende schets uit GA 100, waarin met een opklimmende lijn de ontwikkeling van de mensheid wordt getoond met bovenaan de Europeaan, onderaan de ‘Atlantiër’ en als decadente vertakking het apengeslacht en de indiaan.

      Wanneer nu alle rassen hun ontstaan is afgesloten aan het einde van de Atlantische periode en ze in een afdalende evolutie zouden zitten, waarom zijn dan de indianen na die Atlantische periode een decadente vertakking? Als toch alle rassen degeneren? Of bedoelt Steiner dat weliswaar alle rassen degenereren, maar sommige rassen veel sneller dan andere?

      Mvg.
      Ramon

    • Beste Ramon,

      U vroeg mij een bron. Die heb ik u gegeven door zelfs concreet het oordeel van de nazi Baeumler te geven, het oordeel dat Helmut Zander en Peter Bierl bewust hebben weglaten. Laten we elkaar niet voor de gek houden want we weten heel goed dat deze heren niet integer zijn. Uit bron-onderzoek blijkt dat Helmut Zander en Peter Bierl regelmatig geschiedvervalsing plegen. Het is onder historici een doodzonde als men op de manier van Zander en Bierl te werk gaat. Het zou u sieren als u toegeeft dat u, bewust of onbewust, bent mee gegaan in de geschiedvervalsing van deze heren.

      In plaats daarvan verwijt u mij dat ik de correspondentie tussen Bader/Ravagli en Zander niet aan u overleg. Dat is hier niet op zijn plaats en ik zou bijna zeggen, je moet maar durven!

      Het is beter als u zich niet verschuilt achter het feit dat ik geen zin heb om uw huiswerk te maken. Als ik bewijs dat Zander en zijn volgelingen liegen is het aan u om grondig de archieven over WO II na te lezen. Vervolgens kan u zich tot de heren Zander en Bierl richten en hen vragen waarom zij zo te werk gaan. U mag ons eventueel uitleggen waarom u dat nog niet gedaan heeft.

      Ik herhaal dat ik alleen inga op concrete vragen over mijn artikel. Op het indianen-citaten is in 2002 al uitgebreid en voldoende ingegaan, door Bader en Ravagli en vele vele andere antroposofen en onder meer te vinden in de literatuuropgave onder mijn artikel. Ook hier blijkt de zich steeds repeterende methode van critici de uitleg van antroposofen botweg te negeren. Zelfs nu we 10 jaar verder zijn.

      Met groeten

      Stephan Geuljans

Dus als ik het goed begrijp moeten we op basis van een geforwarde e-mail  van Lorenzo Ravagli (die we niet mogen zien) aannemen dat Zander aan  ‘geschiedvervalsing’  doet? Dat hij en ‘zijn volgelingen liegen’? En Geuljans hoeft dat niet te onderbouwen en wie het niet met hem eens is ‘moet zich verantwoorden’? Ach, in de geesteswetenschap gelden andere regels, moeten we dan maar denken.  Overigens, het zou best kunnen dat Zander zich een keer vergist heeft. Maar kan dat niet via de koninklijke weg worden duidelijk gemaakt?  Bovendien weet ik niet of ik Lorenzo Ravagli zo ontzettend betrouwbaar vind. Ravagli is toch een beetje ‘de Rottweiler van de antroposofie’ (om een vergelijking te maken met de bijnaam van de nu scheidende Paus, Joseph Ratzinger, uit de tijd dat hij nog kardinaal was), die vooral in actie komt wanneer er met zwaar geschut propaganda moet worden bedreven. Veel van zijn bijdragen vind ik persoonlijk nogal hilarisch, zie bijvoorbeeld  zijn Negerromane? Was meintte Steiner Wirklich? Alleen de titel is al lachwekkend en dat is de inhoud van dat artikel ook. Wie zin heeft moet het maar via de link raadplegen. Zie dan ook maar zijn Rudolf Steiner und die Überwindung des Rassismus (Institut für Soziale Dreigliederung, 2003, eigenlijk en soort plusvariant van Dieter Brülls ‘De Nieuwe Reactionairen’), ook een vrij grotesk en een wat paranoïde werkstuk (lees vooral de inleiding), al zal Geuljans het wel fantastisch vinden. Het aardige van het laatste voorbeeld is overigens dat Ravagli er per ongeluk ook passages heeft ingestopt die juist wijzen op het tegenovergestelde, dus als propaganda-materiaal (want dat is het) is het niet eens echt geslaagd.   Bovendien, hoe zat dat ook alweer met Lorenzo Ravagli en Andreas Molau, oud-vrije schoolleraar en nu lid van de het parlement van de deelstaat Sachsen voor de Neo-Nazistische NPD? Was een niet helemaal lekker verhaal, dacht ik. Maar goed, er komt hierna nog genoeg op dat gebied, vooral over de handel en wandel van de door Geuljans zo bewonderde Jos Verhulst (waar hij ook blijk van geeft in dit artikel), dus die zaak laat ik hier verder zitten.

Overigens, als een of ander spammailtje van Lorenzo Ravagli (hij zal waarschijnlijk wel zo’n schreeuwerige newsletter hebben, waarop je je kunt abonneren, misschien een ideetje om dat ook maar eens te doen, als het mogelijk is) het enige is wat je tegen Helmut Zanders monumentale werk in stelling kunt brengen, denk ik niet dat je een sterk verhaal hebt. Dit is wel heel armoedig. Maar nogmaals, als het te moeilijk wordt duikt Geuljans weg, of probeert hij het op de smoezelige manier. Dat is zo langzamerhand wel duidelijk geworden. En ik kan nu al verklappen dat er nog meer komt, veel meer zelfs.

Met zijn weglaatkunsten kun je je afvragen of Geuljans zich niet meer schuldig maakt aan ‘geschiedvervalsing’, dan hij Helmut Zander verwijt. Het was niet mijn idee om deze zware term in te zetten, maar nu Geuljans hem heeft ingebracht vrees ik dat het toch vooral op hemzelf van toepassing is. Dus inderdaad, zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten.

Het Darwinisme racistisch of een staaltje projectie?

Na wat omtrekkende bewegingen komt Geuljans uiteindelijk bij de kern van de zaak: Steiners kijk op de evolutie. Na de onderstaande illustratie begint hij als volgt:

plaatje Geuljans 1

“Steiners strijd tegen het toenemende racisme en de rassenidealen  (sic  FS) van zijn tijd bevat meerdere elementen. Ik ga eerst in op de evolutie-biologie van zijn tijd (en het zich daaruit ontwikkelde sociaal-darwinisme) en wat hij daar tegenover heeft gezet”.

Steiner was in zijn tijd een waarlijk antiracistisch activist 😉 Wat betreft Geuljans pogingen om sociaal Darwinisme gelijk te stellen aan de moderne evolutie-biologie en dat Steiners esoterische en teleologische kijk op de evolutie het alternatief zou zijn om sociaal Darwinisme uit te sluiten-  mijns inziens maakt Geuljans een wezenlijke denkfout, maar daar kom ik nog uitgebreid op terug. Eerst de positie die Steiner innam tov de evolutie-theorieën van Darwin en van de nu bijna vergeten Ernst Haeckel (wiens evolutie-theorie door de wetenschap is verworpen). Geuljans:

“De biologen Ernst Haeckel en Carolus Linnaeus geloofden in een hiërarchische ontwikkeling van de mens: van onvolmaakt naar volmaakt. Dat is een opvatting die ook nu nog bestaat. Ieder van ons kent de suggestieve plaatjes van een chimpansee die zich via een Neanderthaler, Homo habilis of Homo erectus tot de huidige rechtop lopende mens, de Homo sapiens zou hebben ontwikkeld. De overtuiging dat de mens een rechtop lopende diersoort zou zijn, een “derde chimpansee” versterkt dit vooroordeel. Dit geloof in een stijgende hiërarchie in de menselijke evolutie van “laag” naar “hoog” of van eenvoudig naar steeds complexer leeft nog steeds voort in het darwinisme zoals dat tegenwoordig in veel academische kringen wordt aangehangen. De schaduwzijde van deze opvatting is dat dit een argument geeft om de menselijke gelijkheid te betwisten”.

Hier begint zich zo langzamerhand het typische antroposofische misverstand te ontvouwen. Voor Haeckel gold zeker dat hij in een doelgerichte en een van laag naar hoog  verlopende evolutie geloofde, dat hebben Haeckel en Steiner overigens in een bepaalde mate met elkaar gemeen. Maar Darwin niet.  De biologische theorie van Darwin (en dan heb ik het niet over het sociaal Darwinisme, wat dus niet hetzelfde is, al zegt Geuljans iets anders) gaat uit van toevallige mutaties. Er is bij Darwin, itt Haeckel of Steiner, geen planmatig verloop van de evolutie. Evolutie is bij Darwin niet teleologisch (naar een doel toewerkend). Hoewel ik zeker niet kritiekloos ben naar Richard Dawkins ‘The God Delusion’ wordt dit aspect van de moderne evolutie-biologie daarin goed uitgelegd. Wat bij Darwin wel zo is, is dat er in zijn theorie iets van een schepper, in welke vorm dan ook, wordt uitgesloten. Het klassieke Darwinisme is in wezen atheïstisch. Ik heb soms het idee dat antroposofen daar vooral moeite mee hebben.

De mens is er volgens het echte Darwinisme (dus nogmaals, niet het ‘ Sociaal Darwinisme’) slechts door een toevallige samenloop van omstandigheden, door een gril van het lot. Dat is natuurlijk in de antroposofische gedachtegang een doodzonde (in de antroposofie moet altijd alles zin hebben en is daarmee ook, in essentie, diep religieus).

Een tweede aspect is natuurlijk dat ‘de mens’ dus helemaal niet het middelpunt van de kosmos is, of een uniek wezen, althans niet als je het evolutionair bekijkt. Strikt genomen is de mens, volgens de Darwinistische theorie, een levend wezen net als alle andere levensvormen op aarde. Zie hier het echte probleem dat antroposofen met de moderne evolutie-theorie hebben. Eigenlijk hetzelfde als de Christelijke Kerk. Los van dat het Darwinisme het verhaal van de eenmalige schepping (in zeven dagen) onderuit heeft gehaald, heeft het ook de unieke positie van de mens ondermijnd. Wat voor antroposofen onverteerbaar is (en ook wordt ontkend, niet in de laatste plaats door Steiner zelf) is dat de mens afstamt van aapachtigen (dat blijkt ook uit de bovenstaande passage van Geuljans). De mens is uniek en sommige mensen zijn wat unieker dan anderen (zie de talloze passages van Steiner waarin hij het over ‘gedegenereerde rassen’ heeft, zoals hij bijvoorbeeld de Amerikaanse indianen zag).  Dit is de kern van het antroposofische bezwaar tegen Darwin. Geuljans verzint er verder van alles bij om om de onzinnige stelling hard te maken dat het Darwinisme in zichzelf racistisch zou zijn en de antroposofie niet, maar dit is mijns inziens het echte probleem.

Trouwens, typisch dat Geuljans de bewering dat de mens van aapachtigen afstamt een ‘vooroordeel’ noemt.  Want dat is nou net geen vooroordeel. Dat sommige antroposofen niet snappen wat een vooroordeel is kan ik begrijpen, zie alleen al het immense complex aan vooroordelen van hun voorman, alhoewel die er ook weleens blijk van heeft gegeven dat hij zich daar best bewust van was. Hij was daar enkele keer zelfs heel openhartig over. Op een bijzonder helder moment, in een vlaag van diep zelfinzicht, verklaarde Rudolf Steiner eens:

‘Aber jeder Geheimwissenschafter weiß, daß von solchen Dingen viel mehr abhängt als von der Erweiterung der Intelligenz und von dem Anstellen künstlicher Übungen. Insbesondere kann leicht ein Mißverständnis darüber entstehen, wenn manche glauben, daß man sich tollkühn machen solle, weil man furchtlos sein soll, daß man sich vor den Unterschieden der Menschen verschließen soll, weil man die Standes-, Rassen- und so weiter Vorurteile bekämpfen soll. Man lernt vielmehr erst richtig erkennen, wenn man nicht mehr in Vorurteilen befangen ist. Schon in gewöhnlichem Sinne ist es richtig, daß mich die Furcht vor einer Erscheinung hindert, sie klar zu beurteilen, daß mich ein Rassenvorurteil hindert, in eines Menschen Seele zu blicken’

Aldus Rudolf Steiner in zijn Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten, GA 10, 1909, hoofdstuk 3: ‘Praktische Gesichtspunkte’, zie link

Ik denk dat ik het in deze roerend met Steiner eens ben 😉

Verder met Geuljans. Hij vervolgt met:

“Hoewel Steiner de ideeën over evolutie een belangrijke verworvenheid voor onze cultuur vond en bewondering had voor de moed van Charles Darwin en Haeckel – hij heeft Haeckel zelfs verdedigd tegen allerlei aanvallen – is hij geen darwinist en geen aanhanger van Haeckel. Hij bestreed de opvatting van Haeckel en Darwin door te stellen dat de menselijke ontwikkeling niet plaatsvindt vanuit één evolutie maar van twee evolutie-lijnen: een opgaande en een afdalende evolutie. Hij noemde dat ontbrekende element in de theorie van Haeckel een bedenkelijke vergissing.
Steiner: “Want, als je gelooft dat ontwikkeling altijd in een opgaande lijn zou moeten plaatsvinden, dan verwijder je je van de ware werkelijkheid, dan praat je zoals Haeckel onder invloed van een zekere verwarringswaan heeft uitgesproken: eerst de eenvoudige wezens, dan verdere ontwikkeling, weer gecompliceerdere wezens enzovoorts enzovoorts tot in het oneindige door, steeds gecompliceerder, steeds volkomener. Dat is onzin. Elke ontwikkeling die voorwaarts schrijdt, slaat ook weer een terugweg in. Al het opstijgen wordt gevolgd door een afdalen, en al het opstijgen draagt de kiem tot afdalen in zich. Dit behoort tot de bedenkelijkste vergissingen van de moderne mensheid, dat deze moderne mensheid de samenhang tussen evolutie en devolutie is kwijtgeraakt, opgaande ontwikkeling en weer neergaande ontwikkeling. Want waar opstijgende ontwikkeling is, daar zal zich ook de kiem tot afdalende ontwikkeling voordoen. Dan gaat op het moment waar een opstijgende lijn terug begint te lopen fysieke- in spirituele ontwikkeling over. Want zodra het fysieke begint terug te lopen, ontstaat voor spirituele ontwikkeling de ruimte.”

Zie hier wederom het antroposofische misverstand over de moderne evolutie-biologie. Of er sprake is van een opgaande lijn is maar zeer de vraag. Omstandigheden op aarde zijn in de loop der tijd meermalen veranderd en het leven daarmee ook. Voor antroposofen moet altijd alles een zin of een doel hebben, of het nu gaat om hoe culturen zich ontwikkelen, hoe een individueel mens zich ontwikkelt, t/m de complete evolutie. Zie hier weer het ‘opkomst-bloei-verval’ denken (oa Winckelmann), al verwijt Geuljans het Darwinisme dat het geen oog heeft voor verval. Maar in het Darwinisme is er geen sprake van ‘iets’, bijv.  een hogere macht of een aansturend principe, dat deze ontwikkelingen bedenkt en uitvoert. Dus strikt genomen ook geen ‘opgaande lijn’ en dan ook geen ‘afdalende lijn’. Dat is vooral de projectie van mensen die hun zingeving zoeken in de ontstaansgeschiedenis van het leven op aarde en zichzelf daarin een unieke positie toedichten, of dat nu is op grond van hun ‘mens zijn’, hun ‘ras’, hun ‘mate van esoterische inwijding’, of hun ‘Karmische ontwikkeling’ (allemaal zaken die in de antroposofie van wezenlijk belang zijn) .  Zie hier waarom de antroposofie vooral religieus is en niet wetenschappelijk, al roepen rechtzinnige antroposofen, zoals Geuljans, meestal het omgekeerde. Ik deel overigens wel het bezwaar van Geuljans tegen ‘het moderne vooruitgangsgeloof’, maar vooral omdat dit ook weer een geloof is. Met echt Darwinisme heeft dit niets te maken en al helemaal niet met hedendaagse evolutiebiologie. Dat dit in Geuljans perceptie kennelijk wel zo is, zegt meer iets over zijn blinde verering voor de tot dogma verheven negentiende eeuwse visie van Steiner, dan dat het iets zegt over de moderne wetenschap en zelfs over het werk van Darwin. Op de evolutie-theorie van Ernst Haeckel, de ‘recapitulatie-theorie’, die wel degelijk van grote invloed was op Steiner, ook op zijn rassenleer, kom ik later terug.

 Steiners visie op de geschiedenis en de evolutie en de rol die ‘rassen’ daarin spelen… tja, leg dat maar eens uit

Eindelijk, zij het heel behoedzaam, komt Geuljans toe aan de echte problematiek: de visie van Steiner op de verschillende rassen, zoals Steiner die oa aan de orde stelt in de vierde en zesde voordracht uit Die Mission einzelner Volksseelen (GA 121, hierboven eerder aangehaald), overigens Steiners belangrijkste werk over ‘rassen’, dat door Geuljans onbesproken blijft. Nu hij aan de echte problematiek komt, valt het op dat hij de belangrijkste en meest expliciete teksten van Steiner liever mijdt, terwijl die ook buitengewoon relevant zijn voor de plaats die ‘rassen’ innemen in Steiners kijk op de evolutie. Maar Stephan Geuljans durft het kennelijk niet aan en probeert het dan maar op deze manier:

“De opstijgende evolutie is de lijn van het individu. Daartegenover staat de afdalende lijn van de soort-gebondenheid (ras, volk, familie, stam, geslacht, erfelijkheid enzovoorts)

stijgende evolutie ↔ afdalende evolutie

individu ↔ soort-gebondenheid, erfelijkheid

In ieder afzonderlijk mens (zwart, wit, geel of rood) komen beide evolutie-lijnen samen. Als beeld: Ieder afzonderlijk mens gaat niet alleen maar vooruit in een stijgende lijn naar een meer volmaakte vorm (zoals Haeckel meende), maar ook “achteruit”. De ‘soort’-lijn vertegenwoordigt hierbij de algemene degeneratie, en de individuele ontwikkeling geeft hieraan het noodzakelijke tegenwicht. Volgens Rudolf Steiner kan er dus niet zoiets bestaan als één biologische ontwikkeling richting “übermensch” waarmee hij de leer van Arthur de Gobinau en zijn volgeling Housten Stewart Chamberlain die wel aansluiten op Haeckel en Darwin naar de prullenbak verwijst. Ik benadruk dat Steiner het opkomende racisme en rasidealen dus niet bestreed met politieke frases en ook niet politiek-correct was zoals men tegenwoordig kennelijk van hem verwacht. Hij bestreed pseudo-wetenschap niet met politiek maar met met geesteswetenschap. Hij verbindt de gelijkheid van de mens aan het uiterlijk, en de verschillen tussen mensen aan de in ieders innerlijk aanwezige talenten.

Hier maakt Geuljans echt een potje van verschillende zaken die Steiner in zijn verzameld werk zoal aan de orde stelt. Laten we kijken of deze door Stephan Geuljans gecreëerde warboel te ontrafelen valt. Het zal misschien wat ‘technisch’ worden, maar laten we maar eens goed naar de letter kijken.  Dat mag wel bij een betoog van meneer Geuljans, tenminste dat lijkt me zo.

Om te beginnen: het is zeker niet zo dat bij Steiner alle rassen gelijk, of zelfs gelijkwaardig zijn. Blanken hebben in Steiners woorden, ten opzichte van zwarten en Aziaten (en al helemaal de indianen) ‘alleen maar voordelen en eigenlijk helemaal geen nadelen’, zoals hij dat letterlijk zegt in Die Mission einzelnder Volksseelen (GA 121, vierde voordracht, citaat aan het begin van dit artikel aangehaald). Hij gaat daarin nog veel verder. De blanken zijn de enigen met een harmonieuze ontwikkeling. Alle andere rassen hebben de pech dat ze enigszins gedeformeerd zijn geraakt door gedegenereerde krachten uit de kosmos, de gevallen geesten van de beweging, die zich hebben ontwikkeld tot een soort mislukte geesten van de vorm (de dynameis geesten, naar de engelenleer van Dyonisios de Areopagiet). Het spijt me, maar antroposofie is nu eenmaal zweverig en zeker niet wetenschappelijk, dus ik kan het niet mooier maken dan het is.

Verder is het zo dat de werking van de rasvormende krachten, de dynameis, of ‘abnormale geesten van de vorm’ aan het afnemen is. Dus de rasverschillen zullen op een gegeven moment verdwijnen. Maar wanneer is dat? Steiner zegt in de vierde voordracht van Die Mission (link hier):

‘In der alten lemurischen Zeit müssen wir das Aufgehen der Rassenmerkmale, der Rasseneigentümlichkeiten suchen; wir müssen dann deren Sich-Fortpflanzen bis in unsere Zeit verfolgen, müssen uns dabei aber klar sein, daß, wenn unsere gegenwärtige fünfte Entwickelungsepoche von der sechsten und siebenten abgelöst wird, keine Rede mehr sein kann von einem Zustande, den wir als Rasse werden bezeichnen können’

Heel technisch allemaal, vooral omdat Steiner de antroposofische tijdrekening hanteert. Maar in de Lemurische tijd zijn er verschillende rassen ontstaan, die zich tot in onze tijd hebben voortgeplant. De rasverschillen zullen doorwerken totdat het huidige vijfde na-atlantische tijdperk is afgelost door het zesde en het zevende. Pas dan zal er geen reden meer zijn om van ‘verschillende rassen’ te spreken.

De door Geuljans zo gehekelde Helmut Zander heeft het als volgt uitgelegd (met antroposofische tijdsrekening):  ‘Rassen seien ein Intermezzo der Menschheitsgeschichte. »Die Rassen sind entstanden und werden einmal vergehen, werden einmal nicht mehr da sein.« (GA 121,76 [1910]) Erneut artikulierte Steiner sein antimaterialistisches Leitmotiv, aber bei näherem Hinsehen bleibt dies ein gänzlich unpolitisches Argument. Die Rassenentstehung, die erst in der lemurischen Zeit begonnen habe, werde in der sechsten und siebten »Entwickelungsepoche« verschwinden (ebd.), das heißt: frühestens ungefähr im 9. Jahrtausend. Für eine politische Erledigung der Rassenfrage und für die Geltung von Steiners Rassentheorien ist dies eine lange, eine zu lange Zeit. Daß die Vielfalt von Völkern und Rassen ein Reichtum der Pluralität sein könnte, tritt im übrigen nicht in Steiners Blickfeld’ (Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland; Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884-1945, Göttingen, 2007, p.665).

In mijn vijfde antroposofie-artikel (trouwens ook in mijn derde en vierde) heb ik dit allemaal uitvoerig uitgelegd. Maar Zanders berekening klopt. Pas in het negende millennium zullen de ‘rasverschillen’ (waaraan Steiner dus bijzondere kenmerken toekent, die zelfs bepalend zijn voor leven en dood, zie hoe hij tegen de indianen aankeek) in Steiners optiek verdwenen zijn. Dus dat duurt nog wel een poosje. Jammer voor de indianen want zijn volgens Steiner ‘ausgestorben’, maar dat was toch maar een decadent ras, en hun zielen zijn, als alles goed is gegaan, gelukkig in blanke lichamen geïncarneerd, dus die hebben hun Karmische lesje wel geleerd (antroposofie meets de Celestijnse Belofte, ik weet niet welke van de twee ik erger vind).

Geuljans babbelt dan nog wat over de Übermensch (Nietzsche, een van de meest verkeerd begrepen filosofen ooit) en Arthur de Gobineau en Houston Stewart Chamberlain, beiden esoterici, die ook , vanuit de traditie van de theosofie (net als Steiner dus) tot een rassenleer kwamen, zij het dat beide heren nog een stukje erger waren (dan kom je echt in de sfeer van de proto-Nationaal Socialisten, maar die kwestie laat ik hier verder zitten) en zegt dan dat die wel op Haeckel en Darwin aansloten. Net alsof Haeckel en Darwin hetzelfde zijn! Op Haeckel kom ik nog terug.

Dan citeert Geuljans Rudolf Steiner uit de voordrachtenreeks  Die Sendung Michaels (GA 192), Dritter Vortrag, Geisteswissenschaftliche Behandlung sozialer und pädagogischer Fragen, Stuttgart, 23 april 1919, zie hier:

“Met betrekking tot alles, wat zich op grond van onze individuele capaciteiten vormt, dus met betrekking tot dat, wat (…) onafhankelijk van onze lichamelijkheid is, zijn wij als mensen individueel gevormd, ieder een eigen, ieder een individu. Behalve de veel geringere differentiëring, die door rassenverschillen, volksverschillen en dergelijke naar voren treden, die echter als differentiëring een kleinigheid is – als je er maar een zintuig voor zou hebben, dan zou je dat moeten weten – tegenover de differentiëring door individuele talenten en capaciteiten, behalve dat zijn we met betrekking tot onze uiterlijke fysieke menselijkheid, op grond waarvan we als mensen de mensen tegemoet treden, op grond waarvan we rechtsimpulsen, zedenimpulsen uiten, als mensen gelijk. Wij zijn als mensen gelijk, hier in de fysieke wereld, juist door de gelijkheid van onze menselijke gestalte, simpel door het feit dat we allen een mensengelaat hebben. Dit gegeven, dat we allemaal een mensengelaat hebben, op grond waarvan we elkaar als uiterlijke fysieke mensen tegemoet treden, om met elkaar op democratische grondslag de rechtsimpulsen, de zedenimpulsen vorm te geven, dit maakt ons op deze grondslag gelijk. We zijn verschillend van elkaar door onze individuele gaven, die echter tot ons innerlijk behoren.”

Geuljans concludeert:
“Er bestaat volgens Rudolf Steiner geen hiërarchie tussen mensen, want in ieder afzonderlijk mens of cultuur treffen we naast een opstijgende lijn altijd een decadente lijn, of “degeneratie” aan”.

Het aardige is dat met dit Steinercitaat Geuljans nou precies doet wat hij ‘de critici’ verwijt. Zonder enige context een passage aanhalen waarin de factor ‘ras’ als minder belangrijk wordt afgeschilderd. Hij heeft er trouwens wel goed naar moeten zoeken, want dit is een voordracht die over hele andere zaken gaat (over economie en pedagogie) en het is een terloopse opmerking. Terwijl  je in Steiners visie maar beter niet als indiaan kan worden geboren, dan loopt het niet best met je af. Dat blijkt overigens niet uit een citaat, maar dat blijkt uit zo’n beetje alles wat hij over de oorspronkelijke bewoners van het Amerikaanse continent gezegd heeft.  En of hij het in 1907, 1910 of in 1923 heeft gezegd, het komt iedere keer op hetzelfde neer. Ik ben benieuwd of Geuljans dat kan tegenspreken. Wordt nog een hele klus vrees ik. Kortom zo triviaal zijn die ‘rasverschillen’ in Steiners  wereldbeeld nu ook weer niet (zelfs een kwestie van leven en dood, zie zijn beweringen over de indianen)..

Bovendien kan ik daar ook een ander los citaat tegenover zetten. Deze bijvoorbeeld (uit GA 349, 1923, zie hier)

‘Und das wollen wir heute ein bißchen betrachten, weil man eigentlich die ganze Gesichte und das ganze soziale Leben, auch das heutige soziale Leben nur versteht, wenn man auf die Rasseneigentümlichkeiten der Menschen eingehen kann. Und dann kann man ja auch erst im richtigen Sinne alles Geistige verstehen, wenn man sich zuerst damit beschäftigt, wie dieses Geistige im Menschen gerade durch die Hautfarbe hindurch wirkt’

Wat zegt ie? “Men kan eigenlijk de hele geschiedenis en het maatschappelijke leven, ook het huidige sociale leven slechts begrijpen, wanneer men op de raseigenschappen van de mensen ingaat”. Dat is dus nogal wat anders. Dus wat is het nou van de twee?

Daarom is het heel belangrijk om voordrachten van Steiner, of complete werken, in onderlinge samenhang te bestuderen. En dan, maar dat is mijn bescheiden mening, kom je er toch niet onderuit dat er sprake is van een rassenleer, die hecht verweven is met Steiners opvattingen over de evolutie. Misschien mijn bescheiden mening (ook die van Helmut Zander, Peter Staudenmaier en andere geleerden en er zijn zelfs antroposofen te vinden die daar met pijn en moeite in meegaan). Maar volgens de Geuljansjes en de Ravaglitjes van deze wereld, die zich, juist in deze kwestie ook tegen rechtsextremistische activisten als  respectievelijk de Verhulstjes en de Molautjes aanschurken,  ‘liegen’, in Geuljans woorden, Zander, Staudenmaier en (op bescheiden niveau) ondergetekende dus? Tja…

En dan… Geuljans: “ Ik benadruk dat Steiner het opkomende racisme en rasidealen dus niet bestreed met politieke frases en ook niet politiek-correct was zoals men tegenwoordig kennelijk van hem verwacht. Hij bestreed pseudo-wetenschap niet met politiek maar met met geesteswetenschap’’.

Moeten we het hier nog over hebben, Steiner die racisme bestreed? Lijkt me niet echt nodig. Politiek-correct zijn is natuurlijk heel ernstig, maar daar hebben we gelukkig de door Geuljans zo gewaardeerde Jos Verhulst voor (die daartegen ten strijde trekt, zie bijv. hier, kom ik ook nog over te spreken). En pseudowetenschap bestrijden met geesteswetenschap? Als de vlam in de pan slaat is niet verstandig om te gaan blussen met water, dan wordt het alleen maar erger. Deksel erop doen, dat is in die situatie het meest aan te raden.

Geuljans vervolgt met een andere passage van Steiner (uit :  Geisteswissenschaftliche Behandlung sozialer und pädagogischer Fragen , GA 132, 23 april, 1919, hele voordracht  hier te raadplegen)

“Met betrekking tot alles, wat zich op grond van onze individuele capaciteiten vormt, dus met betrekking tot dat, wat (…) onafhankelijk van onze lichamelijkheid is, zijn wij als mensen individueel gevormd, ieder een eigen, ieder een individu. Behalve de veel geringere differentiëring, die door rassenverschillen, volksverschillen en dergelijke naar voren treden, die echter als differentiëring een kleinigheid is – als je er maar een zintuig voor zou hebben, dan zou je dat moeten weten – tegenover de differentiëring door individuele talenten en capaciteiten, behalve dat zijn we met betrekking tot onze uiterlijke fysieke menselijkheid, op grond waarvan we als mensen de mensen tegemoet treden, op grond waarvan we rechtsimpulsen, zedenimpulsen uiten, als mensen gelijk. Wij zijn als mensen gelijk, hier in de fysieke wereld, juist door de gelijkheid van onze menselijke gestalte, simpel door het feit dat we allen een mensengelaat hebben. Dit gegeven, dat we allemaal een mensengelaat hebben, op grond waarvan we elkaar als uiterlijke fysieke mensen tegemoet treden, om met elkaar op democratische grondslag de rechtsimpulsen, de zedenimpulsen vorm te geven, dit maakt ons op deze grondslag gelijk. We zijn verschillend van elkaar door onze individuele gaven, die echter tot ons innerlijk behoren.”

Mijn probleem hiermee is dat dit inderdaad weer hetzelfde  ‘trucje’ is als het hierboven door Geuljans aangehaalde citaat. En Geuljans verwijt dit de critici. Het is dus echt zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Het onderwerp van deze lezing is overigens niet eens ‘rassen’, dus het is maar een kleine opmerking tussendoor die Steiner niet verduidelijkt. Op de hoofdwerken over ‘mensenrassen’ durft Geuljans niet in te gaan, dat is nu zo langzamerhand gebleken (behalve dan in zijn vervolgartikel, op de tekeningen van Steiner, waarin de indianen worden afgeschilderd als decadente afwijking van de mensheidsontwikkeling. De uitleg die Geuljans geeft is zo grotesk dat hij of de bijbehorende tekst niet gelezen heeft, of er willens en wetens iets bij verzonnen heeft, maar daar kom ik nog op terug). Maar misschien heeft hij voor deze vondst hulp van Ravagli gekregen, of bij hem afgekeken. Omdat ik Geuljans en geestverwanten graag ter wille wil zijn hier nogmaals de grote Lorenzo Ravagli-verzameling van ‘ontlastende citaten’. Alleen ontlast je daarmee Steiner niet van racisme.

Geuljans concludeert met:

“Er bestaat volgens Rudolf Steiner geen hiërarchie tussen mensen, want in ieder afzonderlijk mens of cultuur treffen we naast een opstijgende lijn altijd een decadente lijn, of “degeneratie” aan”.

Dat ligt bij Steiner toch net een beetje anders, vrees ik. Heel leuk dat Steiner stelt dat zwarte mensen zulke ‘warme menselijke eigenschappen’ hebben, maar het zijn wel de blanken die het beste kunnen denken, zoals hij uiteen zet in GA 349 (de arbeidersvoordracht uit 1923, zie hier ).  Eigenlijk een beetje zoals cabaretier Hans Teeuwen ooit declameerde in zijn programma  ‘Met een Breierdeck’,  uit 1997 (ik heb het al vaker in deze lamglopende polemiek aangehaald, maar mischien komt de boodschap deze keer wel over):

Kijk, het ene ras is bijvoorbeeld heel goed in leidinggeven, terwijl het andere ras weer veel beter is met hardlopen en ritmes.
En als iedereen zich daar gewoon aan houdt is er niks aan de hand.
Da’s de natuur en je bent niet sterker dan de natuur.
En ik zeg heel eerlijk, ik houd me daaraan, ja, ik houd me daaraan.
Ik zal geen wc’s gaan schoonmaken, dat gaat niet, dat zit niet in mijn roots.
Da’s belangrijk, je roots.

Maar ook Geuljans zal zich wel hebben gerealiseerd hebben dat hij zich in deze kwestie niet kan blijven beperken tot vliegen afvangen. Hij ontkomt toch niet aan het grote verhaal van Steiner (daarin durft hij het overigens niet aan om de grote meester zelf te citeren).  Want in het grote verhaal zit ook de rassenleer, dus vanuit zijn optiek bekeken, moet Geuljans het voorzichtig aanpakken. Al valt dat niet mee. Geuljans probeert het zo:

“Nu wordt het interessant omdat volgens Rudolf Steiner een ras altijd tot de afdalende evolutie of degeneratie behoort. Volgens hem hebben rassen hun oorsprong in de prehistorie en is hun ontstaan afgesloten aan het einde van de laatste ijstijd (10.000 v.Chr.). Hij noemt dat in aansluiting met Plato de Atlantische periode vanaf welke tijd het geen zin meer heeft over rassen als ontwikkelingsprincipe te praten. Daarom spreekt hij over de daaropvolgende perioden als cultuur-perioden. Hij spreekt over de Oud-Indische cultuur-periode die ongeveer begint rond 7300 v.Chr., gevolgd door een Oud-Perzische, Egyptische en Grieks-Romeinse periode van ieder ongeveer 2160 jaar waarbij wij nu vanaf 1413 n.Chr. in de vijfde na-Atlantische cultuur-periode leven. Hierna komen nog een Russische en Amerikaanse cultuur.

Dat wat we nu toch nog “ras” noemen, zijn overblijfselen, differentiaties geërfd uit de prehistorie. In de samenhang met Steiners kritiek op Haeckel en Darwin begrijpen we nu dat een ras – per definitie – behoort tot de afdalende evolutie, de devolutie, en waarom een ras dus nooit de grondslag van een cultuur kan zijn. Precies het omgekeerde treffen we aan in de rassenleer bij de intellectuelen van zijn tijd. Volgens Rudolf Steiner bevinden zich álle rassen, dus ook de zogenaamde “blanken” zich vanaf de laatste ijstijd in de neergang. Omdat rasidealen aanhaken aan deze neergaande lijn kunnen zij daarom alleen maar onheil brengen”.

Tot zover. Dat het ‘nu interessant wordt’ ben ik overigens wel met Geuljans eens, alleen om een andere reden dan dat hij waarschijnlijk bedoelt. Bijna terloops roert Stephan Geuljans toch een paar ongerijmdheden aan, althans een lezer die wel goed op de hoogte is van de geschiedenis, maar niet van de antroposofie, zou hier toch vreemd van opkijken. Want wie heeft er buiten de antroposofie zo’n volkomen incorrect beeld van de ontwikkelingen van de laatste paar duizend jaar? En dan Atlantis, de metafoor van Plato, dat echt zou hebben bestaan? Sprak Stephan Geuljans hiervoor nog van ‘pseudowetenschap’? Die dan door Steiner zou zijn bestreden met ‘geesteswetenschap’? Welkom in de wondere wereld van de antroposofie.

Ik heb deze vreemde visie op de geschiedenis van de oudheid al uitvoerig in mijn eerdere artikelen beschreven. Maar het komt erop neer dat Steiner inderdaad geloofde dat er een continent heeft bestaan als Atlantis (dat weer vooraf werd gegaan door Lemurië, enz.). In de Akasha-Kroniek (GA 11) zegt Steiner dat dit continent fysiek zou hebben bestaan op de plek waar nu de bodem van de Atlantische Oceaan ligt.  Dit mythische continent ging tenonder en onder leiding van een zekere Manu werd de elite, in Steiners woorden ‘een nieuw ras’ naar het Indiase subcontinent geleid, alwaar zij een nieuwe beschaving stichtten.

De antroposofie gaat ervan uit dat deze nieuwe fase, de na-Atlantische tijd, zeven cultuurperiodes zal kennen, dus beschavingen die leidend zullen zijn voor de ontwikkeling van de mensheid. Geuljans: “… de Oud-Indische cultuur-periode die ongeveer begint rond 7300 v.Chr., gevolgd door een Oud-Perzische, Egyptische en Grieks-Romeinse periode van ieder ongeveer 2160 jaar waarbij wij nu vanaf 1413 n.Chr. in de vijfde na-Atlantische cultuur-periode leven. Hierna komen nog een Russische en Amerikaanse cultuur”.

Steiner heeft dit verhaal overigens in grote lijnen overgenomen van Helena Blavatsky, de oermoeder van de Theosofie, al is dit voor veel antroposofen vloeken in de kerk (Steiner kende alles uit eigen helderziende waarneming, door te schouwen in de Akasha-Kroniek). Interessant is dat Steiner indeze ook precies de Ariërmythe volgt, zoals die in de Fin du Siecle in Duitsland in zwang was, ook onder occulte groepen die zich later met het nationaal socialisme verbonden. Voor de duidelijkheid, daaronder reken ik de antroposofie niet, al zijn ook die groepen, zoals de ariosofie, net als de antroposofie loten van dezelfde theosofische stam.

De Ariërmythe komt erop neer dat ‘de beschaving’ door het Arische ras in het oosten werd gesticht (in die tijd ontdekten taalwetenschappers ook de verwantschap tussen de West Europese talen met de Perzische en de Hindoe talen). Het vuur van ‘de beschaving’ zou door de eeuwen heen langzaam van oost naar west reizen en bovendien gelieerd zijn aan het Arische ras. Deze notie werd door verschillende stromingen aangehangen, al zijn deze bijna allemaal na de Tweede Wereldoorlog verdwenen, behalve de antroposofie (en de theosofie, al is de theosofie lang niet zo dogmatisch en wordt daar met veel meer relativering naar dit erfgoed gekeken).

Voor Steiner zijn de na-Atlantische cultuurperiodes gerelateerd aan het blanke ras. Andere rassen hebben geen cultuurperiodes, of moeten zelfs plaatsmaken of verdwijnen. Zie Steiners opmerkingen over de indianen, die hij  ook meermalen heeft bestempeld tot decadente nakomers van Atlantis. Atlantiërs die zich niet verder konden ontwikkelen en daarom dus het veld moesten ruimen. Dit is ongeveer Steiners rassenleer.

Al eerder haalde ik een passage aan uit de arbeidersvoordracht uit 1923 (GA 349). Eigenlijk vat hij die geschiedenis daarin heel bondig samen. De voorouders van de huidige ‘cultuurmensheid’ gingen van Atlantis naar het Indiase subcontinent en stichtten vanaf daar, langzaam naar het westen trekkend, de ene beschaving na de andere. Andere beschavingen, of het nu de Chinese of de oude beschavingen van Amerika zijn, doen er niet toe in de antroposofie. Dat is het ongeveer. Nogmaals Steiners uiteenzetting uit 1923 (GA 349, online versie hier):

“Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche, poetische, dichterische, geistige indische Kultur aus. Wenn sie jetzt nach dem Westen geht, wird sie eine Geistigkeit ausbilden, die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber die äußere Welt in ihrer Geistigkeit begreift”

Voor de indianen is het ‘Schluss’ in Steiners optiek. Decadent geworden Atlantiërs dienen uit te sterven en mogen het in een volgende incarnatie als blanke het weer opnieuw proberen. ‘Dus is de antroposofie niet racistisch, want uiteindelijk komt het voor die zielen toch nog goed’, oftewel ‘het reïncarnatie-alibi’ (naar Helmut Zander) is een veel gebruikt argument. Het siert Geuljans overigens dat hij dit niet inzet, maar dat doet wel het van Baarda-rapport en verder vele andere antroposofen, in geschrift, maar ook in de verschillende discussies die ik met ze gevoerd heb.

En voor ik het vergeet, de tweede helft van de hierboven aangehaalde passage van Geuljans. Die is in relatie met het voorgaande helemaal interessant:

“Dat wat we nu toch nog “ras” noemen, zijn overblijfselen, differentiaties geërfd uit de prehistorie. In de samenhang met Steiners kritiek op Haeckel en Darwin begrijpen we nu dat een ras – per definitie – behoort tot de afdalende evolutie, de devolutie, en waarom een ras dus nooit de grondslag van een cultuur kan zijn. Precies het omgekeerde treffen we aan in de rassenleer bij de intellectuelen van zijn tijd. Volgens Rudolf Steiner bevinden zich álle rassen, dus ook de zogenaamde “blanken” zich vanaf de laatste ijstijd in de neergang. Omdat rasidealen aanhaken aan deze neergaande lijn kunnen zij daarom alleen maar onheil brengen”.

Pikant als je dit nu leest. Laat ik zeggen dat het inderdaad klopt dat volgens Steiner de rasverschillen langzaam aan het verdwijnen zijn. Maar we hadden al gezien dat dit nog een hele tijd gaat duren (pas in het negende millennium zijn we zover). En dat een ras nooit de grondslag van een cultuur kan zijn? Volgens Steiner kan er in de na-Atlantische tijd maar één ras de grondslag van een cultuur zijn. En dat het blanke ras zich vanaf de laatste ijstijd in een neergang bevindt, ik vind het wel boeiend, als we kijken naar Steiners bovenstaande uitspraak: ‘Die weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse ‘. ‘Het blanke ras is het toekomstige, meest geest scheppende ras’. Dat valt dus wel mee met die ‘neergang’.

Bovendien, de werking van de factor ras, was in Steiners tijd (dus ook onze tijd) nog wel vrij stevig. In Steiners visie zijn de indianen aan het eind van de negentiende eeuw ‘ausgestorben’ (dat dit niet klopt zegt vooral iets over Steiners gebrek aan kennis van de oorspronkelijke bewoners van Amerika). Dus pas in het negende millennium zijn we van de werking van de ‘rasfactor’ verlost, maar nog niet zo lang geleden hebben de indianen er wel een forse tik van meegekregen. Nogmaals, Wounded Knee, voor een paar antroposofen een ‘teffend voorbeeld’, was in 1890.

Wetenschap en pseudowetenschap, filosofie en esoterie

Geuljans vervolgt:

“Steiner weet natuurlijk heel goed dat hij met ieder menselijke individu als “een soort op zich” een ideaalbeeld schetst. Wij zijn inderdaad zoals Darwin dit ziet, voor een deel een dier. Maar niet alleen dier, wij zijn in principe in staat ons als individu te weer te stellen tegen de mechanismen “toeval” en “natural selection”. Wij kunnen ervoor kiezen of we al of niet meegaan in de wrede wetten van de soort, waardoor de “natural selection” ontaardt in “human selection”. Dat dit morele vermogen niet vanzelf optreedt, ligt in de aard van de zelfstandigheid van dit vermogen. Steiner ontwikkelde zijn filosofie om dit vermogen handen en voeten te geven.

We komen nu aan het derde element, de eigenlijke kern van de antroposofie die we in Filosofie van de Vrijheid, hoofdstuk 14 Individualiteit en soort vinden. Hier neemt Steiner het op voor het individu tegenover de gebondenheid aan de soort met de woorden. “Het is onmogelijk een mens helemaal te begrijpen, wanneer je zijn beoordeling op het soort-begrip baseert.” En: “Waar het gebied van de vrijheid begint (van het denken en het handelen), houdt het onderbrengen van het individu onder de wetten van de soort op.”

Hier wijkt Rudolf Steiner af van Darwin en al diegenen die de evolutie volledig ophangen aan de wetten van de erfelijkheid. Hij bepleit dat ieder afzonderlijk mens geen dier of exemplaar van de soort is, maar een vrij individu, een “soort op zich”.

Het is mij bekend dat Steiner de mens ook, of vooral zag, als een ‘individu’. Maar ook dat er verschillende krachten, of factoren zijn die op dat individu inwerken.  En een van die factoren is ‘ras’. Die rasfactor is toch vrij wezenlijk, zo wezenlijk zelfs dat je er aan kan doodgaan. Bijvoorbeeld als je, in de visie van Steiner, behoort tot het ‘Indiaanse ras’. Ook dat is hier al uitgebreid aan de orde geweest. Alleen, die teksten worden door Koning Eenoog weggelaten, zodat zijn overdrachtelijk blinde schare luisteraars er ook geen kennis van kan nemen.  Bovendien put Geuljans hier bewust uit teksten van Steiner uit de tijd van voordat hij tot zijn racistische evolutie-model kwam. Als er iemand probeert met citaten een vals beeld te schetsen, is het Stephan Geuljans wel. Want de teksten die daadwerkelijk over mensenrassen gaan, laat Geuljans dus weg.

Hier komt weer een ander probleem naar boven, wat ik met Geuljans betoog heb. In het voorgaande gedeelte moest Geuljans wel op Steiners esoterische denkbeelden ingaan en zijn notie van de aarde-evolutie (Atlantis, etc.). Of zijn volkomen à historische beeld van de cultuurperiodes en zijn daarmee samenhangende kijk op het ‘Arische ras’ (Steiner gebruikt inderdaad weleens die term). Daarin zit nu juist het probleem. Maar nu dat moetje achter de rug is, schakelt Geuljans moeiteloos terug naar ‘Filosofie der Vrijheid’ (1894) van de jonge Steiner, uit de periode voordat hij zich bij de theosofische Vereniging had aangesloten (tot ong. 1900). Hij begint nu over de fase voordat Steiner zijn door de theosofie geïnspireerde rassenleer ontwikkelde. Nu is voor dogma-antroposofen het hele werk van Steiner één en ondeelbaar en valt het geloof in Atlantis moeiteloos samen met zijn verhandelingen over ‘naïef realisme’ en ‘kritisch idealisme’ en andere termen uit dit overigens buiten het antroposofische circuit inmiddels vergeten filosofische werkje, maar we hebben het hier dus over een andere Rudolf Steiner. De jonge academicus Rudolf Steiner hield zich helemaal niet bezig de evolutie vanaf Atlantis, via de keten van cultuurperiodes tot aan onze tijd en de verre, inmiddels indianenvrije ‘rasloze toekomst’. Dat is de latere esotericus. Met zo’n à historische omgang met de figuur Steiner zaait ook Geuljans begripsverwarring, wat hem propaganda-technisch gezien niet verkeerd uitkomt. Op die manier ontstaat er een veel ‘wetenschappelijker’ of ‘redelijker’ beeld van de latere grondlegger van de antroposofie. Toch is Geuljans antroposoof genoeg om echo’s van de late esoterische Steiner te laten doorklinken in zijn verhaal. Geuljans maakt er op deze manier (wellicht bewust) een rommeltje van. Maar we zullen ook deze kluwen ontwarren, daar ontkomt ook Stephan Geuljans niet aan 😉

Steiner heeft trouwens zelf sterk aan dit beeld bijgedragen. Met zijn autobiografie ‘Mein Lebensgang’ (pas in 1925 uitgekomen, hier te raadplegen), construeert hij met terugwerkende kracht zijn esoterische ontwikkeling. Het is alleen als biografisch materiaal een buitengewoon onbetrouwbaar boek; gedurende zijn loopbaan heeft Steiner vaak zijn schepen achter zich verbrand als hij een nieuwe weg insloeg. Voor orthodoxe antroposofen is dit werk echter zo’n beetje sacrosanct.

Tussen de filosoof  Steiner en de esotericus (theosoof/antroposoof) Steiner bevindt zich een enorme breuk. Overigens ook nog tussen de theosoof Steiner en de latere antroposoof. Lees daarvoor zeker de recente  biografie door Helmut Zander, Rudolf Steiner; die Biografie, München/Zürich, 2011. Door ortho-antroposofen wordt deze cesuur echter niet erkend en was Steiner al zo’n beetje antroposoof toen hij nog in de wieg lag (in zijn autobiografie beschrijft hij overigens ook zijn helderziende waarnemingen als kind). Nogmaals, voor de racisme-kwestie is vooral de latere esoterische Steiner van belang, niet zozeer het vroege filosofische werk. Maar dat belet Geuljans niet om er desalniettemin veel gebruik van te maken. Dit waarschijnlijk om ‘rookgordijn-technische redenen’. Maar ook dit valt met een beetje licht wel op lossen. 😉 Terzijde, het is wel ironisch dat het onder antroposofen heel gebruikelijk is om te roepen dat de Rooms Katholieke Kerk en verder het officiële Christendom de historische Jezus heeft weggepoetst. Volkomen terecht natuurlijk, alleen kunnen die sofen er dus zelf ook wat van. En nu we toch bezig zijn, sprak Stephan Geuljans hierboven niet ergens van ‘geschiedvervalsing’? Tot zover deze tussendoorse opmerkingen en verder met het verhaal.

Geuljans vervolgt:

“Wat bedoelt Steiner met de wetten van de soort of meer specifiek; wat bedoelt hij met een ras? Een ras is niets anders dan wat Darwin een adaptatie, een specialisatie noemt: een aanpassing aan de omgeving. Zoals bekend, ligt het onderliggende mechanisme binnen de evolutieleer van Darwin in het toeval en de natuurlijke selectie. Essentieel is ook dat Darwin en zijn aanhangers de mens onderbrengen in het dierenrijk: wij mensen zijn een dier-soort, volledig onderworpen aan de wetten van de erfelijkheid, aangepast aan onze omgeving. Steiner verzet zich hiertegen want dat zou betekenen dat een afzonderlijk mens niet boven de soort zou kunnen uitstijgen. Vanuit de antroposofie bekeken, doet Darwin alsof een mens volledig behoort tot de afdalende evolutie en heeft hij geen oog heeft voor de opstijgende evolutie van het individu: als wij het individu onderwerpen aan de soort, reduceren wij een mens impliciet tot ras.”

De bovenstaande tekst is, neem me niet kwalijk, echt een stukje demagogische begripsverwarring van de eerste orde.  Geuljans heeft er een behoorlijke kluwen van gemaakt. Maar laten we proberen de afzonderlijke draadjes eruit te trekken en die in het volle zicht onder de loep te nemen. Om te beginnen, Darwin gaat over soorten, niet zozeer over ‘rassen’. Mensenrassen zijn, bij mijn weten althans, bij Darwin geen issue. Misschien vergis ik me en heeft hij er weleens wat over geschreven, maar dat is geen belangrijk thema bij Darwin en ook niet bij zijn hedendaagse navolgers. Bij Steiner zijn mensenrassen wel een heel belangrijk issue, zelfs cruciaal in zijn kijk op de menselijke evolutie. Dat is een belangrijk onderscheid.

Dat Darwin (en navolgers) de mens zien als een diersoort is wel enigszins waar. Daar heeft Geuljans overigens enorme problemen mee. Steiner had dat trouwens ook. Dieren zijn in de ogen van Steiner echt minder, zelfs nog minder dan indianen.  Nu hebben antroposofen er grote moeite mee dat de plaats van de mens in de kosmos wordt gerelativeerd. Voor Steiner is de mens het ultieme doel van de schepping. Het voert in dit verband wat ver, maar lees in deze zeker Steiners belangrijkste tekst, uit Geheimwissenschaft (GA 13, 1909), zo’n beetje het magnum opus van Rudolf Steiner, en dan vooral zijn meer dan honderd pagina’s lange hoofdstuk Die Weltentwickelung und der Mensch, waarin Steiner zijn visie op het ontstaan beschrijft, van ‘oerknal’ tot ongeveer de komst van Christus. Uit deze lange verhandeling  blijkt zelfs dat de evolutie van de kosmos naar één groot project heeft toegewerkt: het leven van de mens op deze planeet (en dan daarbinnen de meest geslaagde exemplaren die niet door abnormale geesten van de vorm vanuit de kosmos zijn misvormd). Nee het soort mensen dat ten opzichte van de rest van de mensen ‘alleen maar voordelen heeft eigenlijk helemaal geen nadelen’ (vierde voordracht van Die Mission einzelner Volksseelen). Dus net dat stukje mensheid, dat de ene cultuur na de andere voortbracht. Want ook in Geheimwissenschaft is het soms van:

“Diejenigen Menschen-Rassen-Formen, welche sich vor diesem Zeitraum verfestigt hatten, konnten sich zwar lange fortpflanzen, doch wurden nach und nach die in ihnen sich verkörpernden Seelen so beengt, daß die Rassen aussterben mußten. Allerdings erhielten sich gerade manche von diesen Rassenformen bis in die nach-atlantischen Zeiten hinein; die genügend beweglich gebliebenen in veränderter Form sogar sehr lange. Diejenigen Menschenformen, welche über den charakterisierten Zeitraum hinaus bildsam geblieben waren, wurden namentlich zu Körpern für solche Seelen, welche in hohem Maße den schädlichen Einfluß des gekennzeichneten Verrats erfahren haben. Sie waren zu baldigem Aussterben bestimmt“.

uit: Rudolf Steiner, Die Geheimwissenschaft im Umriß, GA 013, 1909, hoofdstuk 4 ‘Die Weltentwickelung und der Mensch’ , hier te raadplegen

We hebben het al eerder gezien. Zo belangrijk is het dus om tot een bepaald ras te behoren. Van levensbelang dus. Als je bij het goede ras behoort ben je uitverkoren tot zo’n beetje het middelpunt van de kosmos en is al het andere leven ondergeschikt.

Als Darwin komt aanzetten met een verhaal dat de mens helemaal niet zo bijzonder is, maar een van de vele soorten, net als alle andere diersoorten, is dat echt vloeken in de spreekwoordelijke antroposofische kerk. Dan is zelfs Darwin een racist, die in soorten denkt, in de ogen van Geuljans althans. Maar het is natuurlijk totale flauwekul. Echt een redenering van niks. En als je er goed over nadenkt, sluit Darwins verhaal de uniciteit van het individu helemaal niet uit. Het is niet Darwin die mensen tot hun ras reduceert, het is Steiner die dat (in bepaalde mate) doet, althans vooral de niet Europese rassen. Hij vindt zelfs dat Afrikanen en Aziaten vooral heel erg op elkaar lijken, terwijl bij blanken de persoonlijke individualiteit meer zichtbaar zou zijn. Overigens een typisch eurocentrisch verhaal, want dat wordt vaak ook door niet Europeanen weer van Europeanen gezegd (Chinezen vinden vaak dat wij weer erg op elkaar lijken).. Een flinke portie eurocentrisme (en zeker ook etnocentrisme) was Rudolf Steiner zeker niet vreemd.

En ja, Steiner zegt inderdaad, ook in Die Mission einzelner Volksseelen, dat een mens niet uitsluitend is terug te brengen tot zijn ras. Maar het is wel een vrij wezenlijke factor. Uit zijn arbeidersvoordracht uit 1923 (GA 349) komt het beeld naar voren dat zwarten zich vooral laten leiden door hun ‘driftleven’, Aziaten door hun ‘gevoelsleven’ en blanken door hun verstand. In die voordracht zegt hij ook dat uiteindelijk alle ‘gekleurde rassen’ (Afrikanen, Aziaten, Indianen) het lootje leggen en dat het blanke ras het ras van de toekomst is (het is hierboven al aangehaald).

Aan dat soort racisme maakt Darwin zich niet schuldig. Steiner doet dat consequent wel, dat is zelfs een rode draad in zijn oeuvre vanaf ongeveer 1900 tot aan zijn dood in 1925, precies de periode dat hij de academische wetenschap vaarwel had gezegd en zich tot de esoterie had gewend. Gedurende die hele periode heeft Steiner ook een esoterische rassenleer uitgedragen, al probeert Geuljans dat enigszins te verdoezelen door oa ook citaten van Steiner van voor die tijd in stelling te brengen.

Ik denk dat we de kern van Geuljans zogenaamd verhelderende artikel wel te pakken hebben, al werpt hij nog zoveel rookgordijnen op. Maar er volgen nog een paar opmerkelijke en interessante dingen, dus laten we onze weg door dit mystificerende werkstuk vervolgen.Ik zal een nu iets grotere sprong maken. Bij de volgende beschrijving van Steiners ideeën over evolutie komt er een ander interessant verschijnsel naarboven, dat ook hecht is verweven met Steiners rassenleer. Tegelijkertijd laat dit ook zien dat Steiner vooral alternatieve en inmiddels achterhaalde versies van de Darwinistische evolutieleer in zijn wereldbeschouwing verwerkte. Zoals de theorie van Ernst Haeckel (door Geuljans een keer eerder in dit artikel genoemd). Geuljans:

“Steiner sluit met zijn opvattingen over evolutie aan op het Duitse Idealisme, in het bijzonder op de Idee zoals Goethe dat zag. Als we – even als hypothese – de Idee of de geest niet als een dode abstractie maar in de zin van Goethe als scheppend, als een geestelijk realiteit of kracht begrijpen, kunnen we ons voorstellen dat deze kracht ook ons fysieke lichaam en al onze organen aanlegt. Goethe noemde dit ‘de organische vormkracht van de Idee’. Een dier wendt deze geestelijk kracht volledig aan om zich fysiek aan te passen aan zijn omgeving. Daardoor verdicht deze zich tot een specialisatie bijvoorbeeld in de vorm van een hoef, een klauw of een vleugel, waarmee deze krachten gefixeerd zijn in een specifieke vorm. Darwin noemt dat een evolutionair voordeel. In praktisch opzicht is dat natuurlijk ook zo, menig dier kan beter vliegen, harder rennen of harder bijten dan wij. Voor Steiner is het echter onzin deze theorie op mensen te betrekken. Een mens die mens wil blijven zoekt geen fysiek voordeel maar wil zich moreel ontwikkelen. Daartoe wendt hij de Idee slechts gedeeltelijk aan voor de aanleg van zijn fysieke lichaam: hij houdt deze potentie, organische kracht terug. In dit níet ontwikkelen van een adaptatie (dat in de biologie wordt aangeduid met neotenie) ontstaat een overschot. Dit overschot aan geest kunnen we aanwenden voor het ontwikkelen van ons bewustzijn en onze morele vermogens.

plaatje Geuljans 2

Wij mensen bezitten geen klauwen maar handen. Daarmee kunnen wij ons uitdrukken in gebaren en schrift. De hand is niet zo sterk en effectief als slagwapen of vleugel, daar staat tegenover dat we gereedschappen kunnen bouwen waar we niet mee vergroeid zijn.
Wat is nu eigenlijk een “Übermensch”? Beeldend gesproken: een mens met klauwen. Een superieur exemplaar van de soort. Het streven naar een Übermensch is niets anders dan het streven naar dierlijke perfectie, specialisatie. Of zoals Nietzsche, het treffend uitdrukt: een duister streven naar “die blonde Bestie”. Rudolf Steiner vond het tragisch dat Nietzsche dit naar voren bracht in een wereld van troebele geesten die in Duitsland de macht naar zich toetrokken. Maar wat moet een darwinist hiermee? Hij kan er niets mee, terwijl het toch evident is wat het verschil is als wij elkaar als een exemplaar van de soort zien of als een individu, een soort op zich. In de natuur is het normaal dat binnen een dier-soort de zwakkere herten sterven opdat de sterksten overleven. Maar in een afzonderlijk mens, als soort in zichzelf, ontwikkelen wij onze menselijkheid door in onszélf onze zwaktes te overwinnen. Een menselijk ‘ik’ omvat als het ware een hele dier-soort en de strijd moet daarom in zijn innerlijk plaatsvinden. In zijn ziel overwin het ‘ik’ de zwakkere eigenschappen opdat de sterkste morele eigenschappen “overleven”. De afdalende evolutie is dus een soort weerstand of uitdaging die in onszelf overwonnen moet worden. Rudolf Steiner tilt het darwinisme op naar een moreel niveau, naar de ziel en geeft het zijn plaats in de Filosofie van de Vrijheid, hoofdstuk 12 morele fantasie, met de ondertitel darwinisme en zedelijkheid.”

Natuurlijk probeert Geuljans weer alles aan Steiners vroege werk te relateren, om de rassenleer buiten zicht te houden, zie wederom zijn verwijzing naar Filosofie der Vrijheid. Ook al die sneren richting Nietszche zijn volkomen misplaatst en bovendien niet meer dan ruis, die afleiden van het echte probleem, maar dat doet Geuljans in dit artikel consequent, zoals we al eerder hebben gezien. Maar toch, Geuljans heeft hier wel iets aangeroerd dat ook voor Steiners rassenleer van belang is. Hoewel Geuljans in dit verhaal benadrukt dat Steiner afstand nam van de bioloog Ernst Haeckel en zijn inmiddels verworpen versie van de evolutie-theorie, de recapitulatie-theorie, is Steiner toch diep door Haeckel beïnvloed. Geuljans kan roepen wat hij wil over dat Darwin eigenlijk racistisch zou zijn, in Haeckels theorie ligt wel een mogelijke basis voor Steiners rassenleer, vooral de verdeling van de rassen over de verschillende leeftijdsfases van de mens, zoals Steiner dat deed in Die Mission einzelner Volksseelen. We halen het nog een keer terug:

‘ In dieser Art wird der Mensch von den Kräften ergriffen, die von der Erde aus bestimmend für ihn sind, so daß wir, wenn wir diese einzelnen Punkte ins Auge fassen, eine merkwürdig verlaufende Linie erhalten. Diese Linie besteht auch für unsere Zeit. Der afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf. Das ist einfach eine Gesetzmäßigkeit. Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteiligung. Hier ist die Wahrheit zwar manchmal verschleiert, aber Sie sehen, man kommt mit Hilfe der Geheimwissenschaft doch auf merkwürdige Erkenntnisse.

Wenn wir dann diese Linie weiterziehen, so kommen wir weiter nach Westen nach den amerikanischen Gebieten hinüber, in jene Gebiete, wo diejenigen Kräfte wirksam sind, die jenseits des mittleren Lebensdrittels liegen. Und da kommen wir – ich bitte das nicht mißzuverstehen, was eben gesagt wird; es bezieht sich nur auf den Menschen, insofern er von den physisch-organisatorischen Kräften abhängig ist, von den Kräften, die nicht sein Wesen als Menschen ausmachen, sondern in denen er lebt -, da kommen wir zu den Kräften, die sehr viel zu tun haben mit dem Absterben des Menschen, mit demjenigen im Menschen, was dem letzten Lebensdrittel angehört. Diese gesetzmäßig verlaufende Linie gibt es durchaus; sie ist eine Wahrheit, eine reale Kurve, und drückt die Gesetzmäßigkeit im Wirken unserer Erde auf den Menschen aus. Diesen Gang nehmen die Kräfte, die auf den Menschen rassebestimmend wirken. Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten”.

Tot zover deze passage van Steiner. Laat ik dan ook nog deze twee illustraties weergeven, die Steienrs kijk op de verschillende rassen nog meer verduidelijken. Het eerste plaatje is een hedendaags schema, afkomstig van de site anthrowiki, om de visie van Steiner op mensen rassen nog eens ‘goed uit te leggen’ (racisme, hoe kom  je erbij?). Het tweede plaatje is van de bioloog en Steiner volgeling van het eerste uur, Hermann Poppelbaum, die met zijn illustratie eens goed wilde aantonen hoezeer Steiner gelijk had in zijn karakteriseringen van de verschillende ‘rassen’.

Een model op een antroposofische website, dat, misschien nog wel duidelijker dan Steiners figuurtje, goed deze ontwikkeling laat zien: (de astrologische tekens verwijzen naar Steiners indeling uit de zesde lezing van Die Mission einzelner Volksseelen.

Een tekening van Hermann Poppelbaum, waarin getracht wordt de accenten van de leeftijdsfase die in een bepaald ras domineren herkenbaar te maken(1926) De antroposofie heeft een rassenleer?? Hoe kom je op het idee

En dan Haeckel. Ik geef hier de beschrijving van diens recapitulatie-theorie weer uit ‘De encyclopedie van de pseudowetenschap’, van Marcel Hulspas en Jan Willem Nienhuys:

Recapitulatietheorie

‘Een door de Duitse bioloog Ernst Haeckel ontworpen theorie die zegt dat alle levende wezens in de ontwikkeling voorafgaand aan de geboorte in kort bestek de stadia doorlopen die hun voorouders- volgens de evolutietheorie van Charles Darwin hebben doorlopen. Een menselijke embryo doorloopt bijvoorbeeld tijdens zijn groei stadia waarbij het achtereenvolgens lijkt op een sponsachtig dier, een vis, een amfibie en uiteindelijk een mens. Om het wat hoogdravender te zeggen: de ‘ontogenese’ recapituleert de ‘fylogenese’. Haeckel noemde dit in 1872 de fundamentele wet.

Illustratie evolutiemodel Ernst Haeckel (recapitulatietheorie)

De recapitulatietheorie maakte volgens Haeckel al dat speuren naar fossielen overbodig: de ontwikkeling van het leven was in het ei of de baarmoeder te volgen. Darwin en zijn grote verdediger, Thomas Huxley, waren aanvankelijk wel gecharmeerd van het idee, maar later bekroop hen de twijfel, vooral omdat Haeckel het gebruikte om aan te tonen dat de materie was doortrokken van een sturende Geist- een vorm van filosoferen waar beide Britten niets van moesten hebben (en we weten nu dat dit bij Steiner en de antroposofie het tegenovergestelde is, zie alle tirades tegen het ‘materialisme’, FS). Een ander probleem was dat de stadia die Haeckel meende te zien, veel minder duidelijk waren dan gehoopt. Wanneer bij een bepaalde soort een lichaamsdeel of orgaan sterk ontwikkeld is, wordt dat deel al gevormd in een zeer vroeg (volgens de recapitulatietheorie té vroeg) stadium. Zo begint de groei van de menselijke hersenen veel ‘eerder’ dan men op grond van de recapitulatietheorie mag verwachten. De plaatjes van embryo’s waarmee Haeckel zijn theorie illustreerde (zie afb. 8 ), werden al spoedig als vervalsingen beschouwd. Kritiek hierop werd door vooraanstaande biologen al in 1909 weggewimpeld, omdat ze meenden dat die kritiek ook de evolutiegedachte ondermijnde.

Tegenwoordig beschouwen biologen de recapitulatietheorie als achterhaald. Er is duidelijk sprake van een uniformiteit in de ontwikkeling van het ongeboren leven, maar deze wordt veroorzaakt door de opeenvolgende activiteit van een beperkt aantal fundamentele genen die informatie bevatten over het ‘plan’ dat aan ieder dier ten grondslag ligt. De gelijkenis van de vroege ontwikkelingsstadia betekent slechts dat de mutaties in de afgelopen honderden miljoenen jaren het meest betrekking hebben op de veel grotere aantallen genen die de vorming van latere stadia besturen. De door Haeckel aangetoonde overeenkomsten vormen dus wél een sterke aanwijzing voor de gemeenschappelijke oorsprong van het leven op aarde.

Haeckels theorie gold decennia lang als een belangrijke ontdekking. Zij had grote invloed op het ‘wetenschappelijk racisme’ en de discussies over de ‘missing link’. Spoedig ontstond er een psychologische versie waarin de ontwikkeling die het kind doorliep, opgevat werd als de recapitulatie van de stadia der menselijke beschaving, die op hun beurt weer werd vergeleken met de leefwijzen van ‘primitieve volkeren’ (beide zeer herkenbaar in de antroposofie, FS). Kinderen doorliepen een ‘negerstadium’ en tijdens de puberteit een ‘mongoloïde stadium’, alvorens volwassen te worden en het stadium van de beschaafde blanke man te bereiken (zie hier een belangrijke bron voor Steiners uiteenzettingen in Die Mission, FS). Vrouwen bleven in het mongoloïde puberale stadium steken en waren daardoor behept met puberale trekjes als labiel, bijgelovig en emotioneel – eigenschappen die ook karakteristiek zouden zijn voor het mongoloïde ras (en aanleiding gaven tot de aanduiding ‘mongolisme’ voor het syndroom van Down).

Ook de pedagogiek van Rudolf Steiner en de theorie van Sigmund Freud dat het kind verschillende seksuele stadia doorloopt, zijn geïnspireerd op de recapitulatietheorie. Steiner koppelde de ontwikkeling van kind naar volwassene aan de ontwikkeling van beschaving. Pas in de hogere klassen mogen kinderen in aanraking komen met de ‘hogere’ Germaanse cultuur. Freud meende dat het universele verbod op incest, net als godsdienst en maatschappelijke regels, voortvloeide uit een dramatische gebeurtenis uit een ver verleden: de jonge mensen zouden ooit de leider vermoord hebben om zich toegang tot de vrouwen te verschaffen. Deze gebeurtenis wordt in ieder individu herhaald wanneer deze de oedipale fase in de ontwikkeling doormaakt’.

Uit: Hulspas & Nienhuys, Tussen waarheid en waanzin; een encyclopedie van de pseudo-wetenschappen, de Geus, Breda, 1998, p. 335

Ik denk dat het beeld langzamerhand duidelijk wordt en ook wat Stephan Geuljans ons nadrukkelijk niet wil vertellen. Om het verhaal compleet te maken over de verschillende  evolutie-theorieen die van invloed waren op Steiner, moeten we ook nog de retardatie-theorie van Louis Bolk noemen. Die lijkt erg om Haeckels theorie, alleen stelt die dat de ‘gespecialiseerde kenmerken van een menselijke foetus het langst worden ‘teruggehouden’ (geretardeerd). Ieder dier zou vroeger of later  in een ‘specialisme’ schieten, behalve de mens, een teken dat de mens een unieke missie heeft in onze schepping. Ook de retardatie-theorie wordt tegenwoordig door de gevestigde wetenschap verworpen, alleen zien bepaalde antroposofen er nog wat in (daarom bestaat er ook een Louis Bolk Instituut in Zeist).

Al deze alternatieve evolutie-theorieën vormen veel meer de basis voor een rassenleer dan die van Darwin, niet in de laatste plaats Steiners eigen kijk op de evolutie. Geuljans misvormt hier het echte werk van Darwin, om de antropocentrische en etnocentrische visie op de evolutie van Steiner op te poetsen.

Zeer onlangs bereikte dit geluid ook de ingezonden brievenpagina van de NRC. Evelien Nijeboer, eveneens redacteur van de Aardespiegel reageerde op een artikel over Goethe (dat ik helaas niet voorhanden heb, ik heb die NRC net gemist) van Bart Funnekotter, Culturele elite was blij met Adolf Hitler (NRC 7 februari, 2013). Het gaat mij hier niet om het artikel van Funnekotter, dus ook niet of Goethe iets terechts of onterechts in de schoenen wordt geschoven. Evelien Nijeboer viel over deze passage, een uitspraak van Frits Boterman, hoogleraar moderne Duitse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam:

“De Duitse intellectuelen volgden Hitler in de jaren dertig van harte. Dat hielp het regime in het zadel, zegt historicus Frits Boterman… Mijn vrouw zet elke avond rond elf uur muziek van Beethoven op. Daarin hoor ik het onweer nog niet naderen. Maar als ik naar Wagner luister, of ik lees Goethes Faust, dan realiseer ik me goed dat de nazi’s niet uit het niets zijn verschenen.”

Dat was Evelien Nijeboer in het verkeerde keelgat geschoten, die reageerde met (brief hier in de Aardespiegel te raadplegen):

“De mening van Frits Botermans is niet nieuw: de hele na-oorlogse twintigste eeuw is doordrenkt van een instinctief wantrouwen jegens religie, idealisme en spiritualiteit, want ‘dat had de Nazi’s voortgebracht’. Deze redenering is echter slordig en tendentieus.

De Duitsers hadden moeite met de onttovering van de wereld? Dat lijkt me een understatement. Duitsland werd in de jaren ’20 en ’30 door de ‘herstelbetalingen’ (een soort boete voor verliezers) in een sociaal-economische afgrond gestort. Hitler was geen Goetheanist maar een overtuigd en consequent darwinist. Goethe staat als wetenschapper lijnrecht tegenover deze Angelsaksiche wetenschapsbenadering. De kwaadaardige Nazi’s namen Darwin natuurlijk met opzet letterlijk (rassenleer, natuurlijke selectie op mensen). Dat Duitsers misschien meer dan anderen geneigd zijn om consequent te zijn in hun denken heeft misschien inderdaad met romantiek te maken. Maar het bewijs dat ‘het recht van de sterkste’ de nieuwe wereldorde uitmaakte werd geleverd door de totale economische vernedering die Duitsland als ‘verliezer’ doormaakte – daar was het oude ideaal van ‘bildungsbürgertum’ inderdaad niet tegen opgewassen. Goethe had afgedaan, darwinisme was de nieuwe ideologische norm en daardoor had men voor Hitler geen ideologisch alternatief. Als de Duitsers Goethe werkelijk in ere hadden gehouden hadden ze elkaar met gedichten bestookt in plaats van concentratiekampen op te richten.

Botermans lijkt juist die hoge menselijke vaardigheden als inspiratie en het kunnen scheppen van cultuur verantwoordelijk te willen maken voor de ergste misdaden tegen de menselijkheid, en dat is een gotspe. Het is het onderbuikgevoel van iemand die de slechtheid van de mensen wil thuisbrengen in het feit dat zij gevoelens en idealen hebben. (ps, ik kan evt. in een iets langer artikel schetsen hoe Duits Goethe zich fundamenteel onderscheidt van Darwin en de Angelsaksische wetenschapsbenadering (zoals geformuleerd door lord Francis Bacon)”.

Dus de ‘Angelsaksische wetenschap’ en de ‘Darwinistische rassenleer’, dat waren de inspiratiebronnen van Adolf Hitler? Dit is wel een wanhoopsstrategie en een groteske ontkenning van het bestaan van de troebele vijver, waar zowel Rudolf Steiner als Adolf Hitler zich aan laafden (waarmee ik dus niet zeg dat zij tot een vergelijkbare visie kwamen). Alles wat ‘Angelsaksisch’ is (hoe definieer je dat trouwens?), is trouwens bijzonder boosaardig in de ogen van dit smaldeel der antroposofen, ook bij Jos Verhulst. De ‘Angelsaksische Occulte Loges’ zijn het middelpunt van allerlei sinistere complotten en zitten zowel achter de ‘materialistische wetenschap’, als achter allerlei ‘duistere Joodse netwerken’, maar daar kom ik zo nog op terug. Maar er is dus sprake van een ‘Darwinistische rassenleer’ en Steiner kan zijn handen in onschuld wassen? Ach Evelien Nijeboer, die heeft waarschijnlijk teveel aan de lippen van Stephan Geuljans gehangen (of aan die van Jos Verhulst, je weet maar nooit). Het is wachten op het moment dat er ingezonden brieven van antroposofen komen dat niet de antroposofie, maar het Marxisme en het liberalisme een rassenleer kennen. Of de islam, wel lekker modieus. Aardespiegel meets Hoeiboei  😉  (aan dat laatste fenomeen heb ik op dit blog ook weleens aandacht aan besteed, zie hier). Hoewel Stephan Geuljans weer niet zo dol  is op de opinies van Hans Jansen, zie hier Ik overigens ook niet, dat heb ik dan weer met Geuljans gemeen (al waardeer ik Jansen wel als een oud-docent van mij uit Leiden). Of  ‘de linkse kerk’ en ‘het postmodernisme’ met het daarmee samenhangende ‘multiculturele politiek-correcte complex’. Met het Jodendom is dat al een keer gebeurd, door de hierna nog te bespreken Jos Verhulst, maar daarover zo meer.

Het echte probleem dat antroposofen met Darwin hebben, en het  echte probleem dat ze ook met Nietzsche hebben,  is volgens mij  dat beiden van een wereldbeeld uitgaan, waarin een hogere macht irrelevant is. Het hogere is zijn patent op de schepping ontnomen. Voor een door en door religieuze levensbeschouwing als de antroposofie is dat natuurlijk een gruwel. Nietzsche heeft immers ‘God doodverklaard’, waar mee hij hem als irrelevant terzijde heeft geschoven. De consequentie van Nietzsche en Darwin is dat als wij het leven zin willen geven, of een hogere bestemming, wij die zelf moeten creëren. Ikzelf vind dat een bevrijdende gedachte maar ik kan me voorstellen dat anderen dat een griezelig idee vinden. Maar dat staat natuurlijk haaks op het ‘zingevingszoeken’ van de antroposofie. Ik denk dat dit het echte probleem is wat veel antroposofen met Darwin hebben, naast het idee dat de mens slechts een van de vele soorten is en niet een exclusieve of uitverkoren creatie, of zelfs het ultieme doel van de schepping (en dan sommige mensen nog wat meer dan anderen).

Het inzetten van Goethe om Steiners rassenleer te verdedigen beschouw ik persoonlijk als een verkrachting van Goethe. Idem van andere eerbiedwaardige Duitse denkers.

Verder met Geuljans:

“Zelfs als een wetenschapper met een hoge moraal meent dat het darwinisme het ideaal van een “Übermensch” of beter gezegd “Übertier” niet nastreeft, zal hij moeten toegeven dat als wij elkaar dier-soort gaan behandelen, hij hier geen goed argument tegen in kan brengen. Hij zal welhaast zijn toevlucht moeten nemen tot politieke correctheid en al dat gepraat over ras en aanpassing het liefst willen verbieden.5

In een meer uitgebreid schema:

stijgende evolutie ↔ afdalende evolutie

individu ↔ soort (ras, bloedverwantschap)

vrijheid ↔ wetmatigheid

mens ↔ dier-soort

Anders gezegd: de wetmatigheid is de uitdaging waaraan het individu zich moreel ontwikkelt; waar een dier noodgedwongen de strijd in de natuur aangaat, gaat het individu in vrijheid de strijd in zichzelf aan.
Terug naar het begin: Sommigen verbazen zich er misschien over dat wij geen onderscheid maken tussen ‘darwinisme’ en ‘sociaal-darwinisme’. Voor een helder denkend mens is dit onderscheid kunstmatig, het is een machteloze en niet-effectieve poging om de schadelijke effecten van het darwinisme als ideologie te ondervangen. In de moderne wetenschap na de tweede wereldoorlog is het menselijk individu non-existent verklaard. En om ideologische uitwassen voor de toekomst te ondervangen, is een kunstmatig onderscheid gemaakt tussen biologisch- en sociaal-darwinisme. Het onderscheid komt neer op de stelling: “Wij leren op de universiteit elkaar te zien als dieren, maar wij mogen op straat elkaar niet als dieren behandelen. We zijn dieren, maar moeten doen alsof dat niet zo is”. Het sociaal-darwinisme is wetenschappelijk inconsequent, en dat vangen we op met politieke correctheid en allerlei taboes.”

Tot zover. Zie weer dat antroposofische superioriteitsdenken. Want hoezo elkaar als dieren behandelen? Er is geloof ik geen diersoort dat zo moorddadig naar soortgenoten (en naar andere levensvormen) kan zijn als de mens en zeker de moderne mens. Daar zou Geuljans toch ook wel enig besef van hebben? Een van de weinige goeie dingen aan de toepassingen van de antroposofie is nou net de Biologisch Dynamische Landbouw, althans het diervriendelijke aspect daarvan. Maar nee, ik zou mensen zeker niet moreel superieur aan dieren willen noemen. Niet zonder meer.

En nogmaals: dit is weer het eerder genoemde belangrijke misverstand over Darwin. Voor antroposofen moet alles ‘zin’ hebben. De schepping is in de antroposofische visie teleologisch. De kern van het Darwinisme is nu juist toeval. Ik heb het idee dat antroposofen vooral daar moeite mee hebben. In dit verband is het bijzonder boeiend om een andere bijdrage van Stephan Geuljans te lezen, waarin hij zelf goed (en mijns inziens ook openhartig) over deze worsteling schrijft. Maar volgens mij is het echte probleem dat Geuljans en wellicht andere antroposofen hebben dat het Darwinisme ook (wetenschappelijk) atheïsme betekent.

Darwinisme is inderdaad een wetenschappelijke theorie, geen ideologie. Dat maakt Geuljans ervan. Misschien is Geuljans zelf niet goed in staat om die twee zaken te scheiden, omdat antroposofie in wezen ook een soort ideologie is (levensbeschouwing), die ten onrechte pretendeert een wetenschap te zijn. Hoe de soorten zijn ontstaan op aarde, zegt natuurlijk niets over hoe wij ons van mens tot mens moeten verhouden. Want daarin hebben wij wel een keuzemogelijkheid. Of beter gezegd: een vrije wil. Het is niet het Darwinisme dat de vrije wil in de weg staat, het is eerder de antroposofie, zoals die door Steiner aan het begin van de twintigste eeuw is vormgegeven (Filosofie der Vrijheid laat ik hier buiten beschouwing, laten we de zaken wel goed scheiden).

 En dan Geuljans laatste bewering, die hij afsluit met een voetnoot:

“Het sociaal-darwinisme is wetenschappelijk inconsequent, en dat vangen we op met politieke correctheid en allerlei taboes.”

Politieke correctheid, de grote vijand van de antroposofie! Net als die van Wilders, nieuw islamofoob extreemrechts en oud antisemitisch extreemrechts (ik denk dat deze definities voor iedereen wel duidelijk zijn).  En wat staat er bij die voetnoot onderaan het artikel vermeld:

“Het onderscheid tussen mens en dier, neotenie en specialisatie is op indrukwekkende wijze beschreven in “Der Erstgeboren” van Jos Verhulst, Verlag Freies Geistesleben, 1999 Stuttgart”.

 Nee maar! Jos Verhulst. Toen het woord ‘politieke correctheid’ viel, had ik het al kunnen vermoeden. Het blijft wel ironisch dat Geuljans in een artikel dat het vrijpleiten van Rudolf Steiner van rassenleer beoogt, verwijst naar een antroposoof die zaken de antroposofie probeert binnen te sluizen waarmee je, ook in mijn ogen, Steiner een ongelooflijk onrecht mee aandoet. Want als er iemand voortdurend de antroposofie als uitvalsbasis gebruikt om allerlei zeer dubieuze (jawel Neonazistische) ideeën aan te prijzen, is het deze Jos Verhulst wel. Want ook Jos Verhulst is tegen alles wat ‘politiek-correct’ is, en hoe! Alleen wel in een mate dat velen, die zichzelf ook als ‘anti-politiek correcte helden/martelaars’ zien toch wel even zouden moeten slikken. Want bij Verhulst gaat het om echte heavy stuff. Daar is Wilders niks bij. Direct hierna zal ik daar uitgebreid op terugkomen.

Nog een van de laatste stukjes van  Geuljans:

“Wolfgang Schad laat in zijn Evolution als Verständnisprincip: Darwinismus, was is das? zien hoe inventief de aanhangers van Darwin zijn om de relatie tussen zijn theorie van “natural selection” en “human selection” te ontkennen. Wallace waarschuwde Darwin dat “human selection” tot de ondergang van het christelijke Europa zou leiden en ook Darwin zag wel degelijk de gevaren van zijn eigen theorie. Hij stelde in The descent of man (1871) dat de hulp aan de zwakkeren ertoe zal leiden, dat er meer zwakkeren in leven blijven. Darwin vond dat geen goed zaak, maar stelde dat wij uit mededogen deze vermeerdering van de zwakken moeten verdragen. Schad wijst er terecht op dat deze morele houding van Darwin niet verklaard wordt uit de harde selectiewetten die Darwin in het dierenrijk meent te zien en die – omdat de mens een dier is – dus ook op hulpbehoevende mensen van toepassing is. Schad wijst er op dat de morele Darwin niet volgt uit het darwinisme en dat het: “onlogisch [is], en in tegenspraak met zichzelf, zodat het latere sociaal-darwinisme een wetenschappelijk objectief lijkend argument in handen werd gegeven”.6 Het is niet politiek correct kritiek te hebben op Darwin, maar dat maakt het bestaan van deze relatie er niet minder om”.

Het stuk van Wolfgang Schad ken ik niet, maar Schad is een prominente antroposoof, overigens niet een van de meest conservatieve-naar ik heb begrepen. Maar als ik dit zo bekijk (dus wat Geuljans hier schrijft) dan is het, als je er goed over nadenkt, natuurlijk onzin. Als de Darwinistische evolutieleer het onstaan van de soorten verklaart, doet het nog geen ‘morele aanbeveling’ over hoe mensen hun maatschappij zouden moeten inrichten. Bovendien is dit ook weer een behoorlijk staaltje projectie. Rupert Sheldrake, in esoterische kring overigens zeker niet impopulair, heeft weleens verklaard dat je in de evolutie kunt zien wat je wil zien. Een harde strijd om te overleven, zeker. Moordzucht en totale verspilling, je ziet het overal in de natuur. Maar ook de meest bijzondere vormen van samenwerking en symbiose. Het is er allemaal. Bovendien, en dat is in de antroposofie een gruwel, is er in de Darwinistische beschrijving van de evolutie ook nog sprake van iets als ‘toeval’.

Kortom, het is aan ons mensen zelf hoe wij het leven willen vormgeven en om dat naar eer en geweten en met de beste kennis te doen. Daar heb je geen ‘antroposofische wetmatigheden’, die (als je ze even doordenkt) helemaal niets verklaren, voor nodig. Bovendien, als er een soort ‘survival of the fittest’ ideologie aan de menselijke geschiedenis wordt opgedrongen (of een ingebeelde survival of the fittest ideologie) is dat wel in de antroposofie. ‘Mission erfüllt, Verfall programmiert’, dat is meer antroposofisch  dan klassiek Darwinistisch. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de antroposofische noties van rassen, wortelrassen, cultuurperiodes, etc. meer overeenkomsten vertonen met ‘sociaal Darwinisme’ (het ‘survival of the fittest’ tot blauwdruk verklaren voor menselijke samenlevingen)- Helmut Zander heeft dat weleens gezegd- dan het echte Darwinisme van Darwin, waarin toeval de belangrijkste factor is. Dus toeval, de afwezigheid van de een hogere macht, het ontbreken van een hoger einddoel of apotheose, het het relativeren of zelfs miskennen van de unieke rol van de mens in de schepping… dat zijn allemaal zaken waar de antroposofie grote moeite mee heeft. Ik denk dat dit het echte probleem is, waar de antroposofen mee zitten. De werkelijke reden voor het schrijven van wanhopige ingezonden brieven over dat het Darwinisme een rassenleer kent en de antroposofie niet.

Verder met Geuljans :

Zoals gezegd is voor Steiner een ‘ras’ wat Darwin een ‘specialisatie’ of ‘aanpassing’ aan zijn omgeving noemt, met het wezenlijke verschil dat wij volgens Steiner een mens niet kunnen begrijpen als wij blijven staan bij deze gebondenheid aan de soort. Volgens de darwinistische theorie is een mens een veredelde aap volledig gebonden aan de soort; een exemplaar van de soort: volledig ‘ras’. Maar omdat we het begrip ‘ras’ taboe hebben verklaard, niet mogen noemen alsof we op de staart van de duivel trappen, worden we ons niet bewust van dit impliciet verborgen racisme dat in het darwinisme besloten ligt. Het kan ook anders. Door het darwinisme op te nemen, of beter gezegd, op te tillen in zijn filosofie, hebben wij zoals Wallace dat wilde, de juiste argumentatie in handen tegen “human selection”. Want volgens Darwin moet liefde en mededogen de pijn van de evolutie verzachten; voor Rudolf Steiner daarentegen behoort de liefde en mededogen tot de essentie van de menselijke evolutie. De “menselijkheid” behoeft niet kunstmatig met opgeheven vingertje van buiten af aan de evolutie te worden toegevoegd.

Dit is, neem me niet kwalijk, een volkomen valse voorstelling van zaken. Eerst zegt Geuljans dat Steiner zou vinden dat een ‘ras’ een ‘soort’ is. Zover gaat zelfs Steiner niet, zoals hij zelf een keertje zei in de arbeidersvoordracht uit 1923 (GA 349): “…weil ja der Mensch immer ein Mensch ist, selbst wenn er ein Schwarzer ist” (citaat 123 uit het van Baarda-rapport en een van de beroemde zestien citaten, ook op dit blog besproken zie hier). Ook voor Steiner is een mens een mens, zelfs als ie zwart is 😉 Misschien ligt dat voor Stephan Geuljans anders, maar voor Rudolf Steiner is dit beslist niet het geval. Maar het echte probleem voor Geuljans is dat de mens ‘een veredelde aap’ zou zijn, zoals Geuljans het omschrijft. In de Darwinistische evolutie-leer is inderdaad de mens niet een verheven soort ten opzichte van andere soorten. Net zoals de ’Arische mens’ ook niet verheven is boven andere mensen, wat bij Rudolf Steiner in bepaalde mate wel het geval is. Desalniettemin wringt Geuljans zich in allerlei bochten, spagaten en ik weet niet wat voor standjes en acrobatische toeren om maar aan te tonen dat het Darwinisme racistisch is en de antroposofie niet. En Evelien Nijeboer die toekijkt en denkt: ‘Daar moeten de lezers van de NRC ook deelgenoot van worden gemaakt’.

En wie heeft het over Human Selection? Dat is nou juist Rudolf Steiner.  “Nicht etwa deshalb,  weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten”, dat is pas Human selection, al verschuilt Steiner zich achter al dan niet ingebeelde hogere machten.  Overigens vind ik het ook niet zo ‘menselijk’, om de woorden van Geuljans te gebruiken.

Geuljans besluit zijn artikel met:

“Als we eerlijk naar de antroposofie kijken en zien hoe Rudolf Steiner in zijn tijd stelling heeft genomen tegen racisme, zien we dat de racisme-aantijgingen absurd zijn. Het is tekenend voor onze tijd dat daar iedere keer opnieuw op moet worden gewezen. De kritiek op Steiner zal naar onze mening echter alleen verdwijnen als mensen er zich van bewust worden dat niet de antroposofie, maar het darwinisme (dus de heersende denktrant zélf) een schaduwzijde heeft en dat ‘politieke correctheid’ het verbod is om over deze schaduw na te denken. In dit verbond ontstaat het onvermogen om in een ander mens meer te zien dan een veredelde aap – zonder vrije wil, niet in staat tot het nemen van verantwoordelijkheid – die binnen het gareel moet worden gehouden door hem ‘politiek correct’ af te richten. Er is veel mee gewonnen als we de antroposofie niet vanuit een darwinistische bril, maar vanuit haar eigen ethisch-individualisme en de historische context willen begrijpen.”

Veel van wat  hier ter sprake is gekomen zit in dit laatste stukje tekst. Steiner die stelling zou hebben genomen tegen racisme (echt waar?), het echte probleem is het Darwinse (heus?)  en al helemaal ‘de politieke correctheid’ (hoe modieus). En wie zegt dat apen, of ‘veredelde apen’ geen vrije wil hebben? En nemen mensen dan wel ‘hun verantwoordelijkheid’ en apen niet (hoe Balkenende)? Ik vind het erg discutabel. En wat betreft ‘politiek correct africhten’, gelukkig dat we nog rechtsextremisten hebben van allerlei soort, waar vooral de Jos Verhulsten van deze wereld bijzonder blij mee zijn. Want het is deze Jos Verhulst,  wiens invloed onmiskenbaar doorklinkt in de laatste alinea’s van bovenstaand artikel, die hoognodig aan een nader onderzoekje moet worden onderworpen.

In de volgende delen zal ik het stuk van Geuljans verlaten en het traject van deze Jos Verhulst in kaart brengen (en wat hij en anderen zoal uitspoken, oa in het Nederlandse antroposofische tijdschrift Driegonaal). Aan het eind zal ik ingaan op het korte vervolgartikel dat Stephan Geiuljans schreef, nav een vraag van Ramon de Jonghe. Dat zal gaan over Steiners evolutie-modellen, waarin hij de Indianen, tov van de Europeanen, afschildert als een ‘Dekadente Abzweigung’ (GA 100).

Het geval Jos Verhulst

De Vlaamse antroposoof Jos Verhulst (1949) is een van de weinige antroposofen die regelmatig het publieke domein betreedt en ook enige naamsbekendheid geniet buiten de antroposofische circuits. Verhulst schijnt gepromoveerd te zijn op een scheikundig onderwerp (ik kan het niet helemaal terugvinden) en is, volgens de informatie die ik heb althans, leraar scheikunde aan de  Hybernia-school,  de Antwerpse Steinerschool (in België worden vrije scholen Steinerscholen genoemd). In Nederland is hij verbonden aan het Louis Bolk Instituut in Driebergen, dat vooral wetenschappelijk onderzoek verricht en publicaties uitgeeft over biologisch dynamische landbouw. Voor zover ik het kan beoordelen bestaan zijn werkzaamheden daar vooral uit pogingen om de antroposofische kijk op de evolutie nieuw leven in te blazen. Het is hierboven al ter sprake gekomen en het is om die reden dat Stephan Geuljans hem in zijn artikel aanhaalt. Zijn bekendste publicatie op dat gebied is Der Erstgeborene; Mensch und höhere Tiere in der Evolution, Verlag Freies Geistesleben, Stuttgart, 1999 (Geuljans verwijst naar deze publicatie).   Een uitgebreide verhandeling over dit werk, van hemzelf en door een paar collega onderzoekers van het Louis Bolk Instituut is hier te raadplegen, uit Motief, het tijdschrift van de Antroposofische Vereniging in Nederland, het juli augustusnummer van 2001.

Hij is ook politiek zeer actief. Vroeger zou hij lid geweest zijn van de Communistische Partij Vlaanderen, tegenwoordig omschrijft hij zichzelf als ‘libertariër’ en is hij initiatiefnemer van politieke clubjes als Directe Democratie en Democratie Nu (ik heb het idee en ook weleens van verschillende Belgische bronnen begrepen dat dit echter marginale clubjes zijn).

Het bekendste orgaan waaraan hij verbonden is, is ‘The Brussels Journal; the European Voice of Conservatism’, een weblog/ online opinieblad. Dit is, om het voorzichtig uit te drukken, een zeer omstreden website en eerder een spreekbuis van extreemrechts dan van conservatisme. De drie oprichters zijn, naast Jos Verhulst, de Vlaamse publicist Paul Belien en zijn echtgenote, Alexandra Colen, voormalig parlementariër voor het Vlaams Belang.

Het echtpaar Belien-Colen heeft een reputatie hoog te houden, vooral als het gaat om ‘anti-homoactivisme’ (jawel het bestaat echt). In Nederland kwam Belien in het nieuws toen bekend werd dat hij adviseur was geworden van Geert Wilders en de PVV fractie in Den Haag.  Juist zijn opvattingen over homorechten werden uitgebreid door verschillende Nederlandse media besproken. Zie bijvoorbeeld hier, op de website van het COC, of dit artikel uit Vrij Nederland Wilders diepe denker uit België (door Robert van de Griend,  22 september, 2010). Ook is Belien een voorstander van wapenbezit door particuliere burgers (hij heeft nauwe conatcten met de Amerikaanse National Riffle Association, de NRA) en dat zou vooral noodzakelijk zijn als bescherming tegen ‘de horden migranten uit Noord Afrika’. Zijn beruchte artikel ‘Geef ons Wapens’ uit 2006 werd van The Brussels Journal verwijderd , nadat er aangifte was gedaan en er een strafrechtelijk onderzoek werd ingesteld naar eventueel racisme en oproepen tot geweld. Het leverde Belien in ieder geval een bijnaam op. ‘Pistolen Paultje’, zo staat hij tegenwoordig in België bekend.

Beliens echtgenote Alexandra Colen (hier wikipedia, hier bio van The Brussel Journal) was lange tijd parlementariër voor het extreemrechtse Vlaams Belang van Filip Dewinter.  Uit een klein zoektochtje op internet blijkt dat zij vooral een ultra-conservatief geluid laat horen en zeer tegen homoseksualiteit is gekant.  In haar Jihad tegen homoseksuelen wordt geen gelegenheid onbenut gelaten. Zo vindt zij dat de kindermisbruikschandalen in de Katholieke Kerk voortkomen uit ‘dezelfde mentaliteit’ als  ‘de gayrpides’, want….’dat komt voort uit de alles kan alles mag cultuur’, zie hier. Opmerkelijk…. Het lijkt me dat iedereen die ook maar een beetje kan nadenken en over minimale  analytische vermogens beschikt, toch tot de tegenovergestelde conclusie moet komen. De kindermisbruikschandalen komen juist voort uit de ‘niks kan, niks mag’ cultuur van de RK Kerk. Oftewel, vooral door het celibaat.  Maar dit is dus Alexandra Colen, met wie Jos Verhulst The Brussels Journal bestiert.

Na de aanslagen van Anders Breivik kwam The Brussels Journal in ernstige opspraak en was even het middelpunt van de belangstelling van de internationale pers. Een Noorse blogger, die onder de naam ‘Fjordman’ actief op diverse extreemrechste sites, waarvan Gates of Vienna en The Brussels Journal de bekensten waren, bleek de belangrijkste leverancier te zijn van teksten voor het manifest van Anders Breivik, 2083, A European Declaration of Independence. Breivik had vaak, zonder bronvermeldingen, hele lappen tekst van Fjordman in zijn pamflet opgenomen. Er werd zelfs even gedacht dat Fjordman en Breivik een en dezelfde persoon waren, totdat Fjordman zich bekend maakte- hij bleek hij Peder Are Nøstvold Jensen te heten- en zich distantieerde van Breiviks daden.  Het gedachtegoed van Fjordman is echter extreem nationalistisch, eurocentrisch en regelmatig heeft hij opgeroepen tot etnische zuivering en het met geweld verwijderen van Moslims uit Europa. Zie voor meer over Fjordman, dit artikel van arabist en Trouw journalist Eildert Mulder, uit zijn serie ‘Anders Breivik is niet alleen’. Lees ook De Lone Wolf komt uit een roedel, door Yuri Albrecht, Vrij Nederland, 27-7-2011.

Buiten antroposofische kring begeeft Jos Verhulst zich dus vooral in dit soort circuits. Ik heb niet het idee dat de antroposofen, die zo van zijn ‘eruditie’ onder de indruk zijn, zich hiervan bewust zijn. Ik denk ook niet dat Stephan Geuljans dat is. Wat volgens mij onbestaanbaar is, zo niet onmogelijk, dat Geuljans en andere Nederlandse antroposofen niet op de hoogte zouden zijn van een andere core-activiteit van Jos Verhulst: het aanprijzen van Holocaustontkenners. Daarvoor gebruikt hij namelijk regelmatig diverse antroposofische media.

home page Brug

Snapshot van de hompepage van de Brug. Het ontkennen van de Holocaust uit naam van de antroposofie doet het kennelijk goed en wordt graag gesteund en gesponsord door verschillende antroposofische instellingen en bedrijven, zoals Demeter (een label voor biologisch dynamische levensmiddelen) en Antroposofie en het Kind

Zijn belangrijkste podium is de nauw aan het Belgische antroposofische tijdschrift De Brug verbonden website Vrijgeestesleven.be (beiden zijn al vaak op dit blog ter sprake gekomen). In de Brug gaat het vooral over een ding: de nakende komst van Ahriman! De onderstaande tekst van Francois de Wit geeft de hysterie en de paranoia van dit digitale rioolblaadje vrij effectief weer:

 Dit zijn de eerste stappen in de richting van Ahrimans ideaal : het organiseren van de mensheid in één grote werkmierenstaat die alleen maar leeft om zijn fysiek bestaan zo comfortabel mogelijk in te richten en zo lang mogelijk te rekken. De aanzet tot deze ontwikkeling werd in het Westen het duidelijkst werkzaam sinds de Middeleeuwen, met het ontstaan van de steden, het einde van het feodalisme.
De landheer of ridder deelde met de agrarische gemeenschap die hij beschermde en door wiens arbeid hij leefde, nog grotendeels dezelfde waarden : gehechtheid aan de bodem, bloedsbanden hoog achten, eergevoel, afkeer van het intellectuele en van handel drijven. Sindsdien is het omgekeerde van deze waarden modern geworden, en dat zal nog toenemen.
Gemeenschappen worden systematisch afgebroken en ontwricht door een ongelimiteerde immigratie in de tot hiertoe cultuurdragende naties. Economieën en valuta worden ontwricht door speculanten , eigenaars en beheerders van immense kapitalen. Psychologen en sociologen helpen regeringen en bedrijven om het denken en voelen en willen van burgers en consumenten te sturen.

De volgende eeuwen zal deze ontwikkeling zich waarschijnlijk doorzetten totdat op het hoogtepunt van de totale chaos, Ahriman zelf incarneert en zich opwerpt als de grote redder der mensheid.
Tegen dan zouden voldoende mensen bewust de Christus-impuls moeten hebben opgenomen om de confrontatie aan te gaan. Daarom is de antroposofie in de wereld gekomen.
Dat klinkt misschien aanmatigend maar het is alleen de antroposofie die de ideeën kan aanreiken over hoe de maatschappij een vorm kan krijgen die aangepast is aan het ontwikkelingsniveau van de huidige mensheid. Want “het opnemen van de Christus-impuls” betekent niet dat men in iedere zin het woord Jezus of Christus in de mond neemt. Het betekent dat men zich bewust wordt van de asociale en antisociale krachten die nu van nature werken in de mens, en dat men vanuit dit inzicht aan de maatschappij probeert een vorm te geven die het uitleven van die krachten onmogelijk maakt.”

Ahriman in de Brug

 De ‘Inhoudstafel’ van de Brug. Klik op afbeelding om naar de site te gaan

Ach ja, die goeie ouwe tijd, toen er nog ridders waren met eergevoel! Wie in de ogen van deze Francois de Wit echt ridders met eergevoel zijn en nog rein van de voorafschaduw van het monster Ahriman, zijn… (leest u even met mij mee, bron):

“Het Luciferisch menstype wordt de laatste 2000 jaar langzamerhand verdrongen door het ahrimanische type. We lezen bij Caesar met welk een bezieling de Nerviërs tot de laatste man vochten tegen de Romeinen. Qua individuele moed stonden ze hoger dan de gemiddelde Romein, maar de Romeinen vochten met meer techniek, in bepaalde tactische opstellingen, dus meer met het koude berekende verstand. En ze wonnen.

Nog in de laatste wereldoorlog valt het op hoe ridderlijk de Duitsers streden, vergeleken met de Amerikanen ( Dat de propaganda erin geslaagd is dit beeld om te keren illustreert nog maar eens de geweldige mogelijkheden van de occulte groeperingen).”

Ridderlijk? Ook de SS? Dit is zo’n beetje de Brug. Dat van die ‘occulte groeperingen’ is ook heel typisch voor de Brug; Ahriman opereert altijd via ‘loges’, ‘de illuminati’ en zelfs UFO’s. Maar verder als men daar zo over de Nazi-legers schrijft, hoe schrijft men dan over ‘Joden’? Ongeveer zo (uit het artikel Het Ahrimanisch menstype’, wederom door Francois de Wit):

“In deze milieus moeten we de occulte broederschappen gaan zoeken. Dat daar misschien overwegend Joden bij zijn is in deze tijd niet meer relevant. Als dat voor hun doeleinden uitkomt, verloochenen ze evengoed hun rasgenoten (Er bestaan verschillende interessante studies over welke kringen Hitler financierden). Zoals men uit bovenstaand artikel kan afleiden zijn zelfs de eigen familieleden niet veilig wanneer ze zich niet willen openstellen voor de ahrimanische inspiraties”.

Het is al vaker op dit blog aangehaald, ‘Joden die hun rasgenoten verloochenen’. Antisemitisme, hoe kom je erbij?

Inhoudstafel Brug David Irving

Inhoudstafel de Brug met link (achter de W van ‘Wereldoorlog II’) naar de site van de vroegere historicus, nu Holocaustontkenner en Neonazi-activist David Irving (klik op bovenstaande afbeelding om naar de site te gaan)

Maar niet alleen stellen ‘Joden’ zich open voor ‘Ahrimanische Inspiraties’, het is zelfs zo dat Ahriman ons Europeanen iets zou hebben opgedrongen: ‘het fenomeen Holocaust’. En dan niet dat de kwade kracht Ahriman deze genocide zou hebben aangestuurd, nee, ons heeft aangepraat dat er zo’n genocide heeft plaatsgevonden. Zie het volgende vrij stukje tekst, op dit blog al vaker aangehaald, maar helaas noodzakelijk om het nog een keer te doen (bron):

 

“- het fenomeen “holocaust”.
In de Westerse wereld staat het iedereen vrij om over een bepaald geschiedkundig feit te denken hoe hij wil. Komt iemand op het idee dat Napoleon nooit een veldtocht naar Rusland heeft ondernomen, en hij schrijft een boek met argumenten om die stelling te onderbouwen, dan kan hij dat doen. Maar er is 1 onderwerp dat niet meer mag onderzocht worden, en dat is de “holocaust”, het dogma van de systematische uitmoording van 6 miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het is in de meeste Westerse landen bij wet verboden om aan dit “feit” te twijfelen.
Waarom alleen aan dit ‘feit’ ? Stalin en Mao zijn verantwoordelijk voor de dood van miljoenen mensen, maar niemand schijnt zich daar nog aan te storen. Waarom dan dit systematisch oprakelen en in beeld brengen van alleen de Duitse oorlogsdaden ?
Het kan niet anders of de Angelsaksische occulte loges weten dat voor hen een gevaar alleen uit Midden-Europa kan komen, en om bij voorbaat iedere werking van een spirituele impuls uit te sluiten werd en wordt Duitsland als de oorsprong van alle kwaad afgeschilderd.

Waar het Mysterie van Golgotha als centraal geestelijk gegeven in de ontwikkeling van de mensheid voor alle mensen een lichtend baken zou kunnen zijn dat iedereen verenigt in een gezamenlijk zoeken naar de juiste weg om de Christusimpuls in de wereld te realiseren, krijgen we nu een centraal on-geestelijk afstotingspunt, het zwarte gat in de mensheidsgeschiedenis waar iedereen in een grote boog moet omheen lopen en dat de mensheid verenigt in een gezamenlijke haat tegen …. de geestelijke impuls uit Midden-Europa ! Want het is niet toevallig dat met de holocaust een voortdurende haat tegen het Duitse volk in leven wordt gehouden, tegen Duitsland als een gebied waarvoor de mensheid moet oppassen en waakzaam blijven. Zelfs vóór de oorlog begon die haatpropaganda al.
Vroeger werden in de bioscopen altijd nieuwsfilmpjes getoond vóór de eigenlijke film begon. In 1981 overleed Jack Glenn, de man die deze filmpjes maakte in de Verenigde Staten. Af en toe liet deze man wereldgebeurtenissen door acteurs naspelen in een toneeldecor. Eén ervan was het filmpje “Inside Nazi Germany”, gedraaid in 1938. Het bevatte een scène van een concentratiekamp, voor een stuk gefilmd op Staten-Island met New-Yorkse acteurs. Een groot deel van de film was opgenomen in het Derde Rijk door een free-lance cameraman, maar Louis Rochement, de producer, had het gevoel dat die film gecensureerd was door de Duitse autoriteiten en beval Glenn om de Nazi-brutaliteiten zelf in scène te zetten. Miljoenen Amerikanen die deze nieuwsfilmpjes in hun plaatselijke bioscoop bekeken waren overtuigd dat ze de realiteit zagen. Hoeveel dergelijke realiteiten die we tegenwoordig voorgeschoteld krijgen zouden niet het werk zijn van filmkunstenaars ?
Feit is dat de Geallieerden na de oorlog Hollywood-producers huurden om propagandafilms te maken in plaats van het filmmateriaal van het leger te gebruiken.

David Irving geeft daarop volgende commentaar :

“Enkele jaren geleden kwam er op BBC2 geloof ik, een programma over de ‘documentaires’ van deze Glenn. Daarin werd onder meer onthuld dat de scènes van SA-bruinhemden die hun vijanden molesteerden in de straten van Berlijn en die de Joden in Wenen het voetpad deden opkuisen, gefilmd waren in de decors van Hollywood. Ook de Japanse soldaten die baby’s op hun bajonetten staken en andere wreedheden waren haatpropagandascènes uit Hollywood. Ik zeg niet dat die feiten zich niet werkelijk voorgedaan hebben. Maar moderne televisiemakers gebruiken nu die opnamen om hun eigen reportages mee te vullen, net zoals ze materiaal van de vroegere Sovjet-GPOE gebruiken als authentiek. Jarenlang hebben ze het publiek bedrogen en hun steentje bijgedragen opdat het wiel van de haat blijft draaien.”

Op de website van David Irving kan men overigens ook lezen hoe een filmploeg van het Amerikaanse leger de “ontdekking”van een zak met de gouden tanden van concentratiekampslachtoffers in de (lege) kluizen van de Reichsbank regisseerde. Een ander knap propagandastaaltje.

Waarom draaide Spielberg zijn film “Schindlers List” in zwart-wit ? Kort na het uitkomen van de film verklaarde de eerste cameraman in een Duits vaktijdschrift dat men opzettelijk een documentaire-indruk wou creëren opdat latere (nóg minder kritische – fdw) generaties gemakkelijker overtuigd zouden worden van het realiteitsgehalte.
De film is nochtans gebaseerd op een roman, het product van de fantasie van een schrijver dus, van Thomas Kenneally. Maar daar is ook iets raar mee gebeurd. Vooraan in de eerste editie van het boek, vóór de film gemaakt werd, leest men vijf keer het woord ‘fictie’. In de tweede editie nog drie keer, in de derde editie is er geen sprake meer van fictie, het boek verschijnt in de weekendbijlage van sommige kranten zelfs in de lijst “non-fictie” !

Waarom worden zgn. negationisten als Norman Finkelstein, David Irving, Robert Faurisson, Ernst Zündel zo hardnekkig vervolgd als de ketters destijds door de Inquisitie ? Om dezelfde reden als toen : ze hebben zichzelf buiten de gemeenschap der gelovigen geplaatst, de gelovigen die het dogma aanhangen : Duitsland is de bron van alle kwaad.

In Canada zit Ernst Zündel al 22 maanden (december 2004) in eenzame opsluiting wegens zijn overtuiging, hij heeft nog nooit een vlieg kwaad gedaan, maar wel zijn mening geuit. De rechtszaken tegen hem lijken zo uit boeken van Kafka te komen: de voormalige chef van de geheime dienst die hem jarenlang geschaduwd heeft is nu zijn rechter. Iedere vraag van de verdediging wordt verworpen omdat ze de nationale veiligheid in gevaar zou brengen.

De antichrist, die zo handig de zaken in hun tegendeel kan verkeren, probeert ook de Heilige Geest te vervangen door een zeer aards, zeer leeg gegeven, dat de naam holocaust heeft gekregen, weerom niet toevallig in het Engels klinkend als Holy Ghost.

. Zolang de werking van de antroposofie beperkt blijft tot de Waldorf/Steinerscholen, laat men haar betijen, maar vanaf het ogenblik dat een reële maatschappelijke vernieuwing vanuit de antroposofie, de sociale driegeleding, zou doorbreken, dan zou die onmiddellijk en systematisch geassocieerd worden met het socialistisch experiment van de Nazi’s. De publieke opinie is nu reeds voldoende geïndoctrineerd om onmiddellijk af te wijzen wat maar enigszins met Nazi-Duitsland verband houdt.”

Ik weet niet hoe het met de meeste antroposofen staat, maar ik kan hier in alle oprechtheid alleen maar misselijk van worden. Je ziet trouwens ook hoe hier Norman Finkelstein wordt misbruikt, door hem in een rijtje te plaatsen met hardcore Nazi-activisten (want dat zijn Faurrisson, Irving en Zündel). Op de kwestie Finkelstein kom ik zo nog terug, bij de bespreking van een bijdrage van Jos Verhulst aan een speciale uitgave van Driegonaal. Is trouwens het Nederlandse tijdschrift voor Sociale Driegeleding. En ja, de publieke opinie is geïndoctrineerd om alles onmiddelijk af te wijzen wat maar enigszins met Naiz-Duitsland verband houd, aldus de bovenstaande tekst van Francois de Wit. Zelf wilde ik niet zo ver gaan (ik vind dat trouwens ook niet), maar moet ik begrijpen dat de Sociale Driegeleding wel enigszins verband houdt metNazi Duitsland? Opmerkelijk. Toegegeven, ook Driegonaal doet soms weleens een klein beetje zijn best, om zich in die hoek te placeren. Alsof ze erom smeken, net als de Brug. Maar dat komt hierna aan de orde.

Ik denk dat het ook eens tijd wordt dat de antroposofische vereniging (die van Nederland en België, maar ook internationaal) afstand moeten nemen van teksten als hierboven en de Brug definitief uit hun gelederen stoten. Met de Russische antroposoof Gennady Bondarew kon dat ook, dus dan zou dit zeker tot de mogelijkheden moeten behoren. Wanneer horen we daar iets meer over? Want dit is al een paar jaar geleden aan de orde gesteld. We wachten met spanning af. Ik meen te weten dat er binnen de Nederlandse antroposofische gemeenschap best een paar mensen te vinden zijn die dat ook willen, dus wie weet. Je kan het volgens mij met een briefje aan Dornach en met  persberichtje regelen. Ik weet niet precies wat voor dit soort zaken de officiële procedures zijn, maar waar een wil is, is een weg. Tenzij er geen wil is en gans de Nederlandstalige antroposofische gemeenschap, van zowel Nederland als Vlaanderen, staan te juichen bij dit soort antisemitisme en dit gedweep met Holocaustontkenners en Neonazi’s. Dat kan natuurlijk ook, maar zo erg schat ik het zelfs niet in.

Alleen, dat is weer een beetje vervelend, ook de door vele Nederlandse antroposofen (waaronder Stephan Geuljans, zoals blijkt uit zijn artikel) zo bewonderde Jos Verhulst, die bij het Louis Bolk Instituut in Driebergen zo mooi Steiners ideeën over evolutie opnieuw weet te rationaliseren en te verkopen (zie dit artikel uit Motief, het officiële orgaan van de Nederlandse antroposofische Vereniging), zit hier tot over zijn oren in. Werp zeker een blik op de site http://vrijgeestesleven.be .  Daar is een heleboel van zijn hand te vinden, waar hij de zaak van diverse Holocaustontkenners bepleit. Ik verwijs hier vooral naar mijn vierde antroposofie artikel (Engelstalig, dat ook op de Duitse site Egoisten werd gepubliceerd), of naar de blog van Michel Gastkemper, die hier, als een van de weinigen, wel zijn vingers aan durfde te branden en stelling nam.

In dit stuk wil ik me verder focussen op de bijdragen van Jos Verhulst aan een eens eerbiedwaardig Nederlands antroposofisch tijdschrift, maar dat nu wel erg is afgegleden. Het gaat hier om Driegonaal, het voor vele Nederlandse antroposofen bekende tijdschrift voor Sociale Driegeleding.

 

vrijgeesteslevenbe

De website http://vrijgeestesleven.be  (klik op afbeelding om naar de site te gaan. ) Op deze site valt heel gruwelijks te ontdekken. Wie op ‘negationisten’ klikt wordt doorgelinked naar een Neonazisite www.vho.org , die zichzelf omschrijft als ‘The World’s largest website for Historical Revisionism! The Holocaust controversy- a case for open debate’. Op deze site bevinden zich vooral honderden illegale downloads van Neonazi en Holocaustontkenners lectuur. Het kopje ‘antroposofie’ leidt naar de homepage van de Brug. Veel bijdragen van Jos Verhulst zijn te vinden onder ‘Directe Democratie’

20-2-2013 Tot zover (voorlopig althans).  Het is mij niet gelukt om dit verhaal te voltooien voor de uitzending van de Hokjesman op donderdag 21-2-2013. Ik verwacht komend weekend of begin volgende week met de rest te komen (dat zal vooral gaan over Driegonaal, het gedachtegoed van de Russische antroposoof Gennady Bondarev en hoe hij in Driegonaal wordt besproken en helemaal tenslotte het antwoord van Stephan Geuljans aan Ramon de Jonghe over de ‘indianentekeningen’ uit GA 100). Wordt vervolgd dus

Hier alvast de promo van de uitzending van de Hokjesman van komende donderdag:

Tagged with: , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Neo-Nazi elements sold as Anthroposophy

anthroposophy part IV, see also (in Dutch) anthroposophy I, II, III, V, VI and VII

A Bridge too far?

Neo-Nazi elements sold as Anthroposophy

 

By Floris Schreve

also published on Egoisten, the website of Michael Eggert (Germany), see http://www.egoisten.de/files/schreve.html

pdf

‘The members of the board hereby declare on behalf of the Rudolf Steiner Nachlassverwaltung that they emphatically reject the use of Rudolf Steiner’s remarks in any way which calls for hate against groups of people or is directed in a hostile and discriminatory way against groups of people on the basis of race, nation, gender, religion, etc. They would see that not just as a violation of basic principles of human dignity but also as an abuse of the intentions of Rudolf Steiner’

The Board of the Rudolf Steiner Nachlassverwaltung, Dornach, October 2007

From ‘The Frankfurther Memorandum’[1]

Almost two years ago (autumn 2007, ironically almost at the same time the Board of the Nachlassverwaltung published this declaration) I searched the internet on the (Dutch) terms ‘antroposofie’ and ‘racisme’, trying to find an article I read years before (Jan Willem de Groot, Kosmisch racisme; over racistische elementen in de antroposofie on the website of Simpos[2] ). I found this article but also something else. The article Zogezegd racisme (‘So called racism’) of Thomas Voss, as it appeared in the google search engine, was part of a series of hundreds of articles on a Belgian website.[3] This website and magazine, De Brug (means ‘The Bridge’) called itself ‘anthroposophical’. Partly it appeared to me as anthroposophical as a lot of articles were dealing with Rudolf Steiner and with an affluent use of terms as ‘Atlantis’, ‘Lemuria’, ‘reincarnation’, ‘Archangels’, ‘Lucifer’, ‘Michael’ and above all ‘Ahriman’. But this was totally different stuff than I used to know as ‘anthroposophy’, as from my own memories of my primary school, the moderate and civilized Dutch anthroposophical magazine Jonas which I knew from my parental house and the basically non racist, quiet progressive and well educated, friendly and civilised people I knew with a strong sympathy for anthroposophy. Even after I read about the possibility of racist thought in Steiner’s work appeared in the newspapers and after the discussion began, and I started to believe there is some racism, this website was something I had never expected.
Long time ago, at my own Waldorf school (I did just my primary school at a Waldorf school) my teacher told me for the first time something about the second World War and about what happened with the Jews. Here I could read, in the name of the same anthroposophy, that this was a lie and that a few brave people, like the revisionists David Irving, Ernst Zündel and Robert Faurisson, had the guts to discuss this lie, known as the Holocaust.[4] They published also an interview with another Holocaust revisionist, Johannes Lerle.[5] And I could read on this site that ‘the Jews betray there fellow race members, when this is convenient to them’[6] (although it is a translation, the sentence has the same strange appearance in Dutch). And the lie of the Holocaust was a creation of Ahriman, together with some Anglo-Saxon Loges, Illuminati, capitalists and Zionists, to destroy the spiritual impulse of Central Europe.[7]
This was not the only thing which appeared to me as totally insane. A few examples. Ahriman had provoked the opium war, by kidnapping souls which were meant to incarnate in European bodies. But he putted them into Chinese bodies.[8] Homosexuals are displaced souls, born in a non fitting body as if they were ‘transsexuals’. But the reason why there are more homosexuals today (? Maybe homosexuality is more visible, since the acceptance and tolerance increased) is because of the increase of abortions. For that reason there are more displaced souls, who never got the chance to fulfil their Karma in the live which was meant for them, which was cut off.[9]
For me as a homosexual a bit hilarious (but to be honest also quiet insane and sick), but not for everyone. After this magazine published another tirade against homosexuals (we will discuss this article later), a reader (apparently homosexual) wrote an emotional letter that, although he was positively interested in anthroposophy and just started to read more about this philosophy, he felt deeply offended. De Brug published his emotional letter on the internet (lucky for him they didn’t show his name) with a reply (entitled The pain of being different) filled with speculations about his psychological condition and explained his ‘anger’ by his so called displaced state of being, because he is a homosexual (but subconsciously he realised himself that there was something wrong with him). For me the most appalling was this man described he and his partner were in their sixties and lived through long history of the strugle for acceptance. After their retirement, his partner became highly interested in anthroposophy (followed courses with Ron Dunselman). So also for me not very pleasant to read how this man was rejected offensively  by these anthroposophical radicals with all the almost abusive speculations about his personality. [10]
I don’t think it would be wise to speculate about the mental health of the authors of this magazine, but their articles are quiet often a little bit paranoid (just a little bit). What about a texts like these? A small collage: ‘Non-anthroposophists always see conspiracies of Freemasons, illuminati and Zionists (they always do, FS), while the real anthroposphist know these conspiracies are real, but that all these ‘occult fellowships’, including UFOs (apparently they are also organised by a secret occult fellowship, FS), are directed by Ahriman’. In the same article they admit that it is not easy to say something about UFOs, because ‘unfortunately Rudolf Steiner never spoke about this phenomenon, so we have to think by ourselves, which is (to be honest) not common use for us as anthroposophists’.[11] These real anthroposophists (not the weak hearted anthroposophists in the Netherlands, who installed the van Baarda commission to examine the possibility of racism in the work of Steiner[12] ) are comparable ‘with the Christians in the catacombs during the rule of the Roman emperor Nero. But finally his empire collapsed!’ So there is hope! (‘this could give us a bit of courage’, in their own words).[13]
Above all, anthroposophists are seen as victims. Victims of the materialistic science (Ahriman!), of the political correct elite, who tries to censor everyone with a non political correct opinion (also Ahriman! although I have not the impression that anyone tries to censor this strange magazine, because ‘the weak hearted mainstream’, in their view, has no problem to be associated with these ideas, at least till now). They seem almost to beg desperately: ‘Please, help us, we want to be like David Irving. Hated, discredited and persecuted. Help us to confirm our self declared victimization’.
Belgium, their own country, is not a real nation but a ‘black magic construction’! Founded by ‘the occult loges’ and inspired by Ahriman[14]. I know there is a large movement of extreme right Flemish nationalists, sometimes organized in mostly racist political parties, but this was quiet weird. Also the European Union is an ‘Ahrimanic construction’ and Ahriman and his fellows (probably ‘the occult loges’) are building a ‘World Termite State’ (‘Wereld Termietenstaat’, as they call it). Ahriman was even the genius behind 9/11! (because his face was seen in the smoke and dust of the collapsing twin towers, as they try to prove with a picture they compare with a sculpture of Rudolf Steiner of the head of Ahriman [15] ). And above all: ‘Ahriman does not want us to become wise!’ (‘The wiser we become, the more wisdom of former incarnations we will gather, but if we neglect this wisdom, than someone comes to steal it and who knows to use it: Ahriman!’).[16]
This website was linked to a larger website www.vrijgeestesleven.be (‘Freies Geistesleben’, in the Netherlands ‘Vrij Geestesleven’ is the oldest anthroposophical publishing house. But this was something different than the decent publisher of the Dutch translations of the work of Rudolf Steiner). Who enters this website will be welcomed with the following text: ‘Vrij Geestesleven’, for all the victims of local, federal (Belgium is a federal state) and European Soviet Governments: Revisionists, smokers, refusers of vaccinations. (only the last group seemed to me more or less related to anthroposophical ideas, FS) More categories will follow!’ (so there are more victims of the Belgian and European Soviet regime? FS) . The link behind the ‘revisionists’ leads to the website www.vho.org announced as ‘The World’s largest website for Historical Revisionism! The Holocaust Controversy – A Case for open Debate’. And probably it is the largest ‘revisionist’ site, with a lot of illegal downloads of the works of David Irving, Ernst Zündel cs. Also Norman Finkelstein’s The Holocaust Industry, which I believe it is abused by these Nazi types, is illegally published in different languages on this site (Finkelstein, an American scholar with an Eastern European Jewish background, has the opinion that the remembrance of the Holocaust is being misused to support Israel by all means, also against the Palestinians and to maintain the illegal occupation of the Palestinian territories. Not everyone agrees with his ideas, but this book definitively doesn’t belong on a neo Nazi site). However, on this site the book of Finkelstein is available in different languages, also in Dutch (they used the text as it was published by Mets & Schilt, probably illegal).
I had no idea what this had to do with anthroposophy. Reading these articles I sometimes thought this website is a sick but brilliant joke (of monstrous proportions, both in ‘quality’ as ‘quantity’). But finally it appeared not to be. But what is it? Anthroposophy or neo-Nazism? (if iis possible to combine these two things) Or total madness? And why was I almost the only one who saw this? Even now, when I putted a lot of attention on this ‘thing’ (earlier I called it ‘an orgy of insanity’ and I still agree with that), there were just a few anthroposophists who openly dared to criticize the insights as exposed on this website. In the first place I have to mention Ramon de Jonghe, who owns the website (Steinerscholen) where most of the discussions took place. Originally trained as a Waldorf school teacher, he runs this critical website and wrote recently a sharp analysis on everything what going on in the world of the ‘Steinerscholen’, as Waldorfschools are called in Belgium (in the Netherlands they are known as ‘Vrije Scholen’)[17]. Also Michel Gastkemper did, editor of the new Rudolf Steiner translations in the Netherlands, on his own weblog and on the site of Ramon de Jonghe. But till now they are the only ones from ‘anthroposophical inside’ (if Ramon de Jonghe considers himself, or is considered as such).[18]
When I discovered this website two years ago my curiosity had been triggered. I was intrigued by this phenomenon and started to find out and to read everything about this subject I could get. A lot of Rudolf Steiner, works of other anthroposophists, different kind of critics, both from the Netherlands and abroad and all those articles of this strange website, recommended as an anthroposophical magazine on every mainstream anthroposophical webportal of both the Netherlands and Belgium, together with decent journals as Flensburger Hefte, Info3 and Der Europäer[19]. De Brug is even sponsored by Demeter, or at least a banner of Demeter is shown on the homepage[20]. I have no idea if someone at Demeter realises what they support, just as some other anthroposophical companies and institutions who recommend or are linked with De Brug (recently one banner of a Dutch anthroposophical organisation disappeared).
I wanted to find out how it is possible that this medium is generally accepted by the mainstream, without any critical comment or whatsoever. And above all, how (or even ‘if’) these radical ideas fit in the tradition of Rudolf Steiner and the anthroposophy. This was the beginning of a lot of reading resulting in a series of articles on my blog and finally of a lot of long lasting debates with all different kind of anthroposophists and critics.[21] In this article I will discuss some insights of mine since that time, first some of the ideas of Steiner himself and than focus on this strange magazine/website I discovered two years ago.

There is a kind of racial doctrine

As an ex pupil of a primary Waldorfschool in the Netherlands (I didn’t go to high school at a Waldorfschool) and grown up in a family with a strong sympathy for anthroposophy, I followed the discussion about racist elements in the anthroposophy and thought of Rudolf Steiner in the Dutch newspapers during the nineties. In the beginning I wasn’t convinced that the things were that bad as some critics pointed out [22](at that time mainly Toos Jeurissen, author of Uit de Vrije school geklapt; racisme en antrpoposofie, een stellingname and several articles). Gradually my opinion changed when I finally started to read the original German text of Die Mission einzelner Volksseelen (GA 121, 1910). After studying this and several other texts of Rudolf Steiner, as Vom Leben des Menschen und der Erde (GA 349, 1923), Menschheits-entwickelung und Christus Erkenntnis; Theosophie und Rosenkreuzertum; Das Johannes Evangelium (GA 100, 1908), Aus der Akasha Chronik ( GA 11, 1907) and some other works, I gradually became to believe that there is a structural problem of racism in the anthroposophy, even when you regard this in the context and the time of Rudolf Steiner himself. Although the Report of the so-called van Baarda-Commission (the commission installed by the Dutch Anthroposophical Society, which had the assignment to examine the possibility of racism in the entire work of Rudolf Steiner) concluded that there is no racist doctrine in the work of Steiner (just sixteen passages which would be severe discriminative under the current Dutch law) in my view they missed the real point.
I will mention three ‘cases’. First Steiner’s notorious remark in Die Mission einzelner Volksseelen (GA 121:4): ‘Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten’. The commission qualified this statement in the so called third category ‘passages without discrimination of any kind’. They ‘defended’ this quote with the argument that genocide was not the only reason for the decimation of the population of the native Americans. There were also imported diseases from Europe the commission report states, referring to a recent study of Jarred Diamond, Guns, Germs and Steel; The fates of Human Societies, New York/London, 1999.[23] In my view a quiet opportunistic argument to justify Steiner’s concept of the native Americans as a decadent and dying race, representing ‘der Abenddämerung der Menschheit’ . Above all this argument is completely ignorant to the fact that this representation of the native Americans is a part of a larger concept in which each race has it ‘s own place, see also fig. 2. Steiner (in GA 121:4): ‘Diese Linie besteht auch für unsere Zeit (see figure 2). Der afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf. Das ist einfach eine Gesetzmäßigkeit. Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteiligung. Hier ist die Wahrheit zwar manchmal verschleiert, aber Sie sehen, man kommt mit Hilfe der Geheimwissenschaft doch auf merkwürdige Erkenntnisse (…) Wenn wir dann diese Linie weiterziehen, so kommen wir weiter nach Westen nach den amerikanischen Gebieten hinüber, in jene Gebiete, wo diejenigen Kräfte wirksam sind, die jenseits des mittleren Lebensdrittels liegen. Und da kommen wir — ich bitte das nicht mißzuverstehen, was eben gesagt wird; es bezieht sich nur auf den Menschen, insofern er von den physisch-organisatorischen Kräften abhängig ist, von den Kräften, die nicht sein Wesen als Menschen ausmachen, sondern in denen er lebt -, da kommen wir zu den Kräften, die sehr viel zu tun haben mit dem Absterben des Menschen, mit demjenigen im Menschen, was dem letzten Lebensdrittel angehört. Diese gesetzmäßig verlaufende Linie gibt es durchaus; sie ist eine Wahrheit, eine reale Kurve, und drückt die Gesetzmäßigkeit im Wirken unserer Erde auf den Menschen aus. Diesen Gang nehmen die Kräfte, die auf den Menschen rassebestimmend wirken. Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten. Von der Eigentümlichkeit dieser Linie hängt das ab, was auf der Oberfläche unserer Erde mit den Rassen sich abspielt, was von den Kräften, die nicht unter dem Einfluß der normalen Geister der Form stehen, bewirkt wird. Wo Rassencharaktere in Betracht kommen, da wirken sie in dieser Weise. In unserer Zeit wird der Rassencharakter aber allmählich überwunden’.[25]
As we see, Steiner’s remarks are not an isolated description of historical events considering the native Americans, but they are part of a esoteric doctrine with an holistic worldview, in

 

365288102_6_yuxp[1]

Fig. 1: Hermann Poppelbaum, Zur Metamorphose der Menschengestalt, in ‘Gäa-Sophia, Jahrbuch der Naturwissenchaftlichen Section der Freien Hochschule für Geisteswissenschaft am Goetheanum Dornach’, Band 3, Volkerenkunde, Stuttgart, Den Haag, Londen, 1929.

which every race needs a fitting place. The African race represents the stage of childhood, the Asiatic the teenager, the European adult stage of humanity and the native Americans the latest fase of coming at age.
Another example of defending Steiner with all means is how the commission discussed a passage from Steiner from 1923 (Vom Leben des Menschen und der Erde; über das Wesen des Christentums, GA 349, Dritter Vortrag Farbe und Menschenrassen). This was a lecture given for the workers who built the Goetheanum. For this public Steiner used some more drastic metaphors, more plastic than he normally did, like in this descriptions of the ‘black race’. A few examples of his three pages exposure considering ‘der Neger’: ‘Nun nehmen Sie einen Baum an. Der steht zunächst auf der Oberflache der Erde, nimmt etwas Licht auf, aber viel Licht verschluckt er, viel Wärme verschluckt er. Nun, das geht solange, bis er unter der Erde geblieben ist, was wird er? Schwarze Kohle! Schwarz wird er wie ein Baum war, Lichtund Wärme in sich aufgenommen hat (…) Wenden wir das auf den Menschen selber im Weltenraum an. Sehen wir uns zunächst die Schwarzen in Afrika an. Diese Schwarzen in Afrika haben die Eigentümlichkeit, daß sie alles Licht und diese Wärme vom Weltenraum aufsaugen. Sie nehmen das auf (…) Dadurch, daß er das tut, wirken über den ganzen Menschen hin die Kräfte des Weltenalls. Überall nimmt er Licht und Wärme auf, überall. Das verarbeitet er in sich selber. Da muß etwas da sein, was ihm hilft bei diesem Verarbeiten. Nun, sehen Sie, das, was ihm da hilft beim verarbeiten, das ist namentlich sein Hinterhirn. Beim Neger ist daher das Hinterhirn besonderes ausgebildet. Das geht durch das Rückenmark. Und das kann alles das, was da im Menschen drinnen ist an Licht und Wärme, verarbeiten. Daher ist beim Neger namentlich alles das, was mit dem Körper und mit dem Stoffwechsel zusammenhängt, lebhaft ausgebildet. Es hat, wie man sagt, ein starkes Triebleben, Instinktleben. Der Neger hat also ein starkes Triebleben. Und weil er eigentlich das Sonnige, Licht und Wärme, da an der Körperoberfläche in seiner Haut hat, geht sein ganze Stoffwechsel so vor sich, wie wenn in seinem Innern von der Sonne selber gekocht würde. Daher kommt sein Triebleben. Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn. Manchmal wirft die Einrichtung des Menschen noch solche Nebenprodukte ab. Das kann man gerade beim Neger sehen. Der Neger hat nicht nur, durch dieses Kochen in seinem Organismus, sondern er hat auch noch ein furchtbar schlaues und aufmerksames Auge. Er guckt schlau und sehr aufmerksam (…) Der Schwarze ist ein Egoist, der nimmt alle Licht und Wärme auf’.[26]
These remarkable passages about ‘der Neger’ in relation to the racial determined symptom of ‘kochen’[27] (cit. 124 of the report) were explained and defended by the commission as following: ‘The formulations of Steiner arouse some alienation for the public in these days. But by physiological research we could examine if there is any empirical evidence for these statements, but that is not within the goals of this report’.[28] That is almost everything the commission has to say about these remarkable statements of Steiner. Although the Commission qualified five passages of this lecture as severe discriminative (five of the sixteen passages of the total oeuvre of Steiner the commission found discriminative), all the above cited assertions on ‘the black race’ were classified as ‘non discriminative but could be discriminative interpreted without the context of the anthroposophy as a whole’ (this category was used for a lot of these kind of statements by Rudolf Steiner).
Finally the commission tries to argue with several different passages of Steiner, that in his view the ‘differences between races’ were significant in the past, but have no meaning anymore for today.[29] Interesting is in this part of the report they also choose this quote of Steiner (from Die Mission einzelner Volksseelen) to argue that the differences between races lost their meaning in the past and that the racial differences are not important anymore: ‘Die Rassen sind entstanden und werden einmal vergehen, werden einmal nicht mehr da sein. Sie wiederholen sich nicht etwa immer in der gleichen Art, wie es bei Sinnett falsch im «Esoterischen Buddhismus» dargestellt wird. In der alten lemurischen Zeit müssen wir das Aufgehen der Rassenmerkmale, der Rasseneigentümlichkeiten suchen; wir müssen dann deren Sich-Fortpflanzen bis in unsere Zeit verfolgen, müssen uns dabei aber klar sein, daß, wenn unsere gegenwärtige fünfte Entwickelungsepoche von der sechsten und siebenten abgelöst wird, keine Rede mehr sein kann von einem Zustande, den wir als Rasse werden bezeichnen können. Wenn wir uns diese Entwickelung aber so vorstellen, als ob sie immer nur gleichmäßig so fortrollte, dann haben wir nur eine Art Mühlrad im Kopfe, sind aber weit entfernt von dem Verständnisse dessen, was in der Welt wirklich vor sich geht’.
Ironically, Helmut Zander mentions also this quote, but to argue the opposite (in my view more convincing). Zander: ‘Rassen seien ein Intermezzo der Menschheitsgeschichte. »Die Rassen sind entstanden und werden einmal vergehen, werden einmal nicht mehr da sein.« (GA 121,76 [1910]) Erneut artikulierte Steiner sein antimaterialistisches Leitmotiv, aber bei näherem Hinsehen bleibt dies ein gänzlich unpolitisches Argument. Die Rassenentstehung, die erst in der lemurischen Zeit begonnen habe, werde in der sechsten und siebten »Entwickelungsepoche« verschwinden (ebd.), das heißt: frühestens ungefähr im 9. Jahrtausend. Für eine politische Erledigung der Rassenfrage und für die Geltung von Steiners Rassentheorien ist dies eine lange, eine zu lange Zeit. Daß die Vielfalt von Völkern und Rassen ein Reichtum der Pluralität sein könnte, tritt im übrigen nicht in Steiners Blickfeld’.[30]
In my view is the most interesting aspect of this particular issue, when Steiner discusses the native Americans in the sixth lecture of Die Mission einzelner Volksseelen (GA 121: 6), he says: ‘Sehen Sie sich doch die Bilder der alten Indianer an, und Sie werden gleichsam mit Händen greifen können den geschilderten Vorgang, in dem Niedergang dieser Rasse. In einer solchen Rasse ist alles dasjenige gegenwärtig geworden, auf eine besondere Art gegenwärtig geworden, was in der Saturnentwickelung vorhanden war; dann aber hat es sich in sich selber zurückgezogen und hat den Menschen mit seinem harten Knochensystem allein gelassen, hat ihn zum Absterben gebracht. Man fühlt etwas von dieser wirklich okkulten Wirksamkeit, wenn man noch im neunzehnten Jahrhundert sieht, wie ein Vertreter dieser alten Indianer davon spricht, daß in ihm lebt, was vorher für die Menschen groß und gewaltig war, das aber die Weiterentwickelung unmöglich mitmachen konnte. Es existiert die Schilderung einer schönen Szene, bei welcher ein Führer der untergehenden Indianer einem europäischen Eindringling gegenübersteht’.[31]
‘Wenn man noch im neunzehnten Jahrhundert sieht’… And these pictures of ‘die alten Indianer’ were taken in the Lemurian era just as when these meetings took place with the ‘europäischen Eindringling’.[32] At least all his remarks about the Native Americans are about the situation in ‘Unsere Zeit’ (he cites even a Native American chief from the 1830’s!), not about the situation in Atlantis, Lemuria or before Christ, as suggested by some anthroposophists who tried to defend Steiner’s ideas about races, as Thomas Voss or Dieter Brüll.[33]

Fig. 2: Steiner’s model of the human races as explained in the fourth and the sixth lecture of

Die Mission einzelner Volksseelen

      (GA 121), presented on a anthroposophical website (

http://wiki.anthroposophie.net/Rassen

      , see original figure:

http://florisschreve.hyves.nl/fotos/450289093/0/ZLnH/?pageid=3MEJ8NFYBCIS0GG04

      )
      Fourth lecture (scheme of four human races, modelled to the different stages of age): Der afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf. Das ist einfach eine Gesetzmäßigkeit (..) Wenn wir dann diese Linie weiterziehen, so kommen wir weiter nach Westen nach den amerikanischen Gebieten hinüber, in jene Gebiete, wo diejenigen Kräfte wirksam sind, die jenseits des mittleren Lebensdrittels liegen. Und da kommen wir — ich bitte das nicht mißzuverstehen, was eben gesagt wird; es bezieht sich nur auf den Menschen, insofern er von den physisch-organisatorischen Kräften abhängig ist, von den Kräften, die nicht sein Wesen als Menschen ausmachen, sondern in denen er lebt -, da kommen wir zu den Kräften, die sehr viel zu tun haben mit dem Absterben des Menschen, mit demjenigen im Menschen, was dem letzten Lebensdrittel angehört. Diese gesetzmäßig verlaufende Linie gibt es durchaus; sie ist eine Wahrheit, eine reale Kurve, und drückt die Gesetzmäßigkeit im Wirken unserer Erde auf den Menschen aus. Diesen Gang nehmen die Kräfte, die auf den Menschen rassebestimmend wirken. Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten. Von der Eigentümlichkeit dieser Linie hängt das ab, was auf der Oberfläche unserer Erde mit den Rassen sich abspielt, was von den Kräften, die nicht unter dem Einfluß der normalen Geister der Form stehen, bewirkt wird. Wo Rassencharaktere in Betracht kommen, da wirken sie in dieser Weise. In unserer Zeit wird der Rassencharakter aber allmählich überwunden’ (p. 80-81, online version

http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121_04.htm

      )
      Sixth lecture (scheme of five races, modelled to the planets, see the astrological signs): ‘Wenn wir den Punkt, den wir vor einigen Tagen in unseren Darlegungen in Afrika gefunden haben, uns jetzt näher dadurch charakterisieren, daß, weil die normalen Geister der Form zusammenwirken mit denjenigen abnormen Geistern der Form, die im Merkur zentriert sind, die Rasse der Neger ensteht, bezeichnen wir okkult ganz richtig das, was in der schwarzen Rasse herauskommt, als die Merkur- Rasse. Jetzt verfolgen wir diese Linie weiter, die wir dazumal durch die Mittelpunkte der einzelnen Rassenausstrahlungen gezogen haben. Da kommen wir nach Asien und finden die Venus-Rasse oder die malayische Rasse. Wir kommen dann durch das breite Gebiet Asiens hindurch und finden der mongolischen Rasse, die Mars Rasse. Wir gehen dann herüber auf europäischen Gebiet und finden die europäischen Menschen, in ihrem Ur-Charakter die Jupiter Menschen. Gehen wir über das Meer hinüber nach Amerika, wo der Punkt, der Ort ist, an dem die Rassen oder Kulturen sterben, so finden wir die Rasse des Finsteren Saturn, die ursprüngliche indianische Rasse, die amerikanische Rasse. Die Indianische Rasse ist also die Saturn Rasse. Auf diese Weise Sie, wenn Sie sich okkult die Sache immer genauer vorstellen, die Kräfte, die diesen Weltenpunkten, diesen fünf Planeten, ihre äußere materielle Offenbarung erfahren haben. ( p. 113, online version

http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121_06.htm

    )
 

 

 

Races and evolution in Steiner’s worldview

In my view the report of the Dutch Anthroposophical Society did not succeed to prove there is no racial doctrine in the work of Rudolf Steiner. I showed just a few examples but there are many more of the same kind. I agree with Helmut Zander, who stated in an interview: ‘Rudolf Steiner ist auch in der Evolutionslehre ein Kind des 19. Jahrhunderts. Er hat geglaubt, dass sich die Menschen von einem sehr primitiven Zustand zu einem hoch entwickelten entwickeln. Und dann gibt es natürlich degenerierte Rassen und solche, die einfach diese Entwicklung nicht mitgemacht haben. Das halte ich für keinen Ausrutscher, sondern für einen zentralen Teil seiner Weltanschauung (..) Er schwimmt in diesem Typus des rassistischen Denkens mit, wie gesagt, nicht als einer der Hurra-Patrioten, aber eben auch nicht als jemand – und davon gibt es auch im 19. Jahrhundert viele -, die gesagt haben, das ist wissenschaftlicher Humbug, Rassen gibt es eigentlich nicht’.[34]
There are some accusations against Steiner I do not agree with. That his teachings about races are closely related or even the same as the racial theories of the Nazis. There may be a historical connection with Guido von List and Jörg Lanz von Liebenfels and the so-called ‘Ariosophie’ (Liebenfels was, just as Steiner, highly influenced by the thought of Helena Blavatsky and the Theosophy). But these connections are indirect, at least for so far I know.
There may be a few similarities. In Die Mission einzelner Volksseelen Steiner mentions sometimes the term ‘arische Kaukasische Rasse’ (sixth lecture), and in his description of the history of the following ‘Nach-Atlantische Kulturepochen’ (at the end of the fourth lecture) he follows the same scheme which was often used by several descriptions of the Mythical roots of the Aryan race (the Aryan Myth). The main concept of this Aryan Myth (acc. Gobineau and later Lanz and von List) was that the superior and ruling race of this era originated in India slowly travelled to the west, on its way creating one sublime culture after another. This is quiet similar to Steiner’s vision on history, the notion of the so-called Kultur-Epochen. He describes this notion many times in different works and in different stages of his live. In 1923 (GA 349:3) he stated: ‘Und so ist es wirklich ganz interessant: Auf der einen Seite hat man die Schwarze Rasse, die am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen geht stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse, die mitten zwischen Erde und Weltenall ist. Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun, gliedert sich sich zu viel dem Weltenall an, und stirbt aus. Die Weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse. Wie sie nach Indien gezogen ist, bildete sie die innerliche, poetische, dichterische, geistige indische Kultur aus. Wenn sie jetzt nach westen geht, wird sie eine Geistigkeit ausbilden, die nicht so sehr den innerlichen Menschen ergreift, aber die äußere Welt in ihrer Geistigkeit begreift’.[35]
Most of the time Steiner didn’t use the word ‘Aryan’ in a ‘conventional’ way or in the way nationalists or national socialists used it. In most cases he used the word ‘Aryan’ in the way Helena Blavatsky did, who spoke several times about the ‘Ffth Aryan rootrace’. In her view, as exposed in The Secret Doctrine the rootraces represented the humanity during a certain era. There was, for example, the Lemurian Rootrace, the Atlantean Rootrace and after the downfall of Atlantis the Aryan Rootrace, divided in several subraces, like the ancient Indian, the ancient Persian, the Greek-Roman, etc. Also the subraces represented different cultural episodes or stages in the development of mankind. Certainly ‘eurocentric’ or even ‘aryo-centric’ but not strictly racial. Nevertheless, she discussed the Rootraces in terms as: ‘(before the Sixth Root-Race dawns), the white (Aryan, Fifth Root-Race), the yellow, and the African negro — with their crossings (Atlanto-European divisions). Redskins, Eskimos, Papuans, Australians, Polynesians, etc., etc. — all are dying out. Those who realize that every Root-Race runs through a gamut of seven sub-races with seven branchlets, etc., will understand the “why.” The tide-wave of incarnating Egos has rolled past them to harvest experience in more developed and less senile stocks; and their extinction is hence a Karmic necessity’.[36]
In Aus der Akasha-Chronik ( GA 11, 1907) Steiner used the same terms as Blavatsky (Wurzelrassen, Unterrassen), but in the years after (as in Geheimwissenschaft, GA 13, 1909) he abandoned these terms and changed them in ‘Zeitalter’ and ‘Kultur Epochen’. But in general in Steiners teachings eurocentrism is dominant, with a very special role and mission for the European (Aryan) white race. Steiner in Aus der Akasha-Chronik: ‘Die größte Masse der atlantischen Bevölkerung kam in Verfall, und von einem kleinen Teil stammen die sogenannten Arier ab, zu denen unsere gegenwärtige Kulturmenschheit gehört. Lemurier, Atlantier und Arier sind, nach der Benennung der Geheimwissenschaft, Wurzelrassen der Menschheit. Man denke sich zwei solcher Wurzelrassen den Lemuriern vorangehend und zwei den Ariern in der Zukunft folgend, so gibt das im ganzen sieben. Es geht immer eine aus der andern in der Art hervor, wie dies eben in bezug auf Lemurier, Atlantier und Arier angedeutet worden ist. Und jede Wurzelrasse hat physische und geistige Eigenschaften, die von denen der vorhergehenden durchaus verschieden sind. Während zum Beispiel die Atlantier das Gedächtnis und alles, was damit zusammenhängt, zur besonderen Entfaltung brachten, obliegt es in der Gegenwart den Ariern, die Denkkraft und das, was zu ihr gehört, zu entwickeln’.[37]
Although these passages of Rudolf Steiner and Helena Blavatsky look like pure Aryan obsessed racism, it is important to stipulate they don’t use the regular definition of a ‘race’, when they discuss the phenomenon ‘Rootrace’ . With the concept ‘Rootrace’/ ‘Wurzelrasse’ they mean the dominant part of humanity during a certain era. In our time, in their view these are the ‘Aryans’. But this is a broader notion of the concept Aryan then used for example by the Nazis. With Rootrace they mean the dominant and cultured part of humanity during a certain episode.
On the other hand Blavatsky is very clear that ‘negroes’, Papuans and ‘other primitive peoples or races’, even the black race and the yellow race are not a part of the Aryan rootrace. Steiner is more indirect, but in other works he is quiet explicit that for example the Native Americans are decadent dissents of the Atlantean race and not a part of the ruling Post Atlantean Rootrace . In the Akasha Chronik he calls the population of Oceania decadent dissents of the ancient Lemurians. Steiner: ‘Denn in der lemurischen und noch in der atlantischen Zeit waren Steine und Metalle viel weicher als später. – (Dem widerspricht nicht, daß noch Nachkommen der letzten Lemurier und Atlantier vorhanden sind, die heute ebenso feste Formen aufweisen wie die später gebildeten Menschenrassen. Diese Überbleibsel mußten sich den geänderten Umgebungsverhältnissen der Erde anpassen und wurden so auch starrer. Gerade darin liegt der Grund, warum sie im Niedergang begriffen sind. Sie bildeten sich nicht von innen heraus um, sondern es wurde ihr weniger entwickeltes Innere von außen in die Starrheit gezwängt und dadurch zum Stillstande gezwungen. Und dieser Stillstand ist wirklich Rückgang, denn auch das Innenleben ist verkommen, weil es sich in der verfestigten äußeren Leiblichkeit nicht ausleben konnte.)’[38]
If there are dissents of the Lemurians, we may conclude that they are not a part of the fifth rootrace. So we can conclude that with the term rootrace stands for not just an era but for a part of humanity that is dominating a certain era. Second conclusion, also in Steiner’s view the Aryans are the dominating race, the rootrace. And the Native Americans were not a part of it. Steiner in Die Mission einzelner Volksseelen (GA 121: 6): ‘Was war für den Indianer das Größte? Es war, daß er noch ahnen konnte etwas vonder alte Größe und Herrlichkeit eines Zeitalters, welches in der alten Atlantische Zeit vorhanden war, wo noch wenig um sich gegriffen hatte die Rassespaltung, wo Menschen hinaufschauen konnten nach der Sonne und wahrzunehmen vermochten durch das Nebelmeer eindringenden Geister der Form. Durch ein Nebelmeer blickte der Atlantier hinauf zu dem, was sich für ihn nicht spaltete in eine Sechs-oder Siebenheit, sondern zusammenwirkte. Das, was zusammenwirkte von den sieben Geistern der Form, das nannte der Atlantier den großen Geist, der in der alten Atlantis dem Menschen sich offenbarte. Dadurch hat er nicht mit aufgenommen das, was die Venus-, Merkur-, Mars- und Jupiter-Geister bewirkt haben im Osten. Durch dieses haben sie gebildet all die Kulturen, die in Europa in der Mitte des neunzehnten Jahrhunderts zur Blüte gebracht wurden. Das alles hat er, der Sohn der braune Rasse, nicht mitgemacht. Er hat festgehalten an dem großen Geist der unfernen Vergangenheit. Das, was die anderen gemacht haben, die unfernen Vergangenheit auch den großen Geist aufgenommen haben, das trat ihm vor Augen, als ihm ein Blatt papier mit vielen kleinen Zeichen, den Buchstaben, von welchen er nichts verstand, vorgelegt werden’.[39]
We may conclude that in Steiner’s view the Native Americans were decadent dissents (Steiner uses the qualification ‘decadent’) of the Atlanteans. In Menschheits-entwickelung und Christus Erkenntnis; Theosophie und Rosenkreuzertum; Das Johannes Evangelium (GA 100; 7) Steiner says the following about the Native Americans: ‘Um uns hineinzuarbeiten in der Art und Weise, wie die Geisteswissenschaft über die Evolution denkt, müssen wir vom Nächstliegenden ausgehen. Nicht alle heute auf der Erde lebenden Menschen stehen auf derselben Stufe der Entwickelung. Neben den Völkern, die auf einer hohen Kulturstufe stehen, gibt es Naturvölker, welche in der Kultur weit zurückgeblieben sind. Es hat sich in der heutigen Naturwissenschaft die Anschauung herausgebildet-und sie wird mit großer Zähigkeit festgehalten, obschon neuere Tatsachen dagegen sprechen-, daß die höherentwickelten Völkern abstammen. Diese Anschauung is den Ergebnissen der Geistesforschung nicht entsprechend. Erwähnen wir hier beispielweise die Völker, die durch Entdeckung Amerikas bekannt wurden, und schildern wir in Kürze eine Episode, die uns einen Einblick in das Geistesleben dieser Völker gewährt. Bekanntlich hatten die Weißen die Indianerbevölkerung immer weiter in das Innere des Landes Zurückgedrängt und das Versprechen, ihnen Ländreien zu geben, nicht gehalten. Ein Häuptling dieser Indianer sagte einmal zu Anführer eines europäischen Eroberungszuges: Ihr Bleichgesichter habt unsere Länder genommen und habt uns versprochen, uns andere zu geben. Aber der weiße Mann hat dem braunen Mann das Wort nicht gehalten, und wir wissen auch warum. Der bleiche Mann hat kleine Zeichen, in denen Zauberwesen stecken und aus denen erforscht er die Wahrheit, denn es ist nicht gut. Der braune Mann sucht nicht in solchen kleinen Zauberzeichen die Wahrheit. Er hört den ‘Großen Geist’ im Rauschen des Waldes, im Rieseln des Baches. Im Blitz und Donner gibt ihm der ‘Großen Geist’ kund, was recht und unrecht ist.
Wir haben in der amerikanischen Rasse eine primitieve Urbevölkerung vor uns, die weit, weit zurückgeblieben ist, auch in Bezug auf religiöse Weltanschauung. Aber sie hat sich bewahrt den Glauben an einen monotheistischen Geist, der aus allen Lauten der Natur zu ihr spricht. Der Indianer steht mit der Natur in so innigem Verhältnis, daß er noch in allen ihren Äußerungen die Stimme des hohen schöpferischen Geistes hört, während der Europäer so in der materialistischen Kultur steckt, daß er die Stimme der Natur nicht mehr wahrnehmen kann. Beide Völker haben denselben Ursprung, beide stammen von der Bevölkerung der Atlantis ab, die einen monotheistischen Glauben besaß, entsprung aus einem geistigen Hellsehen. Aber die Europäer sind hinaufgestehen zu eine höhere Kulturstufe, während die Indianer stehengeblieben und dadurch in Dekadenz gekommen sind. Diesen Entwickelungsvorgang muß man immer beachten. Er läßt sich darstellen wie folgt. Im laufe der Jahrtausende verändert sich unser Planet, und diese Veränderung bedingt auch eine Entwickelung der Menschheit. Die Seitenzweige, die nicht mehr in die Verhältnisse hineinpassen, werden dekadent. Wir haben also einen geraden Entwickelungsstamm und abgehende Seitenzweige, die verfallen (siehe Zeichnung, fig. 3, FS).
Von dem Punkte der atlantische Zeit, wo Europäer und Indianer noch miteinander vereint waren, weiter zurückgehend, kommen wir in eine Zeit wo die Körper des Menschen noch verhältmäßig weich, von gallertartiger Dichtigkeit war. Da sehen wir wieder Wesen sich

Fig. 3: Evolution model 1, from GA 100; 7

abzweigen und zurückbleiben. Diese Wesen entwickeln sich weiter, aber in absteigende Linie, und aus ihnen entsteht das Affengeschlecht. Wir dürfen nicht sagen, der Mensch stamme vom Affen ab, sondern beide. Menschen und Affen, stammen von einer Form ab, die aber eine ganz andere Gestalt hatte als die Affen und heutigen Menschen. Die Abzweigung erfolgte von einem Punkte, wo diese Uniform die Möglichkeit hatte, einerseits aufsteigen zum Menschen und anderseits hinunterzufallen, zum Zerrbilde des Menschen zu werden. Wir wollen die Abstammungslehre nur so weit verfolgen, als nötig ist, um den Zusammenhang zu finden mit dem, was in früheren Vorträgen gesagt worden ist. Bei den alten Atlantische Menschen war der Ätherleib noch außerhalb des physischen Körpers. Heute ist nur noch der Astralleib des Menschen, und zwar im Schlafe, außerhalb des physischen Körpers. Heute ist daher der Mensch nur im Schlafe imstande, die Müdigkeit des physischen Körpers zu überwinden, weil da sein Astralleib außerhalb des physischen Körpers ist und so die Möglichkeit hat, sich an demselben zu betätigen’.[40]

Fig. 4: Evolution model 2, from GA 100; 7

Again Steiner cites the native American Chieftain (he used the same quote in the sixth lecture of Die Mission einzelner Volksseelen, to argue the American Indians are a dying race), who spoke these words in the nineteenth century [41] (not in the pre-Christian age, when the differences between races would have disappeared, acc Dieter Brüll and several others), so Steiner’s descriptions of races are also about the contemporary situation. But the main topic here is that a ‘Wurzelrasse’ is not the humanity as a whole during a certain era, but the dominating race during an era. Because (acc Steiner) the native Americans were still a part, or decadent dissents, of the Atlantean rootrace. And in our era the dominating race is the Aryan race, from which the native Americans are not a part of.
Remarkable is that in Steiner’s view both the Aryans as the Semites (he means most of the time the Jews) are dissents of the so called ‘Ur-Semiten’, one of the cultured people/subraces of Atlantis. All the ‘post Atlantean cultures’ (but not all cultures of humanity, only the cultures he calls ‘Kultur-Epochen’, like ‘the Ancient Indian’, ‘the Ancient Persian’, etc.) are Aryan in Steiner’s view.
An important aspect of Steiner’s evolutionary view is that human beings as we know exists since the end of the Atlantean era. During the Atlantean ers, the Lemurian era, etc. man was present but not in his contemporary form. Like there is an evolutionary line of the material form of natural life, Steiner believed there is also an involutionary development (a declining line) from the spiritual world. Human kind in Atlantis and Lemuria were made of a more etherical stuff than the complete material human beings of today. Steiner describes this process in several works. His most extended description of his view on evolution is his chapter ‘Die Weltentwickelung und der Mensch’ from his magnum opus Geheimwissenschaft (GA 13). This chapter is more than hundred pages and probably to complex to give even a short summary.
Steiner’s view on evolution has summarised and well formulated explained by Henk van Oort, in his Dutch short introduction on anthroposophy Antroposofie; een kennismaking (‘Anthroposophy; an introduction’), published by Vrij Geestesleven, Zeist ( the real one, not the strange website from Belgium). He describes Steiner’s concept of evolution on the hand of the evolution model drawn by Hermann Poppelbaum (see fig. 5), biologist and anthroposophist of the first generation. I have translated his explanation of two paragraphs:
‘The following visualisation will probably clarify the complex concept: Let us imagine that the ‘essence of human’ is present in a large floating balloon. This ‘human essence’ needs to develop apparently in a certain direction before the balloon lands on earth. The balloon floats to the earth. The moment of landing is constantly postponed because elements of this human essence separates and leave the balloon. First the balloon decreases less rapidly and, secondly, the space is increasing for developing the human essence. Many elements are successively emitted: starting with the minerals, then plants, invertebrates, fish, amphibians, reptiles, birds, mammals, primates and finally humans. There are two parallel levels on this development: the

Fig. 5: The anthroposophical evolution model, drawn by Hermann Poppelbaum, as it appeared in Mensch und Tier (1928). Texts translated in Dutch. Most of the text will be clear, except probably the descriptions on the involution and evolution line. Above left: ‘Spiritual essence’. Along the involution line: ‘spiritual development declining’. Left under: ‘fysical body’. Along the evolution line: ‘fysical development ascending’.

spiritual essence (= the balloon falls to the earth) and the physical medium, which leaves the balloon and materialise itself after landing on the earth. The hardened forms evolve each in their own earthly way. When the plants and animals are on the earth, is the process begin Darwin calls ‘evolution’. Steiner completes what Darwin says, he doesn’t exclude Darwin’s theory. The existing animal forms are the result of centuries of specialization. Every animal is a specialist (…) then when the primates, the apes, are leaving the imaginary balloon to incarnate on earth. Then the predecessors of humans are following. Under these early human forms we reckon the Peking Man (360.000 BC), the Pithecanthropus (100.000 BC) and Neanderthals (75.000 BC). The current man comes not from these precursors and certainly not from the ape men, as it becomes clear. When all these precursors arrived in the visible world, in the imaginary balloon, there was one form left. The latter form occurs gradually in the visible around 50,000 BC. This is what we call homo sapiens. According to Rudolf Steiner, these first people figures were as thin as the scent of a flower. The materialising process is continuing. Slowly the physical body materialises to cartilage. Then there is a hardening till the current hardness is achieved.
If you think back in time, keeping in mind that the bones were still soft, you may never be found fossil remains of the ancestors of the current humans. Cartilage, or soft material, now has been lost and didn’t fossilise like hard bones’.[42]
I think this is a quiet effective explanation, except for one thing. For so far I know Steiner doesn’t discuss, or hardly discuss (on ‘racisme debat’, one of the contributors claimed that he does somewhere, but these passages are unknown to me) earlier forms of man, like the Neanderthals, etc.. Steiner talks about ‘human races’. If we change the words ‘Peking Man’, ‘Pithecanthropus’ and ‘Neanderthals’ in ‘Indianer’ we can explain his two evolution models from GA 100. ‘Beide Völker haben denselben Ursprung, beide stammen von der Bevölkerung der Atlantis ab, die einen monotheistischen Glauben besaß, entsprung aus einem geistigen Hellsehen. Aber die Europäer sind hinaufgestehen zu eine höhere Kulturstufe, während die Indianer stehengeblieben und dadurch in Dekadenz gekommen sind’ and ‘Von dem Punkte der atlantische Zeit, wo Europäer und Indianer noch miteinander vereint waren, weiter zurückgehend, kommen wir in eine Zeit wo die Körper des Menschen noch verhältmäßig weich, von gallertartiger Dichtigkeit war. Da sehen wir wieder Wesen sich abzweigen und zurückbleiben. Diese Wesen entwickeln sich weiter, aber in absteigende Linie, und aus ihnen entsteht das Affengeschlecht. Wir dürfen nicht sagen, der Mensch stamme vom Affen ab, sondern beide. Menschen und Affen, stammen von einer Form ab, die aber eine ganz andere Gestalt hatte als die Affen und heutigen Menschen’. So the Native Americans left ‘the balloon’ too early and became ‘decadent’. According to the second drawing of GA 100 is the ‘real homo sapiens’ (in the terms of Henk van Oort) ‘der Arier’ (I will nuance this by stipulating that Rudolf Steiner considered all human races as human).
It is interesting to have a look on two fundamental quotes of Rudolf Steiner, both from two essential works. First a passage from Aus der Akasha-Chronik (from chapter 6 ‘Die letzten Zeiten vor der Geschlechtertrennung’), also discussed in the van Baarda Report, as passage 54: ‘In diesen Tieren hat man also Wesen zu sehen, welche auf einer früheren Stufe der Menschenentwickelung stehenbleiben mußten. Nur haben sie nicht dieselbe Form behalten, die sie bei ihrer Abgliederung hatten, sondern sind zurückgegangen von höherer zu tieferer Stufe. So sind die Affen rückgebildete Menschen einer vergangenen Epoche. So wie der Mensch einstmals unvollkommener war als heute, so waren sie einmal vollkommener, als sie heute sind. – Was aber im Gebiet des Menschlichen geblieben ist, hat einen ähnlichen Prozeß, nur innerhalb dieses Menschlichen, durchgemacht. Auch in mancher wilden Völkerschaft haben wir die heruntergekommenen Nachfahren einstmals höher stehender Menschenformen zu sehen. Sie sanken nicht bis zur Stufe der Tierheit, sondern nur bis zur Wildheit’.[43]
The van Baarda Report comments this passage (quote 54) as following: ‘In the article (originally Aus der Akasha-Chronik was published as a series of articles in the journal Luzifer-Gnosis, FS) where this passage comes from, a fundamental part of anthroposophical thought on development is being explained: the evolution was not only as a development from lower to higher organisms. The origin of the evolutionary development lays in the spiritual world.
The human kind was originally a spiritual being. In the long history as terrestrial arose essentially as a secondary development in addition to humans and the animal world, the plants and mineral world (see again the model of Poppelbaum to understand this assumption, FS). Both the terrestrial and the spiritual man made in this long history evolved. The animal is in that sense the precursor of man, but the (spiritual) man is the precursor of the terrestrial animals and terrestrial humans. The last remains ‘im Gebiet des Menschlichen’, from which the animals were separated.
The origin of the forerunners of current animals took place in what in anthroposophy is known as the ‘Lemurian era’. The original animals were then derived and according to Steiner human body shapes were developed higher than the current species. The ethereal formed human bodies didn’t leave any fossil remains, because they were not yet sufficiently hardened. The current monkeys are dissents of relatively higher developed animals, which are dissents of the ethereal formed people of that time. In this sense, Steiner called ‘die Affen rückgebildete Menschen einer vergangenen Epoche. So war der Mensch einstmals unvollkommener war als heute, so waren sie einmal volkommener als wie heute sind’. People have been further developed, the monkeys were in their human-stage ‘more perfected’ than they are today.
With regard to what he called ‘wilden Völkerschaft’ Steiner opposed the idea that they are at the beginning of a development of civilization. In his view they were descendants of the groups, at that time precursors of the present people who were highly developed, but returned in their development and had become primitive’.[44]
I think this time the report explained this perfectly well. But in my view the best parts of the report are when it explains anthroposophy. These parts are outstanding. But in qualifying passages like this in my view the report misses the point. Because I think this is the essence of Steiner’s racial teachings. The commission explains perfectly well why the Native Americans are a degenerated and decadent race (‘they had become primitive’, as the commission says). But that is racism, or at least ‘racist taught’.
Another crucial passage of Steiner can be found in probably his most important work Die Geheimwissenschaft in Umriß (GA 13) in the long chapter ‘Die Weltentwickelung und der Mensch’ (more than 100 pages, almost a separate book): ‘Diejenigen Menschen-Rassen-Formen, welche sich vor diesem Zeitraum verfestigt hatten, konnten sich zwar lange fortpflanzen, doch wurden nach und nach die in ihnen sich verkörpernden Seelen so beengt, daß die Rassen aussterben mußten. Allerdings erhielten sich gerade manche von diesen Rassenformen bis in die nach-atlantischen Zeiten hinein; die genügend beweglich gebliebenen in veränderter Form sogar sehr lange. Diejenigen Menschenformen, welche über den charakterisierten Zeitraum hinaus bildsam geblieben waren, wurden namentlich zu Körpern für solche Seelen, welche in hohem Maße den schädlichen Einfluß des gekennzeichneten Verrats erfahren haben. Sie waren zu baldigem Aussterben bestimmt.
Es hatten sich demnach seit der Mitte der atlantischen Entwickelungszeit Wesen im Bereich der Menschheitsentwickelung geltend gemacht, welche dahin wirkten, daß der Mensch sich in die sinnlich-physische Welt in einer ungeistigen Art hineinlebte. Das konnte so weit gehen, daß ihm statt der wahren Gestalt dieser Welt Trugbilder und Wahnphantome, Illusionen aller Art erschienen. Nicht nur dem luziferischen Einfluß war der Mensch ausgesetzt, sondern auch demjenigen dieser anderen Wesen, auf die oben hingedeutet worden ist und deren Führer nach der Benennung, die er später in der persischen Kultur erhalten hat, Ahriman genannt werden möge. (Der Mephistopheles ist dasselbe Wesen.) Durch diesen Einfluß kam der Mensch nach dem Tode unter Gewalten, welche ihn auch da nur als ein Wesen erscheinen ließen, welches den irdisch-sinnlichen Verhältnissen zugewandt ist. Der freie Ausblick in die Vorgänge der geistigen Welt wurde ihm immer mehr genommen. Er mußte sich in der Gewalt des Ahriman fühlen und bis zu einem gewissen Maße ausgeschlossen sein von der Gemeinschaft mit der geistigen Welt’.[45]
This long passage, in the report quote 48, is the only passage Steiner discusses theme ‘race’ in this chapter of Geheimwissenschaft. You could think this theme became less important in Steiner’s view on evolution (the report says the same), but I think that is very questionable, because one year later, he gave his lectures in Norway, known as Die Mission einzelner Volksseelen. On this passage the commission has a short comment: ‘In the following quote the words ‘Menschen-Rassen-Formen’ and ‘Rassenformen’ mean ‘the form of human races’. The word ‘form’ stands both for the forms of human races as for the appearance of the human body. With the use of the word ‘form’ Steiner emphasises that the race is the appearance of the human physical form, not his essence. Because these forms were not fitting anymore for the post-Atlantean situation, most of the Atlantean varieties died out’.[46]
‘Reincarnation as an alibi’. Although I heard this argument very often from different anthroposophists, in several debates, I read it in several articles, written to defence Steiner’s view on races and even long before from different sympathizers with the anthroposophy, when I confronted theme with racist remarks of Steiner. But the most interesting is, Steiner confirms his view on races again. Apparently there are decadent ‘leftovers’ from Atlantis, for whom there was no place anymore in the new situation. Therefore these degenerated forms had to die out, because they didn’t fit in the new situation. Steiner said this many times. Here with just one general remark, but much more detailed in Die Mission einzelner Volksseelen and in 1923, one and a half year before his death in 1925, in Vom Leben der Menschen un der Erde (GA 349): ‘Die Gelben wandern nach Osten hin¬über. Wenn die Gelben nach Osten hinüberwandern, dann wer¬den sie braun. Da entstehen dann die Malaien; die werden braun. Warum? Ja, warum werden sie braun? Was heißt denn das: sie werden braun? Nicht wahr, wenn sie gelb sind, werfen sie einen bestimmten Grad von Licht zurück; das andere nehmen sie auf. Wenn sie braun werden durch die andere Art, wie sie jetzt in der Sonne leben, weil sie ja von einem anderen Erdstück kommen, dann werfen sie weniger Licht zurück. Sie nehmen mehr Licht in sich auf. Also diese braunen Malaien sind ausgewanderte Mongo¬len, die sich aber jetzt, weil die Sonne anders auf sie wirkt, ange¬wöhnen, mehr Licht und mehr Wärme aufzunehmen. Bedenken Sie aber: nun haben sie nicht die Natur dazu. Sie haben sich schon

Fig. 6: Ilustration from GA 349; 3

angewöhnt, sogar ein solches Knochengerüste zu haben, daß sie nur einen bestimmten Grad von Wärme aufnehmen können. Sie haben nicht die Natur, so viel Wärme aufzunehmen, als sie jetzt als Malaien aufnehmen. Die Folge davon ist, daß sie anfangen, unbrauchbare Menschen zu werden, daß sie anfangen, Menschen zu werden, die am Menschenkörper zerbröckeln, deren Körper abstirbt. Das ist in der Tat bei der malaiischen Bevölkerung der Fall. Die stirbt an der Sonne. Die stirbt an der Östlichkeit. So daß man sagen kann: Während die Gelben, die Mongolen, noch Men¬schen in der Vollkraft sind, sind die Malaien schon eine abster¬bende Rasse. Sie sterben ab.
Wenn die Neger – was sie allerdings heute weniger tun kön¬nen, heute sind die Verhältnisse schon anders, aber in Urzeiten war das schon so, wie ich es erzähle -, nach dem Westen hinüber-wandern – eine Schiffahrt hat es ja immer gegeben, und es waren ja außerdem durch den ganzen Atlantischen Ozean noch Inseln, der Atlantische Ozean war ja früher auch ein Kontinent -, also wenn die Schwarzen nach dem Westen auswandern, da können sie nicht mehr so viel Licht und Wärme aufnehmen wie in ihrem Afrika. Da kommt ihnen weniger Licht und Wärme zu. Was ist die Folge? Ja, ihre Natur ist eingerichtet darauf, so viel als mög¬lich Licht und Wärme aufzunehmen. Ihre Natur ist eigentlich eingerichtet, dadurch schwarz zu werden. Jetzt kriegen sie nicht so viel Licht und Wärme, als sie brauchen, um schwarz zu werden. Da werden sie kupferrot, werden Indianer. Das kommt davon her, weil sie gezwungen sind, etwas von Licht und Wärme zu¬rückzuwerfen. Das glänzt dann so kupferrot. Das Kupfer ist sel¬ber ein Körper, der Licht und Wärme so ein bißchen zurückwer¬fen muß. Das können sie nicht aushalten. Daher sterben sie als Indianer im Westen aus, sind wiederum eine untergehende Rasse, sterben an ihrer eigenen Natur, die zu wenig Licht und Wärme bekommt, sterben an dem Irdischen. Das Irdische ihrer Natur ist ja ihr Triebleben. Das können sie nicht mehr ordentlich ausbil¬den, während sie noch starke Knochen kriegen. Weil viel Asche hineingeht in ihre Knochen, können diese Indianer diese Asche nicht mehr aushalten. Die Knochen werden furchtbar stark, aber so stark, daß der ganze Mensch an seinen Knochen zugrunde geht.
Sehen Sie, so hat sich die Sache entwickelt, daß diese fünf Ras¬sen entstanden sind. Man möchte sagen, in der Mitte schwarz, gelb, weiß, und als ein Seitentrieb des Schwarzen das Kupferrote, und als ein Seitenzweig des Gelben das Braune – das sind immer die aussterbenden Teile. Die Weißen sind eigentlich diejenigen, die das Menschliche in sich entwickeln. Daher sind sie auf sich selber angewiesen. Wenn sie auswandern, so nehmen sie die Eigentümlichkeiten der anderen Gegenden etwas an, doch sie gehen, nicht als Rasse, son¬dern mehr als einzelne Menschen, zugrunde. Aber sie tun dafür noch etwas anderes. Sehen Sie, alles dasjenige, was ich Ihnen jetzt geschildert habe, das sind ja die Dinge, die im Leibe des Men¬schen vor sich gehen. Die Seele und der Geist sind mehr unabhän¬gig davon. Daher kann der Europäer, weil ihn Seele und Geist am meisten in Anspruch nimmt, Seele und Geist am meisten ver¬arbeiten. Der kann es am ehesten vertragen, in verschiedene Erd¬teile zu gehen’.[47]
In this long passages there are three passages which the van Baarda commission considered as severe discriminative (three of the sixteen in the total work of Steiner). So they were harsh on this lecture for the workers on building the Goetheanum in Dornach. Although Steiner’s formulations are quiet rough, what he says is not essentially different than what we saw before. There are some differences; for example he states that the predecessors of the Native Americans are Black Africans. Earlier, and more often, he said that the Native Americans were a kind of Atlanteans who survived, but became decadent. But this is the only thing in which he is not consequent. His description of the ‘Knochen’ (ashes on the skeleton, because in an earlier stage these Indians were ‘boiling negroes’) of the Native Americans, and his remark that they are ‘eine untergehende Rasse’, who ‘sterben an ihrer eigenen Natur’ is something we have seen before, in different varieties (‘Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten’, in Die Mission einzelner Volksseelen, or the description and the drawings from GA 100, where the native Americans are represented as a ‘decadent race’).
There are many, many more examples, too much to discuss them all. But that is not the aim of this article. The main conclusion is that there is a kind of structural racial teaching in the work of Rudolf Steiner, in contrary to the van Baarda Commission’s main conclusion: ‘Géén sprake van Rassenleer’ (‘No racial teachings’). There really is, whatever Steiner’s intentions were (see the declaration of the ‘Nachlassverwaltung’, which I have no reason to doubt).
According to Helmut Zander there are three central issues in Steiner’s racial teachings which are often defended by anthroposophists to argue Steiner was not a racist, but studying them in detail, these arguments are even quiet unvalid and even reveal the essence of the problematic side of Steiners racial teachings. Helmut Zander (in his major work Anthroposophie in Deutschland):

1. ‘Rassen sind für Steiner ein Epiphänomen der Materie und sollen den Menschen als Geistiges Wesen letztlich nicht betreffen: ‘Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschieden Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteilung’ (GA 121, 78 [1910]). Weil der Mensch also in der Reinkarnation in andere Rassen und Völker inkarnieren müsse, seien rassische oder völkische Dimensionen der Anthropologie sekundär. Dies war Steiners Versuch, dem biologischen Determinismus zu wehren. Allerdings ist dies eine bloße Binnenperspektive hat ihre Tücken: Wenn das karmische Schicksal eine Folge guter oder schlechter Taten ist, is das Leben in einer ‘degenerierten’ oder ‘passiven’ Rasse eine Strafe (oder Vorleistung für ein besseren Leben). Kant etwa bekam dies zu spüren, da Steiner glaubte, ‘daß in Kant eine junge Seele lebte. Ja, die Tatsachen sagen es, da ist nichts dagegen zu machen. Und man könnte nun darauf hinweisen, daß die jüngeren Seelen sich allerdings in der Mehrzahl in den farbigen Rassen verkörpern, daß also die farbigen Rassen, namentlich die Negerrasse, vorzugweise jüngere Seelen zur Verkörperung bringen’ (GA 126, 35 [1910]). Diese bedeutet daß ‘Neger’, Indianer oder andere negativ stigmatisierte Menschen in dieser Verkörperung ihre Strafinkarnation ableisten.

2. Rassen seien ein kollektiver Faktor und beträfen das Individuum letztlich nicht: ‘Die Rasse kann zurückbleiben, eine Völkergemeinschaft kann zurückbleiben, die Seelen aber schreiten über die einzelnen Rassen hinaus’ (GA 104, 89 [1908]). Auch in derartigen Aussagen kann man Steiners Versuch lesen, den Biologischen Determinismus zu umgehen, Steiner wollte keine Fixierung auf eine blutsmäßige Abstammung. Aber zugleich drückt sich darin eine ungeheure Naivität gegenüber die kulturellen Prägekraft gesellschaftlicher Verhältnisse, und eben dies sind ‘Rassen’ auch, aus. Zudem bleibt auch hier die Evolution das unangetastete Gesetz der Kultur: Wer zurückbleibt, gehört zu Konkursmasse. Die Abwertung aktueller Völker und Rassen bleibt bestehen.

3. Rassen seien ein Intermezzo der Menschheitsgeschichte. ‘Die Rassen sind entstanden und werden einmal vergehen, werden einmal nicht mehr da sein’ (GA 121, 76 [1910]). Erneut artikulierte Steiner sein antimaterialistisches Leitmotiv, aber bei näherem Hinsehen bliebt dies ein gänzlich unpolitischen Argument. Die Rassenenstehung, die erst in der lemurischen Zeit begonnen habe, werde in der sechsten und siebten ‘Entwickelungsepoche’ verschwinden (ebd.), das heißt: frühestens ungefähr im 9. Jahrtausend. Für eine politischen Erledigung der Rassenfrage und für die Geltung von Steiners Rassentheorien ist dies eine lange, zu lange Zeit. Daß die Vielfalt von Völkern und Rassen ein Reichtum der Pluralität sein könnte, tritt im übrigen nicht in Steiners Blickfeld’.[48]

So Helmut Zander argues the following (summarized in my own words):

1. Although, in Steiners view, every individual incarnates within different races, Steiner is very explicit about the different ‘qualities’ of these races. The ‘white race’ is the far best compared with other ‘races’, like native Americans or black Africans. So you could say there are more or less racial conglomerates of ‘Straf Inkarnationen’ (using this effective characterization of Zander).

2. The race is just a temporary step and just one factor in the development of an individual soul, on its journey through different incarnations. In Steiner’s view the individual can’t be reduced to its ‘race’. But this assertion doesn’t mean that in Steiner’s view all races are equal (the reincarnation alibi argument). This defence doesn’t release certain ‘races’ of their negative stigmas. Some races are degenerated when they don’t fit anymore in the general evolution of mankind and become, in Zanders words: ‘leftovers of the bankrupt property’.

3. In the several articles, discussions but also in de van Baarda rapport, very often has been argued by anthroposophists (see also Dieter Brüll and Thomas Voss) Steiner believed that races were an important factor in the past, but they lost there meaning in the present time. Zander shows one passage of the 4th lecture of the Mission einzelner Volksseelen, but there are many more of such passages, that the differences between races will disappear in the far future (acc. Zander’s calculation in the 9th millennium![49]).

But Zander continues and he discusses one aspect I think it is crucial in Steiner’s total vision on the development of mankind considering the ‘races’. Zander:

‘Schießlich unterschätzen derartige Interpretationen von Einstellen die Bedeutung einer zentralen Konstruktionsstelle in Steiners Denken: der Evolutionsdoktrin. Steiner sah die Entwickelung von Rassen, wie die Kosmologie oder die Bewußtseinsgesichte, als evolutiven Prozeß, der letztlich alle Dimensionen des Kosmos, des Leben oder der Kultur unterwarf. Hier liegt ein zentrales Problem seiner Rassismen, sie sind der Ausdruck eines tief im 19. Jahrhundert verwurzelten Evolutionsdenkens, das alle Bereiche seiner Weltanschauung prägte. Steiner formulierte mit seinem theosophischen Sozialdarwinismus eine Ethnologie, in die Rede von ‘degenerierten’, ‘zurückgeblebenen’ oder ‘zukünftigen’ Rasse keine ‘Unfälle’, sondern das Ergebnis einer konsequent durchgedachten Evolutionslehre waren. Ich sehe im Gegensatz zu viele Anthroposophen keine Möglichkeit, diese Konsequenz zu bestreiten. Ein weiteres Zentralen Problem liegt im Rassenbegriff: Anthropologen bestreiten heute, daß dem klassischen, auch kulturellen Begriff der Rasse ein genetische Substrat unterliegt.
Zurück zur Einfangsfrage dieses Kapitels, mit deren Beantwortung die Deutung der Geschichte zur Stellungnahme in einer aktuellen Debatte wird: Gibt es einen Rassismus bei Steiner? Wenn Rassismus die Bindung wichtiger Elemente der Anthropologie an augenblicklich existierende Rassen bedeutet, seien die biologisch oder spirituell definiert, dann kann man Steiner als Rassisten bezeichnen. Es wäre hilfreich, wenn manche Anthroposophen zugestehen würden, daß dies keine schlicht polemische Aussage ist, sondern in der kontextualisierenden Deutung des historischen Materials gründet. Zugleich aber gibt es bei Steiner Versuche, die deterministischen Konsequenzen dieses Denkens zu brechen, und es wäre gut, wenn viele Kritiker zu Kenntnis nehmen würden, daß Steiner kein Rassist sein wollte; aus diesem Grund spreche ich lieber von Steiners Rassentheorie als von Rassismus. Aber diese abgemilderte Begrifflichkeit birgt für die politische Debatte das Problem einer möglicherweise voreiligen Salvierung Steiners. Denn es gibt philanthropischen Anthroposophen solche, die rassistisch denken, wie es bei den Kritikern verständnisvolle neben blindwütigen gibt. Wir waren einen großen Schritt weiter, wenn man die historisch bedingten und in meiner Wahrnehmung vorhandenen Rassismen bei Steiner und die politischen Konsequenzen analytisch differenzieren könnte, bei Anhängern wie Kritikern Steiners.
Solange Anthroposophen sich hier zurückhalten, weil man Steiners höhere Einsicht nicht in Frage stellen will oder mit dem Argument, die Anthroposophie kenne keine Dogmen, aus rassistische Deutungen von Anthroposophen innerhalb der Anthroposophischen Gesellschaft deckt, bleibt die Debatte explosiv. Es gibt meines Erachtens nur einen Weg, Steiners Rassentheorie zu entschärfen: Indem man sie als Zeitgebundene Vorstellungswelt historisiert, sich insoweit davon distanziert und in normativer Hinsicht als Irrtum verwirft. So führt ein Weg von Steiners evolutionär hierarchisierte Rassentheorie zu einer egalitären Philantropie. Aber vor einer solchen Revision schrecken viele Anthroposophen weiterhin zurück, weil dies den Einstieg in die Kritik von Steiners ‘höheren Einsicht’ bedeuten würde’.[50]

So far this long passage of Zander. I have to say I just agree with these last conclusions and suggestions of Zander. In my earlier articles, although much more provocative and polemical, and far less empathically than Zander does, I wrote that the racial doctrines of Steiner are deeply interwoven with his concept of evolution and his view of the ‘quest’ of the development of the human kind. I argued more or less the same in this article. So I believe this is the main problem, but possibly also the most important challenge of anthroposophy in our current time. Although I am myself not a believer I never had any problem with the spiritual content of anthroposophy, just with the racist elements, or maybe better (in the words of Zander) ‘racial theories’. Nevertheless I believe this is the fundamental point. The same kind of thing was also said by Jana Husmann Kastein, also from the Humboldt University (I cited her article several times before).[51]
But whatever you may think of these factually nineteenth century and colonial ‘misconceptions’ of Evolution, as they were fit in a well constructed mystical and esoteric worldview (which in my view the problematic aspect of anthroposophy), there is no ground nor justification for denying the Holocaust in Steiner’s name, as some of his followers are doing. I think every even orthodox but decent anthroposophist should agree with that.
But let us have a look on Steiner’s position on Judaism and try to find out if there is any justification in the work of Steiner, which may ‘justify’ (from an anthroposophical point of view) some of the anti-Semitic texts of De Brug.

Steiner on Judaism

A different issue is the question of anti-Semitism in the work of Rudolf Steiner. The opinions about this sensitive issue are different. In the Netherlands one of the fiercest critics of Steiner’s racial theories Gjalt Zondergeld (Professor of History at the Free University of Amsterdam) stated (in an essay, written with the historian Evert van der Tuin, published in 1988 and republished in 2002): ‘Steiner was not anti-Semitic in the way the national socialists were. In the past we may have made to easy the connection with the Nazis’ (referring their earlier publications in the early eighties). ‘In the fierce debate, following after our first publications on this issue, the prominent anthroposophist Professor Dieter Brüll defended Steiner, by pointing at the current problems of Israel. He stated that Steiner was thinking of ‘solving the Jewish problem’ by racial mixing, because Steiner was against ‘racial messianism’, as Judaism in Steiner’s opinion stands for. The remarkable thing was that Brüll used the term ‘Jewish Race’.[52]
The same kind of argument in defending Steiner was used by the Belgian chemist and prominent anthroposophist Dr. Jos Verhulst. In an article, later republished in ‘De Brug’ he stated: ‘In the article ‘Is anthroposophy racist?’ (De Morgen, June 23, 2000, p. 34) the following ‘serious discrimination’ quote of Steiner was mentioned: ‘The Judaism itself has long survived, has no justification within the modern life of peoples, and that it still exists in the present, is a failure of world history of which the consequences could not be occurred. Here we mean not only of the Jewish religion, but also the spirit of Judaism, the Jewish way of thinking’. Verhulst continues: ‘At the first sight this statement of Steiner seems pure anti-Semitic and racist. But the things are not what they look like. The sentences immediately preceding the quote shows that Steiner means with the spirit of Judaism ‘the Jewish variant of racial segregation and group’. Steiner has always been the most consistent pronouncing against anti-Semitism. But in his criticism he did not spare Zionism and the Jewish obsession with traditional racial purity (…) This ‘Jewish thinking’ is still alive. For example, the Jewish Professor Deborah Lipstadt, who was charged unsuccessfully for libel in court by the revisionist David Irving (!), is an active advocacy against ‘mixed’ marriages (…) Steiner had a realistic and differentiated view on Judaism, he knew many Jews, several of them were good friends and he lived for a while with a Jewish family as a private teacher for their disabled child, who was educated successfully. He had been attacked himself by anti-Semites. But he was not a supporter of the traditional Jewish tendency to live in racial segregation in relation to the other men, in his view an aberration. If that is racism, I am racist too’.[53]
This strange argument to defend Steiner was later used by other anthroposophists. I heard this myself in the fierce debates I participated in, with different Dutch and Belgian anthroposophists. ‘Steiner was not a racist, but the Judaism is racist. He was even so anti-racist that he corrected the Jews on their own racism’.[54] The remarkable fact that Jos Verhulst is mentioning the notorious revisionist and martyr/hero of the international neo-Nazi movement David Irving (why mentioning Irving in this particular case?) is not an incident, as we have seen earlier.
Steiner’s passage (from his Homunkulus review, an epic poem of Hammerling, in Magazin für Literatur in 1886): ‘Das Judentum als solches hat sich aber längst ausgelebt, hat keine Berechtigung innerhalb des modernen Völkerlebens, und dass es sich dennoch erhalten hat, ist ein Fehler der Weltgeschichte, dessen Folgen nicht ausbleiben konnten’ has been discussed many times. Finally the van Baarda Commission categorized is passage as severe discriminative (one of the sixteen passages of Steiner the Commission found ‘there was serious discrimination’).
But on the other hand, Steiner criticized also anti-Semites, which he considered as not very intelligent. That he called them ‘Ungefährliche Leute’ is a naivety you can’t blame him for; this was long before the National Socialism became a serious factor in German politics.
There is one quote of Steiner which wasn’t discussed in public; at least in the Netherlands. It has been mentioned by the van Baarda Commission, but they also missed the point. In my view this is the most serious and close to real anti-Semitism. In Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis (GA 100, 1907) Steiner says: ‘Und diejenigen, die so recht am Alltäglichen haften, die sich nicht verbinden wollen mit dem, was der Zukunft entgegengeht, werden mit der Rasse verschmelzen. Es gibt solche Menschen, die bei dem bleiben wollen, was althergebracht ist, die nichts wissen wollen von dem, was weiterschreiten heißt; die nicht hören wollen auf solche, die über die Rasse hinüberführen zu immer neuen Gestaltungen der Menschheit. Die Mythe hat in wunderbarer Weise diese Tendenz erhalten. Nicht besser könnte sie das darstellen, als indem sie auf einen der Größten hinweist, der das Wort ausgesprochen hat: ‘Wer nicht verlässt Vater und Mutter, Weib und Kind, Bruder und Schwester, der kann nicht mein Jünger sein’, und dagegen das Traurige in einem Menschen darstellt, der da sagt: Ich will nichts von einem solche Führer wissen!- und ihn zurückstößt. Wie könnte man das klarer ausdrücken als in dem Bilde dessen, der den Führer von sich weist, und der nicht aufzusteigen vermag! Das ist die Sage von Ahasver, dem Ewigen Juden, der da staß und den größten Führer, den Christus Jesus von sich stieß, nichts wissen wollte von der Entwickelung, und der deshalb bei seiner Rasse bleiben muß, immer wiederkehren muß in seiner Rasse. Das sind solche Mythen, die der Menschheit zum ewigen Gedächtnis gegeben sind, damit sie weiß um was es sich handelt’.[55]
The Commission mentions this passage in a series with others, to argue that the ‘differences between races’ (in Steiner’s view) are something from the past. The report hardly discusses this specific quote and almost ignores the remarkable things Steiner has to say. The commission makes one short remark:
‘Anthroposophy can’t be understood with just the ratio, but also with the intuition. Our open-mindedness will be tested when we know that the saga of the ‘Wandering Jew’, Ahasverus, who turned his back to Jesus on his way to Golgotha and for that reason he has to wander the earth and to wait for the return of Christ, is factually a representation of a man who refuses to participate in the development of humanity and for that reason will incarnate in the same race. (!) Superficial conclusions that Ahasverus would represent Judaism in general, that the rejection of Christ would have something to do with the rejection of Christianity and that several incarnations in the same race only happens with the Jewish ‘race’, are totally unjustified’.[56]
Are they? I am not that sure that it is ‘totally unjustified’ to assume that in this case Steiner had other ‘races’ in mind than the Jews, or this should mean that all the non-Christian peoples (races!) of this planet are ‘doomed’ to their own ‘race’. Earlier I discussed Steiner’s passage from Die Mission einzelner Volksseelen (GA 121: 4): ‘Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteiligung’. But do we have to assume that we just benefit from this ‘Überwindung des Rassencharakters’ when we recognise Christ? Steiner says something like that in the same cyclus (at the end of his lecture of 22 November 1907 in Basel) when he states that ‘the mantle of Christ will unite the four main races of humanity’[57] , but I don’t think there is any reason to assume that he means the same in this case, or probably ‘except the Jews’. And why does the commission advice us to understand this passage with our intuition and not with our ratio? But anyway, this is not a very elegant passage of the report. I may have been sometimes quiet harsh about the report, in this article and in earlier comments, but the report is, except for the good parts- mainly the passages where anthroposophy in general is explained, full with of statements like this (see in this article also the call for a physiological research in case of Steiner’s statements on the ‘kochende Neger, mit furchtbar schlaue Augen und er nimmt alle Licht und Wärme auf’, in GA 349).
The most significant thing is Steiner uses the term ‘ewige Jude’, ignored by the commission. The use of this term, in relation to the ‘Ahasverus Myth’ places this passage (not the entire work of Steiner or Rudolf Steiner himself) in a long (Christian) anti-Semitic tradition. Steiner mixes this with typical anthroposophical ideas, like reincarnation and ‘salvation’ of ‘racial deformations’, originated by the ‘Dynameis Geister’, or ‘abnormen Geister der Form’ in the Lemurian Era, but something we will overcome in the future, probably with the help of Christ. But than he makes an exception for the Jews, because they didn’t recognise Christ, is an original Christian concept, later used in the nationalistic German rhetoric. We find this idea also in the work of Richard Wagner, especially in his opera ‘Der Fliegende Hollander’. Wagner uses the personage Ahasver who rejected the Salvation by Christ as a metaphor for the ‘Wandering Jew’. Later this anti-Semitic notion was used for the Nazi propaganda film Der ewige Jude, in 1940 (Steiner uses also this term). Originally, the ‘Ahasverus Myth’ even came from the mystical Jewish tradition, but this legend was used in the German nationalistic tradition, as a symbol for the eternal non-Christian ‘Heimatloser’ [58] unrooted element as the counterpoint of the Aryan Man. I don’t think there could be any misunderstanding about the interpretation of this passage.
But for this article it is sufficient to mention this remarkable passage. The only thing I want to is that this quote of Rudolf Steiner is, for so far I know, the passage which comes most close to national socialist thought, although even the term ‘ewige Jude’ wasn’t an original Nazi concept, like almost nothing was original in the Nazi thought, so enough reason to be not to conclusive. Further the Nazis didn’t believe in ‘Salvation’ for the Jews, just as they didn’t believe in reincarnation. We may conclude that this concept was very ‘Wagnerian’ and later used both by Steiner and the Nazis. But the use of the term ‘ewige Jude’ is not a triviality which could be ignored.
Peter Bierl pays a lot of attention to Steiner’s view on Judaism in his book Wuzelrassen Erzengel und Volksgeister (2005). At the beginning of his chapter on this subject he summarizes Steiner’s development of thinking about Judaism as following: ‘Anhand der veröffentlichten Briefe, Zeitungsartikel, Vorträge und Bücher lässt sich belegen, dass Steiners Haltung gegenüber Juden sich im Lauf der Zeit veränderte. In einem Zentralen Punkt blieb sich Steiner treu. Ob als deutschnationaler Student und Journalist, als Verfechter eines Idealistischen Individualismus, der sich für Dreyfus engagierte, oder als Esoteriker: Er war überzeugt, dass das Judentum sich überlebt habe; Assimilation bedeutete für ihn, dass jede eigenständige jüdische Identität verschwinden sollte. Daraus resultierte auch seine scharfe Abneigung gegen den Zionismus. Nach der Wende zu Esoterik um 1901 leitete Steiner seine Sicht des Judentums aus der Wurzelrassenlehre ab, kombiniert mit Motiven des traditionellen christlichen Antisemitismus. Je mehr er sich von den Theosophie entfernte und christliche Elemente in die Anthroposophie aufnahm, desto stärker betonte Steiner, die Juden leugneten Christus und seien eine verderbte, Wurzellose Rasse’.[59]
Also interesting is this passage: ‘Wie andere völkische Ideologen behaupten Steiner und seine Anhänger, dass die Juden besonders rassisch dächten und sich von der Fixen Idee der Reinheit des Blutes leiten ließen, ‘es liegt bei ihnen im Blut, des Einheitsgott, das Momon zu vertreten’ (see Jos Verhulst and in his particular case the possibility of ‘völkisch’ thought is not exaggerated, as we will see later, FS). Hans Razum meinte, ‘jahrtausendelange Inzucht charakterisiert die Rassenpolitik der Juden’; aber diese Reinheit des Blutes helfe nichts, wenn die ‘geistige Kulturaufgabe’ eines Volkes erfüllt sei. Mission erfüllt, Verfall programmiert, lautet die anthroposophische Grundregel (in my view Bierl explains it well, see all the earlier discussed passages of Steiner about the Native Americans, FS). Aus einer angeblich besonders starken Blutsbindung der Juden schlussfolgerte Steiner abstrakte Strenge und Unerbittlichkeit. Er leitete daraus allerlei Klischees ab: Monotheismus gleich geistige Erstarrung, die Juden lebten nach einem ‘unfruchtbaren Gesetz’, seien ausgedörrt und versteinert’.[60]
He pays also some attention to the passage of Steiner from GA 100. Bierl: ‘In Blavatskys Theosophie werden die Juden, im Gegensatz zu Ariern, als bösartige, verschlagene, machthungerige Rasse dargestellt.[61] Steiner verknüpfte diese Lehre mit dem Christlichen Motiv der jüdischen Gottesmörder und Gottesleugner und erklärte seinen Zuhörern (1907) dass die Juden darum rassisch nicht aufsteigen könnten: ‘Wie könnte man das klarer ausdrücken als in dem Bild dessen, der Führer von sich weist und der sich nicht aufsteigen vermag! Das ist die Sage von Ahasver, dem Ewigen Juden, der da saß und den größten Führer, den Christus Jesus, von sich stieß, nichts wissen wollte von der Entwickelung, und der deshalb bei seiner Rasse bleiben muss, immer wiederkehren muss in seiner Rasse’ (we have seen this passage before, FS). Nach der antisemitische christlichen Überlieferung ist der Jude Ahasver auf ewig verflucht, weil er Jesus auf dem Kreuzweg eine Ruhepause verweigerte.
Der Phantasierte Zusammenhang zwischen spiritueller Entwickelung und rassischer Höherentwickelung und die Vorstellung, die Juden als Gottesleugner seien Angehörige einer zurückgebliebenen Rasse, werden noch deutlicher in einem Vortrag, den Steiner ein Jahr später hielt (…)‘Und wenn andere Menschen, welche auf die großen Führer der Menschheit hören und die Seele mit dem ewigen Wesenkern bewahren, in einer vorgeschrittenen Rasse wiedererscheinen, so wird der, der von großen Menschheitsführer von sich stößt, immer in derselben Rasse wiedererscheinen, weil er nur die eine Gestalt hat ausbilden können. Das ist die tiefere Idee des Ahasver, der immer in derselben Gestalt wiederkehren muss, weil er die Hand des größten Führers, des Christus, von sich gewiesen hat. So ist die Möglichkeit für den Menschen vorhanden, mit dem Wesen einer Inkarnation zu verwachsen, den Menschheitsführer von sich zu stoßen, oder aber die Wandlung durchzumachen zu höheren Rassen, zu immer höheren Vervollkommnung. Rassen würden gar nicht dekadent werden, gar nicht untergehen, wenn es nicht Seelen gäbe, die nicht weiterrücken wollen zu einer höheren Rassenform. Schauen Sie hin auf Rassen, die sich erhalten haben aus früherer Zeit: Sie sind bloß deshalb da, weil da Seelen nicht höher steigen könnte’.[62]
The passages of GA 100 and GA 102 shows also something else; whatever Jos Verhulst and some other defenders of Steiner may say (using the argument that the Jews themselves are ‘racial obsessed’) this is not what Steiner says. Jews have to incarnate in the same race, because they didn’t recognise Christ. Although there are strong parallels with the traditional Christian anti-Semitism (the Jews are doomed, because they didn’t recognise or even murdered Christ) it is interesting to see how this notion mixed with Steiner’s idea of the Mission of people and races.
The words of this passage, original from GA 102, are a reprise of what we have seen earlier. Some races became decadent, but the higher souls incarnated in newer and better forms. The sad thing is that some contemporary anthroposophists still use these kind of arguments to defend Steiner, also in the many debates I participated in, totally unable to identify this as racism. This was in case of the Native Americans. The argument was, although the natives had a great spirituality and philosophy about Nature and Harmony (all those clichés), in the current Indians are incarnated lower souls, see their poverty, casinos and addiction problems in their reservations ( the natives were literally called ‘a sick race’). Another opponent (from outspoken ‘orthodox signature’ and editor of an important anthroposophical magazine in the Netherlands) said that he didn’t like it, but Steiner had said this was ‘eine Gesetzmäßigkeit’, so it was no fun, but these are the facts. But the higher souls of the former spiritual natives have now incarnated in new forms, so nothing wrong with that.[63] But what can you expect from individual anthroposophists as even de van Baarda-report uses arguments like these? Because what do they have to say about this passage (cit. 40 in the report)?
‘The essence of this quote is ‘Rassen würden gar nicht dekadent werden, gar nicht untergehen, wenn es nicht Seelen gäbe, die nicht weiterrücken können und nicht weiterrücken wollen zu einer höheren Rassenform’. Also here, Steiner uses the word Race in a Theosophical way, somewhere further he mentions some peoples from Atlantis. The different physical possibilities of races, are called ‘Rassenformen’, but they are always at service of the souls who want to incarnate on earth. On earth there have to be physical bodies which are necessary for the next stage of development of those souls, or fitting with the individual needs of these souls. If every soul went through a certain development, the races which were necessary for this development are dying out, because there is no need for any soul to incarnate in such a race. So the human soul is not dependent on a race, the human souls themselves decide which races will appear on earth. With the decadency of a race Steiner means that the bodies of that race were stagnated in their development. When there are still souls incarnating in such a race, these are souls who didn’t develop themselves. And with decadent, Steiner means not developing anymore, which means stagnation. But this is never meant definitively for a soul, because the has always the possibility to incarnate again in a body which fits in the necessary development of the human kind’.[64]
Again reincarnation as the universal alibi for racism. ‘Mission erfüllt, Verfall programmiert’, calls Bierl this universal law of Steiner. ‘Daß is einfach eine Gesetzmäßigkeit’, says Steiner in the fourth lecture of Die Mission einzelner Volksseelen and immediately followed by this explanation: ‘Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteiligung. Hier ist die Wahrheit zwar manchmal verschleiert, aber Sie sehen, man kommt mit Hilfe der Geheimwissenschaft doch auf merkwürdige Erkenntnisse’[65]
Remarkable is that Helmut Zander doesn’t mention this example of the Ahasver Myth. He mentions another example: ‘…in der Substanz der Evolution des Judentums kein Vermögen mehr besteht, heraufzureichen zu den Offenbarungen des Gottesreiches (GA 148, 60);…Es nicht mehr für diese Erde möglich die Offenbarung des alten Judentums, denn die alten Juden sind nicht mehr da, um sie aufzunehmen. Das muß als etwas Wertloses auf unserer Erde angesehen werden’.[66]
Zanders general remark on Steiners position on Judaism is nuanced: ‘Ein kritischer Blick auf seine Evolutionsbegründeten Abwertungen des Judentums hat sich ihm gleichwohl nicht eröffnet, hier liegt das Kernproblem seines theosophischen Antisemitismus. Ihm war auch nicht klar, in welch großem Ausmaß er mit derartigen Hierarchisierungsmodellen evolutionistische Entwürfe der Ethnologie und Religionswissenschaft um 1900 aufnahm. Bis heute fällt es Anthroposophen schwer, die Ambivalenz Steiners zwischen der Verteidigung jüdischer Positionen einerseits und seinem Antijudaismen und Antisemitismen andererseits zu realisieren’.[67]
I think it would be wise to be not to conclusive about this sensitive issue. But there is one thing we can be sure of. Radical anti-Semitism or Holocaust revisionism are not to justify in the tradition of Rudolf Steiner, beside that it is also immoral in general. But also based on Steiner’s ideas about Judaism or even races in general, there is absolutely no ground for the severe aberration of anthroposophy I will discuss in the next part.

How Ahriman and the occult fellowships are building their ‘World Termite State’ and made up the ‘Holocaust Myth’ to suppress the Christian Impulse from Central Europe

Jens Heisterkamp, prominent anthroposophist in Germany, one of the authors of the Franfurther Memorandum and editor of Info3, on the Russian anthroposophist Gennady Bondarew: ‘Während Bondarew als Ziel von West Alliierten und Sowjets im Zweiten Weltkrieg die ‘Ausrottung der Bevölkerung Mittel- und Osteuropas’ ausmacht, finden sich in Bezug auf die Ausrottungsaktionen der Deutschen nur vielsagende Auslassungen von Seite 241 der Publikation an, wo es um das Schicksal des europäischen Judentum während der nationalsozialistischen Herrschaft geht, erklärt der Verlag in einer Fußnote: ‘Die heute in Westeuropa allgemein geltenden Rechtsvorschriften zwangen die Redaktion, dieses Kapitel um einige Abschnitte zu kürzen. Es bleibt zu hoffen, das der geneigte Leser den Gedanken des Autors trotzdem zu folgen vermag’. Dies fällt allerdings nicht schwer. Jene ‘Rechtsvorschriften’ beziehen sich ebenso wie die durch Klammern ausgedeuteten Passagen Bondarews auf die mittlerweile auch in der Schweiz strafbare Leugnung der Massenvernichtung der europäischen Juden im Dritten Reich. ‘Müssen wir uns jeden Schwindel, jede Lüge anhören und uns damit ihren Folgen generationslang unterwerfen?’ fragt Bondarew. (…) Zurück bleibt der Eindruck eines heillosen Sektierums. Was immer Bondarew in Russland während der schweren Jahre des sozialistischen Regimes geleistet haben mag- dieses Buch ist eine Schande für Rudolf Steiner und der Anthroposophie’.[68]

Also in the Netherlands there was even a ‘Bondarev affair’. It hardly reached the media, except ‘de Groene Amsterdammer’. In an article of Rene Zwaap, on 15-10-1997, we could read that Ron Dunselman, chair of the Dutch Anthroposophical Society, made a strong effort at the Ministry of Foreign Affairs to withdraw a visa for the Russian anthroposophist Bondarew, who was invited to come to the Netherlands, ironically by the prominent Dutch anthroposophist Willem Frederik Veltman and the banker Rudolf Mees, a strong supporter of anthroposophical initiatives in the Netherlands. The reason was Dunselman, who ordered to translate some fragments of the Russian version of Bondarev’s book Antroposophie auf der Kreuzung der okkult-politischen Bewegungen der Gegenwart, after rumours of anti-Semitism, concluded this man was a structural racist and anti-Semite.
Things appeared far more worse than he expected. Bondarev appeared not only a severe anti-Semite but also a Holocaust revisionist, basing himself on the ideas of the French Holocaust denier Robert Faurisson (we will see this name again). Although supported by the organisation of Veltman and Mees, who even invited former foreign minister and ex UN High commissioner on the Minorities and Human Rights, Max van der Stoel, to join the committee of recommendation, for Dunselman this was enough reason to try to keep Bondarev away from a congress he was invited to speak, in The Hague, October 1997. Although this was a little bit a blamage for a general respected ex minister Max van der Stoel and some other prominents (according to this article van der Stoel appeared to be a former classmate of WF Veltman, for that reason he joined the committee) the Dutch anthroposophical community made a principal statement. This gave some troubles within the anthroposophical ranks of the Netherlands; for example WF Veltman, one of the most prominent but also an outspoken conservative member of the Dutch anthroposophical society, withdraw his membership.[69]
This happened at the moment that the Dutch Anthroposophical Society was in the middle of the ‘racism affair’. A year before, two parents of children on a Dutch Waldorfschool contacted the media after they found some racist text and a drawing in the school cahiers of their children. A large newpaper opened with the article ‘Op de Vrije school hebben negers dikke lippen’ (‘on Waldorschools, negroes have thick lips’). After this first rumours, one of these parents, Toos Jeurissen, wrote a brochure ‘Uit de Vrije school geklapt; Antroposofisch racisme; een stellingname’. Again this arose a lot of publicity and finally Mr. Christof Wiechert, vice chairman of the Dutch Anthroposophical Society was interviewed on the radio. He explained some passages of Steiner by pointing at the vitality surpluses of the black footballplayers of Ajax and on the tragic events of the massacre of Wounded Knee, to suggest that Rudolf Steiner was right with his insights about the native Americans as a dying race. After this happened, on a special general assemblee, the Dutch anthroposophists decided to install the van Baarda Commission to research the work of Steiner for possible racism. This story has been told many times, at least in the Netherlands.
But the most interesting thing here is, we have seen the Dutch anthroposophists acted quiet effectively in the case of Bondarev. Lobbying for refusing someone’s visa is quiet a radical measure, I think. Maybe to much (you can also declare you don’t support or agree with these ideas), but anyway the Dutch anthroposophists acted (like the German anthroposophists acted in the case of Andreas Molau [70]). My question is, why even promoting (on all the Dutch anthroposophical websites) a magazine and website which is at least as radical as Bondarev? I never had the opportunity to read Bondarev’s texts, but I can’t imagine that it is even more worse than this. Let’s not forget that Bondarev’s most radical texts were not even translated in German (only a softened version,though some texts are translated in English and available on the internet like here). The difference with this website is, that it is all in Dutch and available on the internet. So why even promoting this ‘medium’? I will show here a long fragment, translated into English and German, of one of the articles of ‘de Brug’. From The Ahrimanic Society; Ahriman, state, multiculturalism and Holocaust  (the original Dutch text can be found here: http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b46met/b46.htm ). Click here for the German translation (edited by Michael Eggert). Here the English version (translation FS with some editing of Ramon de Jonghe):

‘In the sequence of Post-Atlantic culture periods, we see a resonance between the first and seventh, second and sixth, and third (Egyptian-Babylonian) in our fifth post-Atlantic period. That does not mean that the fifth culture period must be a repetition of the Egyptian period. It should be a mirror in which the new element, the Christ-impulse, is included.

Ahriman tries to make a repetition of it in which every reference to Christ is missing. It seems that he, the Antichrist, is creating a kind of anti-religion in the lives of many with the main doctrines: multiculturalism and holocaust.

– Multi-culture: the mendacity of this ‘concept’ was yet again demonstrated following the accession of Turkey to the EU. Adultery was no longer punishable. Several commentators pointed out that business and trade compliance of a contract while suddenly obvious – where a voluntary personal commitment of faith to marriage – is not a contract that should be respected.

Matthias Storme in ‘De Doorbraak’ (No. 9 October 2004):

“The great majority of the cultures, the compliance with the voluntary loyalty obligation is still important to the social order and, if not physical then at least before its intangible spiritual entity of man. But the new high priests of the ‘Eureligion’ know of course much better: their materialistic and family hostile ideology is the only one who is still permitted. That a democratically elected parliament in a country that thinks otherwise can not be accepted, the concept of multi-culture can only be used for traditional social institutions to move aside and, of course, not to keep them. In the new ‘Eureligion’ virtues as natural loyalty and faith fit no longer, but is a suspect idea from an obscurantist past. The idea that we are committed to forming a co-based family of faith is unacceptable in that religion: man must be liberated from all those heavy bands and constantly be open for new consumer experiences, constantly ready to use the market goods, which must be replaced by new, nicer, more modern. ”

– The ‘Holocaust’.

In the Western world everyone is free to think what he wants on a particular historical fact. Has someone the opinion that Napoleon never had a campaign in Russia, and he writes a book with arguments for that proposition, he can do. But there is one topic that should not be examined, and that is the ‘holocaust’, the dogma of the systematic slaughter of 6 million Jews during the Second World War.

In most Western countries it is prohibited by law to comply with this ‘fact’.

Why only to this ‘fact’? Stalin and Mao were responsible for the deaths of millions of people, but nobody seems to be disturbed by these facts. Why systematically revive and picture the German war action?

There is obviously no doubt that the Anglo-Saxon occult lodges know that a threat for them only can come from Central Europe. And as to frustrate each operation of a spiritual impulse, Germany is depicted as the origin of all evil.

Where the Mystery of Golgotha is the spindle in the spiritual development of humanity for all mankind, a shining beacon in the joint search for the right way to realize the Christ Impulse in the world, we are on a central mental-rejection point, the black hole in human history which everyone must avoid and that humanity unites in a common hatred against …. the spiritual impulse from Central Europe! Because it is no coincidence that the Holocaust was to be kept alive for a constant hatred against the German people, against Germany as an area for which humanity should be careful and vigilant. Even before the war the hate propaganda already began.

Previously, in the cinema new movies were always shown before the film began. In 1981 died Jack Glenn, the man who made movies in the United States. Occasionally, this guy made arrangements of world events played by actors in a theatrical sequel decor. One of his movies was ‘Inside Nazi Germany’, launched in 1938. It contained a scene of a concentration camp, filmed on Staten Island with New York actors. Much of the film was included in the Third Reich by a freelance cameraman, but Louis Roche Ment, the producer, had the feeling that the film was censored by the German authorities and ordered Glenn to dramatize the Nazi brutality. Millions of Americans who saw these new movies in their local cinema, were convinced that what they saw was reality. How many of those situations that we’re presented today would not get the work of movie artists?

The fact is that after the war the Allies hired Hollywood producers to make propaganda films for army use.

David Irving’s commentary:

“A few years ago came, I think on BBC2, a program on ‘documentaries’ of this Glenn. The documentary revealed that the scenes of SA brown hordes who molest their enemies who were in the streets of Berlin and the Jews in Vienna who were cleaning up the sidewalk, were filmed in the scenes of Hollywood. The Japanese soldiers babies on their bayonets tasks and other atrocities were also hate propaganda scenes from Hollywood. I am not saying that these facts do not actually have occurred. But modern television makers are now using those images to fill their own reports, just as material from the former Soviet GPOE is used as authentic. For years they have deceived the public and fed the wheel of hate. ”

On the website of David Irving (http://www.fpp.co.uk/online/index.html ) we can also read how a film crew from the U.S. army directed the ‘discovery’ of a bag with golden teeth of concentration camp victims in the (empty) safes of the Reich Bank. Another clever piece of propaganda.

Why is Spielbergs film ‘Schindler List’ recorded in black and white? Shortly after the release of the film, the first cameraman in a German magazine declared that they intentionally wanted to create documentary impression so that later (even less critical – fdw) generations would be easily convinced of the veracity.

The film is however based on a novel, the product of the imagination of a writer, Thomas Kenneally. But there is something strange that happened. In the first edition of the book, before the film was released, the word ‘fiction’ appears five times. In the second edition three times and in the third edition the word ‘fiction’ disappeared. Some weekend newspapers even list the book as non-fiction “!

Why are the so called ‘revisionists’ as Norman Finkelstein, David Irving, Robert Faurisson, Ernst Zündel stubbornly prosecuted as if they were heretics during the Inquisition period? For the same reason as then: they have set themselves outside the community of believers who cherish the dogma: Germany is the source of all evil.

In Canada, Ernst Zündel is imprisoned for 22 months (December 2004) in solitary confinement because of his conviction; he has never hurt anyone, but only expressed his opinion. The lawsuits against him seem like Kafka’s books: the former head of the secret service that has followed him for years now is his judge. Each question of the defence is rejected because of national security.

The Antichrist, cunning to change things in their opposite, tries to replace the Holy Spirit by a very worldly, very empty, concept with the name Holocaust, not coincidentally in English sounding as ‘Holy Ghost’.[71]

So far this long fragment of this remarkable ‘article’(more a collection of slogans) from de Brug. Although one of rougher category, it is not the only one in its kind. But let’s also have look on a kind of  ‘propaganda wallpaper’ (fig. 7), they placed in the same issue (I don’t know what else this could be).

Fig. 7 ‘propaganda-wallpaper’ from de Brug (http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b46met/b46.htm) Rudolf Steiner as an alternative to ‘Bush’ and ‘Bin Laden’. Translation: Left (under ‘Uncle Sam’): ‘Fight for me to save the values of our materialistic God. Choose freedom of religion, commercials will show the way. Economic Freedom = Social Darwinism. Here (lacks) Brotherhood’. Right (under ‘Osama Bin Laden’): ‘Fight for me to save the values of our spiritual God. You don’t need freedom: Allah will show the way. Spiritual equality = denying the individual. Here (lacks) Freedom’. Middle part (under Rudolf Steiner): ‘In the sphere of law everyone is equal. One man = one vote. Direct democracy keeps the western economic and the eastern spiritual tendencies within their boundaries. Here (lacks) Equality’. (they probably mean ‘uniformity’, although it is typical for ‘de Brug’ to promote inequality, FS). Something different than Steiner’s idea of the Social Threefolding.

In another article, The Ahrimanic personality, after a description of how the demonic the character of the Rothschild family is) we can read:

‘In these circuits, we find the occult brotherhoods. That they might predominantly by Jews at this time is no longer relevant. If it suits their purposes, they also betray their ‘fellow race members’ (‘hun rasgenoten’, FS) (There are several interesting studies on what kind of networks financed Hitler). As you can deduce from the article above even their own family members are not safe if they are willing to receive the ahrimanic inspirations.

We said that the efforts of occult lodges are designed to suppress every spiritual impulse of the Central European spirit. From there alone could come the only model for society that can fulfil the needs of mankind in the era of the consciousness soul. But this model, the Social Threefolding, means the end of the dominance of certain elites. These elites can maintain their power, when the people get no fruitful and inspired ideas about build up an alternative to deal with money, about direct democracy, about ‘Geisteswissenschaft’. And that is exactly what only can come from Middle Europe. From the Belgium-Brussels the European Moloch got prepared, decorated with western thinking, which seduced Central Europe. The Eastern areas were powerless and waiting for the impulse from Central Europe. It is because of the powers of the same centre that Hitler and Stalin could come to power. Nazism and Bolshevism have disappeared now, but the totalitarian system are restructuring themselves, both in Europe as in North America. Many Ahrimanic types work together to realise these systems’.[72]

Also this passage seems totally paranoid. The same lack of structure, but also the same hate against almost everything and above all the radical anti-Semitism(‘If it suits their purposes, they also betray their ‘fellow race members’). Beside that in this case Hitler is also ‘Ahrimanic’.
But the sympathy for the ideas of David Irving and Ernst Zündel, etc., goes even further. For their magazine they published an interview with another ‘Holocaust revisionist’, Johannes Lerle, who is also an anti-abortion activist. The reason why they publish the words of this personality is explained as following:

‘So executing criminals is not human, but apparently to murder unborn, innocent children is called human. There is obviously more behind this than what the legislators themselves do believe there is; a useful and cost-benefit principle in morality. Through the years of indoctrination, we believe abortion is not a moral problem, it is nothing more than the disposal of some ‘pregnancy tissue’. So the people were all just deceived by the idea that the principle that life must be slain if we decide there is no chance for a live in dignity (..) And all those women who want to maintain this principle ‘baas in eigen buik’? (means literally ‘boss of your own belly’. This was the slogan of the Dutch feminist abortion activists during the seventies, FS). In fact they are desperate, like the Indians who were forced by the Spanish conquistadors to work to death in the silver mines, desperate killed their own offspring. They saw no future for their children’.

‘This policy will result in a complicated chaos of Kharmic connections. Even the Angels and their hierarchies will be confused! Maybe this is a probable reason why nowadays there are so many broken families: were they originally meant to live together?’ [73] (so we are confusing the higher spiritual hierarchies that much with our abortion policies, that they putted people together who were never mentioned to be together? FS)

After this remarkable conclusion they published an interview with a militant Catholic anti abortion activist and Holocaust revisionist, Johannes Lerle, after the following introduction:

‘We as anthroposophist has to be alert for the sake of our fellow citizens. And perhaps we should be as inventive as Johannes Lerle!’ The interview follows:

‘Dr. Johannes Lerle from Erlangen in Germany is a known anti-abortion activist.

In June 2007 he was 1 year convicted for… negationism, particularly ‘because of instigating the people by denying openly the Nazi atrocities’.

How come we read in an interview with him on the Catholic website http://www.kreuz.net What our negationism called in German: Holocaust-leugner means literally ‘denying the Holocaust’. We translated this as the first questions (and answers) to understand.

Dr. Lerle, are you a ‘Holocaust Leugner’?

If a dissentient is called a denier (Leugner), then you are in the religious sphere. There are people who deny the Holy Trinity, the Immaculate Conception, the Resurrection, etc.

What do you mean?

The expression holocaust ‘Leugner’ that you use, reveals that this obviously is an article of faith. Because csidering historical facts you can deny whatever you want.

Examples?

You may ignore many historical facts: the war crimes of the Soviet Army in the “liberation” of Germany, the war and post-war crimes of our so called American friends, even the child murders in their parental body, on a much larger scale than the Nazi horror …. All one can deny, except the crimes Hitler.

Is that a problem?

Yes, a great problem. Because the fundamental right of free speech should only be limited by general laws, and not the exception for laws that deny the crimes of Hitler are punishable, while all other crimes and problems with impunity and denied excused them.

And the genocide of the Jews?

An Exceptional inconsistent with the Constitution, the Holocaust into a religion doctrine imposed by the State. To deny it is forbidden, just like heresy in earlier centuries.

So the holocaust is a new religion?

Yes. But the problem is it that only God can provide an article of faith, nobody else. And about the Nazi gas chambers is simply nothing in the Bible. Therefore, it can’t be considered as a religious dogma.

No article of faith of God, but surely of the people?

Of course. But people can wander, and people can lie, even deliberately.

Do you have reasons to believe that?

I wasn’t born during the Hitler time. But I have learned at school the lie that the Nazi regime made soap of human bones and lampshades of human skin.

What did you conclude on this?

I heard myself that that they lied to us about Hitler’s crimes. In Germany we say: ‘Einem Lügner glaubt man nicht, wenn er auch die Wahrheit spricht’.[74]

This is going on in the same way. I show this very detailed (maybe too) but I think it is important to show what this magazine is doing. For me there is still the question why? Because the main aim of this website is (in there own words): to spread the thoughts of Rudolf Steiner, because we believe the world needs them’

Holocaust denying is not the only activity of this magazine which should be questioned. There is more, maybe to many.

Another interesting fragment comes from the article ‘The Ahrimanic Future’. Although this is a concept of Steiner himself (as they explain), the way they describe this is typical for de Brug:

‘This expression is for anthroposophists a concept for a phase in human development which is largely still has to come and a powerful and intelligent creatures who try to neutralize the Christ-impulse. Several inspired artists have already described how this future will look like. We have in mind of course ‘1984’ by George Orwell and ‘Brave New World’ by Aldous Huxley, but many lesser-known science-fiction authors, cartoonists and filmmakers have the same picture of a depressing future had a future in which the people as an amorphous mass consumer a soul and spirit free existence in a society by a small elite with sophisticated techniques governed. Since 1998, the business rapidly affected. This is not only determined by anthroposophists. The Internet is overloaded with websites of the various facets of this trend and highlight different assumptions and present conspiracy theories. The difference of these theories with the anthroposophical interpretation is that we assume that this is organised by a spiritual entity, an organized power of non earthly or materialistic origin, while non-anthroposophists search the guilty ones within the earth atmosphere (Freemasons, Lodge, Illuminati, Zionists, capitalists ) or outside the earth atmosphere, where they assume work of more or less material intelligences (UFOs, etc.). We are aware that the organizations and groups that we see working in the direction of a ‘World-termite State’ (original ‘Wereld termietenstaat’, they use this expression on different places, FS) is also the implementation of a superhuman intelligence, called Ahriman. The world today is massively overwhelmed by his influence, we can see the lies’.[75]

In another article, describing this ‘Ahrimanic future’, we can read the following:

‘Since the last 2000 years the Luciferian type had replaced gradually by the ahrimanic type. If we read the descriptions of Caesar how inspired the Nervians fought against the Romans till the last man died, we conclude that in terms of individual courage they were higher developed than the average Roman. The Romans fought with more technology, in certain tactical setups, so with the cold, calculated reason. And they won. Also in the last world war, it is significant how the Germans fought with honour, compared with Americans (That the propaganda has managed to reverse this view illustrates yet again the great potential of the occult groups)’.[76]

You could say that the people who wrote these articles are completely insane (sometimes it is more Starwars than anthroposophy, with Ahriman as the Dark side of the Force, or the Dark Lord of the Sith). Maybe, but they are very capable to read Rudolf Steiner, as they discuss a lot of his work on several places on this website, even his complete scheme of evolution, based on the different texts of Geheimwissenschaft about the past and future.[77] And that is not the easiest stuff concerning anthroposophy. Both editors of this magazine are respected members of the Belgian anthroposophical community. On several websites you can find their names (I don’t want to mention their names here, but everyone can find out who searches this website). They have several functions in the anthroposophical scene and are giving lectures on different anthroposophical subjects, also at the Rudolf Steiner Academie in Gent, one of the most respected anthroposophical institutes of Belgium. And they are not the only ones who write these kind of articles in this magazine. There are also others (different guest authors). So if these people are invited to give lectures about complex anthroposophical concepts (like the Ahrimanic future) I will take them seriously.
In this article I will mention one name of someone who wrote several articles for this magazine and who is also very active in the environment of this site (as shown before, in the introduction of this article, this website is a part of a collection of sites of the same kind, which are all connected, like for example ‘Vrij Geestesleven’). Jos Verhulst, a prominent anthroposophist in Belgium and also respected in the Dutch anthroposophical scene. He is the author of several books (mainly about Steiner’s ideas of evolution, which he tries to implement or to correspondent with accepted scientific insights). He also wrote a lot of articles which are accepted in the ‘more serious’ (anthroposophical) media. Earlier I cited his article on Steiner’s passage on Judaism, in which he also used David Irving as an example. But Verhulst is not a marginal figure in the anthroposophical scene of both the Netherlands and Belgium. So here a few passages of what he writes in de Brug in his article with the optimistic title A short preview on a terrible future:

‘Remarkable how quick the boundaries are moving of what can be said and what can’t be said. In the shadow of the Holocaust, which acts as an Ersatz-Mystery of Golgotha of the secular world religion, the taboos are increasing. Guy Verhofstadt (the Belgian Prime Minister at that time, FS) is ashamed now for the reasonable words, he wrote just ten or fifteen years ago on Islam in his ‘Burgermanifest’ (means ‘Civil Manifest’, FS). Opinions which thirty years ago could be published in the newspapers, are now a reason for prosecution for ‘incitement to hatred’. The sky above the Free Word is darkening rapidly, and the world becomes a stifling web of restrictions on speaking and even thinking.

But everything is more or less organised. Somewhere, situated in a centre X, rather than in a classic organized body, but more a diffuse anti-cultural breeding ground, there is a kind well structured ‘factory of memes’, that step by step pushes our world forward in a terrible direction. The real leader is not human but a spirit of anti-civilization, which more and more the powerful of the earth are willing to receive. I don’t know the exact nature or location of this source, but that it exists is as clear as the hunter is clearly aware of the existence of his prey, of which he has tracked the imprints in the snow. Who is watching how ideas and social norms are accelerated moving in the same direction, can not hide for this conclusion. This is not a ‘random drift’, nor a coincidental series of events. This is structural. Here is a corrupt kind of intelligence at work’.[78]

After this quiet paranoid theory (I think it is Ahriman) Verhulst is mentioning a lot of examples from Canada, most from the gay rights movement (I still wonder why this is such an issue for anthroposophists, but it apparently is, especially for the authors of the several articles on this website). But his main point is that he believes there are dark forces at work to censor every opinion, which is considered as ‘non political correct’. His conclusive part:

‘There is little doubt that the global anti-discrimination lobby accelerates towards a global ban on critical remarks on homosexuality.

Just as in Belgium in the Netherlands the political class converted to the anti-discrimination ideology . In our northern neighbour country, even the Constitution begins with the proclamation of this human hostile principle (this is nonsense, FS [79]). The consequences of such a step should be more reflected. What are the logical consequences of the fact that people are more open to disclose their criteria for choosing a marriage partner? This means nothing else than that the marriage choice itself is basically nationalized. The political class has the right to intervene with the introduction of the anti-discrimination laws, including the right appropriated to this life domain. It is one of the last stages of the collectivisation of family life. Individuals with such laws against the state step by step in the same ratio as the ratio has a rabbit against rabbit breeder. People have gradually manoeuvred into a position where they are in the eyes of the political class a kind of culture subjects. Do not think that this is far-fetched. About thirty years ago someone had said that the currently existing laws on real marriage, abortion, censorship, etc. ever reality would be, would love worn. However, it is now ready. What will be thirty years our part? What are the objectives that our guardians now have in mind? Nothing can be predicted with certainty, but an extrapolation of what during the previous decades was ‘achieved’ can be the basis for an ‘educated guess’. We may, for example, polygamous’ marriages’ expect the introduction of prostitution as a recognized profession, the imposition of quotas marriage – with premiums for ‘mixed marriages’. On the wish list are undoubtedly the abolition of the Christian calendar and the Christian era, mandatory Holocaust education (relevant measures were already Verhofstadt promised during his visit to Israel) and ethnic taxes (higher rates for people with a ‘guilty’ ethnic or racial background). Again: don’t think this is exaggerated. Towards this direction we will evolve. Don’t have any illusions. And the worst things have still to come’.

After this optimistic message of Jos Verhulst, de Brug concludes with a short editorial comment:

‘Sounds all rather depressing, but this is a step in the development of mankind which we should go through. For us it is a challenge to find the right ideas and thoughts to come and to distribute especially the thoughts of the social threefolding, that the human beings live together within three areas, each with its own principles.

The situation of the first Christians in the catacombs of Rome was also not very bright, Nero and his fellows accused them of burning down the city, that they were terrorists! But ultimately the Empire collapsed by its own unwieldiness. That may give us a little bit of courage …’ [80]

The issue Sigismund von Gleich

If you have a look on this collection of articles you might question what all this (quiet depressing and xenophobic) stuff has to do with anthroposophy. There may be some racism in the work of Steiner, but why transmitting the ideas of David Irving into the anthroposophy? And why all this self declared victimization?
This kind of pessimism or even fatalism, which also dominates these articles, has a certain tradition in anthroposophy. I think de Brug perfectly fits into that tradition. If there is one example of this pessimistic voice, it is Sigismund von Gleich, an original German anthroposophist who lived for a long time in the Netherlands. His magnum opus Der Mensch der Eiszeit und Atlantis (1936) is a more personal variant on Steiner’s view on the history of mankind, but sometimes even more racist. In de Brug, the editors published a short excerpt of this work. Maybe it is worthwhile to show it here (translation of the Dutch original, which is a very confusing text, even almost unreadable in Dutch, FS):

‘In the development of man and earth, we identify several larger and smaller units of time. The Earth went through different stages which we designate by the name of a celestial body, eg. Saturn, Sun and Moon. As you know we live now in the fifth culture period of the fifth period. After the fourth period, called Atlantis, followed by the Deluge. Then came the ancient Indian culture period, the ancient Persian, the Egyptian-Babylonian and Greco-Roman. It seems that in anthroposophy all large, well-known cultures have a place, except one: the Chinese. That has to do with the strong sequel of Atlantic elements in this culture. Sigismund von Gleich searched for the origins of various peoples, and discovered interesting connections. A number of terms he used in modern anthropology is no longer used (Indo Germanic became Indo-European, etc.), but for modern science will the spirit science is nonsense anyway. We will therefore begin the story with Noah:

‘Manu or Noah led the most practicable part of the fifth Atlantean race (the ‘Ur-Semites’ – fdw) from the sinking Atlantis to Inner Asia.[81] Therefore this race represents the Noah origin, of which was rescued from the deluge and developed to the fifth rootrace (after-Atlantic or Aryan). Noah had three sons: Japhet, Ham and Sem. How should we reveal these historical ethnologic insights from the spiritual science of the history of the ice age?

Japhet meant the bulk of the Indo-Germanic mankind. The people mentioned in Genesis, show clearly the name ‘Javanese’, like the Ionians, ‘Madai’ the Medes, ‘Gomer’ the Cimbres. Actually Japhet stands for the Euro-Caucasian humanity. The Greeks called him Japetos, whose son Prometheus was chained by Zeus-Jupiter in the rocks of the Caucasus. This image tells us: The promethean power of the brain of the Aryan-Caucasian people in the post-Atlantic period was developed, first in the high rocky mountains of the head, the Jupiter-thinking seated in the brains. Japetos and Prometheus are at the beginning of the Greek family tree. In antiquity, the Greeks and Ionians were regarded as a Zeus-Jupiter People, the people of thinkers. Rudolf Steiner described Plato as a typical representative of this spirit. The region of the Sea of Azov (or Asa Sea) to the peaks of the Caucasus, where Europe goes into Asia, was always called Asia. The Gothic and Scandinavian peoples called the foot of the Caucasus in their Nordic Saga, Asaland, or the wall of Asahai. It is the origin of the dynasty of the

Fig. 8 Map of the ‘post-Atlantean world’, as described by Sigismund von Gleich (published in de Brug, http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/b18chincul.htm

‘Asgardians’[82] , their gods and heroes, and in all myths Odin departed from there to the European North… Prometheus’ mother or wife was Asia. The lofty Caucasus itself as origin of the Asgardians still has the word ‘Asi’ in its last syllable. All the people there regard it as a holy mountain chain. Asia is the land of the gods and angels, but especially the Jupiter Beings of which the Aryan Caucasian or Indo-Germanic peoples of Europe belong to because they felt themselves the gods worked in them as the ‘form forces’ from the region of the Caucasus.

The origin of both the Indo-Germanic peoples as the Semites can be found in that part of the Atlantic rootrace, occupying the northwestern European part of Atlantis, to the area of Hyperborea, and the areas in Asia. This group of people we call ‘Noah’, as it has survived the deluge. This Noah, the seeds of Eurasian-Aryan humanity comes from Japhet, the ‘Indogermanicness’. Sem or the Semites sprang from the same blood, but formed a separate branch. In the Semite race works also the Turanian element *. The ‘Geisteswissenschaft’ has found that at one time the North Atlantic peoples flow together with the southern stream of Turanians who left Atlantis via Africa. The Semites emerged as a strange mixture. ‘Everything which was decadent of the Turanians worked transforming and eliminating in the Hebrew people’. (Rudolf Steiner explains in Das Mattheus Evangelium, ‘that the old Atlantic ‘Hellsehen’ is not manifested in a lower astral body of the Hebrews, but inwarded and hit the inner life’). Sem is the mixture of pre-Aryan element with the North Asian, Mongolian Turanian-world flow attached. This is what Sem while the pre-Aryan element, especially in the more Chinese element lived, although the Mongolian part had become strong. Finally, the Sem-Semite element of the subsequent time when the Eurasian-Aryan element, the Turanian had recast in a positive way – in contrast with the Chinese element.

The result is a very special polarity between Semites and the Mongolian-Turanian Chinese elements. The two are related, but opposite in their polarity! In both ethnic groups the blood is highly organized, working alongside the general human forces of the sun especially the forces of Mars in case of the Turanians. But in the Mongols these solar effects are overwhelming, while with the Semites there is the reverse situation. However, both varieties are very aggressive (oorlogszuchtig!). Rudolf Steiner describes this in detail in Die Mission einzelner Volksseelen (GA 121)[83]. It is one of the main imprints of the second period after Atlantic culture which the constellation of Gemini is the emergence of the Semites and the polar opposite Chinese, which in many respects belong to each other as light and shadow. The old Chinese culture, which around 3100 from Inner Asia (Turkistan) went east where it awoke, wanted to keep the Luciferian Spirit of Atlantis, but the old Persian and old Semitic-which developed parallel to them- dived bravely into the darkness of the matter and fought with the earth-darkness. The Light Culture of Iran stood against the dark magic of Turan and prepared the Christianity. Across the Persian dualism of Ormuzd and Ahriman stood the ancient Chinese of Yin and Yang – the heavenly and earthly in polarity. But at the same time formed from the Turanian-Semitic Aryan mixing the Twins, whose Hebrew branch prepared Christianity, while the Arab branch as a shadow of the post-Semitism turned against the latter. But in the ‘Hebrewship’ itself, which began with Abraham, with Ishmael as the ‘Arabness’, revealed the Gemini principle (in the course of history this happens all the time time). By the end of the Gemini Era the Semite element-originated in the region of the Caspian Sea and were created from the contact with Turanians, appeared for the first time in North Babylon and conquered by its lust for war Anatolia and the Levant, and some later Arabia, where a secondary centre was established.

Everyone who compares the real-Semitic Hebrew face type eg. with the classic Turkish (Turanian), will notify the great similarities. Semites and Chinese are peoples who are both masters in mathematics, and they have a perfect control over the monetary system and all trade! It should be remembered that, in addition to the Hebrew Semites traditionally the Assyrians, the Babylonians (2000 BC), the Syrians, and of course the Arabs are included. Mathematics and monism are the philosophies that have become classic, thanks to the Semites. It becomes clear how the teachings of the Atlantic Manu admitted one from Inner Asia to the West in the ‘Turanised Semiteness’ and eastbound in the Aryan affected the ‘Turanianship’/ ‘Chineseness’ (Sigismund von Gleich, or the translator are using the same kind of neologisms, FS). The Hebrew Ye-ho-va corresponds with the Chinese name of God ‘I-Hi-Wei’, whose trinity Lao-Tse profound described: ‘Who looks on thou and thou do not see it, which is the name I mentioned. Who listens and thou will hear him, which is the name called Hi, to whom be the hands and grabs him, which is the name of Wei. These three are not understandable, nor penetrable, so they are united’. [… ]

So we see again how misleading schemes sometimes can be. They give the impression as if there is any period or culture period is fully completed, while in reality forerunners and laggards along with the mainstream business. On the next page we try to identify what was discussed above (see fig. 8, FS). For completeness we mention that the Ham Hamite population arose, through a mixture of the fifth and sixth race of Atlantis. Hugo Obermaier wrote : ‘The ancient Egyptians are the main representatives of Hamites which are the white North Africans, like Europeans, but considering colour, hair type and face they are more related to the west Mediterranean race’.[84]

Beside this is historical, linguistic, etymological, anthropological, etc. (you name it) complete nonsense, it is sometimes also quiet racist. At least stereotyping. Why these remarks about ‘the Semites who have a perfect control over the monetary system and all trade’? The ‘normal science’ could be far from perfect, but this ‘spiritual science’ (Geiteswissenschaft) is nothing more than promoting stereotypes (at least this example of ‘Geisteswissenschaft’).
But, there is one remarkable thing to tell about the author, Sigismund von Gleich. Whatever you may think of these ideas, it seems that he was a principal dissident of the Nazi regime. He even fled to the Netherlands, before it was occupied by Germany. After the war he was one of the few in the Netherlands who openly criticized the Dutch colonial war against the post-war independence movement of Indonesia, of Sukarno. This has been described by Dieter Brüll, professor in Tax Law and prominent anthroposophist in the Netherlands (of German origin). Earlier the ideas of von Gleich were strongly criticized by Gjalt Zondergeld, professor in History at the Free University of Amsterdam and the first criticizer of Steiner’s views on races in the Netherlands. After Zondergeld published several articles Dieter Brüll wrote a now famous reply (at least in the circuits of conservative anthroposophists in the Netherlands) entitled ‘De Nieuwe Reactionairen’ (The new Reactionairies). In this article he defended von Gleich and praised him for his principal and brave attitude against the Nazis. Probably Brüll was right, so all respect to the person von Gleich. It doesn’t change my opinion on the ideas as described above. Beside this, von Gleich wrote some more texts after the war, during his time in the Netherlands. An example is his small publication The Holy Grail and the New Era of Christ (in Dutch ‘De Heilige Graal en de nieuwe tijd van Christus’). In this booklet he shows he didn’t change fundamentally. His ideas are quiet the same as his pre-war ideas. The difference is he writes some more positive about Judaism. The new target of his xenophobia has become the Islam. Two passages:

‘With a deep sense of sorrow and pain in the heart, many of us ask themselves: how many cruelties has the human kind to suffer before we reach the year 2000? And there are increasing numbers of people who feel or realise that the last years of this century will be crucial for the eternal faith of humanity. Most of the time we think of the superficial appearance of things. We fear the outbreak of the Third World War, revolutions, concentration camps, massive bloodshed, atom bombs and severe famines or epidemics, but less the spiritual collapse and the moral decay. Some of us may think of the possibility of unexpected natural catastrophes. The harsh afflictions which will suffer are more spiritual and will reach their climax around 2000. They are more related with the increasing but disastrous and immense disturbed changes of the condition of the soul and the moral orientation of the people, connected with the transformation of the rational and materialistic consciousness towards the spiritual inspired state of mind of the near future’.[85]

Unless the promise of a better future in the last sentence this seems typical anthroposophy in the same style of Jos Verhulst and the Ahriman obsessed articles of De Brug. This is a kind of dark and pessimistic anthroposophy I wasn’t familiar with, at least not in my own environment. But von Gleich continues:

‘While the old dreamlike clairvoyance of the Israelites changed in a deep religious or inspired thought, that was able to witness the presence of God, hardened this gift of the Ishmaelite Arabs of the desert in a way, that the seed originated for a form of intelligence, which denies the spirit and ‘ridicules’ the divine. Because of this the later Islamic monotheism is like a dead copy of the Israeli monotheism, although also the Law of Moses was revealed on Mount Sinai. Allah is the shadow of Jehovah!’[86]

Here we see the old von Gleich, like he was in 1936, although he changed his targets, which fits better in the post war climate. Suddenly he becomes almost a fan of Israel. He continues: ‘What a striking image (says von Gleich about his own metaphor, FS) for a dry, barren become power of the intellect – the desert, which all live is dead. The contemporary view of nature resembles a desert, where nothing is growing and the forces of life are nothing but a dead mechanism of atoms’.[87]

The interesting thing is that Dieter Brüll, in his defence of von Gleich, made the following statement (in the footnotes): ‘Who reads the books of von Gleich will be affected by the warmth of the way he describes the contribution to human civilization of the Arabs, the Chinese and the Jews’. [88] This is not a joke, Brüll really says this in his famous article ‘De nieuwe reactionairen’ (The New Reactionaries, the most effective defence against all accusations of racism in anthroposophy, according to an amount of conservative Dutch anthroposophists). Well, have a look yourself.

So far Sigismund von Gleich (old style or new style). Although, maybe one thing. In his defence of von Gleich against Zondergeld Dieter Brüll wrote the following (I quote the whole passage):

‘Like as if the Devil plays with Zondergeld he attacked exactly the ‘wrong racist’ Sigismund von Gleich. It is true that he published on Steiner’s ‘racial teachings’ before the Christian period (after the Christian era in the view of Steiner the racial differences lost their meaning). But he was just one of the most principal Nazi fighters in the earliest stage, who never made any concession. As the son of a Prussian General, he had distanced himself from his parental environment. Just once he acted as an officer, when the brown hordes came at his home for a search for ‘that Jew’. There was a guest and the slim man stood resolute amongst these thugs – Von Gleich: ‘Was suchen Sie hier?’ He didn’t give way for a moment from their side until they left without finding anything. He was also, on an evening, on the market in Nuremberg where the agitated mass burnt books of Jewish writers. But in a lecture for fifty people he quoted Heine, not necessarily for this lecture, but as a protest against this cultural disgrace. And then, after a ban on anthroposophy in Germany and he had emigrated to Holland, he often tried to warn the indifferent Dutch citizens for the brutality of the Nazis (but these were incidents? And Hitler had overcome unemployment, wasn’t he?). When the occupation gets behind him, he as a German, who ave lectures for living, he had the choice: Kultur Kammer of KZ. He refused to become a member. There followed a home search and all his manuscripts were confiscated. Finally he was called to appear in front of the Gestapo. Again the choice Kultur Kammer or KZ. ‘You see, I’ve already brought my suitcase’. Just after the liberation, he again fought against racism. For an audience full of ‘Dutch Imperialists’ (original ‘Rijkseenheders’) and other colonial types, he argued that the Netherlands were at a colonial war and that no argument could be found, why the whites had the right to patronize the Indonesians so heavily. And exactly this man should have written a racist oeuvre? Painful, Zondergeld. At the very least apologies to the relatives of von Gleich should be appropriate’.[89]

Before discussing the arguments concerning Sigismund von Gleich, I would like to discuss one other issue of this passage. That is Brüll’s remark between braces: ‘It is true that he published on Steiner’s ‘racial teachings’ before the Christian period (after the Christian era in the view of Steiner the racial differences lost their meaning)’. This short remark is the only thing Brüll says in the article about Steiner’s own ideas about races (except for one general remark in Steiner’s review on Homunkulus). Factually this is the one and only fragment he discusses Steiner. Further he discusses just critics and defenders of anthroposophy, except in the end. When he finished his argumentation he presents a kind of personal highlights of quotes of Rudolf Steiner, which could be interpreted as ‘anti-racist’. In most cases he just gives the year, not even a GA number. This to demonstrate how in his opinion Zondergeld works (just mentioning some isolated quotes without context). It is also the method of Lorenzo Ravagli who states the same about all critics of Steiner in Ravagli, ‘Rudolf Steiner und die Überwindung des Rassismus’ [89], but Ravagli’s article is much more extended and above all much more refined (but also not sufficient). But in ‘De nieuwe Reactionairen’ Brüll is just defending von Gleich and attacking some critics of the anthroposophy (Zondergeld, but also prof. JD Immelman, who wrote a critical analysis of the education method of the Waldorf Schools, but that has no relevance for this article). But his only statement/confession about how he thinks Steiner’s ideas about races are, is this small remark. And I am afraid that this statement: ‘after the Christian era in the view of Steiner the racial differences lost their meaning’ is completely untrue, although these kind of assertions were also done by other anthroposophists. Again the words of Helmut Zander: ‘Rassen seien ein Intermezzo der Menschheitsgeschichte. »Die Rassen sind entstanden und werden einmal vergehen, werden einmal nicht mehr da sein.« (GA 121,76 [1910]) Erneut artikulierte Steiner sein antimaterialistisches Leitmotiv, aber bei näherem Hinsehen bleibt dies ein gänzlich unpolitisches Argument. Die Rassenentstehung, die erst in der lemurischen Zeit begonnen habe, werde in der sechsten und siebten »Entwickelungsepoche« verschwinden (ebd.), das heißt: frühestens ungefähr im 9. Jahrtausend. Für eine politische Erledigung der Rassenfrage und für die Geltung von Steiners Rassentheorien ist dies eine lange, eine zu lange Zeit’.[91]
As seen before, we concluded that Zander is right. Think about the examples of the Native Americans, described as a dying race, during the nineteenth century or other contemporary situations. That the differences between races will disappear in Steiner’s view is correct, but in the far future. So definitively we can conclude that Brüll is wrong.
The reason I spend so much attention to this minor detail is that in the Netherlands there are some (more orthodox) anthroposophists who reject the van Baarda report (sixteen discriminative passages were for them unacceptable, one of these anthroposophists called this even ‘treason’) are always pointing at the article of Brüll as the best defence against accusations of racism, whatever the arguments may be. In the Netherlands ‘De Nieuwe Reactionairen’ became for this group a kind of a slogan; if you shout it loud enough you immunize Steiner of all critic. I hope I finally argued that this article is not sufficient to immunize Steiner of all critic on the issue of races. One suggestion for anthroposophists who don’t have this opinion: republish the article of Brüll on the internet in different languages, so everyone can find out themselves (probably an suggestion for the editorial of Driegonaal).
As we have seen in Brüll’s article (and I have no reason for doubts in this particular case, so concerning von Gleich’s attitude towards the Nazis I am willing to believe Brüll) Von Gleich wasn’t a friend of the National Socialists and he even resisted in a very brave way. For this, he earns without any doubt all admiration and honour. Also for his point of view concerning Indonesia, because there were just a few people in the Netherlands who had the same insight and history has proven that they were right.
There is one thing I think the Dieter Brüll apologetics should do (even principally), if they are serious with Brüll’s mission to advocate or rehabilitate Sigismund von Gleich. That is questioning why this principal dissident of the Nazis is used by a website/journal which constantly tries to question the Holocaust and for their mission are seeking support with Neo-Nazis. Maybe these Dutch (and Belgian) anthroposophists have no idea who these David Irving and Ernst Zündel really are. My suggestion is, please find out. I suppose one Google search is sufficient.

Freies Geistesleben?

As we have seen in De Brug there are several places where has suggested that the Holocaust is a lie (but ‘Freedom of Speech’) and that this magazine places even a link to the website of David Irving, the most notorious revisionist in the world who became a main figure within the international Neo Nazi Movement (the man has a strange history, from a respected academic to paria 92). But also other revisionists were mentioned, like Robert Faurisson and Ernst Zündel, and some others. This is not just happening in de Brug. In the ‘environment’ of this site are also other websites, which are even more extreme. While de Brug is concerning ‘anthroposophy’ there are some sister websites dealing with several subjects which are partly related to anthroposophy. One of these sites is http://www.vrijgeestesleven.be (Freises Geistesleben). And again, this site has nothing to do with the publisher of the works of Rudolf Steiner in the Netherlands. You can even question if this site, unless this name, has something to do with anthroposophy. If you enter this site you will find the following text:

www.vrijgeestesleven.be

neemt het op voor alle slachtoffers van lokale, federale of Europese SovjetOverheden: – rokersnegationistenvaccinatieweigeraars  Meerdere categorieën volgen nog …

‘Vrij Geestesleven’, defends all the victims of local, Federal or European Soviet Governments: smokers, negationists, refusers of vaccinations. More categories will follow’.

Except this, there are two links to two different sites. Left you have the link naar de map “antroposofie” (means ‘towards the directory anthroposophy’), which leads to De Brug and right a link naar de map “directe democratie” (means ‘towards the directory ‘Direct Democracy’), which leads to a site of the political initiatives of Jos Verhulst (I will also discuss some aspects of this site).
The link behind negationisten (means ‘revisionists’) leads to the website www.vho.org announced as ‘The World’s largest website for Historical Revisionism! The Holocaust Controversy – A Case for open Debate’.
Even when you have the conviction that there is racism in the anthroposophy (which I gradually have), that this racism is close related to national socialism (which I don’t), or that some individual anthroposophists are sometimes ‘too sensitive’ for several pseudo scientific, fantastic, wrong ideas (also morally), or just stupid (I have seen sometimes different examples of these categories), this is something I think almost no one could expect. Because here an anthroposophical magazine links itself explicitly and clearly to a neo Nazi website, although this site pretends not to be. And this is not an incident. In the case of de Brug we have already seen that they even recommended the website of David Irving (even mentioned in the index). Although there are no Swastikas or other Nazi symbols to welcome you (for example, on the site of David Irving you can buy pictures on poster format of Rudolf Hess), the content is, without any mistake, of neo Nazi origin. A few excerpts from the introduction:

‘Revisionists agree with establishment historians that the German National Socialist State singled out the Jewish people for special and cruel treatment. In addition to viewing Jews in the framework of traditional anti-Semitism, the National Socialists also saw them as being an influential force behind international communism and behind the so-called international “finance capital,” which they held responsible for the worldwide economic crisis and for the impoverishment of German workers. During World War II, Jews were considered to be enemies of the German State and a potential danger to its war efforts, much like the Germans, Italians, and Japanese were viewed in the U.S. Consequently, Jews were stripped of their rights, forced to live in ghettos, conscripted for labor, deprived of their property, deported, and otherwise mistreated. Many tragically perished. In contrast to establishment historians, Revisionists claim that the German State had NO policy to exterminate the Jewish people (or anyone else) in homicidal gas chambers or by killing them through abuse or neglect. Revisionists also maintain that the figure of six million Jewish deaths is an irresponsible exaggeration, and that no execution gas chambers existed in any camp in Europe which was under German control. Fumigation gas chambers, both stationary and mobile, did exist to delouse clothing and equipment to prevent disease at POW, labor, and concentration camps and at the fighting front. It is highly likely that it was from this lifesaving procedure that the myth of extermination gas chambers emerged’(..)

‘It is certain that if there had been “killing factories” in Poland murdering millions of civilians, then the Red Cross, the Pope, humanitarian agencies, the Allied governments, neutral governments, and prominent figures such as Roosevelt, Truman, Churchill, Eisenhower, and many others would have known about it and would have often and unambiguously mentioned it, and condemned it. They did not! The promoters admit that only a tiny group of individuals believed the story at that time—many of whom were connected either with Jewish or with Communist propaganda agencies. The rise of the Holocaust story reads more like the success story of a PR campaign than anything else’ (..).

‘Only two monographs were written so far on the question of how many Jews lost their lives during World War II. The first is a revisionist book concluding that some 300,000 perished. The second is authored by several recognized historians claiming that some six million died. Whereas the Revisionist book takes into consideration demographic changes of the Jewish population in all countries, the mainstream book compiles its figures by simply subtracting the number of Jews alive in Europe a few years after the war from those alive in Europe several years before the war. It ignores that the Jewish population in America, Israel, and other countries outside of Europe had increased by almost six million in this period of time, as a result of a new Exodus. Thus, those who had left Europe were simply declared to be Holocaust victims’(…)

‘Still, at camps such as Buchenwald, Dachau, and Bergen-Belsen tens of thousands of relatively healthy internees were liberated. They were there in the camps when “The Photographs” were taken. There are newsreels of these internees walking through the camp streets laughing and talking. Others picture exuberant internees throwing their caps in the air and cheering their liberators. It is only natural to ask why you haven’t seen those particular films and photos while you’ve seen the others hundreds of times’(…)

‘If you wish to learn more about Holocaust revisionism, we recommend our free brochure with answers to the most frequently asked questions and links to articles and entire books available on this topic. Those wishing to verify the truthfulness of the statements made above, can visit our vast Internet database at http://www.vho.org and download many scholarly articles and books about this topic, including many references to primary sources, forensic research, and much more’.93

I think this is enough to show what kind of a website this is. Although these texts are much more cautious and tactical formulated (compared with the texts about Ahriman and the Holocaust in de Brug) I think everyone could see this is a real neo Nazi site.
The most important content of this site is the immense amount of downloads of literature. You can find a lot of titles of the Holocaust revisionists who were discussed earlier, like Irving, Faurisson, Zündel. But also of Norman Finkelstein, who is in my view misused by this neo Nazi site. Aan overview of the more than thousand downloads can be found here. A catalogue of the bookshop of VHO can be found here. It is worth to have a general look on this, while questioning why an anthroposophical website or magazine should be involved in these kind of things.

But this is not the only thing of this kind you could find on ‘vrijgeestesleven’. Behind the link naar de map “directe democratie” (direct democracy) normally you find the site of the political initiative of Jos Verhulst. At the moment they announced ‘closed because of Holiday’. I have some reasons to doubt this. In I didn’t know that websites have also holidays and second they placed the text of an old children song on the site, with the significant passage (translated in English): ‘And for those who mock on us, finally they will loose’ (original: ‘En zij die op ons kniezen, zullen gaan verliezen’). Probably they did this because some people (myself and some others) paid some attention on this site a few weeks ago.94
But that time, when they were not on holiday, one of the first things you saw, after entering this website was a banner ‘Free Ernst Zündel’. I am not the only one who saw this, more people paid some attention on this interesting detail, see again the debate on the site of Ramon de Jonghe.95 But perhaps, when they are back from holiday, they may want to explain why they placed that specific banner. Till now, ‘Vrij Geestesleven.be’ is keeping silence.
Some parts of Jos Verhulst contributions are still online, especially where he fulminates against political correctness (as against the Belgian writer Thom Lanoye, who appeared to be a candidate for the Belgian Green party). Lanoye, who spoke himself repeatedly against censorship, didn’t do this when a Belgian library banned a book of Robert Faurisson. According to Jos Verhulst Lanoye is a hypocrite, because he supports the literature of Herman Brusselmans (with to much sex in it, according to Jos Verhulst, he uses the word ‘zandbakseks’, means ‘sex in the sandpit’ and to be honest, there is a lot of sex, with a lot of humour, but probably not the humour Verhulst likes) and Brusselmans proclaims sexual freedom. But real freedom, Verhulst says, like legalizing the books of Faurisson, is something Lanoye doesn’t want to defend’.96 This is one of the strangest reproaches I have ever seen. The idea that you are angry with someone for defending Herman Brusselman, but refusing to defend Robert Faurisson. But that’s what ‘s going on. Verhulst: ‘Freedom! Let’s have a look at the freedom of thinking and speaking and reading and writing. Tom Lanoye ofcourse supports the abuse of freedom by Brusselmans. Sandpit Freedom for piss and shitwriters is not only harmless, but even serving the system, because they create the illusion of real freedom. But what about the political freedom? Agalev (the Belgian Green Party, FS) for which Lanoye is on a list for the elections, registered as an independent, but he does. What is this, the censorship initiative Agalev in Gent? In this city, at the initiative of Agalev an apparently dangerous book by Faurisson was removed from the library, that claims the authenticity of the diary of Anne Frank is in serious doubt’.
You may question who is more abusing freedom: Brusselmans or Faurisson? And I am afraid I strongly suggest that the last one is the most likely candidate, although I don’t say that Faurisson necessarily needs to be censored or even banned from libraries (my personal viewpoint is principally not so in a certain way I even agree with Verhulst especially on the issue of removing a book from the library, but that is a different issue). And since when is the literature of Brusselmans ‘low culture’ and the neo Nazi pulp of Faurisson ‘high art’? But anyhow, this is typical for the entourage of de Brug, In the same article Verhulst claims that the existence of the Belgian Waldorfschools is in great danger, because the state wants close them, because in their view Steiner would be a racist. Well I think you will help the acceptance of Rudolf Steiner the Waldorfschools seriously when you constantly promote an amount of Holocaust deniers in Steiner’s name, especially when you do this in the same article. As a parent who is not familiar with the Waldorfschool you could almost think the children at school have to read Faurisson.
These are the issues www.vrijgeestesleven.be and de Brug want to be associated with. The right of denying the Holocaust is the most fundamental human right de Brug is fighting for. You may ask why. Because they really believe that the holocaust never took place? That it is a myth, created by Ahriman, to destroy the Christian Impulse of Central Europe, necessarily for the ‘spiritual revolution’, when the ‘real Christians finally can leave their catacombs?’ Maybe. Probably they really believe they have to operate as an underground movement, as a new spiritual elite that is to be prepared in secrecy, while the outside world is ruled or dominated by occult fellowships, political correctness, sandpit sex and above all Ahriman. But till this moment they have there place within the anthroposophical scene and everyone seems to agree that their message is a part of the mainstream anthroposophy. There is no much reason for such a martyrdom they fantasize about in their most of the time totally confused articles.

The silent majority?

Maybe it is not worth to discuss a medium as de Brug seriously. There are probably some good reasons for. First most of these articles are completely over the top, extreme or confused, that they cause no damage, except probably the anthroposophy itself. ‘Sandpit sex’, how ‘Ahrimanic’ this possibly could be, is not an issue to make a lot of fuzz about. Even the insane statements about the connection of the increasing abortions and the imagined increase of homosexuality, Ahriman and the Holocaust, or David Irving. You could see them as the jester of the anthroposophy of Belgium and the Netherlands (although not everything is that funny). But you could say that if the anthroposophists have some idiots amongst them, let them play in their own obscure domain on the internet (also a kind of a sandpit). Second they apparently suffer so heavily on their self declared martyrdom that there are good reasons to let them believe they are like the Christians in the catacombs. In that position they are quiet harmless.
But in my view there are three reasons to spend this extensive attention on this medium. This has everything to do with the quantity, the ‘quality’ and the interaction with the mainstream, which already has a serious credibility problem. First the quantity: this by far the largest anthroposophical website of Belgium and the Netherlands, so the largest anthroposophical website in the Dutch language. It is larger than the major anthroposophical webportals as Antrovista, the official websites of the Dutch and the Belgian anthroposophical society and larger than any other site of the ‘serious’ anthroposophical media. If you search the internet on information on anthroposophy in Dutch, this site is one of the first which pops up in for example the google search engine (I found this website in this way). I think this is a problem, or I should consider this as a problem if I were an anthroposophist who is active in whatever organised way. If I were in that position I shouldn’t like the idea when people without any knowledge of the anthroposophy and are searching the internet to gather some more information which is available in Dutch this site is probably the first thing they would find. So I think this is something to worry about. Because the ‘quality’ of these articles, which leads to the second point.
Reading all these articles (some hundreds, probably more than thousand) a naïve reader could easily assume that anthroposophy is severe anti-Semitic or even neo-Nazistic (see the remarks about the Holocaust, the links to the site of David Irving, The VHO, etc.). I think this is totally intolerable. And I am not saying that these articles have to be removed from the internet, being censored, etc. but without any reaction, counter argument or whatsoever it is not unreasonable that anthroposophy is racist and is even connected with national socialist ideas (this is not my opinion, but in general this will give the appearance of this connection).
This leads to my second point; it looks like if these articles are even supported by subscribed by the mainstream anthroposophy of both Belgium and the Netherlands. Because on every anthroposophical main portal on the internet the Brug has recommended as ‘anthroposophical magazine’, together with Motief, Driegonaal, or international magazines as Der Europaër, Flensburger Hefte, Erziehungskunst or Info3. In the Dutch anthroposophical magazines the ‘different face’ of Jos Verhulst has much positive attention. His books, mainly dealing with evolution and anthroposophy have serious reviews.97 Probably these books deserve this attention within the anthroposophical context, but why accepting or being silent about the other things he is also promoting on ‘vrijgeestesleven’ and de Brug (as the other authors and the two editors of this magazine)? Because if Verhulst is considered as a contributor to anthroposophy in Belgium and the Netherlands, you have to question him for this holocaust revisionism he apparently likes to be involved with. But no-one does, or pretend is doesn’t exist, hoping the outside world is not watching.
I don’t think that no-one in the mainstream is aware of what is going on in the environment of de Brug, Vrijgeestesleven or Democratie nu. But why tolerating this without any protest or even one critical remark? This is my third and most important point. It is true that the anthroposophy had a traumatic period during the nineties, especially in the Netherlands. During the eighties appeared the first publication about possible racism in the work of Rudolf Steiner. These were followed by even more during the nineties, which got more and more attention of the media (especially the affair of the parents Toos Jeurissen and Angelique Opprinsen, who contacted the media). This followed by the dramatic interview on the radio with the vice-president of the Dutch anthroposophical society. That became the final apotheosis of a long lasting affair.
The Dutch anthroposophists tried to solve the issue with the van Baarda commission and the report, although it was almost impossible because it was not general available or discussed in public (I was lucky that I could get a copy). For me, and for some other critics this report was not convincing. I discussed some aspects of this report above but it is too extensive to discuss all of it for an article like this (the report is quiet voluminous, 720 pages). But I think there is a structural racial doctrine in the work of Steiner and I don’t think it is easy to reject the arguments of different critics. But probably the Dutch Anthroposophical Society has to make this report public (they never did), so everyone has the opportunity to study this. The Frankfurther Memorandum is even available on the internet, so why not the van Baarda Report?
But something different is to keep silence when in the name of the philosophy you pretend to represent, some, maybe marginal figures, think they can use this philosophy for spreading the word of David Irving, Ernst Zündel cs. I think than it is time to act, for both the Belgian and the Dutch anthroposophical communities. To make a public and convincing statement that promoting racism, severe anti-Semitism, homophobia or Holocaust revisionism, is not a part of what you represent, instead of promoting the medium which has itself structurally committed to these excesses.
Because if you tolerate this without any reaction, the mantra of the Dutch Anthroposophical Society and the commission report ‘Géén Sprake van Rassenleer’ (No racial teachings) has lost every credibility. I don’t believe this must be hard. Unless my criticism and my conviction that there is some racism I am still convinced, and I am probably not the only one, that Neo Nazism or Holocaust revisionism have nothing to do with Rudolf Steiner. So why do we have to read in an ‘anthroposophical medium’ that David Irving is telling the (possible) truth ad that Robert Faurisson ‘also possibly proved’ the diary of Anne Frank is a falsification? Show that this is serious, because when you don’t act responsible I believe that you will severely harm the reputation of Steiner. Although I consider myself as a ‘non-believer’ I still think that his general intentions were good, and promoting Neo-Nazism is definitively not in the spirit nor letter of Rudolf Steiner and the Anthroposophy. But a convincing statement or action is the very least the anthroposophical community can do. Because Neo-Nazism and anthroposophy are not a happy marriage. Prove me that I am right. I think this to serious. And closing your own eyes doesn’t mean that nobody else is able to see.

with thanks to Michael Eggert  (Germany) and Ramon de Jonghe (Belgium)

Selected bibliography:

Th.A. van Baarda, E.A.P. de Clerq-Zubli, H.P. van Manen (ao), Antroposofie en het vraagstuk van de rassen; eindrapport van de onderzoekscommissie, Antroposofische Vereniging in Nederland, Zeist, 2000

Helena P. Blavatsky, The Secret Doctrine; the Synthesis of Science, Religion and Philosophy, London, 1888, online version http://www.theosociety.org/pasadena/sd/sd-hp.htm

Peter Bierl, Wurzelrassen Erzengel und Volksgeister; die Anthroposophie Rudolf Steiners und die Waldorpädagogik (Aktualisierte und erweiterte Neuausgabe), Konkret Literatur Verlag, Hamburg, 2005

Gennady Bondarev, The Crisis of Civilization (Anthroposophie auf der Kreuzung der okkult-politischen Bewegungen der Gegenwart; ANTROPOSOFIYA na skryeshchyenii okkultno-politichyeskikh tyechyeniy sovryemyennosti), Lochmann Verlag, Moskou/Basel, 1995. Excerpts in English on http://www.altanthroinfo.9f.com/BondarevExcerpts.htm)

Dieter Brüll, De Nieuwe reactionairen, met een bijzondere aandacht voor het verschijnsel Zondergeld, in ‘Driegonaal’, 1986, no. 1(repr. in Driegonaal exta edition ‘(anti)racisme versus anthroposofie; een bijdrage tot oordeelsvorming’ (met bijdragen van Fred Beekers, Mark Bischot, Mouringh Boeke, Dieter Brüll, Stephan Geuljans, Jan Luiten, Arnold Sandhaus en Liesbeth Takken), maart 1996, see here .

Ramon Brüll, Jens Heisterkamp, Frankfurt Memorandum: Rudolf Steiner and the subject of racism, Info 3 Verlag, 2008, http://www.info3.de/ycms/download/memorandum_english.pdf

Sigismund von Gleich, De Heilige Graal en de Nieuwe Tijd van Christus, de Zevenster, Driebergen, 1952, (second revised edition with an introduction of Clemens von Gleich, 1982)

Sigismund von Gleich, Der Mensch, der Eiszeit und Atlantis (original 1936, excerpt in Dutch published in de Brug, http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/b18chincul.htm)

Guido und Michael Grandt, Waldorf connection; Rudolf Steiner und die Anthroposophen, Alibri Verlag, Aschaffenburg, 2001

Jana Husmann-Kastein, Schwarz-Weiß-Konstruktionen im Rassebild Rudolf Steiners, Berliner Dialog 29 Juli 2006, http://www.religio.de/dialog/106/29_22-29.htm

Toos Jeurissen, Uit de Vrije School geklapt; antroposofie en racisme; een stellingname, Baalproducties, Sittard, 1996 (published in English as Waldorf Salad with Aryan mayonaise, http://www.waldorfcritics.org/active/articles/waldorf_salad.html )

Ramon de Jonghe, Focus op de Steinerschool; onderwijs op maat van wie? , Unibook, 2009 (see also http://antroposofie.wordpress.com/2009/07/17/schotschrift/)

Ludwig Kuhlenbeck, Der Occultismus der Nordamerikanischen Indianer, Wilhelm Friedrich Verlag, Leipzig, 1886

Henk van Oort, Antroposofie; een kennismaking, Vrij Geestesleven, Zeist, 2006

Bram Moerland, Rassenleer met charisma; over het racisme van Helena Blavatsky en Rudolf Steiner, Haagse Academie voor Filosofie, 1989

Lorenzo Ravagli, Rudolf Steiner und die Überwindung des Rassismus, Institut für Soziale Dreigliedung, 7-2003, see http://www.dreigliederung.de/essays/2003-07-003.html

August de Roode, Evert van der Tuin and Gjalt Zondergeld, Antroposofisch racisme, of: als de Blonden uitsterven zullen de mensen steeds dommer worden, Nijmeegs Comite van Waakzaamheid, 1984

Rudolf Steiner, Aus der Akasha Chronik, Gesammelte Artikel aus Luzifer Gnosis, 1906, GA 011, online version: http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_011.htm

Rudolf Steiner, Menschheits-entwickelung und Christus Erkenntnis; Theosophie und Rosenkreuzertum; Das Johannes Evangelium, GA 100, 1907 (Verlag der Rudolf Steiner-Nachlassverwaltung, Dornach, 1967)

Rudolf Steiner, Die Geheimwissenschaft im Umriß, GA 013, 1909, online version http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_013.htm

Rudolf Steiner, Die Mission einzelner Volksseelen im zusammenhange mit der Germanisch Nordische Mythologie; Vortragzyklus gehalten in Christiana (Oslo) GA 121, 1910 (Nachlassverwaltung, im Selbstverlag, Dornach 1950), online version: http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121.htm

Rudolf Steiner, Vom Leben des Menschen und der Erde; über da Wesen des Christentums, (GA 349) 1923 (Rudolf Steiner Taschenbücher aus dem Gesamtwerk, Rudolf Steiner Verlag, Dornach, 1993), online version: http://www.anthroposophieonline.net/index.php?option=com_content&view=category&id=247:ga-349-vom-lebens-des-menschen-und-erde-&Itemid=19

Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland; Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945, Band 1&2, Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 2007

Gjalt Zondergeld, Goed en kwaad; vijftien opstellen, van fascisme tot pacifisme, van Rudolf Steiner tot Colijn, Garant, Antwerpen/Apeldoorn, 2002

The several discussed articles of De Brug can be found on http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/index.html (homepage) or http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/inhaztot.html (index) or at Vrij Geestesleven, http://www.vrijgeestesleven.be/ A copy of the complete index: http://florisschreve.web-log.nl/mijn_hersenspinsels_onder/inhoudstafel-brug-kopie.html . Articles discussed in this article are also available in one document (in order of appearance) see artikelen Brug a Bridge too far

 

notes

[1] See http://www.info3.de/ycms/download/memorandum_english.pdf

[2] See http://www.stelling.nl/simpos/antro1.htm

[3] Homepage of ‘De Brug’ http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/index.html . The index of articles, with on the first page fifteen articles with the subject ‘Ahriman’ can be found on http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/inhaztot.html The article of Thomas Voss (German original appeared in Erziehungskunst) can be found on http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/b14rac.htm

[4] http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b46met/b46.htm

[5] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b57net.htm

[6] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b45.htm

[7] http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b46met/b46.htm

(see also note 4)

[8] http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b44deel1.htm.

[9] http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b50defhtm.htm.

[10] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b49hyper.htm#001

[11] http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#ahr

[12] According to this article the Dutch Anthroposophical Society lacked ‘Michaelic courage’, when they decided to start an investigation for possible racism in the work of Rudolf Steiner, http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/b14eur.htm

[13] Ibid.

[14] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b44deel2.htm

[15] http://users.telenet.be/antroposofie/dornach/b33duivel.htm

[16] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b40a.htm#10

[17] Ramon de Jonghe, Focus op de Steinerschool; onderwijs op maat van wie?, Unibook, 2009 (see also http://antroposofie.wordpress.com/2009/07/17/schotschrift/)

[18] The contributions on the issue of racism (and also on this particular issue) of Michel Gastkemper can be found on his site http://antroposofieindepers.blogspot.com/search/label/racisme

[19] For example www.antrovista.com, the largest anthroposophical webportal of the Netherlands. See under ‘tijdschriften’

[20] http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/index.html

[21] My articles on anthroposophy (in Dutch) on my blog, https://fhs1973.wordpress.com/category/antroposofie-en-racisme/.  The following debates were on the site of Ramon de Jonghe (Belgium), racisme-debat http://antroposofie.wordpress.com/2008/10/30/racismedebat/ and (about the magazine De Brug) http://antroposofie.wordpress.com/2009/03/21/brugklasje-van-angry-man/

[22] Before the van Baarda-commission was installed in 1996, there were several critical publications in the Netherlands about the issue of racism in the work of Rudolf Steiner. The most significant were (chronologically) August de Roode, Evert van der Tuin and Gjalt Zondergeld, Antroposofisch racisme, of: als de Blonden uitsterven zullen de mensen steeds dommer worden, Nijmeegs Comite van Waakzaamheid, 1984; Bram Moerland, Rassenleer met charisma; over het racisme van Helena Blavatsky en Rudolf Steiner, Haagse Academie voor Filosofie, 1989; Toos Jeurissen, Uit de Vrije School geklapt; antroposofie en racisme; een stellingname, Baalproducties, Sittard, 1996 (published in English as Waldorf Salad with Aryan mayonaise, http://www.waldorfcritics.org/active/articles/waldorf_salad.html ) and the article by Jan Willem de Groot, Kosmisch racisme; over racistische elementen in de antroposofie, Skript, Amsterdam, 1996, see http://www.stelling.nl/simpos/antro1.htm After the publication of Jeurissen, Mr. Christof Wiechert, vice-president of the Dutch Anthroposophical Society, was invited for an interview on the Dutch radio. He claimed that Steiner’s insights about the nature of black Africans and native Americans could be right, pointing at the successes of the team of Ajax, the Amsterdam soccer club (with a lot of black players, he pointed at their ‘energy surpluses’) and he mentioned the massacre of Wounded Knee in 1890 as possible evidence that the native Americans are a dying race. After these remarkable statements for the Dutch radio, in the Netherlands arose a lot of publicity. Finally the Dutch Anthroposophical Society installed a commission to investigate the work of Rudolf Steiner for possible racism. In 2000 they presented their report (720 pages). The commission found sixteen passages which could be severe discriminative under the current Dutch law, but their main conclusion was ‘There is no structural racist thought in the collected work of Rudolf Steiner’. This report was also used as a basis for the more recently published Frankfurter Memorandum, of the editing board of Info 3 in Germany. See here (http://www.info3.de/ycms/download/memorandum_english.pdf ) the text of the Frankfurther Memorandum and here (http://www.egoisten.de/autoren/staudenmaier/frankfurt_memo/frankfurt_memo.html ) a sharp analysis of the Memorandum by Peter Staudemaier.

[23] Antroposofie en het vraagstuk van de rassen; eindrapport van de onderzoekscommissie, Antroposofische Vereniging in Nederland, Zeist, 2000, p. 423

[24] Rudolf Steiner, Die Mission einzelner Volksseelen im zusammenhange mit der Germanisch Nordische Mythologie; Vortragzyklus gehalten in Christiana (Oslo) GA 121, 1910 (Nachlassverwaltung, im Selbstverlag, Dornach 1950), p. 80-81 (online version: http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121.htm

[25] Steiner, Die Mission einzelner Volksseelen, idem

[26] Rudolf Steiner, Vom Leben des Menschen und der Erde; über da Wesen des Christentums, (GA 349)1923 (Rudolf Steiner Taschenbücher aus dem Gesamtwerk, Rudolf Steiner Verlag, Dornach, 1993), p. 54, 55-56, online version: http://www.anthroposophieonline.net/index.php?option=com_content&view=article&id=3709dritter-vortrag-dornach-3-maerz-1923&catid=247:ga-349-vom-lebens-des-menschen-und-erde-&Itemid=19

[27] In Die Mission einzelner Volksseelen, sixth lecture (GA 121: 6) Steiner says almost the same: ‘Alles, was der äthiopische ihre besonderen Merkmahle verleiht, das kommt davon her, daß die Merkurkräfte in dem Drüssensystem des betreffende Menschen kochen und brodeln. Das kommt davon her, daß sie auskochen, was die allgemeine, gleiche Menschengestalt zu besonderen der äthiopischen Rasse macht-mit der schwarzen Hautfarbe, dem wolligen Haar usw.’ (Nachlassveraltung, 1950, p 116)

[28] Report van Baarda commission (Antroposofie en het vraagstuk van de rassen), p. 384

[29] Ibid., p 271-293

[30] Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland; Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945, Band 1, Göttingen, 2007, p.665

[31] Steiner, Die Mission einzelner Volksseelen (Nachlassverwaltung, 1950), p. 122

[32] In the Netherlands orthodox anthroposophists who even rejected the van Baarda report often state that there was one article written that rejects all accusations of racism against Rudolf Steiner, except of the article of Lorenzo Ravagli, Rudolf Steiner und die Überwindung des Rassismus, Institut für Soziale Dreigliedung, 7-2003, see http://www.dreigliederung.de/essays/2003-07-003.html or even Karl Heyer’s Wie man gegen Rudolf Steiner kämpft from 1932 (!). This was Dieter Brüll, ‘De Nieuwe reactionairen, met een bijzondere aandacht voor het verschijnsel Zondergeld’ (The new Reactionaries with a special attention the phenomenon ‘Zondergeld’), Driegonaal, 1986, no. 1 (see http://florisschreve.web-log.nl/mijn_hersenspinsels_onder/dieter-br%C3%BCll-de-nieuwe-reactionairen.html ), an article that is considered as the best defence against the accusations of racism by a number of Dutch conservative anthroposophists (who reject even the van Baarda-report). It was Brüll’s reply on the first publications about racism in the work of Rudolf Steiner by the Dutch historian Gjalt Zondergeld (Free University of Amsterdam). Brüll wrote this article as a defence of the Dutch but original German anthroposophist Sigismund von Gleich (whose Der Mensch, der Eiszeit und Atlantis was strongly criticized as a racist work, see for some quotes in Dutch this article, published in de Brug, http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/b18chincul.htm ). The only remark about Steiner’s own ideas Dieter Brüll makes is ‘After the Christian era, in Steiner’s view the meaning of the factor ‘race’ lost their meaning’, which is completely untrue when you consider Steiner’s remarks about the native Americans or his general exposure about when the differences between races will disappear (As in Die Mission einzelner Volksseelen, but also in other works).

[33] Different anthroposophists stated Steiner didn’t speak about the contemporary situation, when he discusses the ‘diffences between races’. Beside Dieter Brüll (see also note 10) it was said by Thomas Voss in the article Antroposofie en racisme (originally published in Erziehungskunst). This article can be found (in Dutch) on the site of de Brug, (http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/b14rac.htm (see also note 1)

[34] Deutschland Radio Kultur, see http://www.dradio.de/dkultur/sendungen/kulturinterview/655387/

[35] Rudolf Steiner, Vom Leben des Menschen und der Erde; über das Wesen des Christentums, Dornach, 1923, GA 349 (Rudolf Steiner Taschenbücher aus dem Gesamtwerk, Dornach, 1993), p. 67

[36] Helena P. Blavatsky, The Secret Doctrine; the Synthesis of Science, Religion and Philosophy, London, 1888, Part II ‘Antropogenesis’, additional commentaries on Stanza XII, online version http://www.theosociety.org/pasadena/sd/sd2-3-09.htm

[37] Rudolf Steiner, Aus der Akasha Chronik, Gesammelte Artikel aus Luzifer Gnosis, 1906, GA 11, chapter 2 ‘Unsere Atlantischen Vorfahren’, online version: http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_011_02.htm#_Toc17205762

[38] Ibid., at the of the chapter Die Lemurische Rasse, http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_011_04.htm#_Toc17205764

[39] Steiner, Die Mission einzelner Volksseelen, p. 123

[40] Rudolf Steiner, Menschheits-entwickelung und Christus Erkenntnis; Theosophie und Rosenkreuzertum; Das Johannes Evangelium, GA 100, 1907, 7th lecture, Die Abstammung des Menschen- Das Wesen des Christus als Gesit der Erde, (Verlag der Rudolf Steiner-Nachlassverwaltung, Dornach, 1967) p. 240-241

[41] On ‘racisme-debat’ one of the participants (Ton Majoor) showed the probable source of this speech, quoted by Steiner. The source of the text he quotes in GA 121 and GA 100, is probably Dr. Ludwig Kuhlenbeck, Der Occultismus der Nordamerikanischen Iindianer, Wilhelm Friedrich Verlag, Leipzig, 1886, p. 8-10. Ironically Kuhlenbeck’s text is very respectful to the Native Americans, especially witin the context of that time. He explains that their culture, unless the differences, is not necessarily less than ours, which can be considered as a very progressive point of view for someone in the end of the nineteenth century. These remarks of Kuhlenbeck are in sharp contrasting with Steiner’s remark, just after he used this quote in GA 100: Wir haben in der amerikanischen Rasse eine primitieve Urbevölkerung vor uns, die weit, weit zurückgeblieben ist, auch in Bezug auf religiöse Weltanschauung’. For the quote Steiner paraphrased a leader of the Choctaw (a small sedentary Native American nation, originally from the Eastern part of the US, later ‘transported’ to Oklahoma), known as Chief Mingo. Steiner used some quotes of a much more longer text (also Steiner picked sometimes some fragments of a longer story and reconstructed this as if this was one passage). Contributions of Ton Majoor on ‘racisme-debat’, from http://antroposofie.wordpress.com/2008/10/30/racismedebat/#comment-1706

[42] Henk van Oort, Antroposofie; een kennismaking, Vrij Geestesleven, Zeist, 2006, p. 59, 61

[43] Rudolf Steiner, Aus der Akasha-Chronik (GA 11), chapter 6 ‘Die letzten Zeiten vor der Geschlechtertrennung’, http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_011_06.htm#_Toc17205766.

[44] van Baarda Report, p.309

[45] Rudolf Steiner, Die Geheimwissenschaft im Umriß, GA 013, 1909, chapter 4 ‘Die Weltentwickelung und der Mensch’ online version http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_013_04.htm#_Toc14861974

[46] Van Baarda Report, p. 303

[47] Rudolf Steiner, Vom Leben des Menschen und der Erde, 1923 p.60-62, online version: http://www.anthroposophieonline.net/index.php?option=com_content&view=article&id=3709dritter-vortrag-dornach-3-maerz-1923&catid=247:ga-349-vom-lebens-des-menschen-und-erde-&Itemid=19

[48] Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland (Band 1), p. 634-636

[49] Zander’s calculation is based on the anthroposophical timescale. Earlier I made the same kind of calculation. To explain this as simple as possible: the post Atlantean eras (Kulturepochen) are each lasting 2160 years, based on the period during the equinox the sun rises in one constellation of the zodiac (acc. Henk van Oort, Antroposofie; een kennismaking, Zeist, 2006, p. 67) . We are living in the 5th post-Atlantean cultural era (Kultur Epoche). This era started in 1413. Steiner says in this passage of the 4th lecture of Die Mission (GA121) the differences between races have disappeared when the sixth and the seventh era are over. This means there is a big margin, but if we consider that our era finishes in 3573 and that we need two more eras of 2160 years, which means 4320 years, so the year 3573 plus 4320 years, it means that we are dealing with the year 7893, so within 5884 years from now and 106 years before the beginning of the 9th millennium, the moment when the post-Atlantean era (Zeitalter) will end. So the 9th millennium is a very realistic (but Zander says ‘frühestens’) calculation..

[50] Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland (Band 1), p. 636-637

[51] Jana Husmann-Kastein, Schwarz-Weiß-Konstruktionen im Rassebild Rudolf Steiners, Berliner Dialog 29 Juli 2006, http://www.religio.de/dialog/106/29_22-29.htm

[52] Gjalt Zondergeld, Goed en kwaad; vijftien opstellen, van fascisme tot pacifisme, van Rudolf Steiner tot Colijn, Garant, Antwerpen/Apeldoorn, 2002, in the essay (with Evert van der Tuin), Rudolf Steiners visie op rassen volken, p. 72

[53] Jos Verhulst, Was Rudolf Steiner een antisemiet?, published in ‘De Brug’, see http://users.telenet.be/antroposofie/dornach/antisem.htm

[54] As pointed out by an editor of a prominent anthroposophical journal (Driegonaal) in the Netherlands on http://antroposofie.wordpress.com/2008/10/30/racismedebat/#comment-277

[55] Rudolf Steiner, Menschheits-entwickelung und Christus Erkenntnis; Theosophie und Rosenkreuzertum, vierzehn Vortrage, gehalten in Kassel vom 16. bis 29. Juni 1907, GA 100 (Verlag der Rudolf Steiner-Nachlassverwaltung, Dornach, 1967), Vierzehnter Vortrag: Weitere Stufen der Rosenkreuzerschulung, pp.182-183. The van Baarda-report quotes this passage (cit. 39) on p. 293.

[56] Antroposofie en het vraagstuk van de rassen (The commission report), p. 294-295

[57] Steiner, Menschheitsentwickelung und Christus Erkenntnis / Das Johannes Evangelium, (GA 100:7, Verlag der Rudolf Steiner-Nachlassverwaltung, Dornach, 1967) p. 249-250

[58] Ironically In Die Mission einelner Volksseelen, but in the first lecture, Steiner pleads for the state of ‘Heimatloser Mensch’.

[59] Peter Bierl, Wurzelrassen Erzengel und Volksgeister; die Anthroposophie Rudolf Steiners und die Waldorpädagogik (Aktualisierte und erweiterte Neuausgabe), Konkret Literatur Verlag, 2005, p. 127

[60] Idem, p. 132

[61] This is true, and in case of Blavatsky it is even worse. In the Secret Doctrine she claims that the word Abraham originally means ‘No Brahmin’, like ‘a-Brahman’, or ‘anti-Brahman’ as counterpoint for the ‘Aryan’ Brahmans. Blavatsky: ‘The inflectional speech — the root of the Sanskrit, very erroneously called ‘the elder sister’ of the Greek, instead of its mother — was the first language (now the mystery tongue of the Initiates, of the Fifth Race). At any rate, the “Semitic” languages are the bastard descendants of the first phonetic corruptions of the eldest children of the early Sanskrit. The occult doctrine admits of no such divisions as the Aryan and the Semite, accepting even the Turanian with ample reservations. The Semites, especially the Arabs, are later Aryans — degenerate in spirituality and perfected in materiality. To these belong all the Jews and the Arabs. The former are a tribe descended from the Tchandalas of India, the outcasts, many of them ex- Brahmins, who sought refuge in Chaldea, in Scinde, and Aria (Iran), and were truly born from their father A-bram (No Brahmin) some 8,000 years B.C. The latter, the Arabs, are the descendants of those Aryans who would not go into India at the time of the dispersion of nations, some of whom remained on the borderlands thereof, in Afghanistan and Kabul, and along the Oxus, while others penetrated into and invaded Arabia’, Helena Blavatsky, The Secret Doctrine Part II Antropogenesis, ‘Stanza IX: ‘The final evolution of Man’, http://www.theosociety.org/pasadena/sd/sd2-1-10.

This is absolutely nonsense, although she uses the word ‘root’ (common linguistic term in describing Semitic languages, but not in this way). ‘Abraham means, like Ibrahim in Arabic, literally ‘affluent Father’, but factually ‘Father of many’, or ‘Patriarch’, which means that he was a father from whose offspring both the Jews and the Arabs are dissents. See this website for the explanation of the Hebrew word ‘Abraham’, http://en.wiktionary.org/wiki/Abraham#Etymology. In Arabic ‘Abu Rahim’ = ‘Father of many’, in a junction as ‘Ibrahim’ (literal transcription, Arab from the right to the left):

إبراهيم = ‘-ā (ī)-b-r-ā-h-i-m

[62] Bierl, p. 132-133. In the last passage he cited Rudolf Steiner from Das hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen, Vorträge, 1908. GA 102

[63] See the many contributions on ‘Racisme-debat’, http://antroposofie.wordpress.com/2008/10/30/racismedebat/

[64] Van Baarda-report, p. 295

[65] Steiner, Die Mission einzelner Volksseelen, p. 80-81

[66] Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland, Band 1, p. 832

[67] idem

[68] Cited from Guido und Michael Grandt, Waldorf connection; Rudolf Steiner und die Anthroposophen, Alibri Verlag, Aschaffenburg, 2001, p. 220-221

[69] Rene Zwaap, Russisch revisionisme, de Groene Amsterdammer, 15-101997, http://www.groene.nl/1997/42/Russisch_revisionisme or the full text in the forum of ‘Brugklasje van Angry Man’, on the site of Ramon de Jonghe’, http://antroposofie.wordpress.com/2009/03/21/brugklasje-van-angry-man/#comment-2185 (both in Dutch)

[70] Andreas Molau was a teacher of history on a Waldorfschool in Braunsweig, but became active in the extreme right NPD. The school decided that it was no longer possible to work with Molau, who wrote since 1996 articles for several extreme right magazines (under pseudonym, so unnoticed by the school). But the German Waldorfschools were clear they wanted nothing to do with neo Nazism. Peter Bierl, p. 9

[71] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b46met/b46.htm it is interesting to compare this confused text with Bondarev’s view ( http://www.altanthroinfo.9f.com/ahriman.htm). Although a littlebit of the same kind, Bondarev’s explanation is much more sophisticted. So another this is the same kind of direction within anthroposophy, with the difference that de Brug is much more simplistic or even banal..It

[72] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b45.htm

[73] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b57net.htm#04

[74] idem

[75] http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#ahr

[76] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b45.htm

[77] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b52a.htm

[78] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#toek

[79] The Dutch constitution (article 1) begins (just like in Belgium, as in the most democracies): ‘Everyone who is present in this country is equal to the law’. That is something different than the anti-discrimination laws. It simply says that there is no class justice. Since the French Revolution equality by law is accepted by all democracies

[80] http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#toek

[81] The story of Manu has told by Steiner in Aus der Akasha-Chronik (GA11), in the 2nd chapter ‘Übergang die Vierte in der Fünfte Wurzelrasse’, http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_011_03.htm#_Toc17205763

[82] The Asgardians, or the Gods of Asgard, were the members of the most important dynasty of Gods in the Nordic Edda. Wodan (Odin), Thor, Baldur and Freya belonged to this family of Gods

[83] In the sixth lecture of Die Mission einzelner Volksseelen, Rudolf Steiner says both the Mongols and the Semites are under influence of the planet Mars. But the Mongolians are also influenced by the Sun, while the Semites are more under the influence of the forces of the Moon. Jahwe, according Steiner one of the seven ‘Elohim’, works from the Moon, while the other six Elohim operates from the Sun. See http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121_06.htm

[84] http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/b18chincul.htm

[85] Sigismund von Gleich, De Heilige Graal en de Nieuwe Tijd van Christus, de Zevenster, Driebergen, 1952, (2e herziene druk met een inleiding van Clemens von Gleich, 1982) p. 7

[86] Idem. p. 25

[87] Idem

[88] Dieter Brüll, De Nieuwe Reactionairen, p. 24 (http://florisschreve.web-log.nl/mijn_hersenspinsels_onder/dieter-br%C3%BCll-de-nieuwe-reactionairen.html )

[89] Idem, p. 21

[90] Lorenzo Ravagli, Rudolf Steiner und die Überwindung des Rassismus, Institut für Soziale Dreigliedung, 7-2003, see http://www.dreigliederung.de/essays/2003-07-003.html

[91] Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland; Theosophische Weltanschauung und gesellschaftliche Praxis 1884–1945, Göttingen, 2007, Band 1, p.665

[92] I think it would be wise for everyone who concerns this subject (especially anthroposophists) to gather some knowledge about this early academic historian and later Holocaust revisionist. The English Wikipedia page is very extensive (much more than an average wiki and with a lot of links), http://en.wikipedia.org/wiki/David_Irving. Information about the Irving Lipstadt process, mentioned by Jos Verhulst can be found here http://www.skepsis.nl/irving.html (in Dutch). At the site of De Brug there is already a link to his homepage, even the only external link in the index of the articles (under the W of World War II, but again http://www.fpp.co.uk/online/index.html). Also I can recommend a compelling documentary Mr. Death: The Rise and Fall of Fred A. Leuchter Jr. about Fred Leuchter, originally a ‘Gas-chamber expert’ from the US and inventor of the ‘injection machine’, now common use for executions in the US. He gradually came more and more in Neo Nazi circuits and was hired as an expert to prove that the gas-chambers of Auschwitz never existed. The story is quiet sick, but nevertheless it is a brilliant documentary.

[93] http://vho.org/Intro/GB/Flyer.html

[94] On the site of Ramon de Jonghe http://antroposofie.wordpress.com/2009/03/21/brugklasje-van-angry-man/. See for the ‘holiday message’ http://www.vrijgeestesleven.be/directe%20democratie/index.html

[95] idem

[96] See http://www.vrijgeestesleven.be/directe%20democratie/Archief/watispc.htm#correct

[97] Jos Verhulst and reactions of Wijbrand de Steur, Henk Verhoog en Ferdie Amons, Waarnemen en denken; mens en dier in de evolutie, Motief nr. 43, Juli/augustus, 2001, http://www.antroposofie.nl/literatuur/antroposofische_literatuur/artikelendatabase/ms/nws/df/motief43-5

Simyo

Geloof in kabouters, Atlantis, Volkszielen en Wortelrassen en pas op voor Dark Lord Ahriman, zwart magische constructies, de Luciferische verleiding en de Finsteren Saturn

de antroposofie is racistisch en sektarisch (deel 1 van de zevendelige serie, zie ook deel 2, deel 3, deel 4deel5, deel 6 en deel 7)

Rudolf Steiner, ‘Ahriman’, sculptuur, Dornach 1914. Piet Mondriaan hierover: ‘Steiner heeft goede ideeën, maar van de kunst moet hij afblijven’. Gelukkig had Mondriaan meer verstand van kunst dan van ideeën. Zijn opvattingen zijn nu tamelijk naïef en zelfs bijna totalitair te noemen, maar zijn kunst is gebleven. Kan van dit beeld niet gezegd worden. Opvallend zijn trouwens de karikaturale mongoloïde trekken. Maar misschien representeert deze verbeelding van de alom aanwezige Ahriman wel de ‘demonische marskrachten’ (zie verderop, bij de bespreking van De Volkszielen).

Geloof in kabouters, Atlantis, Volkszielen en Wortelrassen en pas op voor Dark Lord Ahriman, zwart magische constructies, de Luciferische verleiding en de Finsteren Saturn;

Rudolf Steiner en de antroposofie

Elders op een forum voor oud vrije schoolgangers, vroeg iemand zich af waarom je op de Vrije School nooit een gedegen inleiding krijgt in het gedachtegoed van de antroposofie zelf en haar grondlegger Rudolf Steiner (1861, Donji Kraljevec, Oostenrijk-Hongarije – 1925, Dornach, Zwitserland), filosoof, medium, ziener, mysticus, Goethe kenner (zijn oorspronkelijke vak), Messias, ‘Ingewijde’, (pseudo) wetenschapper, pedagoog, estheticus, landbouwdeskundige, sekteleider, natuurvriend, allesweter (een kwestie van smaak en definitie). Dat is een hele goede vraag en inderdaad opmerkelijk. Ik heb me daar ook pas sinds de laatste jaren in verdiept. Ik ben er niet positiever over gaan denken, al heb ik dit bizarre gedachtegoed heel lang het voordeel van de twijfel gegeven. Ik ben er voor een gedeelte mee opgegroeid en heb zelf op de Vrije School gezeten (alleen lagere school, waar ik goede herinneringen aan heb ). Thuis deden we aan de BD en we hadden een abonnement op de ‘Jonas’, een niet meer bestaand liberaal en gematigd antroposofisch tijdschrift en opinieblad. Toen er midden jaren negentig verhalen in de Volkskrant en de Groene Amsterdammer verschenen over racisme in het onderwijs op Vrije Scholen (de kwesties van de verontruste Vrije School ouders Angelique Oprinsen en Toos Jeurissen, die van de kant van de Antroposofische Vereniging in Nederland slechts op een muur van onwil en afwijzing stuitten) was ik aan een kant verrast, maar terugdenkend aan mijn eigen ervaringen, had ik toch het bange vermoeden dat het weleens waar zou kunnen zijn. De reactie naar Toos Jeurissen van de orthodoxe antroposofen, ‘als jij Rudolf Steiner echt zou begrijpen, zou je zijn visie op wel onderschrijven’, kwam mij pijnlijk bekend voor (zo wordt er namelijk veelal in die wereld geredeneerd). Verder wist ik mij te herinneren dat mijn broer van een stagiair van de lerarenopleiding ooit gehoord had dat ‘negers dikke lippen hebben en dus geen wijsheid bezitten’, maar goed, dat was een tijdelijke kracht en zei dus niet zoveel over mijn school. Dus toen deze verontrustende berichten kwamen was het voor mij toen nog van ‘ach die gekke sofen, er zitten soms wat vreemde figuren tussen’. Maar ik wilde toch wel weten hoe het echt zat. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik besloot me er meer in te verdiepen.
Aanvankelijk ben ik met welwillendheid en enige relativering in de wondere wereld van Steiner en de antroposofie gestapt, alsmede de aanverwante theosofie van Helena Blavatsky. Ik stoorde me soms aan de bij tijd en wijle rigide dogmatiek der antroposofen, gezien sommige vroegere ervaringen en observaties uit het verleden, maar droeg ze, hoewel ik soms weleens een beetje lacherig van ze werd, geen kwaad hart toe. Geleidelijk aan is het beeld voor mij gekanteld. Na gedurende een paar jaar, soms intensief lezen, dan weer lange tussenpauzes, is voor mij gebleken dat de antroposofie als levensfilosofie een ernstig racisme probleem heeft. Het bleek nog erger dan verwacht. Het racisme bleek in het totale wereldbeeld van de antroposofie een prominentere rol te spelen dan de onderzoekscommissie, onder leiding van de jurist Ted van Baarda doet suggereren. Deze commissie was in opdracht van de AViN in het leven geroepen om het gedachtegoed van Steiner na de almaar toenemende negatieve publiciteit, op racistische uitspraken juridisch tegen het licht te houden en was in 2000 met een lijvig rapport gekomen. Er waren zestien uitspraken gevonden die als ‘ernstig discriminerend naar de huidige maatstaven’ werden bevonden (en nog wat meer als ernstig stigmatiserend). Maar de commissie stelde ook dat er bij Steiner ‘geen sprake is van rassenleer’. Bij beide conclusies heb ik, zacht uitgedrukt, ernstig mijn twijfels. Steiners boekje ‘Die Mission Einzelner Volksseelen’, in Nederland meestal kortweg ‘De Volkszielen’ genoemd, uit 1910, bevat alleen al wel wat meer dan zestien discrimenerende uitspraken (recent in het Nederlands weer uitgegeven onder de titel, ‘De Volkeren van Europa’, Pentagon, 2006. Ondanks deze titel gaat het hier om Steiners meest beruchte verhandeling over mensenrassen). Ik denk dat het zinloos is om ze te gaan tellen, daarvoor zijn het er simpelweg te veel. Bovendien gaat het bij een filologische analyse niet om de kwantitatieve maar om de kwalitatieve weging van een tekst. Dat is mijn belangrijkste bezwaar tegen de methode die de Commissie van Baarda heeft toegepast. Turven hoe vaak er iets strafbaars wordt gezegd is wellicht juridisch zinvol, maar is geen tekst analyse. Sinds wanneer is het huidige Nederlandse wetboek van strafrecht relevant voor Rudolf Steiner? Geldt hooguit voor antroposofen die nu klakkeloos uitspraken zouden overnemen (wat overigens wel veel gebeurt dus dat is dan nog wel de meerwaarde, maar het lijkt me niet relevant voor het antwoord op de vraag of er sprake is voor rassenleer. Bovendien wordt het dan ook niet duidelijk waarom Steiner iets zegt, alleen dat hij het zegt. Op die manier kun je er ook mee weg komen met de bewering het om een aantal ontsporingen van Rudolf Steiner gaat, niet om een integraal onderdeel van zijn totaalvisie. Dat is precies wat de commissie doet. In die zin werkt dit lijvige rapport meer als een rookgordijn dan dat het verklaart en analyseert. Laten we het erop houden dat Steiners betoog in essentie racistisch is, al spreekt hij de belofte uit dat de mens in de toekomst uiteindelijk zal uitstijgen boven de rasverschillen. Maar het feit dat deze rasverschillen worden onderscheiden, is al racistisch, naar ‘de huidige maatstaven’, maar ook naar die van toen (1910). Conclusie, op basis van ‘De Volkszielen’ alleen al kun je stellen dat er wel degelijk sprake is van rassenleer en dan heb ik het nog niet eens over de rest van zijn oeuvre, al spant ‘De Volkszielen’ wel de kroon.
Naast het inventariseren heeft de commissie zeker ook een aardige historische schets gegeven van de tijd waarin Steiner leefde en welke stereotype ideeën er toen gemeensgoed waren. Maar dan nog, hun conclusies op dit gebied kan ik niet delen, geplaatst in zijn tijd kun je wat dit aspect betreft, Steiner als aarts-reactionair aanmerken. Aardig is trouwens dat de commissie de Palestijnse Amerikaanse hoogleraar literatuurwetenschappen en denker Edward Said aanhaalt (’Culture and Imperialism’, op p. 96 en 123) om aan te geven hoe er in die tijd over niet-westerse volkeren en culturen werd gedacht. Ben benieuwd wat Said hier zelf van zou hebben gevonden. Ik denk dat hij lichtelijk verbaasd zou zijn geweest dat zijn ideeën van kolonialisme/post-kolonialisme zouden worden aangevoerd om Rudolf Steiner van alle blaam te zuiveren. Overigens heeft Edward Said, in zowel ‘Cuture and Imperialism’ als ‘Orientalism’, het nooit over Rudolf Steiner en zelfs Helena Blavatsky. Hij noemt in ‘Culture and Imperialism’ een keer Annie Besant, maar dan in het kader van haar feministische werk (’Culture and Imperialism’, 1993, Vintage uitgave 1994, p. 264). Zelfs een bespreking van Jiddu Krishnamurti (zou een prachtige casus voor Edward Said zijn geweest) ontbreekt. Ik denk niet dat Rudolf Steiner voor Edward Said zo belangrijk was. Het is jammer dat Said is overleden (in 2004) maar het zou interessant geweest zijn om hem te vragen zijn licht te laten schijnen op het werk van Steiner en Blavatsky. Ik denk dat het verpletterend zou zijn, zeker over Steiners verhandeling ‘Orient-Occident’ uit 1927. Ik denk alleen dat niet veel antroposofen daar erg enthousiast over zouden zijn. Maar goed, buiten antroposofische/theosofische kring wordt Steiner zelden of nooit gerekend tot de canon van grote denkers, eerder tot de mystisci en pseudowetenschappers (en dan ben ik nog terughoudend). Ook dat is een interessant aspect van het rapport van Baarda; Steiner wordt vergeleken met Friedrich Nietzsche en Albert Schweitzer, iets dat je waarschijnlijk nooit zult aantreffen in een niet-antroposofische studie. Mijns inziens ook een appels met peren vergelijking. Beter hadden ze Steiner kunnen vergelijken met Helena Blavatsky (alleszins te rechtvaardigen) of de grondleggers van de ariosofie Georg Lanz von Liebenfels en Guido von Lizst. Steiner heeft deze radicale racisten zelfs goed gekend en er zijn zeker parallellen met hun werk te vinden, zij het dat hun relatie tamelijk gecompliceerd was (lopen de meningen over uiteen). Of met Houston Stuart Chamberlain. Allen mystici en geen filosofen (net als Steiner, al zijn werk na ‘Filosofie der Vrijheid’ is eerder mystiek of esoterisch te noemen dan filosofisch) en allemaal puttend uit een zelfde soort gedachtegoed over rassen en reïncarnatie (afkomstig van Helena Blavatsky). Tegen de achtergrond van deze figuren zou Steiner nog gunstig afsteken.
Interessant is ook om kennis te nemen van wat Steiner onder wetenschap verstond. Bij Steiner lag de definitie veel ruimer dan bij de ‘normale wetenschap’. Zijn vermogen tot ’schouwen’ in de bovenzinnelijke wereld noemde Steiner geesteswetenschap (dus niet te verwarren met het hedendaagse begrip geesteswetenschappen op universiteiten, waar vooral de vakgebieden filosofie en theologie onder vallen). Het bestuderen van paranormale verschijnselen of het aanschouwen van hogere niet-materiële werelden was voor Steiner net zo goed wetenschap. Ook nu nog leidt dit soms tot de nodige begripsverwarring tussen antroposofen en niet antroposofen. Dit zal ook blijken uit de vele artikelen waar via weblinks naar verwezen wordt. Antroposofen noemen sneller iets wetenschap dan niet-antroposofen. Zelfs uit de beschouwingen over het van Baarda rapport blijkt dat er sprake is van deze begripsverwarring, al pretendeert het van Baarda rapport strikt wetenschappelijk te zijn naar de hedendaagse maatstaven.
Een van de kwalijkste kanten van het rapport van Baarda, los van het feit dat men mijns inziens slechts probeert zoveel mogelijk Steiners reputatie op te schonen, zijn de scherpe verwijten aan het adres van verschillende critici, vooral ook naar degenen die in gesprek met de antroposofie willen blijven, als bijvoorbeeld Toos Jeurissen (haar brochure ‘Uit de Vrije School geklapt’ staat sinds kort online: http://www.antroposofia.be/wordpress/uit-de-vrije-school-geklapt.pdf) . Kritiek op Steiner heet vaak ‘oppervlakkig’ of er is verkeerd geciteerd, of zaken zijn uit hun verband gerukt. Laat ik met het verkeerd citeren beginnen. In het geval van Toos Jeurissen en Bram Moerland ben ik alle citaten nagegaan, voorzover het de literatuur betreft die ik ook bestudeerd heb. Ik heb géén enkele verkeerde bronvermelding of een verdraaiing van een citaat mogen aantreffen. Alles wat Jeurissen en Moerland aanhalen uit ‘De Volkszielen’, ‘De Akasha kroniek’ of (in het geval van Moerland) Blavatsky’s ‘De Geheime Leer’ is correct. Ik heb hier Max Heindels ‘De wereldbeschouwing der rozenkruizers’ buiten beschouwing gelaten, dus ben daar ook niet de verwijzingen van Bram Moerland nagegaan, maar voor het overige klopte alles. Als de van Baarda commissie met dit soort beschuldigingen komt en daarmee de integriteit van de critici in twijfel  trekt moet ze ook met bewijzen komen. Daar is ze niet in geslaagd. Dit maakt het rapport er niet geloofwaardiger door, al lijkt het door de omvang en de vele geraadpleegde bronnen nog zo degelijk. Niet geloofwaardig en ook niet erg sympathiek. Dit geldt ook voor de behandeling van Jeurissen, die voor een korte brochure goed en degelijk werk heeft geleverd, binnen de Nederlandse context zelfs baanbrekend. Bovendien is Jeurissen al te zeer bereid de dialoog aan te gaan (doet ze ook met haar contact met de Flensburger Hefte). Qua bronnen leunt haar verhaal dan ook sterk op de publicaties van de Flensburger Hefte. Daarover meldt het van Baarda rapport niets. Het blijft dus onduidelijk of de onderzoekscommissie ook vraagtekens heeft bij het werk van deze kritische antroposofen in Duitsland. Het zou wel interessant zijn geweest om daar iets meer te van vernemen. Indirect wordt er zo wel gesuggereerd dat het werk van Thomas Höfer en Bernd Hansen ook gebaseerd is op selctief citeren en het uit hun verband halen van uitspraken van Rudolf Steiner, tenzij Jeurissen deze inmiddels vooraanstaande antroposfische nieuwlichters ook verkeerd citeert (daarover trouwens ook geen woord, het lijkt erop alsof dit onderwerp gemeden wordt). Maar Jeurissen krijgt dus de volle laag en over de Flensburger Hefte geen woord, terwijl meer dan de helft van haar betoog op hun bevindingen is gebaseerd. Maar dan nog, los van de Flensburger Hefte heeft ook Jeurissen een andere behandeling verdiend. Haar zorgen als direct betrokkene (ouder van kinderen op een vrije school) waren absoluut gerechtvaardigd en zij heeft voor haar bijdrage meer dan goed werk gedaan. Een enkel door haar gegeven citaat dat ik persoonlijk niet ben nagegaan heb ik weer gevonden in de beschouwing van Jana Hussman-Kastein van de Humboldt Universiteit (over dat ‘de neger van binnen zou koken’, zoals Steiner dit de arbeiders van de bouw van het Goetheanum heeft voorgehouden) en Jeurissen heeft dit citaat ook correct uit het Duits vertaald. Of wil de commissie soms beweren dat Jeurissen onder een hoedje speelt met deze medewerker van de hier genoemde beroemde universiteit, die dit citaat overigens tien jaar later weergeeft in haar artikel, met een bronvermelding naar de desbetreffende voordracht van Steiner. Het lijkt me zeer onwaarschijnlijk. Maar de commissie doet Jeurissen bijna af als niet relevant (opmerkelijk, want naar aanleiding van haar brochure kwam de discussie pas echt goed op gang en werd deze commissie samengesteld met de opdracht het werk van Steiner op racisme door te lichten) en blijft ontkennen dat de antroposofie en de denkbeelden van Rudolf Steiner een ernstig racisme probleem hebben.
Terug naar Rudolf Steiner zelf. Multatuli en Conrad hadden al ruimschoots voor Steiners ’Die Mission einzelner Volksseelen’ hun meesterwerken geschreven en de eerste kritiek op het kolonialisme had al het levenslicht gezien. In dit verband interessant om alvast te wijzen op het artikel van Jan Willem de Groot, die aantoont dat Steiners rassenleer voor een groot deel leunt op de schedelmeters-theorieën van Carl Gustav Carus (1789-1869), opgetekend in zijn ‘Denkschrift’ (1849), midden negentiende eeuw al een achterhaald fossiel, laat staan in 1910, toen Steiner zijn beruchte Volkszielen cyclus voordroeg in Zweden. Steiners ‘wetenschappelijke onderbouwing’ liep toen al een beetje achter. Dit geldt trouwens ook voor zijn visie op de evolutie theorie, die sterk leunde op de toen ook al gedateerde recaputilatieleer van Ernst Haeckel, in plaats van Darwin, ook een belangrijke bron voor zijn rassenleer (Hulspas en Nienhuys, p. 157).
De Duitse rechter heeft vrij onlangs (2007) restricties en voorwaarden gesteld aan publicatie en verspreiding van ‘De Volkszielen’ (moet vanaf nu geannoteerd en met een inlegblad). Ook in Zwitserland is er op dit moment een zaak onder de rechter wat betreft antisemitisme in het werk van Steiner. Geeft toch een beetje een ander beeld dan wat de AViN en de Commissie Baarda ons voorschotelt. Het internationale debat vind ik overigens ook een gemiste kans van de Commissie van Baarda; dit is natuurlijk niet een kwestie die zich tot Nederland beperkt. Vooral in Duitsland wordt het debat veel intensiever gevoerd. Maar ook in Zwitserland, Canada en de Verenigde Staten speelt deze kwestie, zowel de discussie als verschillende rechtzaken, die niet allemaal in het voordeel van de locale antroposofen en het werk van Rudolf Steiner hebben uitgepakt. Nu zijn de meeste van deze zaken van recenter datum dan het van Baarda rapport, maar toch, ook toen speelden deze kwesties ook in het buitenland, met name in Duitsland rond de kring van Thomas Höfer en de Flensburger Hefte waar vanuit overigens moedige en lovenswaardige pogingen zijn ondernomen om de antroposofie daadwerkelijk te zuiveren van racisme (in plaats van simpelweg te ontkennen dat er sprake is van rassenleer). Zoals verwoord in hun publicatie ‘Antroposophie und Rassismus’: ‘Onder de uitspraken van Steiner bevinden zich enkele die door niets meer te rechtvaardigen zijn en waar men zich consequent van zou moeten distantiëren. Wij zijn ons ervan bewust dat dit pijnlijk kan zijn, maar we menen dat het noodzakelijk is en dat het ook in de bedoeling lag van Steiner, die er immers telkens weer toe opgeroepen heeft zijn uitspraken te onderzoeken. Wij hebben niets anders gedaan dan aan deze oproep gehoor te geven.’ (geciteerd uit Jeurissen in de Groene Amsterdammer van 5-2-1997). Er is dus echt wel iets aan de hand met het antroposofische gedachtegoed.
Het gaat mij hier niet om alle juristerij, waar ik geen verstand van heb en voor mij ook niet zo belangrijk is. Persoonlijk ben ik op dat vlak een tamelijk radicale en hartstochtelijke libertinist dat ik vind dat zelfs ‘Mein Kampf’ niet verboden zou mogen worden, al zullen mijn juristen vrienden mij nu kunnen zeggen dat ik hier wellicht hele domme dingen uitkraam. Maar een wereld met boeken waar je je helemaal kapot aan kan ergeren, of zelfs gevaarlijke boeken, is interessanter dan zonder. Alles beter dan indexen, inquisities of censuur.
Ik zal later terugkomen op de Volkszielen maar ik ben in het algemeen tot de conclusie gekomen dat de antroposofie structureel racistisch is en als levensbeschouwing regelrecht bizar en sektarisch, hoe mooi en bijna ‘kloppend’ het theoretische bouwwerk ook door Steiner aan elkaar gepraat is. Dit gaat nadrukkelijk niet over mijn oude school, noch mijn leraren, aanhangers of enthousiastelingen die ik persoonlijk ken, veelal mee bevriend ben en waar bovendien geen onintelligente mensen tussen zitten, geen enkel misverstand, maar de leer zelf. Ik ben tot deze conclusie gekomen na enige studie naar het werk van Steiner, Blavatsky, sympathisanten, aanbidders, opportunisten, meelopers en goedpraters, regelrechte racisten en Holocaustontkenners (uit naam van Rudolf Steiner), krankzinnige fanatici en dolgedraaide extremisten die Ahriman op een foto menen te herkennen bij de aanslagen van 11 september, maar ook critici, waarvan de laatsten vaak beter op de hoogte bleken te zijn van de herkomst van bepaalde opvattingen of de historische wortels van de antroposofie dan de sofen zelf. Die staren zich in regel blind op hun grote roerganger. Hieronder mijn uitgebreide en uit de hand gelopen antwoord (voor mij de aanleiding en het excuus om alles een keer op te schrijven) op een hele simpele vraag, oorspronkelijk in een iets andere en veel kortere vorm elders geplaatst:

De extremisten

Steiner heeft meer dan twintig boeken geschreven, dus het is niet makkelijk te zeggen waar je zou moeten beginnen. Het beste kun je eerst wat over hem lezen. Een uitgesproken pro-Steiner werkje is Jacob Slavenburg, ‘Rudolf Steiner, vernieuwer van het oude weten’, Ankh Hermes, 1990. Hoewel de schrijver een naar mijn smaak te grote bewondering voor Steiner heeft, is het wel een aardige inleiding op zijn gedachtegoed. Als je wat kritischer stukken wil lezen kijk dan op de website van Simpos (http://www.stelling.nl/simpos/steiner.htm ). De heldere en goed onderbouwde beschouwing van Jam Willem de Groot over Steiners rassenleer verdient een aanbeveling: http://www.stelling.nl/simpos/antro1.htm . Een bijna nog betere, maar zeer compacte analyse van Jana Husmann-Kastein, van de Berlijnse Humboldt Universiteit vind je hier: http://www.religio.de/dialog/106/29_22-29.htm . Overigens is er ook nog een lezenswaardige Belgische website, van het tijdschrift ‘De Brug’ (http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/inhaztot.html) die zo hysterisch pro-Steiner is dat het bijna lachwekkend wordt. Zo wordt de rassenleer met vuur verdedigd en staan er de meest absurde hatelijke teksten over zaken waar de antroposofie allemaal tegen zou zijn, zoals inentingscampagnes, atheïsme (’een ziekte!’), politieke correctheid en homoseksualiteit (’een luciferische verleiding van niet volledig geïncarneerde mannen met een zwak astraal lichaam’ en ’ze lijden pijn om hun anders zijn’, http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b50defhtm.htm. In dit zelfde artikel wordt trouwens ook gesproken van ‘het zich verlustigen aan de oersterke etherlichamen van de ploeterende boeren op het platteland’).
De auteurs van de vele artikelen van de Brug (het gaat zeker om een paar honderd) schieten zich in hun blinde fanatisme wel erg in de eigen voet. Zij zien overal samenzweringen tegen die prachtige antroposofie en zijn volgens mij doodsbang. Ook zoeken ze de meest vreemde bondgenoten, zoals de Britse Holocaust ontkenner David Irving, die meermalen instemmend wordt aangehaald, bijvoorbeeld in de beschouwing ‘De Ahrimanische maatschappijvorm; Ahriman heeft zijn eigen religie in Staat, Multi-cultuur en Holocaust’, waarin de auteur verder ‘woordgrapjes’ uithaalt met de begrippen ‘Holy-Ghost’ en ‘Holocaust’ (te vinden onder ‘A’ van ‘Ahriman’, directe link http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b46met/b46.htm). Hier wordt ook verwezen naar de website van David Irving, die de waarheid zou onthullen over de Holocaust. Dit alles uit naam van de antroposofie. Qua woordspelingen blijken deze auteurs nog meer dijenkletsers in petto te hebben; zo wordt er gesproken van Baäl/Baälgië (Baäl is een Fenicische God waar de sofen, net als met de Perzische Ahriman, grote problemen mee hebben en tot grote bovennatuurlijke boef is gebombardeerd, dus bruikbaar als een leuk etiket voor het verfoeilijke ‘multiculturele België’). Elders wordt België als staat een ‘Zwart Magische constructie’ genoemd. Heeft weinig meer met Steiner zelf te maken. Eerder met het Vlaams Belang van Filip Dewinter. Maar misschien zoeken deze verwarde antroposofen krampachtig naar allerlei bondgenoten, om die rassenleer maar te kunnen blijven handhaven. Wellicht zijn ze zo wanhopig dat ze uitkomen bij een obscurantist als David Irving. Staat wel in schril contrast met de uitspraak van de Steinergezinde theosofe Alice Ann Bailey, die in 1949 de Holocaust weer een ‘vuur van gerechtigheid’ noemde (uit Jeurissen, p. 19). Met dit soort vrienden heeft de antroposofie geen vijanden meer nodig. Ze zijn zelfs zo tactisch dat ze eerst met veel misbaar ontkennen dat er bij Steiner sprake is van rassenleer om deze daarna zo effectief samen te vatten en uit te leggen dat er geen misverstand meer mogelijk is. Ik zal later op de rassenleer en deze uitleg terugkomen bij de bespreking van ‘de Volkszielen’.
Geheel ongevaarlijk is deze website niet. Op een herdenkingssite van Kamp Westerbork schrijft een zekere Philippine in het forum: ‘In de Westerse wereld staat het iedereen vrij om over een bepaald geschiedkundig fenomeen te denken hoe hij wil…maar er is een onderwerp dat niet meer onderzocht mag worden en dat is de “holocaust”, het dogma van de systematische uitmoording van 6 miljoen joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is in de meeste Westerse landen verboden om aan dit “feit te twijfelen….Waar het mysterie van Golgotha als centraal geestelijk gegeven in de ontwikkeling van de mensheid voor allen een lichtend voorbeeld zou kunnen zijn…krijgen we nu een verhaal en geestelijk afstotingspunt, het zwarte gat in de mensheidsgeschiedenis waar iedereen in een grote boog om heen zou moeten lopen en dat de mensheid verenigt in een voortdurende haat tegen Duitsland. Zelfs voor de oorlog begon die haatpropaganda al. De Antichrist, die zo handig de zaken in hun tegendeel kan verkeren, probeert ook de Heilige Geest te vervangen door een zeer aards, zeer leeg gegeven, dat de naam holocaust heeft gekregen, weerom niet toevallig in het Engels klinkend als Holy Ghost”. Citaat uit artikel van de Brug, antroposofisch tijdschrift’ (http://www.peterbreedveld.com/archives/00001347.html) . Hier staat je verstand letterlijk bij stil. Zo ver kan het dus gaan.
Er wordt verschillend gedacht over of Steiner een antisemiet was (daar zijn ook teveel tegenstrijdige berichten en uitspraken over). Bij de Brug wordt nadrukkelijk beweerd dat hij dat niet was, artikel ‘Was Steiner een antisemiet? Natuurlijk niet’ (http://users.pandora.be/antroposofie/dornach/antisem.htm). Goed Steiner dan misschien niet, maar de schrijvers van de Brug waarschijnlijk wel, als ze vol enthousiasme een citaat aanhalen van de Vlaamse schrijver en jezuïet Ernest Claes, om alvast ‘in de stemming te komen voor de Kerstspelen’, dat is althans de motivatie van ‘de Brug’. Ik zou zeggen, geniet van deze opbeurende kerstwens: ‘Daar zaten de Joden van het Sanhedrin, met losse zwarte mantels aan en gekke mutsen op de kop. En die gezichten ! … Bijna zwart, lange baarden en grote kromme neuzen. Eén van hen leek op Victalis. Ze deden gebaren die een gewoon mens zo niet doet. Van wat die loeders tegen elkaar zaten te fezelen kon ik niets verstaan, maar ik kon het wel raden (…) Eén van die lelijke Joden telde het geld uit een grote beurs. Ik hoorde het rammelen stuk voor stuk’, http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#geloof. Een duidelijk gevalletje van antisemitisme lijkt me, ook met die intentie op deze site geplaatst. Ik denk dat je dat rustig kan stellen, zeker in de context van deze site, waar meer dan eens David Irving instemmend wordt aangehaald. Ook een andere Holocaustontkenner, een zekere Dr. Johannes Lerle, wordt geïnterviewd en er wordt medegedeeld dat de Holocaust ‘nog onderzocht’ moet worden (http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b57net.htm). Er staat overigens ook een apparte link naar de site van David Irving met de triomfantelijke tekst: ‘link naar David Irvings politiek niet correcte webstek over de oorlogsgeschiedenis’ (te vinden onder de W bij Wereldoorlog II).
En wat te denken van het volgende citaat? ‘In deze milieus moeten we de occulte broederschappen gaan zoeken. Dat daar misschien overwegend Joden bij zijn is in deze tijd niet meer relevant. Als dat voor hun doeleinden uitkomt verloochenen ze evengoed hun rasgenoten (Er bestaan verschillende interessante studies over welke kringen Hitler financierden). Zoals men uit bovenstaand artikel kan afleiden zijn zelfs de eigen familieleden niet veilig wanneer ze zich niet willen openstellen voor de ahrimanische inspiraties’. Joden die hun ‘rasgenoten’ verloochenen als het ze uitkomt. Dat er al gesproken wordt van een ‘Joods ras’ is al antisemitisch. Dit alles uit naam van de antroposofie. Terug te lezen op http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b45.htm, waar wij ook kunnen lezen dat ‘Lucifer en Ahriman werken aan de opbouw van een termietenstaat’. Dit laatste met behulp van een militair-industriëel en een ‘academisch’ complex. Het eerste klinkt vertrouwd maar dat ‘academisch’ is nieuw. Maar antroposofen zijn niet altijd de grootste vrienden van de wetenschap, dat blijkt weer eens.
Het meest verbijsterende is nog wel dat deze krankzinnige website gewoon wordt aangeprezen door de Belgische Antroposofische Vereniging. Ook wordt er naar deze ‘digitale Augiasstal’ verwezen op de site van een Nederlandse beginnerscursus antroposofie in Zeist. Het zou maar je eerste introductie in de antroposofie zijn. Na toch wel wat ervaring in die wereld kan ik echt wel het marginaal sektarische van de mainstream onderscheiden (al ben ik in het algemeen niet zo’n aanhanger, geheel ten overvloede), maar in het geval van ‘de Brug’ lijk ik de enige die het ziet. Ik geloof niet dat er ooit een verstandig mens uit antroposofische kring een keer goed deze site heeft geïnspecteerd, anders zou die niet zo vaak worden aangeprezen als een goede bron voor achtergrondinformatie (ook op grote antroposofische webgidsen als ‘Antrovista’ wordt de Brug aangeprezen). Over deze site alleen al zou je tien ‘onderzoekscommissie rapporten’ kunnen schrijven. Goed voor een aardig relletje wanneer dit duistere hoekje op het internet ontdekt wordt en in de schijnwerpers wordt gezet. Een blik op de inhoudsopgave is genoeg. Zelfs de Paus wordt niet ontzien. Wat te denken van de volgende titel: ‘Ratzinger; Lieven Debrouwere verdedigt hem, de Brug sabelt hem neer’. Wel erg agressief, ook als je geen vriend van de huidige Paus bent. Deze sofen zijn echt razend. Dit is wel iets anders dan de vroegere beschaafde ‘Jonas’.
De ‘leukste’ artikelen gaan over het Michaelsmysterie en de Ahrimanische krachten, die overal op de loer zouden liggen. ‘Michael heeft trouwens een ernstig gelaat’, maar dat lijkt me niet zo verwonderlijk. Ik denk dat hij net zo veel gevoel voor humor heeft als de auteurs van de artikelen van de Brug, al zijn die vaak onbedoeld nogal hilarisch. Alhoewel, wij kunnen ook lezen dat ‘humor het beste wapen is tegen Lucifer’ in het artikel met de veelbelovende titel ‘Sekten en Seks; Lucifer en Ahriman’, http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/b08sex.htm.
Ook de islam krijgt een veeg. Deze religie zou ‘luciferisch’ zijn. De Goddelijke Openbaring van de Profeet zou vergelijkbaar zijn met de wereld van Mephistoteles uit Goethe’s ‘Faust’. Het oosten zou sowieso Lucifers domein zijn, terwijl het westen dat van Ahriman is.  Vervolgens blijkt de Holocaust toch plaats te hebben gevonden, maar is deze ‘verheven tot een religie’, die weer ‘Ahrimanisch’ zou zijn, http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b57net.htm#13. Helderheid is niet de sterkste kant van de schrijvers van de Brug.
Hoogtepunt is de beschouwing ‘Naar een afschuwelijke toekomst’, waarin de antroposofie een welhaast apocalyptische dimensie krijgt. De huidige positie van de gemeenschap der antroposofen wordt vergeleken met die van de eerste Christenen in Rome in de catacomben, ten tijde van Nero (’Maar uiteindelijk stortte het Rijk ineen door zijn eigen logheid. Dat kan ons wat moed geven’, http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#ahr, onderaan artikel) . Elders wordt er beweerd dat de leden van de Antroposofische Vereniging geïncarneerde engelen zijn, met de missie om als een soort ‘Jedi Knights’ het lot van de aarde en de kosmos ten goede te laten keren. Dit zou moeten gebeuren in een soort ‘kosmische jihad’ aan de zijde van Aartsengel Michael (http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/b32bewaareng.htm). Het zou gaan om een wraakoefening voor een catastrofale gebeurtenis in het ‘rampjaar 869′, toen op het oecumenische concilie van Constantinopel de leer van de menselijke driegeleding zou zijn verworpen. In de hemel zouden op dat moment de duistere krachten Michael van de troon hebben gestoten, middels een kosmische staatsgreep. Want ‘zo boven zo beneden’ leert de grondwet van de Hermetica ons, die ook door de sofen wordt onderschreven. Met deze welhaast intergalactische ramp zou de werkelijke ‘Christusimpuls’ zijn verloochend. Het is nu aan de tot antroposofen geïncarneerde schare engelen en Michael om de positie op aarde en in de kosmos weer te heroveren op de duistere krachten van Lucifer en Ahriman, om zo de hemelcoup weer ongedaan te maken. Dit zou zijn besloten op een reeks hemelse conferenties van engelen en zielen, die nu zijn geïncarneerd tot de leden van de antroposofische vereniging, onder voorzittersschap van Michael. Kan iemand dit nog volgen? De ‘Jedi-Council’ tegen de ‘Sith’. For peace and prosperety in the Galaxy. Net Starwars, met the force tegen de Darkside van Ahriman, het Beest.
Ahriman, of Angra Mainyu, is overigens oorspronkelijk de god van de Duisternis in de Zoroaster cultus van het pre-islamitische Perzië (de tegenhanger van de lichtgod Hormuzd, Varuna of Ahura Mazda in het Perzische Avestische dualisme), maar door Steiner en verder een aantal pan-Germaanse 19e eeuwse denkers afgestoft en opgewaardeerd tot een universele en eeuwige ‘Darth Vader’, (of ‘Sauron’ voor de Tolkien liefhebbers). Laten we niet vergeten dat er wel meer Perzische symbolen werden ingezet in allerlei pan-Germanistische bewegingen, zoals ook de Swastika, waarmee ik geen verband suggereer met de antroposofie, behalve dat het voor die tijd niet ongebruikelijk was om met Perziche begrippen en symbolen te schermen, zie ook Nietzsches ‘Also sprach Zarathustra’, hoewel Nietzsche zeker geen pan-Germanist was. Maar het was wel een modegril van die tijd. Het Perzisch is immers een Indo-Germaanse taal (itt het Arabisch, dat Semitisch is) en vanwege de ouderdom en de lange culturele traditie ideaal voor de pan-Germaanse mythevorming. Voor de antroposofie is Ahriman dus de ultieme boeman en Rudolf Steiner heeft dan ook veel woorden aan deze booswicht besteed.
Volgens de auteurs van Brug is er altijd wat aan de hand met die Ahriman. Hij zit nooit stil, ligt altijd op loer, beïnvloedt de Amerikaanse politiek (jammer voor Bush met zijn Jezus) of inentingscampagnes (daar zijn rechtzinnige sofen namelijk tegen). ‘Ahriman handelt met voorkennis in de ‘Anglo-Amerikaanse wereld’ en geeft Duitsland van alles de schuld’, Ahriman zit achter de Europese grondwet, Ahriman zit achter ‘de wereldwijde anti-discriminatie lobby’, ‘Ahriman heeft zich genesteld in de materialistische wetenschap’ (vanzelfsprekend), ’Ahriman heeft niet stilgezeten en met zijn handlangers weer iets nieuws bedacht’. ‘Ahriman de leugengeest’, Ahriman hier, Ahriman daar, Ahriman, Ahriman, echt overal Ahriman. Hij zat ook achter de aanslagen van 11 september (’bewezen, want hij stond op de foto’, het staat er echt). Het lijkt soms meer op de Satanskerk dan op de antroposofie. Dat deze snoodaard achter alle complotten zit wordt als volgt uitgelegd: ’Het verschil van al deze theorieën met de antroposofische interpretatie is dat wij aannemen dat er een geestelijk wezen aan de basis ligt van deze gang van zaken, terwijl niet-antroposofen de schuldigen ofwel zoeken binnen de aardesfeer (Vrijmetselaars, Loge, Illuminati, Zionisten, Kapitalisten) ofwel buiten de aardesfeer waar ze activiteiten van min of meer materiële intelligenties veronderstellen (UFO’s e.d.). Volgens ons zijn de organisaties en groeperingen die we zien werken in de richting van een wereld-termietenstaat ook maar uitvoerders van een bovenmenselijke intelligentie, nl. Ahriman’ (http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#ahr). Nog meer complottheoriën en uiteenzettingen over hoe Ahriman ‘voor Chinese lichamen bestemde zielen tracht om te leiden door ze als Europeanen te laten incarneren en zo de opiumoorlog heeft veroorzaakt’ vind je hier http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b44deel1.htm. Het ergste vind ik nog wel dat ‘Ahriman niet wil dat wij wijs worden!’. Maar dat zijn wij wel, want wij zijn antroposofen. Trouwens wel weer schattig dat de lezertjes van de Brug op het hart wordt gedrukt om vooral wel in kabouters te geloven (’warm, nat en zacht’ en horen bij het ‘element’ aarde). Het enige spoortje van zelfkennis of relativering dat ik in deze honderden artikelen heb kunnen aantreffen is (wanneer het fenomeen UFO’s ter sprake komt): ‘Een vervelende vraag voor antroposofen vermits Rudolf Steiner nooit over vliegende schotels gesproken heeft. We kunnen dus niet terugvallen op een of ander citaat en zijn daardoor verplicht om zelf eens na te denken. Wat ook voor antroposofen niet altijd evident is’, http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b55a-htm.htm#005 . Ook wordt er in deze beschouwing gesteld dat de verhalen ontvoeringen door aliens in UFO’s, die mensen op de operatietafel zouden leggen, symbolisch zouden moeten worden opgevat (à la Jung) en dat het een teken is dat we ons zelf moeten ontleden en ‘bij ons zelf te rade moeten gaan’. Interessant om dat uit de mond van een dweper met holocaustontkenners te mogen vernemen.
Bekijk deze site zeker, ik kan hem van harte aanbevelen, vooral alle beschouwingen over Ahriman (vijftien waarin hij de hoofdrol vervult en een bijrol in minstens veertig). Je weet niet wat je leest, de gekte spat er van af: http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/inhaztot.html . Het is een bron van vermaak mits je het niet al te serieus neemt. Als het zou bestaan is deze samengebalde sektarische krankzinnigheid een duidelijk gevalletje van sofen-extremisme. De missionaire intenties van deze site worden trouwens niet onder stoelen of banken gestoken: ‘Dat zal het karma van de antroposoof worden: dat hij niet alleen zal begaan zijn met zijn eigen lot, maar dat hij zich ook zal bekommeren om het lot van zijn medemensen die er nog niet in geslaagd zijn dezelfde spirituele hoogte te bereiken’. Dat het menens is blijkt wel hieruit: ‘De antroposofen moeten er zich eindelijk rekenschap van geven dat het luttele deel van de mensheid dat zich voor de antroposofie interesseert, daardoor pas de oerfenomenen van de beschavingscrisis kan begrijpen en aldus de enige hoop voor de geestelijke wereld vormt’. Een van de artikelen heeft overigens de pathetische titel ‘Antroposofen; waarom hebben zij het dikwijls zo moeilijk?’ Ik denk dat de aard van deze website de vraag meteen beantwoordt.

De Volkszielen

Steiners belangrijkste titels zijn: ‘Filosofie der Vrijheid’, ‘Theosofie’, ‘De wetenschap van de geheimen der ziel’ en de door zijn weduwe Marie von Sievertz posthuum uitgegeven ‘Akasha kroniek’, waarin de geschiedenis en de ontwikkeling van de mens en de kosmos volgens de leerstellingen van de antroposofie wordt beschreven. Als je kennis wil nemen van een heel curieus aspect van zijn denken (de beruchte rassenleer) kan ik je ‘De Volkszielen’ (Die Mission Einzelner Volksseelen im Zusammenhange mit der Germanisch-Nordischen Mythologie), de gebundelde Christiania voordrachten in Oslo, 1910, aanbevelen. Was tot voor kort niet makkelijk aan te komen en werd ook niet verkocht bij de Nederlandse Antroposofische Vereniging. Recent (2006) is het weer in de Nederlandse vertaling uitgegeven door Pentagon, onder de titel ‘De Volkeren van Europa; de opdracht van de afzonderlijke volkszielen en de samenhang met de Germaans-Noordse mythologie’. Voor dit verhaal heb ik echter de voorkeur gegeven aan de originele Duitse tekst, een uitgave uit 1950. Dat heb ik om twee redenen gedaan. In de eerste plaats omdat dit boek zo omstreden is dat ik het nuttig vond om het in de originele taal te raadplegen, zodat er geen misverstand over tekst kan bestaan. Verder zijn veel Pentagon uitgaves (zoals ook recent de Akasha kroniek) gematigder getoonzet dan de originele teksten. Daar valt aan een kant veel voor te zeggen, maar niet in dit verband, waar ik liever Steiner op zijn eigen woordkeus beoordeel, juist wat betreft zijn meest controversiële boek. Vandaar dat ik van het origineel gebruik heb gemaakt. De Nederlandse uitgever neemt overigens wel een standpunt in. Hij vermeldt dat het boek vaak het middelpunt is geweest van hevige controverses, maar verwijst naar het rapport van de Commissie van Baarda om ieder misverstand uit de wereld te helpen. Maar al verwijst de uitgever dan nog zo graag naar het van Baarda rapport, op p. 155 kunnen wij lezen: ‘Merkurius grijpt zo in in dat hij met anderen samenwerkt in het klierstelsel. Hij kookt binnen dit klierstelsel en daar leven die krachten zich uit die door dat overwicht van de Merkuriuskrachten in het klierstelsel van de betreffende mens koken en borrelen. Dat komt daar vandaan dat zij uitkoken wat de algemene, gelijke mensengestalte van het Ethiopische ras doet met de zwarte huidskleur, het wollige haar, enzovoort’. Kroeshaar als bubbeltjes, je moet er maar op komen, maar het is wel saillant dat het Baarda rapport in een band zo geprezen wordt en later door de feiten zo compleet onderuit gehaald wordt. Het is toch even met je ogen knipperen, wetende dat deze tekst in 2006 is afgedrukt, met de bedoeling om de Blijde Boodschap te verspreiden. Maar goed, ‘geen rassenleer’ dus, volgens het voorwoord. Je vraagt je wel af wat er in het hoofd van zo’n redacteur moet omgaan, als je eerst de van Baarda bezwering (’géén sprake van…enz’.) en vervolgens deze zinssnede publiceert. Lijkt me nogal een schizofrene activiteit. Daar moet je volgens mij antroposoof voor zijn, om zoiets te kunnen. Vanaf hier zal ik overigens verder gaan met de Duitse tekst; ook alle bronvermeldingen en paginanummers zullen daarnaar verwijzen.
Overigens heeft Steiner later het verhaal van de ‘kokende neger’ nog een keer verteld, deze keer in een lezing voor de arbeiders van de bouw van het Goettheanum in Dornach, in 1923. Steiner: ‘Und weil er eigentlich das Sonnige, Licht und Wärme, da an der Körperoberfläche in seiner Haut hat, geht sein ganzer Stoffwechsel so vor sich, wie wenn in seinem Innern von der Sonne selber gekocht würde. Daher kommt sein Triebleben. Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn’, Rudolf Steiner, ‘Vom Leben des Menschen und der Erde, Über das Wesen des Christentums. 13 Vorträge gehalten vor den Arbeitern am Goetheanumbau in Dornach vom 17. Februar bis 9. Mai 1923′. Rudolf Steiner Verlag, Dornach 1993 (GA 349 / TB 723), geciteerd uit Jana Hussman-Kastein, ‘Schwarz-Weiß-Konstruktionen im Rassebild Rudolf Steiners’. Jeurissen haalt dit citaat ook aan, p.9, geciteerd uit een artikel van Thomas Höfer, geheel correct vertaald (dit omdat de commissie van Baarda vaak beweert dat er slecht vertaald is). Laten we dus vaststellen dat deze bewering van Steiner geen ontsporing is maar dat hij dit echt vond en dat het een onderdeel is van zijn visie op het ‘zwarte ras’ en daarmee zijn rassenleer. Anders zou hij hier zeker niet twee keer mee zijn gekomen in een tijdsbestek van dertien jaar.
En dan de Commissie van Baarda. Op p. 120-121 wordt er gesproken over Steiners opvattingen over het zwarte ras, maar dan geen woord over de kokende kliersystemen, terwijl hij het hier toch twee keer in verschillende periodes van zijn leven en carrièrre heeft gesproken. Op p. 122 stelt de commissie (als het over algemene uitspraken over rassen gaat): ‘De uitspraken die Steiner heeft gedaan over rassen kunnen misschien het beste vergeleken worden met een lichamelijke diagnose; ze hebben geen betrekking op het wezenlijke van de mens’. Je mag toch hopen dat de commissie hier niet de door Mercurius aangestuurde kokende kliersystemen mee bedoelt.
Geheel ten overvloede wordt niet door iedereen gedacht dat er geen sprake is van rassenleer, binnen en buiten Nederland, zelfs in antroposofische kring. In Duitsland is  zeer onlangs (in 2007) door de rechter bepaald dat ’Die Mission einzelner Volksseelen’ uitsluitend geannoteerd, met een inlegblad, mag worden uitgegeven middels de wet ‘Index Jugendgefärdeten Schriften’, een niet onbelangrijk detail (zie link http://www.sueddeutsche.de/,ra4m2/kultur/artikel/91/123914/). Men is overigens in Duitsland veel verder met de discussie over antroposofie en racisme dan in Nederland. Van de mainstream antroposofen heeft zich een groepje ‘kritische nieuwlichters’ afgesplitst, ‘Die Junge Antroposophen’, met een eigen uitgeverij en tijdschrift ‘Die Flensburger Hefte’, waar het inmiddels geen taboe meer is om Steiners rassenleer ter discussie te stellen (http://www.flensburgerhefte.de/titel/fh91100.html). Is overigens een hele typische antroposofische website. De kenmerkende kleuren met bijbehorend lettertype alsmede de ‘Heilende Kräfte’ lachen je van het beeldscherm toe. Gaf weer een gevoel van ‘thuiskomen’. Voor mij een feest van herkenning. Maar goed, ze durven het, dus niet iets om cynisch over te doen. Ze zijn niet zo soft als ze eruit zien. Wat zij doen was binnen de antroposofische beweging tot voor kort onmogelijk en zou in Nederland onbespreekbaar zijn. Hoe dan ook een moedig en lovenswaardig streven (orthodoxe antroposofen houden er niet van dat er aan de inzichten van hun voorman wordt geknabbeld), al is het naar mijn mening moeilijk om het racisme van de rest te scheiden. Dan zou je ook over de wortelrassen, Atlantis en Lemurië moeten beginnen en dan is het einde zoek (zie later, bij de bespreking van Helena Blavatsky).
Al is het maar een relatief, zeker naar Steiners maatstaven, klein boekje (slechts 216 pagina’s), ‘De Volkszielen’ is voor het veelbesproken deelaspect van Steiners gedachtegoed van cruciaal belang. Hij begint met een uiteenzetting dat er zelfs binnen Europa duidelijk sprake is van een collectieve ziel of astrale sfeer per volk. Zo zegt hij dat als je de grens over gaat naar een ander land, je zou kunnen voelen, mits je daarvoor aanleg hebt natuurlijk, dat je in een andere ’sfeer’, ‘veld’ of ‘energie’ terecht komt (dus los van de douane of andere verkeersborden, ed.). Het komt er op neer dat wat er voor een individueel mens geldt, ook opgaat voor een ‘volk’ of ‘ras’. Een volk zou, naast een fysieke verschijning, ook een ziel en een geest hebben, parallel aan de driegeleding van de mens, zoals Steiner die uiteen heeft gezet in zijn veel bekendere werk ‘Theosofie’, uit 1904. Ook zou er sprake zijn van een soort collectief astraal lichaam en etherlichaam, die een volk als geheel aansturen. Migratiegolven vergelijkt hij dan ook met dezelfde mysterieuze kracht waarmee trekvogels zouden worden gedreven.
Steiner stelt overigens dat niet bij ieder individu er sprake is van een sterke werking van de Volksziel. Binnen de antroposofie wordt er, ontleend aan de oude Grieken, onderscheid gemaakt tussen vier menstypes, gekoppeld aan de vier elementen: sanguinici (lucht), flegmatici (water), cholerici (vuur) en melancholici (aarde). De eerste drie categoriëen zouden veel gevoeliger zijn voor de collectieve volksziel en marcheren dus veel makkelijker achter de meute aan dan de laatste, maar staan aan de andere kant minder open voor ‘menstype-genoten’ uit een andere volks of rassensfeer. Dus melancholici aller volkeren verenigt u! (wel aardig, ben zelf in mijn Vrije Schooltijd gecategoriseerd tot melancholicus, dus zou in theorie makkelijker kunnen ‘levelen’ met melancholici van een ander volk of ras dan bijvoorbeeld een cholericus of een flegmaticus, die het meer bij hun eigen ‘volksziel’ houden).
Als er al binnen Europese volkeren sprake zou zijn van een collectieve volksziel, dan geldt dat al helemaal voor de verschillende mensenrassen. Deze mensenrassen hebben allemaal een collectieve lotsbestemming of Kharma. De een bulkt van de energie en verspreidt zich als een olievlek (de zwarten), de ander trekt zich terug in een hoekje om collectief rustig te gaan zitten uitsterven (de indianen). Ook gaan er bij rassen veel grotere krachten een rol spelen, zoals de werking der planeten. Steiner: ‘Da gewinnen wir sozusagen den Untergrund, den Boden für das, woraus sich erst die einzelnen Völkerindividualitäten erheben. Wir gewinnen dadurch die Umschau über den ganzen Erdenplaneten, finden den Erdenplaneten dazu bestimmt, eine Menschheit zu tragen durch die normalen Geister der Form, finden, daß sich die zurückgebliebenen Geister der Bewegung in dieses Terrain der Geister der Form hineinbegeben und als abnorme Geister der Form das Menschentum auf dem ganzen Erdenrund in die einzelnen Rassen gliedern’ (p. 68). Uiteindelijk komt Steiner uit op een op astrologie geschraagde rassenleer. De verschillende rassen kunnen gekoppeld worden aan de specifieke krachten van de best bijpassende planeet. Dit leidt ongeveer tot het volgende overzicht:

Mercurius = negers (lekker hard rennen en vlakbij de zon, ‘Merkurkräfte in dem Drüssensystem des betreffende Menschen kochen und brodeln’, ‘wolligen Haar’ enz.)
Venus = ‘Maleisiërs’, een kwalificatie voor de inwoners van het Indo-Chinese schiereiland, door Steiner gedefinieerd als een appart ‘ras’ (Thaise massage, hoeren en natuurlijk al die pedo-toestanden, waarbij ‘de zinnelijke Venuskrachten doorwerken in de ademhaling’)
Maan = Semieten (reflectief, dus parasitair, zie de beschouwing van Jan Willem de Groot, worden overigens ook geassocieerd met Mars, omdat de Oud-Testamentische Jaweh, ‘werkzaam was in de bloedbanden’)
Mars = Mongolen (de oorlogsgod, dus de Hunnen, de rode hordes en ander rennend en plunderend onguur steppevolk, dat maar onze kant uitkomt om herrie te schoppen)
Jupiter = ‘Ariërs’ en ‘Kaukakasiërs’ (de ‘grootste’, ‘de brenger de Zeuskrachten, die de Grieken aanzette tot hun grote prestaties’, de oppergod, de meest rijpe en de ‘meest volwassene’, waarbij de Jupiterkrachten de ‘wakkerheid in het hoofd’ veroorzaken, kortom dat zijn wij)
Saturnus = Indianen (’verbeende klieren’, staan op uitsterven en Kronos, de Griekse equivalent van de Romeinse Saturnus die zijn kinderen opvreet, zou je kunnen associeren met de mensenoffers van de Maya’s en de Azteken).
(Steiner, ‘Die Mission…’, pp. 112-121).

De tussenhaakjes zijn natuurlijk mijn eigen, overigens voor de hand liggende aanwijzingen tot interpretatie middels een paar platte stereotyperingen (behalve de beschrijvingen die tussen  aanhalingstekens staan, die zijn van Steiner zelf), maar opzienbarend is dit alles wel. De Commissie van Baarda beweert dat er bij Steiner geen sprake is van rassenleer. Als dit geen rassenleer is weet ik het ook niet meer. Bovendien worden er nu plotseling allerlei in eerste instantie duister lijkende uitspraken, van Steiner en andere prominente antroposofen, glashelder. Een duidelijk voorbeeld is de Nederlandse psychiater en prominent antroposoof, Bernard Lievegoed, normaal gesproken niet de onredelijkste, die meende dat onder invloed van Mars er binnenkort weer een invasie van de Mongolen komt, vergelijkbaar met die van de Hunnen onder Atilla en later onder Dzenghiz Khan: ‘Dat is een heel bijzonder gebied op aarde, waar heel sterke Marskrachten inwerken. Deze worden volgens een oude Chinese traditie elke achthonderd jaar actief. De demonische Marskrachten in dat gebied nemen dan bezit van mensen en drijven ze tot gewelddadige overheersing. Er zijn een aantal momenten in de geschiedenis aan te wijzen waarop eerst China en later ook Europa vanuit het Oosten dreigden te worden overheerst’ (in een interview in het Nederlandse antroposofische tijdschrift ‘Jonas’ met Jelle van der Meulen in 1980, opnieuw geplaatst en van wat rellerig commentaar voorzien op de website van de Brug, http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/b29bl.htm). Om het nog een keer samen te vatten in Steiners eigen woorden: ‘Wenn wir den Punkt, den wir vor einigen Tagen in unseren Darlegungen in Afrika gefunden haben, und jetzt näher dadurch charakterisieren, daß, weil die normalen Geister der Form zusammenwirken mit denjenigen abnormen Geistern der Form, die im Merkur zentriert sind, die Rasse der Neger entsteht, so bezeichnen wir okkult ganz richtig das, was in der schwarzen Rasse herauskommt, als die Merkur-Rasse. Jetzt verfolgen wir diese Linie weiter, die wir dazumal durch die Mittelpunkte der einzelnen Rassenausstrahlungen gezogen haben. Da kommen wir nach Asien und finden die Venus-Rasse oder die malayische Rasse. Wir kommen dann durch das breite Gebiet Asiens hindurch und finden in der mongolischen Rasse die Mars-Rasse. Wir gehen dann herüber auf europäisches Gebiet und finden in den europäischen Menschen, in ihrem Urcharakter, in ihrem Rassencharakter die Jupiter-Menschen. Gehen wir über das Meer hinüber nach Amerika, wo der Punkt, der Ort ist, an dem die Rassen oder Kulturen sterben, so finden wir die Rasse des finsteren Saturn, die ursprünglich indianische Rasse, die amerikanische Rasse. Die indianische Rasse ist also die Saturn-Rasse’ (p. 113).
Maar Steiner gaat verder. Niet alleen kunnen de rassen gekoppeld worden aan de specifieke krachten der planeten, ook kunnen de eigenschappen van een bepaald ras gekoppeld worden aan een specifieke leeftijdsfase van de mens. Hierin beperkt Steiner zich tot vier hoofdrassen. In het zwarte ras, ten eerste, zijn vooral de krachten van het kind werkzaam. In het Aziatische ras (zowel het Maleise als het Mongoolse ras) staat de geestelijke ontwikkeling gelijk aan die van de puberale leeftijdsfase. Het blanke Europese ras staat synoniem voor volwassenheid en inderdaad, de indianen staan voor ouderdom. ‘Diese Linie ( zie fig. 1) besteht auch für unsere Zeit. Der Afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf. Das ist einfach ein Gesetzmäßigkeit. Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteilung. Hier ist die Wahrheit zwar manchmal verschleiert; aber Sie sehen, man kommt mit Hilfe der Geheimwissenschaft doch auf merkwürdige Erkentnisse”. Merkwaardig is het inderdaad, maar duidelijker kun je het niet krijgen. ‘Het is gewoon een wetmatigheid’. Maar hij gaat door: “Dann sehen wir später eine Herüberbewegung des Menschen nach der westlichen Richtung, und in der Verfolgung der rassebestimmende Kräfte nach Westen können wir dann das Absterben in den Indianen beobachten. Nach Westen mußte die Menschheit gehen, um als Rasse zu sterben.” (p. 81-82). Zie hier de kern van Steiners racisme. Het lijkt allemaal kraakhelder en ook zo diepziepzinnig, maar is, als je er even over nadenkt, allemaal gebaseerd op vrijblijvend associatief geklets, geschraagd met irrelevante vergelijkingen en astrologie. Je zou er je schouders over kunnen ophalen als het om onschuldige geneeskrachtige kruiden zou gaan, of leuke horoscoopjes trekken, maar hier wordt toch echt met ‘kosmische argumenten’ de genocide op de oorspronkelijke bevolking van twee continenten als een wetmatigheid en zelfs een noodzakelijkheid gepresenteerd.
Het opmerkelijke is dat de Commissie van Baarda beweert (p. 245) dat de indeling naar leeftijdscategorieën meer met de geografische locatie’s te maken zouden hebben, dan met de raciale oorsprong van de mensen die daar wonen. Opmerkelijk, nergens zegt Steiner dat alle inwoners van Noord Amerika (ook in zijn tijd in de meerderheid nazaten van de blanke Europeanen, de indianen waren toen ook al gedecimeerd) geassocieerd kunnen worden met de ouderdomsfase van de mensheid. Maar goed, als wij de commissie van Baarda zouden moeten geloven is Amerika per definitie de ‘Oude wereld’, ten opzichte van Europa en al helemaal ten opzichte van Azië en Afrika. Dus dan zou alles wat uit Afrika komt ‘infantiel’ zijn, uit Zuid Oost Azië komt ‘puberaal’, uit Europa ‘volwassen’ en uit Amerika ‘bejaard’ of noodzakelijk dood moeten. Leuk geprobeerd, het zou ook de eurocentrische begrippen ‘Oude’ en ‘Nieuwe Wereld’ op zijn kop zetten, maar dit is niet wat Steiner bedoelt. Als Steiner de inwoners van Amerika associeert met ouderdom, zijn dat steevast de indianen, die last hebben van hun verbeende kliersystemen en daarom moeten uitsterven en niet alle inwoners van dat continent, die daar nu wonen. Lijkt me meer raciaal dan geografisch. En dan nog, zijn Amerikanen er om dood te gaan? Er zullen ongetwijfeld talloze groeperingen in de wereld zijn die dat zullen beamen, maar om Steiner nou op een hoop met Bin Laden te gooien, dat vind ik nu weer te ver gaan. En Steiner spreekt toch ook van ’gelbe’ en ’schwartze Rassen’? Steiner heeft het weliswaar over ‘…der Punkt, der Ort ist, an dem die Rassen oder Kulturen sterben’,  Maar doet dat slechts in een adem met ’so finden wir die Rasse des  Finsteren Saturn, die usprüngliche indianische Rasse, die amerikanische Rasse. Die indianische Rasse ist also die Saturn-Rasse’ (p. 113). Dat ‘absterben’ geldt dus niet voor alle Amerikanen, maar echt alleen voor die duistere, met Saturnus verbonden Indianen. Conclusie, het draait allemaal om rassen. Pure rassenleer en onversneden racisme dus, al is het verpakt in allerlei diepzinnig lijkende metafysische concepten en metaforen.
Nu vallen ook de omstreden uitspraken van Christoph Wiechert, voor de radio uitzending van de Humanistische Omroep op hun plaats, in ‘Het voordeel van de twijfel’ op 19 februari 1997 (nav. deze uitzending en de publiciteit die daarop volgde, werd dhr Wiechert op non-actief gesteld en werd er door de ledenvergadering van de AViN de Commissie van Baarda aangesteld). Wiechert: ‘Zonder discriminerend te zijn; je ziet het bijvoorbeeld op het gebied van de vitaliteit, dat is in het zwarte ras een geweldige meerwaarde. Kijk maar naar Ajax, om maar wat te zeggen. Ik heb niks tegen Ajax hoor, maar je ziet dat daar vitaliteitsoverschotten zijn die jij en ik niet bij de hand hebben’ en ‘Toen de Europeanen zich met de negers gingen bemoeien, is dat volk niet te gronde gegaan. Integendeel. Dat volk werd almaar groter en assimileerde zich met de westerse beschaving. En als je dan daartegenover ziet wat er bij Wounded Knee is gebeurd met de Indianen, dat is toch een onvoorstelbare tragedie. Daar zie je dat er echt iets uitgeblust werd. Onvoorstelbaar… Dus uit die waarneming is de gedachte aannemelijk’ (geciteerd uit Jan Willem de Groot). Zoals Steiner het formuleert: ‘Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten’ (Die Mission, p. 81).
Overigens is het wel tamelijk stuitend dat de commissie van Baarda alle critici van Steiner (en Blavatsky) beschuldigt van selectief citeren van Rudolf Steiner, maar wat betreft de cruciale passages uit de Volkszielen overduidelijk zelf selectief citeert (of niet citeert) wanneer het ze uitkomt. Door net deze doorslag gevende passages samen te vatten en niet letterlijk te citeren probeert ze ermee weg te komen dat het niet ‘letterlijk’ om rassen gaat. Deze passages vormen namelijk de kern van Steiners rassenleer. Bovenstaande citaten worden wel een keer weergegeven (p. 366), maar zonder context, waardoor de impact van het vertoog niet zichtbaar wordt. Sympathiek dat zij vooral anderen beschuldigen Steiners uitspraken uit zijn context te halen. Maar misschien valt de commissie van Baarda nog wel het meest door de mand dat geen van de zestien citaten, die zij uiteindelijk heeft geklassificeerd als ernstig discriminerend afkomstig is uit de Volkszielen. De recent weer in druk gelanceerde ‘Kokende Ethiopiër’, onder het triomfantelijke motto ‘geen sprake van..enz.’, had hier echt tussen moeten staan, net als de dertien jaar later gelanceerde ‘kokende neger’. Praktisch alle citaten zijn afkomstig uit verschillende lezingen. Daarmee wordt wel erg de suggestie gewekt dat het om losse incidenten gaat en niet om iets structureels. Een paar citaten van uit de Volkszielen vallen in de zg tweede categorie, dwz dat het eventueel discriminerend zou kunnen worden uitgelegd, als het niet in de context van de antroposofie als geheel wordt geplaatst, of zoals de commissie het formuleert ‘Een grondige kennis van de antroposofie is nodig om het betreffende citaat te kunnen duiden’. Nu ben ik het daar voor een gedeelte mee eens, al deze uitspraken hangen inderdaad samen met de antroposofie als geheel maar geef ze dan wel weer in de juiste context. Maar dat zou dan ook meteen tonen dat de antroposofie een structureel racisme probleem heeft. Dat is precies wat de bovenstaande citaten allen laten laten zien wanneer je ze in het juiste verband bekijkt; het is een coherent onderdeel van een zeer uitgesproken racistisch vertoog. Dat had de conclusie moeten zijn, als er sprake was geweest van een werkelijk gedegen en vooral onpartijdig onderzoek. Het had wat mij betreft van meer moed getuigd als deze commissie zich had opgesteld als Thomas Höfer van van de  kritische Junge Antroposophen van de Flensburger Hefte (langzamerhand ook binnen antroposofische kring gezaghebbend, behalve in Nederland en wellicht Baälgië, met die gekke ‘Brug’),  die wel durft te stellen: “Indianen stierven aan hun eigen natuur, vrouwen baarden door het lezen van negerrromans mulattenkinderen, de Franse taal is een leugentaal: Met het oog op deze en andere uitspraken kan men moeilijk ontkennen dat Steiners kennis van zwarten, Indianen en anderen, zelfs voor de toenmalige tijd, mild uitgedrukt niet bijzonder vooruitstrevend was” (Jeurissen, p. 12). Er zijn dus zelfs antroposofen die het wel kunnen, maar nee, volgens de commissie is er ‘géén sprake van Rassenleer’.
De belangrijkste conclusie die je uit lezing van de Volkszielen kunt trekken is dat de rassenleer naadloos wordt geïntegreerd in een groter verband. Daarmee is het een volkomen consistent en met de rest samenhangend onderdeel van Steiners totaalvisie. Dit is wat anders dan wat veel antroposofen van nu ons willen doen geloven. Het gaat hier niet om een paar uitglijders. Alles wat er in de Volkszielen wordt beweerd past consequent in het grote verhaal, zoals uiteengezet in bijvoorbeeld ‘De Akasha Kroniek’, of ‘Theosofie’. De rassenleer is ingepast in de notie van de menselijke driegeleding (lichaam, ziel en geest), de vier menstypes en het ‘zo boven, zo beneden principe’ van de Hermetica (de macrokosmos, in dit geval de planeten, beïnvloeden verschijnselen in de microkosmos, de aarde, zie hier de oorspronkelijke tekst van de Smaragden Tafel van Hermes Trismegistus, die ook voor Steiner erg belangrijk was), de levensloop van de mens en de wet van Kharma en reïncarnatie en de daarmee samenhangende ‘Aarde-Evolutie’ en de ‘wortelrassen’ (zie verderop bij Helena Blavatsky). Daarmee is het een volstrekt logisch en consistent onderdeel van de antroposofische holistische levensfilosofie van alles hangt samen met alles. Geen uitglijder dus, maar een wezenlijk aspect van de antroposofie. ‘De Volkszielen’ is geen rariteit of een exces binnen het oeuvre Steiner. Je zou het bijna op een bepaalde manier briljant vinden hoe volmaakt het in de rest past. Ik zal hier niet ontkennen dat ik er enige bewondering voor heb, hoe groot mijn inhoudelijke bezwaren en zeker ook weerzin zijn. Je moet het maar kunnen; zo’n oeuvre en ideeënstelsel opbouwen dat zo consequent in elkaar zit, dat alles klopt met alles. Ik zie zeker de schoonheid van de theorie, los van het feit dat het over ‘mensenrassen’ gaat en dat zo’n gesloten allesomvattend wereldbeeld mij ook te benauwend is. Denk dat daar ook de verleiding en het gevaar in zit. ‘Het is een zienswijze, waarin de ethiek geheel achter de occulte horizon verdwijnt; niet de mens telt, maar het principe’, besluit Jan Willem de Groot zijn artikel ‘Kosmisch racisme’ en ik denk dat hij gelijk heeft. Daarom zijn er ook zoveel dogmatici en zelfs fanatici. Denk ook dat zo’n metafysisch ‘verklaring voor alles model’ uiteindelijk alleen maar tot blikvernauwing en oogkleppen leidt. Bij sommige, niet al te intelligente bewonderaars zelfs tot zulke oogkleppen dat je in de Holocaust een vuur van gerechtigheid kunt zien. Of dat je zo vast in je gesloten wereld zit dat je met krankzinnige beweringen kunt komen als ‘Ahriman handelt met voorkennis in de ‘Anglo-Amerikaanse wereld’, zoals onze vrienden bij ‘De Brug’. Het kan dus echt leiden tot kokende Ethiopiërs en natte kabouters.
Overigens was Rudolf Steiner zelf heel expliciet over de duiding van zijn leerstellingen; hij vond dat de antroposofie niet gezien kon worden als een grabbelton, waaruit je vrijblijvend een paar elementen kon consumeren. Het was het hele pakket of niets (zie Jacob Slavenburg p. 101). Geen gezwam, tenzij je het allemaal gezwam vindt dus. Je kan Steiner veel verwijten, maar niet dat hij inconsistent was. Hoe ironisch dat nu zijn grootste supporters (de AViN, Commissie Baarda) wanhopig proberen aan te tonen dat hij dat wel was.
De enige twee in opspraak geraakte Steinercitaten dat ik als uitglijders kan zien, dat wil zeggen, niet kan inpassen in zijn totaalvisie zijn: ‘Ik ben er persoonlijk van overtuigd, dat als we nog een paar negerromans te verwerken krijgen, en we geven die negerromans in de eerste tijd van de zwangerschap aan zwangere vrouwen te lezen, dan hoeven er helemaal geen zwarten meer naar Europa te komen om voor mulatten te zorgen – dan ontstaat puur door het geestelijk lezen van die negerromans een groot aantal kinderen in Europa die helemaal grijs zijn, mulattenhaar hebben, die er als mulatten uit zullen zien!’ (uit een lezing in Dornach uit 1922) en ‘Het jodendom heeft zichzelf al lang overleefd, heeft geen rechtvaardiging binnen het moderne leven der volkeren, en dat is een fout van de wereldgeschiedenis, waarvan de gevolgen niet kunnen uitblijven. We bedoelden hier niet alleen de vormen van de joodse religie, maar vooral ook de geest van het jodendom, de joodse manier van denken’ (beide Commissie van Baarda, uit de Groene). Nogmaals, wat betreft antisemitisme bij Steiner lopen de meningen uiteen (zie hierover dit Zwitserse artikel http://www.cjp.ch/artikel/anthroposophie.htm. Zie ook dit artikel over de kwestie in het Zwitserse Solothurn http://www.welt.de/welt_print/article1411569/Wie_antisemitisch_war_Rudolf_Steiner.html).
Vooruit, nog een over die door de duistere Saturnus bezeten indianen: ’Ten tijde van de Atlantische ontwikkeling moest het beendergestel voor een bepaalde tijd buigzaam blijven, zodat het omgevormd kon worden. Er bleven bevolkingsgroepen van wie het beendergestel te vroeg verhardde en bleven als gedegenereerd mensenras achter. Ze konden zich niet aanpassen in de verhoudingen in de na-Atlantische tijd, en de laatste overblijvenden zijn de Amerikaanse Indianen. Zij waren gedegenereerd’ (uit Jeurissen, pp. 9 en 16.). Pijnlijk als je bedenkt hoeveel volstrekt naïeve ‘Indianen-enthousiastelingen’ er tussen de ‘Naturfreund-angehauchte sofen’ rondlopen. Heb een paar keer dit citaat aan dat soort mensen voorgelegd, verbijstering en verslagenheid alom. Kan me van heel vroeger trouwens herinneren dat er in de Jonas een jubelverhaal stond dat er een Vrije School was gesticht in een Indianenreservaat in de South Dakota in de VS, bij de Lakota, de roemruchte Sioux. Gaat zo goed samen, natuurvriendelijke indianen en natuurvriendelijke sofen. Allebei ook zo diep spiritueel. Denk niet dat die zendelingen of die indianen de Volkszielen hebben gelezen, want (over de ‘wetmatigheden’ die het lot der mensenrassen bepaalt) ‘Wo die große Bewegung der Menschheit in Betracht kommt, da darf keine persönliche Sympathie und kein persönlicher Enthusiasmus mitspielen. Denn nicht darauf kommt es an, sondern darauf, was in den großen Gesetzen des Menschentums bedingt ist.’ (Die Mission, p. 86). Je zou bijna wensen dat Tatanka Yotanka (Sitting Bull) uit zijn graf op zou staan om, in navolging van zijn grote en roemruchte overwinning bij de Little Bighorn in 1876 op Generaal Custer en het Zevende Cavelerie Regiment van het Amerikaanse leger dat tot de laatste man werd afgeslacht, de boel weer schoon te komen vegen en deze drammerige zwevers en spirituele kolonisten, met hun ‘Finsteren Saturn’, zijn domein uit te trappen.
De twee laatste citaten zijn liggen overigens geheel in de lijn van de bovenstaand uiteen gezette astrologische rassenleer en de analogie van de leeftijdsfases van de mens en zijn vanuit dat model goed te verklaren. Zie verder ook een beschouwing op de website de Brug, waarin ontkend wordt dat er bij Steiner sprake is van racisme, maar waar vervolgens de rassenleer welhaast enthousiast wordt samengevat en triomfantelijk wordt aangeprezen: http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/b14rac.htm. Overigens zou ik deze fundamentalisten op een punt op hun eigen leer moeten corrigeren. Zij beweren dat deze rasverschillen slechts tot het eind van de Atlantische tijd golden. Dit is niet juist. Als Steiner het over het uitsterven van de indianen heeft, spreekt hij over zijn eigen tijd, of hooguit eind negentiende eeuw. Steiner ‘citeert’ zelfs een Indiaans stamhoofd om aan te tonen dat eind negentiende eeuw de indianen zouden zijn blijven hangen in de Saturnussfeer en niet zouden zijn bezield door de invloed van Venus, Mars, of Jupiter en daarom gedoemd waren te verdwijnen. Steiner: ‘Dadurch hat er nicht mit aufgenommen das, was die Venus-, Merkur-, Mars- und Jupiter-Geister bewirkt haben im Osten. Durch dieses haben sich gebildet alle die Kulturen, die in Europa in der Mitte des neunzehnten Jahrhunderts zur Blüte gebracht wurden. Das alles hat er, der Sohn der braunen Rasse, nicht mitgemacht. Er hat festgehalten an dem Großen Geist der urfernen Vergangenheit. Das, was die anderen gemacht haben, die in urferner Vergangenheit auch den Großen Geist aufgenommen haben, das trat ihm vor Augen, als ihm ein Blatt Papier mit vielen kleinen Zeichen, den Buchstaben, von welchen er nichts verstand, vorgelegt wurde. Alles das war ihm fremd, aber er hatte noch in seiner Seele den Großen Geist. Seine Rede ist uns aufbewahrt; sie ist bezeichnend, weil sie auf das Angedeutete hinweist, und sie lautet etwa so: “Da in dem Erdboden, wo die Eroberer unseres Landes schreiten, sind die Gebeine meiner Brüder begraben. Warum dürfen die Füße unserer Überwinder über die Gräber meiner Brüder schreiten? Weil sie im Besitze sind dessen, was groß macht den weißen Mann. Den braunen Mann macht etwas anderes groß. Ihn macht groß der Große Geist, der zu ihm spricht in dem Wehen des Windes, in dem Rauschen des Waldes, dem Wogen des Wassers, in dem Rieseln der Quelle, in Blitz und Donner. Das ist der Geist, der für uns Wahrheit spricht. Oh, der Große Geist spricht Wahrheit! Eure Geister, die ihr auf dem Papiere hier habt, und die dasjenige ausdrücken, was für euch groß ist, die sprechen nicht die Wahrheit”. So sagte der Indianerhäuptling von seinem Standpunkte aus. Dem Großen Geiste gehört der braune Mann, der blasse Mann gehört den Geistern, die in schwarzer Gestalt als kleine zwerghafte Wesen -er meinte die Buchstaben – auf dem Papier herumhüpfen; die sprechen nicht wahr. – Das ist ein welthistorischer Dialog, der gepflogen worden ist zwischen den Eroberern und dem letzten der großen Häuptlinge der braunen Männer. Da sehen wir, was dem Saturn mit seinem Wirken angehört und was aus dem Zusammenwirken mit anderen Geistern in einem solchen Momente, wo zwei Richtungen sich begegnen, auf der Erde entsteht’. (‘Die Mission’, pp. 123-124).
Het betreft hier naar alle waarschijnlijkheid geen werkelijk citaat van een indiaans stamhoofd en is wellicht verzonnen. Er circuleerden in die tijd meer van dat soort teksten in Amerika, zoals het beruchte ‘Manifest Desteny’, geschreven om de kolonisatie van de Indiaanse gebieden een morele en zelfs religieuze rechtvaardiging te geven, zie http://en.wikipedia.org/wiki/Manifest_Destiny#Native_Americans Ook de in New Age kringen populaire ‘toespraak’ van Chief Seattle is hier een voorbeeld van; in werkelijkheid vroeg Seattle van de Dwamish Indianen het Amerikaanse leger om ondersteuning om zijn vijanden een kopje kleiner te maken). Bram Moerland haalt dit citaat overigens ook aan (de Nederlandse vertaling uit 1980 van Vrij Geestesleven). Moerland zegt: ‘En om zijn gelijk te bevestigen citeert Steiner tot slot uit de toespraak die het Indiaanse opperhoofd kennelijk bij die gelegenheid hield. Ik lees daar iets heel anders in. Maar oordeelt u zelf.’ Vervolgens komt precies hetzelfde citaat in de Nederlandse vertaling, waarvan hier het slot: ‘Dat is de Grote Geest die voor ons de waarheid spreekt. O, de Grote Geest spreekt de waarheid. De geesten die gij hier op papier hebt en die uitdrukken wat goed voor u is, die spreken niet de waarheid’. Moerland concludeert, na volgens mij deze passage correct te hebben geciteerd, want het is de exacte vertaling van de Duitse tekst, zoals iedereen hier kan constateren: ‘En daar wil ik mij graag bij aansluiten. Nee, niet de geesten die Steiner in zijn boeken oproept spreken niet de waarheid. Wat dat soort geesten kunnen aanrichten weten we ondertussen. Maar wat kennelijk velen niet weten is dat deze ideeeën nog steeds worden onderwezen op de Vrije School. En Maarten Ploeger zegt in ‘Antroposofie ter discussie’ (Maarten Ploeger is een leraar aardrijkskunde op een vrije school en leverde in 1980 een bijdrage aan het boek ‘Antroposofie ter discussie’, eerder verschenen in ‘Jonas’, waarin hij onverkort Steiners racisme verdedigde, veel aangehaald door Moerland en Jeurissen, FS) ‘Zo betekende de confrontatie met de blanke expansiedrift voor de Indianen meer dan een reeks ongelijke oorlogen. De Indiaanse cultuur had à priori de bevattelijkheid om hieran te gronde te gaan’. Er zijn mensen die het nooit leren’ (Moerland, p. 21-22).
Ik ben kan me goed in de interpretatie van Moerland vinden, alleen denk ik dat zelfs die toespraak een vervalsing is. In die tijd circuleerden er simpelweg niet zoveel uitgeschreven toespraken van Indianen in Europa. Bovendien ken ik deze woorden niet uit een van de weinige beroemde redevoeringen, die wellicht wel Europa hebben bereikt, of het zou weer moeten gaan om de zoveelste verminking van de woorden van Chief Seattle. Wel huiveringwekkend dat deze mogelijke woorden van een indiaans stamhoofd op deze manier worden ingezet, dat zou iedereen beamen die een beetje op de hoogte is van de geschiedenis van de prairie oorlogen van eind negentiende eeuw. Precies het tegenovergestelde van wat waarschijnlijk de intentie was (Steiner zelf kon pas goed met verminkte of vermeende citaten manipuleren, NB zonder bronvermelding, Commissie van Baarda). Laten we niet vergeten dat de westerse uitroeingscampagne op de indianen, wellicht de grootste volkerenmoord uit de geschiedenis is (zij het verspreid over vier eeuwen, van 1500 tot 1900, om preciezer te zijn, op het Amerikaanse vaste land van de Spaanse invasie van het Azteekse rijk in 1519 tot Wounded Knee in 1890). Maar nu komt het, Steiners opmerkingen over de indianen en ‘andere rassen’ gaan dus niet om een ver verleden, zoals er in de Brug en door vele andere antroposofen gesteld wordt; Steiner bespreekt de contemporaine situatie, of die toespraak nu echt is of niet. Dit gaat namelijk over de situatie aan het eind van de negentiende eeuw (periode 1860-1890, dus tot aan de slachting bij Wounded Knee, waar Christof Wiechert het over had).
Het meest beslissende argument tegen de bewering uit de Brug is dat Steiner, wanneer hij de rassen in analogie met de levensloop van de mens bespreekt, hij  expliciet zegt: ‘Diese Linie besteht auch für unsere Zeit’. Hiermee lijkt mij de bewering van dat het om een ver verleden zou gaan volledig van tafel is geveegd. Het gaat dus wel degelijk over de eigen tijd.  Wel nauwkeurig lezen, is mijn advies aan deze fundamentalisten. Het blijft prijsschieten met onze antroposofische zuiderburen.

De prehistorie volgens de antroposofie, na de ondergang van Atlantis (volgens een kaartje uit ‘de Brug’, bij het artikel ‘Waarom geen Chinese cultuurperiode?’). Hoewel het met de grote lijnen al flink mis is, is het aardig om te zien hoe dit zich ook vertaalt tot in de kleinste details. De ‘Akkadiërs’ bijvoorbeeld, zijn Semitisch (het Akkadisch is de oudste bekende Semitische taal uit Mesopotamië). Hoewel ‘de Brug’, met hun Holocaustontkenningen en verhandelingen over UFO’s, wellicht kan worden afgedaan als een extremistische rariteit binnen het hedendaagse spectrum van de antroposofie geeft dit kaartje een getrouwe weergave van wat er wordt beschreven in het eerste hoofdstuk van Steiners ‘Akasha-kroniek’.

 

De Theosofen

Hoewel de meer orthodoxe antroposofen graag doen geloven alsof het meeste door Steiner zelf bedacht is, heeft hij een groot deel overgenomen van het gedachtegoed van Helena Petrovna Blavatsky (1831-1891), een Russisch medium en de grondlegster van de Theosofie. Dit is trouwens een ernstig taboe in rechtzinnige antroposofische kringen; Steiner is nu eenmaal uniek en alles is aan hem geopenbaard. Hooguit wordt er door gelovige antroposofen gezegd dat zij beiden door hun gaven hetzelfde zagen, maar dat Steiner itt Blavatsky ook daadwerkelijk begreep wat hij middels zijn gaven kon waarnemen. Bram Moerland zegt overigens dat Steiner Blavatsky simpelweg geplagieerd heeft (p. 17). Dat is inderdaad de enige conclusie als je de mogelijkheid van helderziende waarneming uitsluit; nergens doet Steiner aan bronvermelding. Maar niemand kan ontkennen dat de banden er zijn. De breuk met de Theosofie was een pijnlijke, maar de invloed van Blavatsky op het antroposofische denken is onmiskenbaar.
Blavatsky’s twee belangrijkste, overigens kolossale werken zijn de tweedelige ‘De Geheime Leer’ (’Cosmogenesis’ en ‘Antropogenesis’) en ‘Isis ontsluierd’. Na te jong in het huwelijk te zijn getreden, begon HPB (zo wordt ze door haar volgelingen genoemd) op 17 jarige leeftijd te reizen. Ze beweerde dat ze op eigen gelegenheid het gesloten land Tibet was binnengedrongen. Ze zou daar ‘de Meesters’ hebben ontmoet, die haar inwijdden in een geheime en verborgen esoterische kennis, het alomvattende verhaal van het ontstaan van de kosmos en de lotsbestemming van de mens. Deze Meesters zouden haar later telepathisch de ‘Geheime Leer’ dicteren (Schell 224-226).
Volgens de Geheime Leer is de mensheid tot ontwikkeling gekomen in een aantal tijdvakken of aarde toestanden. In het begin zou de aarde nog nauwelijks een materiële verschijningsvorm hebben. Toch was de mens toen al aanwezig, zij het als geestelijke kern. In de loop der verschillende tijdvakken (Polaris, Hyperborea, Lemurië, Atlantis en het huidige na-Atlantische) zou de geest zich steeds meer hebben verdicht tot materie, tot onze huidige verschijningsvorm (aan het eind van de Atlantische periode). Opvallend is het gebruik van de term ‘Wortelras’ (‘root-race’ bij Blavatky, ‘Wurzelras’ bij Steiner). Er wordt gesproken van bijvoorbeeld het vierde wortelras (Atlantiërs) of het vijfde wortelras (Ariërs). Ook wordt er gesproken van ‘sub-races’ of ‘onderrrassen’, in ons na-Atlantische tijdvak van bijvoorbeeld het ‘oud-Perzische onderras’. Bedoeld wordt hiermee ‘cultuurperiode’, op dat moment de dominante cultuur in de mensheidsontwikkeling. De term wortelras is trouwens de sleutel tot het rassenbegrip van zowel HPB als Steiner, wat antroposofen en theosofen van nu ook mogen beweren. Het begrip wortelras zou niets te maken hebben met de huidige bestaande mensenrassen. Niets is minder waar. Er is wel degelijk een connectie. HPB legt dit heel duidelijk uit, zelfs geïllustreerd met de ‘Rassenboom’ (zie fig. 2, meer toelichting  onderaan artikel), een soort stamboom (in ‘De Geheime Leer’, Deel II, ‘Antropogenesis’, ‘Eerste Gedeelte’, ‘Aanvullende commentaren op Stanza XII’, ‘De Rassenboom’, in de jubileum uitgave van de Theosofische Verening, afd. Nederland, Den Haag, 2e druk, 1968, p. 381, onderste helft van de pagina, met bovenstaand nog 19 regels tekst. Staat ook nog apart vermeld in de inhoudsopgave, dus je kan er niet omheen). Deze overdreven nauwkeurige bronvermelding omdat de commissie van Baarda beweerde dat bepaalde critici van HPB en Steiner niet in staat waren om de betreffende sleutelpassages precies aan te wijzen in HPB’s duizenden pagina’s tellende werk, waarbij de paginanummering, toegeven niet heel erg praktisch, per subgedeelte weer opnieuw begint. Hiermee probeerde de commissie zelfs de integriteit van deze critici in twijfel te trekken. Bij deze dus. Overigens noemt ze op de tegenover liggende pagina ervoor (p. 380) de ‘Aryo-Atlantiërs’, of het ‘Arische Ras’, het ‘Vijfde Wortelras’ (de filosoof Bram Moerland wijst hier ook al op in zijn brochure ‘Rassenleer met charisma’, uit 1989, p. 10). Ook op p. 688 spreekt zij nadrukkelijk van het ‘blanke, Arische, vijfde wortelras’, dat zij afzet tegen het ‘gele ras en het Afrikaanse negerras, met hunne kruisingen’, waarna zij vervolgt met de mededeling dat ‘Roodhuiden, Eskimo’s, Papoea’s, Australiërs, Polinesiërs, enz. enz. zijn allen aan het uitsterven. Zij die inzien dat elk wortelras een toonladder van zeven onderrassen doorloopt zullen het ‘waarom’ begrijpen. De incarnerende ego’s zijn aan hen voorbij gegaan, om ondervinding te doen in een beter ontwikkelde en minder door ouderdom versleten stammen, en hun vernietiging is derhalve een Kharmische Noodzakelijkheid’. Deze uitspraak liegt er niet om lijkt me, overigens geheel correct geciteerd door Bram Moerland op p. 13. Weliswaar zijn de wortelrassen uit de eerdere werelden nog niet stoffelijk (Steiner en Blavatsky spreken van een geleidelijke evolutie van een geestelijke, immateriële verschijningsvorm naar de stoffelijke vorm die we nu kennen), maar de stoffelijke verschijningsvorm heeft in de Atlantische tijd haar vorm gekregen. Dus als er vanaf dat moment van ‘rassen’ wordt gesproken kunnen we veilig aannemen dat het over het rasbegrip gaat dat we nu kennen. Vandaar Steiners opmerkingen over de Indianen, van wie het beendergestel te vroeg verhardde. De indianen hadden dus al in een te vroeg stadium hun materiële verschijningsvorm gekregen en ‘zijn nu decadent geworden’. Hoe dit precies zit is een van de lastigste aspecten van de antroposofie (en theosofie). Het beste kan ik verwijzen naar een schema, uitgetekend door de bioloog en antroposoof Hermann Poppelbaum in 1928 (zie fig. 3, toelichting onderaan artikel).  Ook de Brug, nooit te beroerd om de zaken duidelijk uit te leggen, vat de geschiedenis van de Atlantiërs en de Ariërs nog eens bondig samen in het artikel met de buitengewoon sympathieke en veelbelovende, alsmede à-historische en onzinnige titel ‘Waarom geen Chinese cultuurperiode?’ ( slechts 5000 jaar beschavingsgeschiedenis, dit terzijde http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/b18chincul.htm). Let op de bijna aandoenlijke mededeling ‘De moderne wetenschap vindt de geesteswetenschap al sowieso onzin’. En terecht lijkt me, zeker in dit geval. maar we wisten al dat Ahriman zich ook had genesteld in de moderne wetenschap. Bij dit onthullende artikel is ook een kaartje weergegeven waarop heel duidelijk wordt aangegeven waar de bron van het Arische ras zich zou bevinden (cruciaal voor zowel Steiner, Blavatsky als de ‘Ariosofie’). In het begeleidende artikel vinden we het volgende Steinercitaat: ‘Alles wat bij de Toeraniërs decadent was, werkte eliminerend en omvormend bij het Hebreeuwse volk’, uit ‘Het Mattheus-Evangelie’ (niet te verwarren met het Evangelie uit de Bijbel, maar Steiners lezingencyclus uit 1910). Dit lijkt waarempel nog een antisemitische uitspraak. Steiner vervolgt met: ’dat de oude Atlantische helderziendheid bij de Hebreeuwen zich niet manifesteerde in een lager astraal helderzien, maar naar binnen sloeg en het innerlijk leven organiseerde’. Verder zegt Steiner: ‘De prometheïsche denkkracht, die de Arisch-Kaukasische mensheid in de na-Atlantische periodes moest ontwikkelen, wordt vooreerst met het hoge rotsgebergte van het hoofd verbonden, het Jupiter-denken krijgt een zetel in de hersenen’. Dit soort praat kenden we al uit ‘de Volkszielen’. Wat is die ‘Brug’ toch een bruikbare bron van informatie, hoe alles zo ongeremd en ongeneerd het web op wordt geslingerd.  Verder staat er dat zowel de Chinezen als de Semieten afstammen van de ‘Oer-Toeraniërs’ (daarom zijn ze allebei ‘goed in de handel’) en staan de Chinezen in een ‘Luciferisch licht’. Beide rassen (Chinezen en Semieten) zijn overigens ‘zeer oorlogszuchtig’. Het verhaal van de ‘Oer-Toeraniërs’ staat ook nog uitgebreid beschreven in de ‘Akasha-kroniek’. Zij gebruikten hun krachten slechts voor ‘het bevredigen van hun grillige wensen en begeerten’ (p 31-32). Nee er is echt ‘géén sprake van rassenleer’.
Maar terug naar Helena Blavatsky en de geschiedenis van aarde evolutie en de wortelrassen. De nu verdwenen continenten, ‘aardetoestanden’ of ‘werelden’, waarop deze geschiedenis van duizenden, zo niet miljoenen jaren, van wortelrassen en catastrofes zich allemaal zou hebben afgespeeld zijn achtereenvolgens Polaris (waar de polen in de tropen lagen en de evenaar een ring van ijs was?!), Hyperborea, Lemurië, Atlantis en nu zijn wij er (er zullen overigens na ons nog een paar ‘werelden’ komen, staat ook uitgelegd op die handige website ‘de Brug’, onder de ‘A’ van ‘Aarde-Evolutie’ http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b52a.htm#006 en zie ook de ‘C’ van ‘Cultuurperiode’). Het wortelras van deze tijd wordt natuurlijk gevormd door de Ariërs, een notie die in zijn geheel door Steiner is overgenomen. Het staat zelfs nog vermeld in moderne uitgaves van Steiners ‘Aksaha-kroniek’, hoezeer de term ‘ras’ verder ook is weggezuiverd. Zijn ze kennelijk vergeten, of zijn de Ariërs, de ontwikkelaars van de ‘denkkracht’ (p. 25, Pentagon uitgave 2004) toch te belangrijk om te schrappen, ondanks de eventueel op te lopen PR schade? Steiner: ‘Elk tijdperk heeft fysieke en geestelijke eigenschappen die totaal verschillen van de eigenschappen van het voorafgaande tijdperk. Terwijl bijvoorbeeld de Atlantiërs het geheugen en alles wat daarmee samenhangt tot ontwikkeling brachten, is het thans de taak van de Ariërs de denkkracht en wat daartoe behoort te ontwikkelen’. Weet niet of ik dit naïef of schaamteloos moet vinden in het ‘post-Commissie van Baarda tijdperk’ (ondanks alle ’slordigheden’ en wellicht verkeerde conclusies, was er toch beloofd dat dit soort teksten vanaf nu geannoteerd zouden worden uitgegeven?). Maar goed, er was ook ‘géén sprake van rassenleer’, dus niets aan de hand. Wat dat betreft zijn de Theosofen iets slimmer en wordt er in moderne uitgaven van ‘De Geheime Leer’ gesproken van het ‘Adamische Ras’, waar vroeger ‘Arische Ras’ stond. Steiner heeft dit model overigens ook een keer uitgetekend, vergelijkbaar met de schema’s uit de Volkszielen en Blavatsky’s rassenboom (zie fig 4, toelichting onderaan artikel). Hierin noemt hij de apen en de indianen ‘decadente aftakkingen’ van van de rechte lijn van het Atlantische wortelras naar de hedendaagse Europeanen.
Blavatsky beweert verder dat de mens niet afstamt van de aap, maar dat de apen afstammen van gedegenereerde mensenrassen, die in de Atlantische tijd gingen copuleren met draken. Dat waren dan waarschijnlijk die dinosaurussen, waar wij nu de fossielen van vinden. Moet wel heftig zijn geweest. Hoe dan ook interessant. Dit is nog iets pikanter dan ‘Jurassic Park’ of wat de hedendaagse creationisten ons willen voorschotelen. Die HPB was niet alleen een avontuurlijke reizigster maar had ook een avontuurlijke geest. Zie verder een wat ironische, maar zeker geen onjuiste samenvatting van het Theosofische gedachtegoed ‘Kharmische noodzakelijkheden’ door journalist Rene Zwaap, oorspronkelijk verschenen in de Groene Amsterdammer, te vinden op de site van FOK: http://forum.fok.nl/topic/656258. Bovenstaand vind je overigens eerst een iets ruwer betoog, ‘Bloed is een heel bijzonder sap; Nazisme en antroposofie’, dat ik ook grotendeels onderschrijf, al lijkt de titel wel heel erg grof. De boventitel is overigens een uitspraak van Steiner zelf. Ook in die beschouwing wordt de link uitgelegd met de Theosofie en ook met een andere duistere afsplitsing, de Ariosofie (zie hiervoor ook het artikel van Jan Willem de Groot). Zie voor een aardige biografische schets van Helena Blavatsky de boekbespreking van Sjoerd de Jong uit NRC Handelsblad http://www.nrc.nl/W2/Lab/HAL11/011.html
Overigens kun je het ook wel zonder ingewikkeld zoekwerk wel een saillant detail vinden. Als motto geeft HPB ‘De Geheime Leer’ weliswaar: ‘Dit werk wijdt ik aan alle ware Theosofen van alle landen en alle rassen’, maar in haar ‘Voorbericht’ gaat het van ‘de Groote Adepten van het Arische Ras en den invloed aantoont van de occulte wijsbegeerte op het levensgedrag van…enz.’. Deel I Cosmogenesis, Eerste Gedeelte, p. 1, eerste allinea, negende regel. Echt heel moeilijk terug te vinden, Commissie van Baarda. Dat ‘Arische ras’ is denk ik ook helemaal niet zo belangrijk, als dat het eerste is waarover je begint in een werk van duizenden pagina’s dat pretendeert het ontstaan van de kosmos en de zin van het bestaan te verklaren. Ook bij Steiner stond dit ‘Arische ras’ wel erg centraal in zijn visie op de menselijke evolutie (zie figuur 5).
Natuurlijk, het begrip Wortelras behelst in eerste instantie ‘de mensheid’, al dan niet stoffelijk aanwezig in een bepaald tijdperk (pas vanaf Atlantis in fysieke vorm). Als Blavatky en Steiner van ‘onderrassen’ spreken bedoelen zij een cultuurperiode. Toch is dit concept wel erg vermengd met ‘rasdenken’. Wij leven nu in de tijd van het vijfde wortelras, de tijd van het ‘Arische ras’. De cultuurperiodes, of onderrassen die aan ons vooraf zijn gegaan zijn de ‘Oud Indische’, de ‘Oud- Perziche’, de ‘Egyptische-Babylonische’ en de ‘Grieks Romeinse’. Wel zijn dit allen ‘Arische’ culturen (volgens de antroposofie en de theosofie althans). Indianen, die hebben geen cultuurperiode. Chinezen ook niet (zie het artikel uit de Brug). Dus al zijn de begrippen wortelrassen en onderrassen vooral te relateren aan tijdvakken, het is en blijft een eurocentrische, zoniet ‘aryo-centrische’ visie op de geschiedenis en wellicht op de zin van de kosmos en het bestaan. Geschiedenis is in de antroposofie en de theosofie een teleologische aangelegendheid, zaken gebeuren nooit door een toevallige samenloop van omstandigheden maar werken naar een doel toe. Verder hebben ‘de Indianen’ zeker een functie, ze zijn wijs en diep spiritueel en hebben nog een binding met de ‘oud-Atlantische mysterieën’, maar op een gegeven moment ‘is hun tijd om’, in de woorden van Blavatsky.
In Steiners woorden:  Sehen Sie sich doch die Bilder den alten Indianer an, und Sie werden gleichsam mit Händen greifen können den geschilderten Vorgang, in dem Niedergang dieser Rasse. In einer solchen Rasse ist alles dasjenige gegenwärtig geworden, auf eine besondere Art gegenwärtig geworden, was in der Saturnentwicklung vorhanden war; dann aber hat es in sich selber zurückgezogen und hat den Menschen mit seinem harten Knochensystem allein gelassen, hat ihn zu Absterben gebracht’( ‘Die Mission’, p. 122).
Met wat voor occulte en metafysische verklaringen Steiner en Blavatsky ook komen, de Theosofie en de antroposofie zijn beiden op zijn minst zwaar besmet door de modieuze rassentheorieën en de koloniale superioriteitsaanspraken uit die dagen, alleen krijgen deze aanspraken een esoterische onderbouwing. Bram Moerland toont mijn inziens overtuigend aan dat de Theosofie, zoals die door Blavatsky is geformuleerd (volgens haar door ‘Oosterse Meesters’ gedicteerd) niet zozeer Oosters is maar in een westerse mystieke traditie staat, gemengd met de Darwinistische Evolutie-leer, waardoor er in feite een soort ‘neo-religie’ is ontstaan, overigens een typisch negentiende eeuws fenomeen. Zo is de ‘val van de hogere geest in de lagere stof’ een westers gnostisch concept, dat vervolgens weer is vermengd met het net opgekomen Darwinisme (Moerland, p. 9). Voeg daarbij de westerse koloniale opvattingen over rassen bij, vermengd met een exotistisch sausje (’oriëntalistisch’ zou Edward Said het omschrijven, maw elementen die volgens de westerse perceptie typisch oosters zouden zijn) en je hebt de basisingrediënten van het theosofische gedachtegoed. Als je met Edward Said wilt schermen (wat de commissie van Baarda probeert) is dit de uitgelezen plaats en context. Het is dus een mengsel van typisch koloniaal racisme en exotisme vermengd met modieus spiritualisme en neo-gnosticisme. Eigenlijk heel negentiende eeuws, precies passend bij de mode van die tijd. Het is denk ik dan ook niet zo verwonderlijk dat juist toen racistische elementen werden vermengd met een soort gnostisch gedachtegoed.  Steiner heeft zich dit gedachtegoed slechts eigen gemaakt, maar heeft het oosterse element weggezuiverd en het verder aangevuld met typisch Duitse romantische elementen. Een tamelijk prozaïsche, maar naar mijn mening waarschijnlijker verklaring dan dat het allemaal op een bovenzintuigelijke wijze zou zijn geopendbaard.
Hoewel Helena Blavatsky niet besproken wordt, zou zij perfect passen in de wereldberoemd geworden studie ‘The invention of tradition’ van de historici Eric Hobsbawm en Terence Ranger (Cambridge 1983). Zij beschrijven hoe in de diverse westerse koloniale rijken in de negentiende eeuw tradities en rituelen begonnen te ontwikkelen om de status quo te rechtvaardigen. Allerlei tradities werden letterlijk ‘uitgevonden’ om de heersende orde een plaats in de geschiedenis te geven. Overigens gold het zelfde voor de opkomende nationalistische onafhankelijkheidsbewegingen, ook zij ontwikkelden hun eigen ‘tradities’ en ‘geschiedenis’ om hun claims te rechtvaardigen. Blavatsky (en Steiner) putten op een eclectische manier uit verschillende religieuze en spirituele tradities, vermengden deze met toen modieuze ideeën over evolutie en rassen, om zichzelf ook historisch te rechtvaardigen. Zie overigens ook de multi-inzetbare Perzische Ahriman bij Steiner en diverse hedendaagse antroposofen. Zowel de theosofie als de antroposofie hangen aan elkaar van ‘invented traditions’, zowel wat betreft de leer als de ritus en beroepen zich daar ook permanent op om hun universele waarheidspretenties te rechtvaardigen.
Het Tibet avontuur van HPB zou overigens grote indruk maken op occult angehauchte Nazi-kopstukken als Heinrich Himmler en Rudolf Hess. In 1939 werd de Oostenrijkse alpinist Heinrich Harrer, onder het mom van deelname aan een expeditie naar de Nanga Parbat, in het huidige Pakistan, met een opdracht van Himmler Tibet ingestuurd om de geheimzinnige plaats te vinden waar HPB was ingewijd. Dit zou het mysterieuze verborgen koninkrijk ‘Shambala’, ‘Asgartha’, of ‘Shangri La’ zijn, de geheime bron van het Ariërdom (zie het kaartje uit de Brug, bij de uitleg van de Atlantiërs, Toeraniërs, Ariërs en Semieten). Harrer vond dit koninkrijk niet, maar kwam terecht in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa en verbleef een paar jaar aan het hof van de jonge Dalai Lama, met wie hij goed bevriend raakte. In 1949 moest hij Tibet halsoverkop verlaten toen het Rode Leger van Mao het land binnen marcheerde om het te annexeren. Hij schreef over zijn belevenissen een overigens fascinerend boek, ‘Sieben Jahren in Tibet’, later verfilmd als ‘Seven Years in Tibet’, met Brad Pitt in de hoofdrol. Over de werkelijke reden van Harrers reis heeft altijd een waas van geheimzinnigheid gehangen, al is nu op basis van archiefonderzoek, dat door Harrer min of meer is bevestigd, vast komen te staan dat hij is vertrokken met een mystiek getinte opdracht van SS Führer Himmler (Schell 287-294). Dit, maar ook de talloze mystieke Arische genootschappen die er in de loop der tijd hebben bestaan, zoals het Thule Gesellschaft en de Ariosofie, laat zien hoe groot de invloed was van HPB’s openbaringen op de occulte tak van het latere Nazisme. Zie in dit verband ook het verhaal van Karl Haushofer en Hitler, uiteengezet in ‘Bloed is een heel bijzonder sap’.
Steiner was een tijd lang aanhanger van de Theosofie. Zo was hij voorzitter van de Duitse afdeling van de theosofische vereniging, voordat hij zich afsplitste met zijn nieuwe antroposofische vereniging. Steiner en zijn medestanders konden zich er niet in vinden dat prominente theosofen als Annie Besant, door Blavatsky op haar sterfbed aangewezen als haar opvolgster, de Indiase jongen Jiddu Krishnamurti uitriepen tot de nieuwe Messias, de ‘Matreya’ in het theosofische jargon. Charles Leadbeather, een van de leidende figuren van de Theosofical Society en ‘Grootmagiër’, had deze jongen aangetroffen tijdens een wandelingetje in Adyar, in het toenmalige Brits Indië en had ‘iets magisch’ in hem gezien (er zijn geruchten dat het gewoon om een bijslaapje ging van de homoseksuele Leadbeather). ‘Een wonder, een wonder!’ schijnt Annie Besant te hebben geroepen toen ze het nieuws vernam dat de Matreya was gevonden. De ‘vondeling’ werd geïncorporeerd en ingekapseld in de Theosophical Society. De nieuwe Heiland leidde een tijdje een commune in Nederland in de zogeheten ‘Ster kampen’, bij het Overijsselse dorp Ommen, op het landgoed Eerde van Phillip Baron van Pallandt, die zijn beschermheer werd. Uit heel Europa reisden massa’s volgelingen naar de nieuwe ‘Wereld Leraar’, of de ‘Universele Dictator’, zoals hij zonder een greintje ironie ook wel werd genoemd. Op het station van Basel in Zwitserland werd zelfs een apart perron ingericht voor de ‘Ommen-expres’ (net Harry Potter, zou JK Rowling het daar vandaan hebben?). De Theosofie ging meer lijken op de huidige Bhagwanbeweging, de Transcendente Meditatie van de Maharishi Mahesh Yogi, of de Hare Krishna sekte. De oorspronkelijke inhoud van de Theosofie raakte steeds verder op de achtergrond; Krishnamurti ging er zelfs prat op nooit de Geheime Leer in zijn geheel gelezen te hebben. In 1929 maakte hij bekend dat men zich had vergist en dat hij helemaal geen ‘Grote Wereldleraar’ was, althans niet voor dat volk dat jubelend naar de Sterkampen te Ommen was getogen. ‘Jullie hebben deze gebeurtenis, de Wederkomst van de Wereldleraar, achttien jaar afgewacht en kijk eens wat er nu gebeurt. Jullie zijn voor je spiritualiteit afhankelijk van iemand anders. Ik wens niet ieder jaar dezelfde kinderachtige besprekingen. Waarom moet ik onware en huichelachtige mensen hebben die mij volgen, mij, de belichaming van de waarheid?’ Hij vertrok, zijn per zweeftrein gearriveerde schare volgelingen verweesd achterlatend. Als dit allemaal niet zo intens tragisch zou zijn, is het een van de mooiste soaps van de twintigste eeuw geweest. In het geval van Krishnamurti had Steiner dus wel gelijk. Overigens ging Krishnamurti daarna gewoon door; hij vertrok naar Amerika en stichtte een nieuwe commune, in Ojai in Californië. (Rene Zwaap, ‘Jiddu Krishnamurti’, de Groene Amsterdammer, 27-09-1995, en Hulpas en Nienhuys, pp. 226-227).

De volgelingen

De theorie van de theosofie en de antroposofie is grotendeels dezelfde, alleen hecht Steiner een groter belang aan de komst van Christus op aarde (de theosofie is meer oosters geïnspireerd). Verder heeft Steiner, itt Blavatsky, talloze praktische toepassingen voor zijn leer ontwikkeld, zoals onderwijs (Vrije School), de biologisch dynamische landbouw (de BD, een op astrologie en ‘Bauerntum Romantik’ geschraagde ecologische landbouw, met gebruik van ‘koehoornpreparaten’, waarbij zelfs sprake is van een ‘astrologische zaaikalender’), de antroposofische geneeskunde (samen met de Nederlandse arts Ita Wegman) en zelfs een ‘kerk’ (de Christengemeenschap).
Het Christelijke element is voor de antroposofen overigens erg belangrijk, maar ook dat aspect wordt door sommige Steinervolgelingen nog weleens verhaspeld met hele andere opvattingen. Een zekere Rudolf Meyer, schrijver van het boekje ‘Het mysterie van de Graal’, Stuttgart, 1958, in Nederland uitgegeven door Christofoor, Zeist, beweert dat slechts het Germaanse ras ontvankelijk zou zijn om de oorspronkelijke ‘Christusimpuls’ door te geven (een vaag maar heel belangrijk begrip in de antroposofische lectuur). De Kelten hebben deze een paar eeuwen mogen bewaren, beschermd tegen de ‘decadente Roomse-Semitische Kerk’ en ander, al dan niet ingefluisterd door vriend Ahriman, mediterraan volk. Een kosmische kracht heeft echter de Kelten doen verdwijnen (p. 51) en het is nu aan de Germanen om deze ‘Christusimpuls’ uit te dragen. Wanneer ‘de steen uit Lucifers kroon wordt geslagen’ zal de Christusimpuls en het graalbloed indalen ‘ook in het meest verontreinigde bloed van de laagste rassen’, (p. 152). Dit van de realiteit losgezongen gebral komt overigens niet van Steiner zelf. Steiner formuleert het bij mijn weten ook nooit zo lomp, dus dit lijkt me wel echt een exces (hoewel de ‘negerromans’ en het ‘mulattenhaar’ er ook mogen zijn). Lijkt ook meer op ‘Lord of the Rings’. Zie ook de parallel met de ‘Da Vinci Code’, maar dan in een racistische variant. Overigens kent de antroposofie niet een duivel maar twee, Lucifer en Ahriman. De duivel van binnen en de duivel van buiten, maar dat voert wat ver om dat hier toe te lichten. Wel gek trouwens dat er opeens een samenwerkingsverband wordt gezien tussen de Arabieren/Joden enerzijds (dat zijn nl. de semieten) en de Rooms Katholieke Kerk anderzijds. Volgens mij zijn die elkaar de afgelopen 2000 jaar vooral elkaar in de haren gevlogen, en ja, die Germanen mochten meedoen met de Roomsen maar deden er voor het grootse deel van de tijd niet zo veel toe, al mochten Karel de Grote en later de Duitse Keizer soms stevig hun zegje doen. Maar elders konden we ook al lezen dat er geen Chinese cultuurperiode is geweest. Je kunt de aanhangers van de antroposofie veel verwijten, maar niet dat ze last hebben van enig historisch inzicht.
Het is overigens een bewuste keuze van Steiner, de antroposofen en de Vrije School dat je op de lagere en middelbare school geen inleiding krijgt in het gedachtegoed van de antroposofie. Wel krijg je allerlei zaken mee waarbij niet wordt uitgelegd dat het slechts opvattingen van Steiner en zijn geestverwanten zijn. Zo leer je bij het vak geschiedenis dat de ontwikkeling van de beschaving begonnen is in Atlantis en door een zekere Manu (een soort Atlantische Noach die het in de golven verzinkende Atlantis wist te ontkomen) naar het oude India is gebracht. Via Perzië, waar die dekselse Ahriman aan boord stapte (toen nog de duistere tegenhanger van de lichtgod Hormuzd, thans handelaar met voorkennis in de Anglo-Amerikaanse wereld), werd het licht naar Egypte en Griekenland gebracht en vanaf daar kwam het via Rome bij ons, de Germanen (zo is het mij althans voorgeschoteld in de vijfde klas van de lagere school, overigens met de beste intenties door oprechte en bevlogen leerkrachten, maar het is nu eenmaal de leer). Dit is puur Steiner en Blavatsky en heeft weinig te maken met de hedendaagse inzichten over de geschiedenis van de oudheid. Zie hiervoor wederom het Brug artikel ‘Waarom geen Chinese Cultuurperiode?’, http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/b18chincul.htm.
Dat je niet meteen de hardcore leerstellingen van de antroposofie op de lagere school op je dak krijgt is nog wel te begrijpen. Dat je het ook niet op de middelbare school krijgt, in de vorm van een vak als ‘antroposofische levensbeschouwing’ is echter een dogmatische richtlijn. Dat heeft alles te maken met het idee dat de antroposofie zichzelf ziet als een inwijdingsleer, zoals het vroege Christendom ook zou zijn geweest (zeggen de sofen althans). Verder moet, volgens Steiners ‘Vrije opvoedkunst’, een kind moet zich eerst zintuigelijk en intuïtief ontwikkelen, voordat de cognitieve capaciteiten worden aangesproken. Slaat trouwens ook weleens door. Kan van mezelf herinneren dat ik op de lagere school reikhalzend naar de periode ’sterrenkunde’ uitkeek. Waanzinnig spannend leek me dat, de stuctuur van het heelal en vooral al die planeten, met verschillende manen, de ringen van Saturnus, etc. Maar we kregen toen astrologie en toen ik daar over begon te zeuren werd mij verteld dat je eerst wijsheid moet vergaren, voordat je allemaal nieuwe kennis tot je kan nemen. Weet trouwens niet waarom het wel zo’n goed idee is om lagere schoolkinderen met astrologie op te zadelen. Heb ook geen idee of dat hele ‘wijze’ kinderen oplevert.
Maar met een beetje cynisme zou je ook kunnen stellen dat iemand die jaar in jaar uit het Michaelsfeest heeft gevierd, op die manier zich spelenderwijs de symboliek heeft kunnen eigenmaken, moeiteloos de wondere wereld der wortelrassen en volkszielen binnentreedt. Als de rituelen gemeengoed zijn geworden vallen de leerstellingen op een gegeven moment minder rauw op je dak. Een inleiding in het antroposofische gedachtegoed an sich krijg je pas op de Vrije Hogeschool. Als je op jonge leeftijd een mooi verhaal hebt gehoord over Manu die van Atlantis naar India reisde, is de overgang naar de uitverkoren en superieure Ariërs in zijn kielzog, het vijfde wortelras, wat beter te verteren.
Kortom, er valt nogal wat aan of op te merken wat betreft die antroposofie en haar voorman. Het gaat wel wat verder dan een school met veel kunstzinnige en creatieve extraatjes, romantische jaarfeesten, vage spirituele wijsheidjes, mysterieuze en daarom diepzinnig lijkende Eurythmie, of een warm hart voor de natuur en onbespoten voedsel. Veel leerlingen, ouders, maar ook docenten zijn zich vaak niet bewust van de werkelijke inhoud en historische achtergrond van de levensbeschouwing die zij zeggen aan te hangen. Tekenend is dat er bij het Sint Jansfeest, het midzomerfeest, rond het grote vreugdevuur in de beste oud-Germaanse traditie der Zonnewende rituelen, het lied ‘Flamme Empor’ (’leuchte Uns, führ uns zum Heil, in Dir!’) werd gezongen,  dat door de Nazi’s werd gezongen bij boekverbrandingen. ’Per ongeluk’ terecht gekomen in het antroposofische liedrepertoire, al vraag ik me af of degene die dit liedrepertoire voor de Vrije School heeft samengesteld, ook zo naïef was. Dit voorbeeld is exemplarisch voor bijna alles wat hiervoor besproken is. Antroposofen vinden zichzelf vaak heel erg wijs, maar weten zelf meestal ook niet waarom. Je moet daarvoor wel een paar hele machtige pillen verslinden, in nogal gezwollen en archaïsch taalgebruik. Kan me voorstellen dat je het dan liever houdt bij nat in nat schilderen, vormtekenen, eurythmieën, poppen maken van onbespoten schapenwol, in de fik vliegende adventskalenders fröbelen met veel te dikke klodderlijm, of met seizoenszaad gelardeerde jaarfeesten vieren, al declamerend dat je een ingewijde bent in de meest diepzinnige kennis. Dat is wat de meeste sympathisanten doen. Een levensbeschouwing die uitgaat van een cosmologie waarin het Arische ras wordt gezien als de voorlopige bekroning op de schepping en de indianen en anderen als decadente aftakkingen ziet die door een kosmische wetmatigheid moeten verdwijnen blijft echter problematisch, hoe leuk, diepzinnig, natuurvriendelijk en aardig de franjes en de extraatjes ook lijken. Voor mijzelf dus uitgesloten, al wens ik degenen die dit gedachtegoed oprecht van racisme willen zuiveren het allerbeste.
Maar ga zeker lezen en dan niet uitsluitend antroposofische of ‘pro-antroposofische’ lectuur, maar ook beschouwingen van kritische buitenstaanders om een afgewogen oordeel te vormen. Ik heb me er ook pas vijftien jaar later echt in verdiept.
Succes en blijf kritisch.

Floris Schreve

zie ook deel 2, deel 3, deel 4 en deel5

Geraadpleegde en aan te bevelen literatuur:

Commissie van Baarda, ‘Antroposofie en het vraagstuk van de rassen; eindrapport van de onderzoekscommissie’ Antroposofische Vereniging in Nederland, Zeist, 2000. De conclusies vind je hier: http://www.antroposofie.nl/antroposofie/themas/ms/thema10/#1095070001. Interessant commentaar vind je hier: http://www.stelling.nl/kleintje/344/Rapport.htm en hier: http://www.stelling.nl/kleintje/345/sofen.htm Ook zou ik willen wijzen op een scherp en goed analytisch verhaal Jana Husmann-Kastein van de Humboldt Universiteit in Berlijn (cultuurwetenschappen en genderstudies) die in een paar a4tjes Steiners rassenleer samenvat en veel van de bekende tegenargumenten van antroposofische zijde, ook gebezigd in het Baarda rapport, bondig van tafel veegt.  De verschillende rasmodellen (het vijfdelige planetaire en het vierdelige levensloop model uit de Volkszielen, het hier buiten beschouwing gebleven driedelige model van dag, nacht en schemeringsrassen van Carus (zie Jan Willem de Groot) alsmede de samenhang met de wortelrassen en de aarde evolutie van Blavatsky) worden hier bondig samengevat. Bewonderenswaardig! Verschenen in ‘Berliner Dialog’, 29 juli 2006, terug te lezen op: http://www.religio.de/dialog/106/29_22-29.htm. Ook vanuit de orthodoxe zijde is er stevige kritiek gekomen, zoals van Robert Jan Kelder van het (blijkbaar) zeer rechtzinnige ‘Willehalm Instituut voor antroposofie als Graalonderzoek en sociale organica’, die het rapport ‘een zelfdodingspil’ noemde: http://www.antrovista.com/artikelen/ingezonden/05-robertjankelder-01.htm

Helena P. Blavatsky, ‘De Geheime Leer; de synthese van wetenschap, godsdienst en wijsbegeerte’, Deel I ‘Cosmogenesis’ en Deel II ‘Antropogenesis’, oorspr. uitgave Londen 1888, Den Haag 1968.

Eric Hobsbawm, Terence Ranger, ‘The invention of tradition’, Cambridge University press, 1983.

Marcel Hulspas, Jan Willem Nienhuys, ‘Tussen waarheid en waanzin; een encyclopedie der pseudo-wetenschappen’, De Geus, Breda, 1998.

Toos Jeurissen, ‘Uit de Vrije School geklapt; over antroposofie en racisme; een stellingname’, Sittard, 1996 (http://www.antroposofia.be/wordpress/uit-de-vrije-school-geklapt.pdf)

Arnold Labrie, Willem Melching (red.), ‘De hang naar zuiverheid; de cultuur van het vroeg moderne Europa’, het Spinhuis, Amsterdam, 1998 (bevat een essay over de Ariosofie).

Rudolf Meyer, ‘Het mysterie van de Graal; een verborgen stroming binnen het Christendom’, Oorspr. uitgave Verlag Urachhaus, Stuttgart, Christofoor, Rotterdam, 1958.

Bram Moerland, ‘Rassenleer met charisma; over het racisme van Steiner en Blavatsky’, Den Haag, 1989

A. De Roode, E. van der Tuin, G. Zondergeld, ‘Als de Blonden uitsterven, zouden de mensen steeds dommer worden; antroposofisch racisme’, Nijmegen, 1986.

Edward W. Said, ‘Culture and Imperialism’, Vintage, Londen, 1994.

Orville Schell, ‘Virtual Tibet; searching for Shangri-La from the Himalayas to Hollywood’, New York, 2000 (over o.m. de vermeende Tibetreis van HPB en het avontuur van Heinrich Harrer).

Jacob Slavenburg, ‘Rudolf Steiner, vernieuwer van het oude weten’, Ankh Hermes, Deventer, 1990.

Rudolf Steiner, ‘De Akashakroniek; de ontwikkeling van mens en aarde’ (verzamelde bijdragen, gebundeld door Marie von Sievertz), oorspr. uitg. Dornach 1939, Pentagon, Amsterdam, 2004.

Rudolf Steiner, ‘The Kingdom of Childhood; seven lectures and answers to questions given in Torquay, 1924′, Rudolf Steiner Press, Londen, 1974 (over de vrije opvoedkunst en de ontwikkeling van het kind).

Rudolf Steiner, ‘Die Mission Einzelner Volksseelen im Zusammenhange mit der Germanisch-Nordischen Mythologie’, de gebundelde Christiania voordrachten in Oslo, 1910, heruitgave ‘Rudolf Steiner-Nachlassverwaltung im Selbstverlag’, Dornach, Zwitserland 1950. Een cruciale titel, onlangs in het Nederlands verschenen als ‘De volkeren van Europa; de opdracht van de afzonderlijke volkszielen en de samenhang met de germaanse-noordse mythologie, 2006, Pentagon, Amsterdam. Grote gedeeltes van Die Mission staan sinds kort op internet, op http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121.htm. Zie ook De Volkszielen voordracht 4 en 6 NL de Nederlandse vertaling (De Volkszielen), voordracht 4 & 6

Rudolf Steiner, ‘Theosofie; inleiding tot boven-zintuiglijke kennis van de wereld en van de bestemming van de mens’, oorspr. uitgave, 1904, uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist, 1965.

Rudolf Steiner, ‘De wetenschap van de geheimen der ziel (‘Geheimwissenschaft’, 1920), Rotterdam, 1924.

Peter Washington, ‘Madame Blavatsky’s Baboon: A history of the mystics, mediums, and misfits who brought spiritualism to America’,  New York, 1993 (over Blavatsky, Krishnamurti, Steiner en George Gurdjieff, de bedenker van het enneagram).

F.W. Zeylmans van Emmichoven, ‘Rudolf Steiner’, W. de Haan, Zeist, 1960 (een gedateerde en bijna aandoenlijke, volstrekte ‘over the top hagiografie’, maar daarom wel vermakelijk en leerzaam om te lezen).

Verder alle in deze beschouwing opgenomen links naar diverse artikelen, een enkele Duitse rechterlijke uitspraak van ‘Die Bundesprüfstelle für Jugendgefährdende Medien’ en interessante websites vol wijsheid en/of waanzin, tot en met alles over Ahriman bij ‘de Brug’. Neem vooral een kijkje: http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/inhaztot.html

Met dank aan Bram Moerland en Paula Vermeulen (de vroegere vrouw van August de Roode) voor het aanleveren van hun materiaal.

Appendix: Beeldmateriaal met omschrijvingen en commentaar:

Figuur 1:

http://florisschreve.web-log.nl/.shared/image.html?/photos/uncategorized/2008/06/08/fig_1_volkszielen.jpg

Figuur uit de Volkszielen, als illustratie bij citaat: ‘Diese Linie Besteht auch für unsere Zeit. Der Afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf.  Das ist einfach ein Gesetzmäßigkeit. Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, dasz der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteilung. Hier ist die Wahrheit zwar manchmal verschleiert; aber Sie sehen, man kommt mit Hilfe der Geheimwissenschaft doch auf merkwürdige Erkentnisse”. Bron: Rudolf Steiner, Die Mission einzelner Volksseelen im zusammenhange mit der Germanisch-Nordischen Mythologie, Nachlassverwaltung im Selbstverlag, Dornach, 1950, p. 80.

Figuur 2:

http://florisschreve.web-log.nl/.shared/image.html?/photos/uncategorized/2008/06/08/fig_3_rassenboom_blavatsky_7.jpg

Illustratie uit Blavatsky’s De Geheime Leer: ‘De Rassenboom’. Blavatsky legt hier het systeem van de wortelrassen en onderrassen uit, tot het niveau van volkeren en families. Duidelijk zegt zij dat er een direct verband is met bestaande volkeren en stammen. Uit niet blijkt dat de wortelrassen los kunnen worden gezien van de bestaande mensheid. Bron: Helena P. Blavatsky, De Geheime Leer; de synthese van wetenschap, Godsdienst en Wijsbegeerte’, J.J. Couvreur, Den Haag, Jubileumuitgave van de Theosofische Vereniging, afd. Nederland, 1968 (nadruk van de uitgave van 1931),  Deel II ‘Antropogenesis’, p. 381

Figuur 3:

http://florisschreve.web-log.nl/mijn_hersenspinsels_onder/model-poppelbaum.htmlDe

De aarde -evolutie volgens Rudolf Steiner in het model van Poppelbaum (1929), uit Henk van Oort, Antroposofie, een kennismaking, Christofoor, 2006. Overigens kan ik de echte liefhebber aanraden wat verder te lezen. Verderop kunnen wij lezen dat de ‘Oer-Indier’ ten opzichte van de moderne Europeaan de geestelijke ontwikkeling heeft van een kind van zeven.

Figuur 4:

http://florisschreve.web-log.nl/.shared/image.html?/photos/uncategorized/2008/06/10/fig2def_3.jpg

Figuur 5

Illustratie bij een lezing van Rudolf Steiner op 22 november 1907 in Basel, voor de leden van de Theosofische Vereniging. Het is niet zeker of deze tekening echt van Steiners hand is, maar volgens de heer Kugler van de Rudolf Steiner Nachlassverwaltung is het in ieder geval een getrouwe kopie van Steiners tekening. zie ook figuur 5, bij dezelfde lezing. De parallel met een soortgelijke tekening uit de Volkszielen (fig. 1) is opmerkelijk. In deze tekening zien wij veel van al het voorgaande bij elkaar komen. Ten eerste de notie van de Wortelrassen, zoals die door Helena Blavatsky is vormgegeven (de Atlantiërs). Wij zien echter dat de lijn ononderbroken en opwaarts voortgaat tot de Europeanen. Kennelijk hebben de wortelrassen dus toch alles te maken met de huidige rassen. Ik denk dat niemand dat nog kan ontkennen. Een ‘decadente aftakking’ van de Atlantiërs is het ‘apengeslacht’ (zoals Blavatsky in de Geheime Leer uiteen heeft gezet). Een latere ‘decadente aftakking’ zijn de Indianen, het ras van de ‘Finsteren Saturn’ (kennelijk een tussenvorm van aap en Europeaan). Begeleidende tekst: ‘Von dem Punkte der Atlantische Zeit, wo Europäer und Indianer noch miteinander vereint waren, weiter zurückgehend, kommen wir in eine Zeit wo die Körper des Menschen noch verhältmäszig weich, von gallertatigen Dichtigkeit war. Da sehen wir wieder Wesen sich abzweigen und zurückbleiben. Diese Wesen entwickeln sich weiter, aber in absteigende Linie, und aus ihnen entsteht das Affengeseschlecht.Wir dürfen nicht sagen, der Mensch stamme vom Affen ab, sondern beide. Menschen und Affen, stammen von einere Form ab, die aber eine ganz andere Gestalt hatte als die Affen und heutigen Menschen. Die Abzweigung erfolgte von einem Punkte, wo diese Uniform die Möglichkeit hatte, einerseits aufsteigen zum Menschen und andreseits hinunterzufallen, zum Zerrbilde des Menschen zu werden’ (Cit. Rapport Commissie van Baarda, 411-412, bron illustratie http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_100.htm).

Nu zal iedere rechtgeaarde antroposoof tegenwerpen ‘Maar Steiner spreekt hier over de geestelijke wereld, die hij met zijn vermogen tot ‘schouwen’ kon overzien. Dit heeft niets te maken met de hedendaagse materiële verschijningsvormen’ (en ja hoor, dat doet ook de Commissie van Baarda). Er is niemand die dit kan controleren, dus daarmee onttrekt deze aanschouwing zich aan elk werelds oordeel. Het zou kunnen. Maar misschien moeten we dan spreken van ‘astraal racisme’, ‘ether racisme’ of zelfs ‘kosmisch racisme’ (zoals Jan Willem de Groot doet). Wat doet het er toe? Ik zou als indiaan nog steeds niet staan te juichen, al bouwen ze tien Waldorf Schools in het reservaat. Lijkt me toch vreemd, opeens al die zendelingen die in het aardse bestaan géén racist zijn, maar des te meer op astraal niveau en dan op het genocidale af. Hele spirituele mensen, die antroposofen, vooral als je ze op een geestelijk dieper niveau leert kennen. En bovendien, de mens ontwikkelde zich tot zijn huidige vorm in de Atlantische periode? (zie bijv. het schema van Poppelbaum maar ook het hele hoofdstuk Onze Atlantische voorouders, uit de ‘Akashakroniek’, pp. 19-36). Dus het lijkt me dat ook dit argument van tafel is.
Bernd Hansen van de Flensburger Hefte heeft trouwens ook deze tekening en Steiners commentaar besproken en komt toch tot een ander oordeel dan de Commissie van Baarda (over de tekening): ‘Dat vervult ons tegenwoordig met afgrijzen, maar ook in 1907 heeft men al meer over de rijke Indiaanse cultuur die zich uitstrekte over het gehele continent geweten en heeft men meer kunnen weten dan Steiner kennelijk wist’ (Flensburger Hefte 41, geciteerd uit Jeurissen p. 16). Het is maar een bescheiden suggestie van iemand die weliswaar is opgegroeid in de tradities en rituelen van de Vrije School maar toch al jaren een buitenstaander, maar zou het niet raadzamer zijn voor de hedendaagse antroposofen om meer de koers van Hansen en Höfer te volgen, dan verkrampt te gaan ontkennen dat er sprake is van rassenleer?
Het is overigens wel toevallig dat Steiners bovenwereldse en geestelijke aanschouwingen geheel in overeenstemming zijn te brengen met het Eurpopese superioriteits denken en het bijbehorende racisme van die tijd (zelfs voor die tijd nog reactionair), een alternatieve evolutie theorie (van Ernst Haeckel, die het uiteindelijk niet gered heeft) en bovendien is het grootse deel letterlijk overgenomen van Helena Blavatsky. En om nu te zeggen dat uitsluitend Blavatsky en Steiner begrepen hebben hoe de wereld in elkaar zit en de rest van de mensheid niet, gaat ook wel wat ver, ik denk zelfs voor de meest rigide en geharnaste antroposoof. En bovendien, hebben antroposofen het patent op de waarheid, omdat ze een paar boeken van Rudolf Steiner hebben gelezen (de overgrote meerderheid overigens zelfs dat niet eens-’te moeilijk’) en daarmee ingewijd zijn in het meest Heerlijke gedachtegoed dat de mensheid heeft voortgebracht? Je mag hopen van niet, gezien de te bewonderen schrijfsels op het internetstekje ’zij hebben hun Illuminati en UFO’s, wij onze Ahriman’ de Brug. Het lijkt me tamelijk onheilspellend, met de nuancering dat men bij ‘de Brug’ echt gek is en meent ook van alles over de Holocaust te moeten melden (dat kan Steiner natuurlijk niet worden aangerekend en ik denk ook dat de meeste antroposofen hier oprecht van zouden walgen). Ook verwijt men bij de Brug de Nederlandse Antroposofische vereniging dat ze überhaupt een onderzoek door de Commissie van Baarda hebben laten doen en daarmee Steiner zouden hebben ‘gedesavoeëerd’: http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#toek. Verder ontbrak het de Nederlandse antroposofen aan ‘Michaelische moed’ http://users.pandora.be/antroposofie/diabasis/b14eur.htm, die overigens met ‘Eurythmie oefeningen wel te verkrijgen is, omdat ‘in de visualisering van de klank Michael de vleugelslag van de Aartsengel zichtbaar wordt’. Dat de Belgische antroposofen wat radicaler zijn behoeft na al het voorgaande geen betoog meer. Misschien had het wel van echte ‘Michaelische Moed’ getuigd om te erkennen dat de antroposofie een serieus racisme probleem heeft, in navolging van Thomas Höfer, die daar wel toe in staat is.
Antroposofen zijn  geen superieure mensen en boven alle kritiek verheven, omdat ze een bepaald gedachtegoed aanhangen dat een zogenaamd afgerond model biedt voor hoe de kosmos in elkaar zit en wat de zin van het bestaan zou verklaren. In mijn ogen is het sektarisch (natte kabouters) en racistisch (de misplaatste triomfantelijke come-back van de kokende Ethiopiër) en ik zal ze niet snel iets toevertrouwen als hun enige waarheid en morele leidraad is: ‘we moeten geen persoonlijke sympathie of persoonlijk enthousiasme moeten meespelen, daar komt het niet op aan. Het komt slechts aan op wat besloten ligt in de grote wetmatigheden van het mensdom’, waarmee de genocide op de indianen wordt gerechtvaardigd, al zijn die Indianen slechts op ‘geestelijk niveau’ decadente aftakkingen van ons eigen Arische stamboek. En dat die zogenaamde grote wetmatigheden dan zijn gebaseerd op de helderziende openbaringen van één man die meende de waarheid in pacht te hebben.

De zaak lijkt me wel rond

Floris Schreve

zie ook Antroposofie deel 2, deel 3, deel 4 en deel5 en de discussies op de site van Ramon de Jonghe (België): http://antroposofie.wordpress.com/2008/10/30/racismedebat/ en http://antroposofie.wordpress.com/2009/03/21/brugklasje-van-angry-man/

online adverteren www.m4n.nl

Simyo

123tijdschrift.nl

KPN homepage

invisible hit counter