Nasr Abu Zayd overleden
Vandaag kwam het bericht dat de in Nederland werkzame Egyptische literatuurwetenschapper Nasr Hamid Abu Zayd (1943) is overleden. Abu Zayd maakte naam door zijn pleidooi voor een eigentijdse en liberale interpretatie van de Koran. Zelf vond ik zijn methode en zijn argumenten om tot een eigentijdse visie op de Heilige Schrift te komen bijzonder sterk en origineel. In 2002 schreef ik de volgende korte samenvatting van zijn visie (een fragment uit een veel langer betoog, ook op dit blog gepubliceerd als Het islamdebat in Nederland; de stand post-Fortuyn, pre-Wilders):
Oorspronkelijk was Abu Zayd hoogleraar aan de universiteit van Cairo, hoewel hij in het verleden ook in de Verenigde Staten en Japan heeft gedoceerd. Vanwege zijn onorthodoxe opvattingen over de interpretatie van de Koran raakte hij in conflict met de Moslimbroederschap, de belangrijkste ‘islamistische’ partij van Egypte (opgericht in 1929, door de eerder genoemde Hassan Al Banna, een van de grondleggers van het moderne soennitische fundamentalisme, overigens de grootvader van Tariq Ramadan, al suggereer ik hiermee niet dat zij hetzelfde gedachtegoed hebben), hoewel er vaak vergeten wordt dat Abu Zayd een grote internationale reputatie had opgebouwd en ook in Egypte zeer veel waardering oogstte. Een aantal orthodoxe gelovigen besloot tot een zeer onconventionele maatregel; zij stelden dat Abu Zayd een afvallige van het geloof was en spanden een rechtszaak aan waarmee zij trachtten Abu Zayds huwelijk te ontbinden. Volgens een bepaalde interpretatie van de Sharia is een afvallige van de islam gedwongen te scheiden, omdat het huwelijk dan onwettig zou zijn. Tegen ieders verwachting in werd het proces door de aanklagers gewonnen, een unieke zaak in de Egyptische rechtsgeschiedenis. Weliswaar nam de Egyptische overheid direct een wet aan die dit soort processen in de toekomst onmogelijk maakte, maar toen was het kwaad al geschied. De zaak kreeg ruime internationale aandacht. Uiteindelijk werd Abu Zayd naar Nederland gehaald, waar hij weer opnieuw met zijn vrouw trouwde. In Leiden zet hij nu zijn wetenschappelijke werk voort. In 2000 bezette hij de Cleveringa leerstoel, een bijzondere leerstoel bestemd voor wetenschappers die zich sterk hebben ingezet voor de mensenrechten of de vrijheid van meningsuiting.[16]
Abu Zayd stelt dat de Koran, net als iedere andere oude tekst, kan worden geïnterpreteerd volgens moderne wetenschappelijke methoden (hij pleit sterk voor de Hermeneutiek van Hans Georg Gadamer). Abu Zayds centrale stelling is dat het heel goed mogelijk is om op grond van de Koran tot een liberaal en tolerant wereldbeeld te komen. Door de nieuwste wetenschappelijke interpretatiemethoden los te laten op de Korantekst kunnen er interessante perspectieven ontstaan, zonder dat de interpretatie blasfemisch zou zijn voor gelovige moslims, zoals hij heeft uiteengezet in zijn publicatie Vernieuwing in het islamitisch denken.
Stel, de oorsprong van de Koran is goddelijk. Dit betekent dat deze oorsprong zich in het metafysische bevindt en dus geen object kan zijn van wetenschappelijk onderzoek. Toch heeft het goddelijke een manier nodig om zich in de fysieke wereld te manifesteren, anders zou het goddelijke voor de mens onkenbaar zijn. Voor iedere religie is dit een noodzakelijke voorwaarde. Bij het Christendom heeft het goddelijke zich gemanifesteerd in de vleeswording van God in Christus. Bij de Islam heeft geen vleeswording van het goddelijke plaatsgevonden, het intermediair tussen God en de mens is de openbaring van de Koran, een literaire tekst. In tegenstelling tot de goddelijke oorsprong kan de fysieke manifestatie van de tekst wel degelijk aan een wetenschappelijk onderzoek worden onderworpen en gezien worden in de context van plaats en tijd van het ontstaan. Abu Zayd stelt dat God een sadist zou zijn als hij zich niet in een bepaalde culturele context zou hebben openbaard; niemand zou immers zijn openbaring kunnen begrijpen.[17] Daarom moet de Korantekst dan ook telkens opnieuw worden gewogen tegen de veranderde omstandigheden, daar een tekst immers altijd weer een nieuwe relatie aangaat met de telkens veranderende culturele context. De intentie van de tekst is dan ook belangrijker dan de letter. Wanneer de Korantekst wordt gewogen tegen de omstandigheden van het zevende-eeuwse Arabië kan volgens Abu Zayd de Koran niet anders begrepen worden dan een pleidooi voor vrijheid, wijsheid en naastenliefde. Hij pleit er dan ook sterk voor om de Koran vanuit deze geest te interpreteren. Abu Zayd komt tot verrassende conclusies. Op grond van de Koran bepleit hij o.m. gelijke rechten tussen man en vrouw en de scheiding van ‘Kerk’ en staat.[18]
In die zin kan zijn werk ook gezien worden als een kritiek op het essentialistische en fundamentalistische denken. Abu Zayd stelt dat de rigide opvattingen van de fundamentalisten van de Koran een dood relikwie hebben gemaakt, dat slechts blindelings vereerd kan worden. Hij kiest dan duidelijk voor een alternatief, door de Koran als een levende tekst te zien die telkens weer een nieuwe verbinding aangaat met een almaar veranderende culturele context. De kern van zijn denken zit hem juist in dat hij enerzijds de Koran ziet als een literair werk met alle betekenislagen van dien, maar dat hij anderzijds niets afdoet aan de Goddelijke oorsprong van de Koran.
Nasr Abu Zayd is in de Nederlandse media tot nu toe nauwelijks aan het woord geweest, iets dat als een groot gemis kan worden gezien. Bijna een jaar na 11 september kan er gesteld worden dat dit vooral het jaar geweest is waarin Pim Fortuyn, Paul Cliteur, Leon de Winter, Theo van Gogh en Frits Bolkestein de toon zetten, in een toenemend vijandig klimaat.
16. Nasr Abu Zayd, Vernieuwing in het islamitisch denken, Bulaaq, Amsterdam, 1996 pp. 11-34, Mijn leven met de islam, Bulaaq, Amsterdam, 2002 pp. 149-157
17. Nasr Abu Zayd, Vernieuwing in het islamitisch denken, pp. 74-75
18. ibidem, pp. 135-138
Tot zover dit eerdere fragment. Zijn twee belangrijkste Nederlandse werken Vernieuwing in het islamitisch denken en Mijn leven met de islam zijn wat mij betreft nog altijd juweeltjes van een als het gaat om een elegante intellectuele redenering. Het was opvallend dat hij, naast tegenstand van islamitische fundamentalisten, ook op weerstand stuitte van de recent opgekomen ‘Verlichtingsfundamentalisten’, Clash of Civilizations aanhangers, of andere aanhangers van de recent opgekomen neo-conservatieve trend van ‘het westen versus de islam’. Ik verwijs hiervoor naar de website van Maria Trepp, die deze polemieken uitgebreid heeft verslagen en becommentarieerd. Hoewel hij buiten academische kring wat mij betreft te weinig gehoord werd zal zijn geluid meer dan ooit gemist worden (al werd hij weer wel geïnterviewd door buitenlandse media als al-Jazeera en BBC World, als er in Nederland weer wat te doen was rond de kwestie ‘islam’, waar hij vaak verstandig commentaar leverde). Wel werd hij in Nederland gehonoreerd met de Cleveringa leerstoel (2000-2001) en ontving hij een van de Roosevelt Freedom Awards. Maar verder was het toch te weinig. Ik hoop dat men in het vaak wat schreeuwerige publieke ‘islamdebat’ alsnog oog krijgt voor zijn buitengewoon zinnige en verstandige bijdragen.
Floris Schreve
Hieronder een artikel uit de Volkskrant van Abu Zayd van 30 augustus 2007 (zie http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article593192.ece/De_gematigde_islam_bestaat_niet_alleen%2C_maar_wint_ook_aan_invloed)
De gematigde islam bestaat niet alleen, maar wint ook aan invloed
Sommige mensen in Nederland, zowel politici als leden van de elite, ontkennen met klem dat er een andere vorm van islam bestaat dan de meest letterlijke en radicale islam. Maar ontkennen dat iets bestaat, wil nog niet zeggen dat het ook werkelijk niet bestaat. Ik zal het bestaan van een radicale islam niet tegenspreken; die is immers overal. Maar daarmee is niet gezegd dat andere opvattingen van de islam, die ‘gematigd’ of ‘liberaal’ worden genoemd, niet bestaan. Die opvattingen zijn óók overal, al sinds de 9de eeuw – de 2de eeuw van de islamitische tijdrekening. Hier beperk ik mijn bespreking van die gematigde islam tot het thema van de Koran.
Aanvankelijk ging het theologische debat vooral over wat de Koran precies was – het woord van God – en over hoe het boek moest worden geïnterpreteerd. Centraal stond de vraag of de Koran op een bepaald moment in de geschiedenis is ontstaan of eeuwig is en een deel vormt van het wezen Gods. De rationeel denkende Moetazilieten, trokken het idee in twijfel dat de Koran het ‘eeuwige’ woord van God is. Zij stelden dat de Koran een taalhandeling is, wat het bestaan veronderstelt van een toehoorder die de boodschap moet begrijpen. De taal van de Koran, het Arabisch, is de menselijke taal waarvan God zich heeft bediend om Zijn boodschap aan de Arabieren te openbaren. En die kan alleen worden begrepen door logisch na te denken aan de hand van een linguïstieke interpretatie van de tekst.
In de klassieke tijd (van de 9de tot de 12de eeuw) bestond er een groot aantal interpretatiescholen: filologische, theologische, filosofische, maar ook mystieke en rechtskundige. Sindsdien zijn er in de geschiedenis van de islam voortdurend nieuwe interpretaties bijgekomen, al werden die soms veroordeeld door de autoriteiten. Dat proces gaat tot op de dag van vandaag door, zij het moeizaam.
De dominantie van de meest radicale geloofsleer inzake de Koran houdt verband met het verval van de islamitische beschaving na de Mongoolse verovering van Bagdad (1258) en de kruistochten. De politieke macht kwam toen in handen van militaire groepen die niets van intellectueel onderzoek moesten hebben. In de meeste islamitische staten werd de orthodoxe theologie de gangbare politieke ideologie vanwege de nadruk op ‘gehoorzaamheid’ als religieuze plicht. De geestelijken, die op één lijn zaten met de politieke macht, sloten ‘de poort van het rationele denken’ (ijtihad) voor de gewone mensen en eisten het op als privilege voor de religieuze elite.
In het begin van de 19de eeuw, toen de islamitische wereld door westerse landen werd gekoloniseerd, ontstond een nieuwe golf van exegese, waarin men op twee manieren de moderne tijd het hoofd probeerde te bieden: door op zoek te gaan naar nieuwe betekenissen of juist door trouw te blijven aan de tradities.
Nu behandel ik enkele kwesties die verband houden met de betekenis van de Koran. Wat ik daarover ga zeggen, is niet alleen mijn persoonlijke visie, maar die van de meeste moderne islamgeleerden – zowel mannen als vrouwen – overal ter wereld. Ze gebruiken soms andere analysemethoden of een andere terminologie, maar hun zienswijze is in wezen hetzelfde.
Ten eerste vinden alle liberale islamitische intellectuelen dat het in de islam moet gaan om rationeel denken en handelen in plaats van het blindelings volgen van tradities en nabootsen van het verleden, een praktijk die in de Koran jahiliyya (heidendom of onwetendheid) wordt genoemd.
Ten tweede toont een historisch-kritische benadering in de analyse van de Koran aan hoe rijk en complex het boek is als tekst en als verhandeling, terwijl het voor de oelama’s die pretenderen de Koran letterlijk te volgen niet meer is dan een ‘wetboek’ of een ‘wetenschappelijk’ boek. Maar als alles wat in de Koran staat letterlijk moet worden uitgelegd als een wet van God, dan zouden de moslims ook de slavernij weer moeten invoeren als sociaal-economisch stelsel. Want dat staat immers in de Koran?
En hoe zit het met de eis om de sharia direct in te voeren? Bij een wetenschappelijke benadering blijkt de sharia een menselijk product te zijn, dat voortkomt uit een bepaalde interpretatie van de bronnen naar de ideeën van die tijd en dat nu naar de huidige context moet worden vertaald. Bovendien zijn veel straffen pas na de dood van de profeet door rechtsgeleerden ingesteld en niet afkomstig uit het Heilige Boek. Zo komt nergens in het Heilige Boek een directe, aardse straf op afvalligheid voor. Vervolging of terechtstelling wegens afvalligheid is door rechtsgeleerden ingevoerd en heeft daarna een plaats in het geloof gekregen. Volgens de Koran wordt afvalligheid pas bestraft in het hiernamaals (zie de soera’s 18:29, 5:4, 3:90, en 4:137). Datzelfde geldt voor het verbod op alcoholgebruik. De Koran rept nergens over een straf daarop; die is pas later ingevoerd door de metgezellen van de profeet. Volgens de liberale zienswijze is zo’n straf onlogisch en in strijd met de goddelijke gerechtigheid die vrijheid toestaat.
De positie van de vrouw zoals die in de Koran wordt beschreven, is in historisch perspectief verhoudingsgewijs een stap vooruit. Het principe van gelijkheid is een van de wezenlijkste leerstellingen van de islam. In de Koran staat duidelijk, aan het begin van het hoofdstuk ‘Vrouwen’, dat God alle mensen schiep ‘uit een enkele ziel en uit dezelfde ziel een gezellin schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voortkomen’ (4:1). Deze gelijkheid is dus geen kwestie van keuze, maar vloeit voort uit de goddelijke eer die de mens geschonken is.
Laten we eens naar polygamie kijken. Historisch gezien was dat een veel voorkomende praktijk in de samenlevingen die vóór de islam bestonden. Het is dus een misvatting dat polygamie onderdeel is van de openbaring die is vastgelegd in de Koran. Datzelfde argument geldt voor het strafrecht. Lijfstraffen, zoals het afhakken van handen en geseling, zijn overgenomen omdat die in de 7de eeuw nu eenmaal de enige straffen waren. Die moeten niet worden opgevat als een onderdeel van de islam, maar als sporen van de geschiedenis in de goddelijke boodschap.
Het is waar dat polygamie in de Koran wordt genoemd. Maar als je de Koran in een wetenschappelijke context wilt plaatsen, moet je de islamitische opvattingen daarover vergelijken met de pre-islamitische. Het Koranvers waarin polygamie verankerd zou liggen, gaat in feite over het daarmee samenhangende probleem van de wezen, die bescherming en toezicht nodig hadden nadat ze hun ouder(s) hadden verloren in de slag bij Oehoed (625), toen de moslims een zware nederlaag leden en 10 procent van de strijders sneuvelde en kinderen achterliet. Zowel die historische context als de tekstuele context maakt duidelijk dat er alleen toestemming werd gegeven om met een weduwe of met een weesmeisje te trouwen om te voorkomen dat zij anders onvoldoende bescherming genoten, zeker als ze een fortuin hadden geërfd.
Laat ik me hier beperken tot de recente controverse rond de hijab (hoofddoek) en de kwestie van de nikab (die het hele lichaam verhult, inclusief het gezicht en de handen) onbesproken laten, omdat ik denk dat die geen grondslag heeft in de Koran. De Koran stelt het dragen van de hijab niet verplicht, maar raadt het alleen aan. Het moet worden beschermd als individueel mensenrecht. Daarmee bedoel ik dat we vrouwen net zo min mogen verplichten om een hoofddoek te dragen als hem af te leggen. Voor de positie van de vrouw geldt hetzelfde als voor de sharia: dat het belangrijk is oog te hebben voor de dynamiek, voor de geest van de openbaring van de Koran.
Het klinkt misschien verrassend, maar ook al lijkt de kritische zienswijze nog zo gemarginaliseerd, zij weet niet alleen door te dringen tot de nieuwe generatie, maar slaagt er ook in de orthodoxe manier van denken te beïnvloeden. Zo is het historische karakter van de Koran impliciet aangevoerd bij het oplossen van urgente problemen die zijn opgeworpen door aanhangers van de politieke islam, zoals de kwestie van de jizya, de traditionele extra belasting die niet-islamitische mannen zouden moeten betalen om door moslims te worden beschermd. Die wordt weliswaar genoemd in de Koran, maar de rector van de Al Azhar-universiteit in Egypte heeft toegegeven dat dat een historisch gebruik is dat nu niet meer moet worden toegepast. Het was trouwens al anderhalve eeuw geleden afgeschaft.
Veranderingen zijn dus onvermijdelijk, maar het is noodzakelijk dat er overal ruimte is voor vrije dialoog en vrije discussie
Hier de Cleveringa-rede van Abu Zayd (2000)
Het WRR rapport ‘Reformation of Islamic thought’ (door Nasr Abu Zayd)
Zie ook:
Abu Zayd plaatst Koran in historische context (Wereldomroep)
Een gesprek met Nasr Abu Zayd (uitzending Nederlandse Islamitische Omroep)
Ibn Rushd leerstoel Humanisme & Islam
Wikipedia beschrijving van Abu Zayd
Overlijdensbericht op de site van al-Arabiya (televisiezender Dubai)
Het Vermoeden (IKON)
Een interview in Eutopia Magazine
Qantara, dialogue with the islamic World
Een samenvatting van Abu Zayds gedachtegoed en een vergelijking met het werk van Peter Sloterdijk (Maria Trepp)
Bespreking Vernieuwing in het islamitisch denken in het Leidse Universitaire weekblad Mare (2002)
recensie Mijn leven met de islam door Stan Verdult
Humanistic reading of the islamic tradition, on Indian Muslims
Bespreking Vernieuwing in het islamitisch denken (Volkskrant)
In memoriam door Fred Leemhuis (hoogleraar Arabisch Universiteit Groningen)
In memoriam op de site van Martijn de Koning (cultureel antropoloog en onderzoeker naar de islambeleving van moslims in Nederland)
Christenen….althans, sommigen
Dit gaat voor een keertje niet over moslims. Van de facebookgroep Ik scheur het Reformatorisch Dagblad in kleine stukjes (waarbij ik me na dit bericht meteen heb aangesloten):
“Het Reformatorisch Dagblad heeft zich maandag in een hoofdredactioneel commentaar teleurgesteld getoond dat de president van Malawi snel is overgegaan tot het verlenen van gratie aan een veroordeeld homopaar. De twee mannen kregen door een rechtbank in de stad Blantyre een gevangenisstraf van 14 jaar opgelegd vanwege ‘grove obsceniteit en onnatuurlijke daden’, maar kregen gratie na een gesprek tussen secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon en president Bingu wa Mutharika.
Het Reformatorisch Dagblad noemt het ‘jammer dat de Malawische president zo snel door de knieën ging’, ook al is 14 jaar gevangenisstraf ‘fors, zeker voor westerse begrippen’. Het commentaar vervolgt: ‘Als de burgers van Malawi willen weten waar dit spoor eindigt, moeten ze de komende tijd de politieke verslaggeving uit Nederland volgen.’
Het dagblad doelt daarbij op het initiatiefwetsvoorstel van D66 om het voor scholen niet langer mogelijk te maken leraren te weren op grond van hun homoseksuele levenswijze. ‘Een ruime Kamermeerderheid steunt dit voorstel en dat zal door de komende verkiezingen nauwelijks veranderen. Het is niet uitgesloten dat hier straks het omgekeerde gebeurt van wat de rechters in Malawi deden: niet degenen die zich openlijk homoseksueel gedragen, worden bestraft, maar juist christenen en moslims die dat gedrag zondig noemen.’
Ook is de krant niet gelukkig met de protesten van minister Verhagen en hoofdredacteur van de Gaykrant Henk Krol, die meende dat het de morele plicht is te protesteren omdat Nederland als eerste land ter wereld het homohuwelijk invoerde. ‘Dat dat haaks staat op de Afrikaanse cultuur en indruist tegen de opvatting van de overgrote meerderheid van de bevolking, nemen homolobbyisten voor lief.’
Ook Ban Ki-moon moet het ontgelden. ‘Kennelijk had deze kwestie een hoge prioriteit voor de VN, terwijl Ban Ki Moon zich nog niet zo vaak druk heeft gemaakt over folteringen van christenen’, zo meent het dagblad.
Op Twitter reageren verscheidene politici boos op het commentaar. PvdA-Kamerlid Diederik Samson noemt het ‘ronduit stuitend’. Femke Halsema (GroenLinks) vraagt aan André Rouvoet (ChristenUnie). ‘Ha @andre_rouvoet, kun jij Hoofdredactioneel Ref.Dagbl over Malawi niet veroordelen? Heeft meer effect dan wanneer ik dat doe.’ Boris van der Ham (D66) heeft het over een ‘schandalig stuk’. VVD-Kamerlid Helma Nepperus is ‘echt geschrokken’.”
bron: Volkskrant 31 mei 2010
De site van het Reformatorisch Dagblad is op dit moment uit de lucht, dus ik kan voorlopig niet verwijzen naar de volledige tekst (wat ik het liefst had gedaan). Maar hoe dan ook, weer een reden om op 9 juni vooral progressief, vrijzinnig en seculier te stemmen. Voor mij dus geen homofobie, islamofobie en zelfs geen christenfobie. Zolang religie en politiek gescheiden blijven. Liever een land met hoofddoek en gaypride dan zonder. En voor de goede orde, in een eerder artikel heb ik mij positief over Rouvoet uitgelaten (dus zo’n scherpslijper ben ik niet). Maar, om met Femke te spreken: ‘Andre, laat wat van je horen!’ En misschien is dit ook een kwestie waar Refo Anders, een club waar ik toch wel bewondering voor heb, al zou ik nooit de keuzes maken die zij voorstaan (je mag het wel zijn maar het niet doen), zich over moet uitspreken. Of iets voor kandidaat-kamerlid voor de Christen Unie Jonathan van der Geer. Of misschien Sander Chan, zie zijn blog hier. En Arie Boomsma natuurlijk, maar die doet al genoeg goed werk (zie hier). Mijn zegen hebben jullie. Succes!
Floris Schreve
Update: Hier de volledige tekst van het commentaar uit het Reformatorisch Dagblad van 2 juni 2010(http://www.refdag.nl/opinie/commentaar/commentaar_homowetten_1_481591 ):
Commentaar: Homowetten
02-06-2010 20:45
De Verenigde Naties konden in het verleden rekenen op forse kritiek vanuit de hoek van onder andere de SGP. Ds. Kersten schroomde niet om de organisatie te betitelen als het „gouden kalf” waar bijkans de hele wereld omheen danste. In later jaren is dat beeld wat bijgesteld, maar orthodoxe christenen blijven een unheimisch gevoel houden bij de manier waarop de VN de wereldvrede nastreven.
Dat zal niet verbeterd zijn door het recentste wapenfeit van de VN. Twee homo’s in Malawi zijn zaterdag vrijgelaten nadat ze een enkele week eerder veroordeeld waren tot veertien jaar gevangenisstraf. De secretaris-generaal van de VN, Ban Ki Moon heeft zaterdag persoonlijk het parlement in Malawi toegesproken om zijn afkeer te uiten van de strenge antihomowetten in het land. Nog dezelfde dag verleende de president van het land hun gratie. Het homostel was al in december opgepakt, direct na hun verloving, omdat uitingen van homoseksualiteit in Malawi verboden zijn, zoals in veel Afrikaanse landen. De mannen waren van plan dit jaar te trouwen. Daarmee zouden ze het eerste homopaar in zuidelijk Afrika zijn.
Kennelijk had deze kwestie een hoge prioriteit voor de VN, terwijl Ban Ki Moon zich nog niet zo vaak druk heeft gemaakt over folteringen van christenen. Ban benadrukte in zijn toespraak voor het parlement ook dat Malawi zijn wetten moet aanpassen aan „internationale standaarden.” Dat roept echter wel de vraag op wie hierin de norm bepaalt. Want terwijl plaatselijke christelijke en islamitische leiders de veroordeling van de mannen hadden toegejuicht, voerden diverse landen een lobby tegen de regering van Malawi. Ook Nederland heeft een reputatie op dit gebied: minister Verhagen noemde het vonnis vrijwel direct „meer dan afschuwelijk.” In de Volkskrant noemde homobelangenbehartiger Krol het protest tegen het Afrikaanse land onze morele plicht, omdat Nederland het eerste land ter wereld was dat het homohuwelijk legaliseerde. Dat dat haaks staat op de Afrikaanse cultuur en indruist tegen de opvatting van de overgrote meerderheid van de bevolking, nemen homolobbyisten voor lief.
Veertien jaar is fors, zeker voor westerse begrippen. Toch is het jammer dat de Malawische president zo snel door de knieën ging. Als de burgers van Malawi willen weten waar dit spoor eindigt, moeten ze de komende tijd de politieke verslaggeving uit Nederland volgen. Zaterdag was er een voorproefje: D66 kondigde aan eerdaags de veelbesproken initiatiefwet in te dienen die de enkelefeitconstructie ongedaan maakt. Als deze wet van kracht wordt, kunnen christelijke scholen niet langer docenten met een homoseksuele leefwijze weren.
Een ruime Kamermeerderheid steunt dit voorstel en dat zal door de komende verkiezingen nauwelijks veranderen. Het is niet uitgesloten dat hier straks het omgekeerde gebeurt van wat de rechters in Malawi deden: niet degenen die zich openlijk homoseksueel gedragen, worden bestraft, maar juist christenen en moslims die dat gedrag zondig noemen.
Of zou Ban Ki Moon dan ook onze Tweede Kamer komen toespreken en het opnemen voor deze intolerantie jegens religieuzen?
Tot zover het de oorspronkelijke tekst van het commentaar. Overigens, als je op zondag deze link aanklikt word je getracteerd op de volgende tekst:
‘Fijn dat u belangstelling hebt voor refdag.nl, de nieuwssite van het Reformatorisch Dagblad.
Vandaag is het zondag. We wijden deze dag in het bijzonder aan de dienst van God. Wij beschouwen de zondag als een rustdag, een opdracht van God en een geschenk, waar we dankbaar voor mogen zijn. Om die reden actualiseren we onze site vandaag niet.
Staat het nieuws dan stil op zondag? Nee, dat niet – we leven in een jachtige tijd waarin het verschil tussen zondagen en werkdagen helaas steeds kleiner wordt.
Morgen brengen we u graag weer op de hoogte van de dagelijkse gebeurtenissen, voorzien van achtergronden, commentaar en opiniërende artikelen. Zoals u dat van ons gewend bent.
Informatie over kerkelijke gemeenten, kerkdiensten en predikanten kunt u desgewenst vinden op onze site www.kerktijden.nl.
Hoofdredactie Reformatorisch Dagblad’
Daaraan herken je de ‘ware gelovige’ 😉
Regelrecht bizar is de verklaring van het Reformatorisch Dagblad achteraf (uit een bericht van NU.nl):
Reformatorisch Dagblad blijft bij commentaar homo’s
Uitgegeven: | 1 juni 2010 13:43 |
Laatst gewijzigd: | 1 juni 2010 15:53 |
AMSTERDAM – Het Reformatorisch Dagblad neemt niets terug van een omstreden hoofdredactioneel commentaar, waarin de krant maandag kritiek leverde op de inzet van VN-chef Ban Ki-moon voor de vrijlating van twee mannen die in Malawi lange celstraffen hadden gekregen vanwege hun homoseksuele relatie.

Wel zegt hoofdredacteur Wim Kranendonk te betreuren dat de krant de indruk heeft gewekt dat die “mensen met een homoseksuele levensstijl zou discrimineren” (curs. FS). Het commentaar ging in op de gratieverlening aan twee homoseksuele mannen in het Afrikaanse land Malawi.
Eerder waren die veroordeeld tot veertien jaar celstraf, omdat ze zich zouden hebben verloofd. Onder zware druk van onder andere secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties werden de twee vorige week vrijgelaten (http://www.nu.nl/binnenland/2259790/reformatorisch-dagblad-blijft-bij-commentaar-homos.html)
Update: Bovenstaand noemde ik Arie Boomsma al. Gelukkig heeft hij samen met Ronald Plasterk een verklaring opgesteld, die ook als brief is ingezonden aan het Reformatorisch Dagblad. Vanzelfsprekend alle lof! Hier de link naar de brief van Boomsma en Plasterk.
Zie verder ook de (geweigerde) brief van het roze netwerk van de PvdA, hier te lezen.
leave a comment